Langs wandelpaden kris kras door Erpe-Mere Belangrijk legaat voor Leedse verenigingen In volle natuur door het Blauwbos (4) Jfc -1» 2 - 30.8.1991 - De Voorpost In een vorig artikel is al gezegd dat het Blauwbos gedeeltelijk te kombineren is met het Groendalpad en dat hun raakpunt op de hoogte aan de Dikke Kapel te vinden is. Het is hier dat de wandelaar zijn beslissing kan nemen om al dan niet een langere afstand af te leggen, zich tevreden stelt met een soort monumententocht of verderde natuur gaat opzoeken. De natuurlief hebber, die de voorkeur geeft aan fauna en flora, wordt het Blauwbospad sterk aangeraden terwijl de wandelaar, die meer interesse heeft voor het geschiedkundig aspect van Mere, best het Groendalpad bewandelt. Blauwbos oase van rust Ook voor deze wandeling ligt het vertrekpunt op het Dorp en ook hier kan men kennis maken met de dorpskern ofwel in één ruk aan de wandeling beginnen om zo snel mogelijk in de open natuur te zijn ver van de verkeersdrukte en andere hinderlijkheden. De vorige wandeling heeft echter bewezen dat een rondje rond de Sint-Bavokerk werkelijk de moeite loont. Aan het oriëntatiebord neemt men een korte verbindingswegel naar de Kerkveldstraat en even voorbij kapel I van de Rozenkransommegang nemen we rechts de Dreefstraat om van daaruit de 'bovenste Cauwenberg' te bereiken en via de Ommegangstraat, relatief bergopwaarts, de Dikke Kapel te bereiken, een omgeving die we in de andere wandeling bespraken. Van deze plaats af volgt men dan de veldwegel in de onmiddellijke nabijheid achter de gewezen hoeve Van Cromphout op wiens hofstee eveneens een houten windmolen stond maar tijdens het begin van de eerste wereldoorlog door de Duitse soldaten afgebrand werd. Van op deze hoogte kan men al de beekvallei en het Blauwbos ontwaren wat in alle seizoen een prachtig zicht biedt aan de wandelaar. Reeds bij het bereiken van de Diepestraat, vroeger gekend als de 'Dollestraat' (in feite d'Hollestraat vanwege de hoge hellingen langs deze straat), krijgt de natuurliefhebber al een voorsmaakje van de rijke fauna en flora die hem te wachten staat: het blauwe grasklokje, de knautia of honingbloem, het Sint-Janskruis met zijn geneeskundige eigenschappen, de vlasleeuwenbek, de berewortel, de grootbloemmuur en de duivenkervel, om er maar enkele te noemen want de variatie is enorm als we er o.a. de wilde kornoelje, het kroontjes/cruis, de wilde hop, het boerewormkruid, de bijvoet nog willen aan toevoegen. Intussen bereikt men de wijk Broek en het eerste 'stretjenlinks leidt naar de biezeputvijver waar niet alleen hengelaars een visje bovenhalen maar waar enkele reigers geduldig wachten om er een op hun snavel te prikken. Links van de vijver volgt men de Biezeputstraat naar de spoorweg van de lijn Brussel-Kortrijk die men dwarst aan de overweg van de Broekveld- straat om de Duivelshoek rechts te laten liggen en de lager gelegen Oostdorpstraat te bereiken. Hier gaat men heel even rechts om onmiddel lijk links een holleweg te volgen die eveneens naar een van de hoogst gelegen punten van Mere leidt. In de nabijheid staat een oeroude linde op het kruispunt van de Gootstraat waarin een veldkapelletje aangebracht werd. Van op die hoogte is ook de Topmolen zichtbaar die juist over de grens op het grondgebied van Haaltert staat. -v^ jfit Ook deze heuvel met het hoogste punt op zowat ongeveer 50 m boven de zeespiegel biedt een panoramisch zicht op de beekvallei en de bijhorende begroeiing evenals op een gedeelte van het dorp en op de oudste woonkern Gotegem. In de wandelbrochure nr. 54 van de VTB-VAB vindt men de verklaring van deze toponiem die de naam draagt van een schaars behuisde woonwijk. Als men daarna dalwaarts marcheert ontmoet men eerst nog een bakoven waar vroeger vrijwel de hele buurt van gebruik maakte. Voorbij de bakoven duikelt men steil naar beneden en wie zin heeft in een verfrissing kan in de oudste herberg van Mere terecht, in de Cabaree. Een eindje verder kan men een bezoek brengen aan de molen van Gotegem, de enige watermolen, samen met deze van Otlergem, die in Erpe-Mere nog in werking is. Hier wordt trouwens de grens gevormd tussen drie dorpen: Mere, Haaltert en Aaigem. Alhoewel deze molen reeds in de 14e eeuw vermeld wordt en achtereenvolgens aan verschillende molenaars toebehoorde, is hij sinds onge\'eer een eeuw eigendom van de familie De Meyer. De huidige eigenaar-molenaar, Paul De Meyer, zit nooit om een beetje uitleg verlegen en zal een kort bezoekje aan het raderwerk in het Erpe-Mere. De kapel bij de ingang van eigendom De Witten in Oostdorp, of voor wie een eigenaardigheidje goed meegenomen is (jv) molenhuis nooit weigeren. Ook werd indertijd door de Meerse Lijnvissers een visvijver gegraven om er de hengelsport te beoefenen maar na hun vertrek naar de reeds vemwlde Biezeputx ijver, werd hij door een andere vereniging overgenomen. Om het Blauwbos te bereiken moet men een eindje de weg terug en daar waar vroeger het bos niet toegankelijk was via de wegel naast de herberg Cabaree, is dit nu wel het geval. Toendertijd kon men slechts via het Stevensveld en Oud-Oostdorp (Duivelshoek) een gedeelte van het bos doorkruisen maar enkele jaren terug werd het.bos volledig ontsloten. Op een bepaald trajekt werden zelfs betondallen aangelegd en een rustbank geplaatst. Er is dus nu mogelijkheid om ongestoord langs de bosrand te wandelen over de volle lengte, genietend van al het natuurschoon dat dit bos nog te bieden heeft, ondanks de onverantwoorde menselijke ingrepen gedurende de laatste jaren. Hoe men hel bos ook bereikt en welke verminkingen men er ook aange bracht heeft, het biedt nog altijd plaats aan zeldzaam geworden bloemen, planten en vogels, vooral dqnk zij de werking van talrijke natuurlijke waterbronnetjes. De wilde planten tieren hier nog welig, meestal planten- die thuishoren in zompige gronden en kreupelhout maar toch heeft de echte kenner van fauna en flora nog het geluk van unieke en ergens anders niet meer voorkomende eksemplaren te ontdekken. Vogels hoort of ziet men er in overvloed. Hier huist de blauwe reiger naast de bonte en groene specht, de buizerd en de ransuil vinden er nog voedsel, de wielewaal, de bosrielzanger en andere zangvogels fluiten er nog naar hartelust. Zowel omitológen als fervente vorsers naar zeldzame bloemen Erpe-Mere. Het Blauwbos te Mere dat als een zeer belangrijke biotoop wordt beschouwd door de natuurliefhebber (jv) Erpe-Mere. Van op de heuvel aan de Gootstraat, 50 meter boven de zeespiegel, heeft men een panoramisch zicht op de gemeente Mere (jv) en planten vinden er nog een interessant ontginningsterrein. Als men het Blauwbos verlaat, wandelt men tussen de Biezeputvijver en een andere visvijver waarlangs men de Oude Broekstruut Ifereikt, de Doorsteekstraat kruisen en de watermolen van Broek kunnen bezichtigen. Deze molen is sinds vele jaren niet meer aktief want van de laatste muldersfamilie ging hij in andere handen over en de bedrijvigheid werd niet meer hervat; Langsheen de weiden kan men een molenpad volgen naast de beek, eerst aan de linkerkant om een paar honderd meter verder het Koeibrugje over te steken en het pad aan de andere oever te volgen tot aan de Beekstraat en richting Beekkantstraat te nemen die ons aan een gerestaureerd memoriekruis brengt. Het arduinen kruis werd hier geplaatst ter nagedachtenis van Jud. Beirens die aan het ijzeren brugje verdronk. Over het brugje volgt men het pad langs de beekoever maar dit is vrijwel onmogelijk omdat in de buurt van de 'Weimeers' een verzakking heeft plaats gehad door het wegspoelen van een rioleringsbuis die in de beek terecht kwam. Reeds een paar jaar wacht men op herstelling maar het provinciebestuur reageert niet en het blijft een ontoelaatbare toestand. Met veel akrobatie kan het wel lukken maar dan is men overgeleverd aan een overgroeid pad dat nog nauwelijks kan gebruikt worden. Als men dit avontuur overleeft kan men via de Melkerij- en de Nijverheidsstraat terug naar het centrum van Mere waar men aan de kerk gestart was en acht km afgelegd heeft. Het is nu echter wachten op een nieuwe bewegwijzering want voor mensen die de deelgemeente Mere niet kennen, zijn moeilijkhe den met de wegkeuze niet uitgeschakeld. JV Het gebeurt nog maar zelden dat schenkingen gedaan worden aan officiële instellingen, laat staan dat men kulturele verenigingen zou begiftigen met roerende of onroerende goederen. Maar de wonderen zijn de wereld niet uit want in Lede kon men zich een vijftal jaren terug verheugen in een legaat afkomstig van de Impenaar Hippoliet-Amedé Van den Eeckhout, die op zijn landgoed woonde op de grens van Impe en Erondegem. In deze laatste gemeente was hij zelfs beter bekend en had er bovendien een bepaalde reputatie opgebouwd. Lede, Erpe-Mere. Het vroegere domein van H.A. Van Den Eeckhout, beter gekend als d'Etting van Erondegem, veranderde van eigenaar en men is nu sinds maanden aan de opkuis toe om het geheel een fraai uitzicht te geven (jv) Het was in 1985 dat H.A. Van den Eeckhout op zijn domein, gekend als 'd'Etting' van Erondegem, over leed. Hierbij liet hij meer dan hon derd eigendommen na die echter niet alleen onder de familie ver deeld werden maar waarvan een deel volgens testamentaire bepalin gen aan een stichting met zijn naam moesten overgedragen worden. De ze stichting H.A. Van den Eeckhout moest dienvolgens een fonds behe ren met een kapitaal van zowat twintig miljoen. In het testament had de overledene mecenas duide lijk gestipuleerd dat met de opbren gsten van de stichting zowel wetens chappen als kunsten, personen en verenigingen moesten gesteund worden. Hij had bovendien duide lijk gesteld dat de financiële aan moediging uitsluitend mag toege kend worden als het gaat om de ijver voor Vlaamse rechten en d.ito volks belangen. Het duurde echter meer dan vijf jaar vooraleer men tot de officiële oprichting vatf deze stich ting Van den Eeckhout kon over gaan. Het was de Ledenaar Erik De Cre- mer, griffier bij het Vredegerecht van Aalst die gelast was met het opstellen van dè statuten als tes tamentuitvoerder. De stichting wordt als dusdanig een instelling van openbaar nut en beheert op dit ogenblik heel wat gronden en goe deren. Zo is er o.a. de onverdeelde helft van drie appartementen te Nieuwpoort waarvoor een schatting van anderhalf miljoen gemaakt werd; verder zijn er diverse gronden gelegen in Lede, Lebbeke en Erpe- Mere voor een totale oppervlakte van meer dan twaalf hectaren en voor de onverdeelde helft geschat op ruim vier miljoen. Dan is er ook nog de volle eigendom van onroe rende goederen in Aalst, Lede en Erpe-Mere die samen 1 ha 24 a groot zijn en een schattingswaarde van 3,11 miljoen hebben. In dezelfde gemeenten ligt nog een onverdeeld derde van onroerende goederen van ongeveer dertien hectaren in oppervlakte en dit werd op zijn beurt op 3.884.700 fr geschat met daarbij nog eens onroerend goed voor meer dan drie miljoen. Beneficianten De Stichting Hipp. Am. Van den Eeckhout heeft nu een officieel sta tuut verworven waarvan de zetel in Aalst gevestigd is. Het is nu expliciet vastgesteld wie van het nieuw opge richte fonds kan genieten. Priester Daensfonds, Pater Braunfonds, weekblad 't Pallieterke, het IJzer- bedevaartkomitee, weekblad WIJ van de Volksunie, de Vlaamse Volksbeweging samen met het tijd schrift Doorbraak, de vereniging Eigen Aard van Szondi in Etter beek. Het is nu aan de raad van bestuur van de stichting om in de nabije toekomst een beslissing te nemen betreffende het toewijzen van de bedragen aan het Priester Daens fonds dat in gans Vlaanderen aktief is evenals aan de Leedse vzw Prie ster Daensfonds. Er is echter veel kans dat de financiële steunverle ning op alternatieve wijze zal toege kend worden. Donaties - Prijs Aan een of meerdere van de voor noemde verenigingen zal men aldus elk jaar donaties toekennen en de bedragen hiervoor bestemd zal de stichting uit de opbrengst van het fonds putten. De statuten zijn der wijze opgesteld dat ze tevens de mo gelijkheid bicden om een lokale voor Vlaanderen verdienstelijke personaliteit met een geldprijs te belonen, eveneens naar de naam van de stichting genoemd 'H.A. Van den Eeckhout'. Men hoopt voor dit jaar nog de prij voor de eerste keer te kunnen ui reiken en op de voorgestelde kand datenlijst prijkt de vzw Musi Events uit Lede. Hiervan is Lieve De Smet de impulsieve kracht acl ter de organisatie van een rockfest val dat ver buiten Lede weerklan vindt. Ontbinding Er kan heel wat gebeuren met ee stichtingen daarom moet men in di^ statuten zowat alles voorzien. Daal i om is een clausule toegevoegd die ii geval van vrijwillige of gerechtelijk! ontbinding van de stichting H.A Van den Eeckhout, het op dat ogen blik resterende netto-aktief aan dj VTB-VAB toekomt, maar dan tod op voorwaarde dat de sociale doel stellingen van de stichting gerespeö teerd worden. Indien dit niet hd geval zou zijn, moet een special fonds in de schoot van dc VTET VAB hiertoe opgericht wordcij. Hopelijk komt het nooit zover waif in weinig gemeenten is het de vei cnigingen gegund van 'special toelagen' te genieten. Een mees naat als dat van de Stichting Va" den Eeckhout zou uiteraard overfl met dank aanvaard worden. J*

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Voorpost | 1991 | | pagina 2