Te voet door het landelijke Aaigem
Wandelen kriskras door Erpe-Mere (6)
2 - 13.9.1991 - De Voorpost
Erpe-Mere. de enig mooie kalvaar in het centrum van de Landries
beschermd door een paar lindebomen (jv)
De wandeltochten doorheen de acht fusiedorpen van Erpe-Mere, in de
deelgemeente Aaigem, die nog over een paar gebieden beschikt waar
werkelijk nog de intense rust heerst dat een individu uit de moderne tijd zo
broodnodig heeft. Men kan er langs wegen en paden slenteren zonder op
het verkeer te moeten letten en ondertussen geniet men van de geur en de
pracht die veranderen naargelang de seizoenen. Dit dorp is ideaal vooreen
wandeltocht want menige vereniging organiseert er een gelegenheidswan
deling of maakt er een jaarlijks weerkerende aktiviteit van zoals "De
Kadees uit Aalst die telkens een tweeduizend man uit alle hoeken van het
land er de natuurlijke sfeer van Aaigem laten opsnuiven.
In oppervlakte is Aaigem de tweede grote deelgemeente van Erpe-Mere en
ze biedt een uniek natuurschoon dat zich vooral aan het grensgebied van
Haaltert en Mere situeert. Op een bepaald ogenblik kruist men trouwens
het trajekt van het Haaltertse Brantegempad in de vallei van de Molen
beek. Ook andere wijken als De Berg zijn interessant om er een wandeling
doorheen te maken maar toch is het gebied van De Dries het meest
rustgevende, het landelijkste, het kleurrijkste en het meest afwisselende
langs goed begaanbare wegen. Hier moet men in de eerste plaats voor een
natuuruitstap opteren en pas daarna komt het gevecht tegen de cholesterol.
Van Aaienghem tot Aaigem
Volgens de Oostvlaamse geschiedschrijvers De Potter en Broeckaert, werd
het dorp al in een oorkonde van 891 vermeld onder de naam "Aaieng
hem", dat later vervormd werd in Aingem om het in de 14de eeuw als
Ayenghem te spellen terwijl het oudste gemeentezegel het als "Hayenghem
afdrukt.
In de loop der volgende eeuwen evolueerde het tot het huidige Aaigem.
Aaigem is zo een goede 700ha groot en is van oudsher bijna uitsluitend een
landbouwgemeente geweest, die in vroegere eeuwen aan de abdij van
Anchin behoorde. Doorheen Aaigem slingert zich de Molenbeek waarop
nu nog twee watermolens staan die echter zoals talrijke andere niet meer
funktioneren. Overal in het dorp zijn er sporen van een kentering die zelfs in
de uithoeken die hoogste graad van modernisering laten vermoeden.
Starten aan de lindeboom
In Aaigem kan men voor een wandeling verschillende startplaatsen kiezen
al naargelang het aantal kilometer men wenst af te leggen. Daarom
vertrokken wij ongeveer van het verste punt dat een tocht van 12 km
waarborgt en men dus zeker een paar uurtjes nodig heeft om het trajekt af
te wandelen.
In tegenstelling tot verschillende wandelgroepen starten wij in het dal van
de Populierenstraat, aan de hoeve van J. De Vuyst, in het lommer van een
kolossale en dus zeer oude linde.
Van hieruit gaat het langs een smalle wegel aan de achterkant van het
klooster naar de kerk. Pas vertrokken heeft men al een uitzicht op
uitgestrekte weiden in een soort vallei die de Berg van de dorpskom scheidt.
Het is de eerste kennismaking met het nog rijke natuurgebied van Aaigem,
maarzeker niet de laatste. Ook kan men reeds een blik werpen op de grot in
de achtertuin van het klooster met in de buurt een van de talrijke
kapelletjes dat echter aan restauratie toe is. Nochtans tracht men in
Aaigem zoveel mogelijk te herstellen om het weinige bouwkundig erfgoed
van de ondergang te vrijwaren. Aan het einde van de wegel slaan we aan dit
devotiehuisje linksaf waarna we vrij vlug het dorpsplein bereiken.
Dorpsplaats
Hier wordt de wandelaar twee kansen geboden: ofwel doodgewoon een
bocht omheen het kerkgebouw maken, ofwel eerst een brok geschiedenis
meepikken van een agrarisch dorp. In het laatste geval verwijzen we in
eerste instantie naar de pastorij die in 1786 gebouwd werd maar in 1855
met een verdieping opgetrokken werd. Een klein huisje dat er tegen
aanleunt wordt als clublokaal voor de jeugd gebruikt maar eens was het
hét kuituurcentrum van Aaigem, nl. de "Volksboekerij".
Tegenover de ingang van de kerk staat nog een gedeelte van de oorspronke
lijke abdijhoeve, eens de eigendom van de Sint-Benedictusorde van
Anchin in het bisdom Atrecht. De prelaat van deze abdij was hier trouwens
de grote tiendeheffer tot het einde van de 17de eeuw.
Daarnaast is vooral de Sint-Niklaaskerk erg belangrijk voorde wandelaar
die zich in geschiedkundige feiten interesseert. Ze werd trouwens in 1978
als beschermd monument geklasseerd juist wegens de historische en
artistieke waarde.
Uiteraard is deze kerk toegewijd aan Sint-Nikolaas maar ook aan Sint-
Leonardus, en ze is gebouwd met een kumtzinnige achthoekige toren in
vroeg-gotische stijl. Men situeert de oorspronkelijke bouw ervan rond
1300. Typisch zijn de versieringen van deze toren met spitsboognissen en de
kroonlijst die op kleine consooltjes rust, die op hun beurt een gesculpteerd
kopje dragen.
De kerk zelfheeft een klassicistische voorgevel met naast de lijkdeur een
herdenkingsplaat voor de oorlogsslachtoffers van Aaigem. Bovenaan is
het jaartal 1862 aangebracht, datum waarop een eventuele restauratie of
verbouwing doorgevoerd werd. Het interieur is overwegend 19de-eeuws
met een lambrizering in Lodewijk XVl-stijl en een orgel door een Van
Peteghem gebouwd.
Vooraleer men het dorpsplein verlaat, kan men nog een rustige blik werpen
op de kalvarie die in een imposant portiek hangt, aan de achterkant van de
kerk.
wandelaar die even voorbij de watermolen links inslaat en de rand van het
bos volgt. Aan het einde splitst de weg en wie er een bepaald aantal
kilometers wil aan toevoegen kan vervolgens de weg naar rechts nemen om
de holleweg te volgen en het grondgebied van Kerksken aandoen en zo
terug te keren langs Haaltert in de buurt van 's-Gravenkerselaar en de wijk
Eekent. Via een veldwegel bereikt men een van de oudste boerenhoven van
Haaltert, het Hof ten Haze, een bezienswaardigheid die ook deel uitmaakt
van het Brantegempad.
Wie echter de wandeltocht wat wil inkorten slaat aan het einde van de
boswegel linksaf, naar het brugje over de Molenbeek, waarna men rechts
de smalle rustige asfaltwegen gebruikt en een lus maakt rond de Landries,
waarvan men dan het "centrum bereikt aan de kalvaar van de boerderij
Schouppe. In de nis is een leerrijke en heilspellende tekst aangebracht:
"Kristen mens eert wat gij hier ziet
't Is Kristus beeld maar Kristus niet
Daarom aanbid noch hout of steen
Maar Kristus uwen God alleen.
In de buurt is een rustbank om even uit te blazen vooraleer het laatste stuk
van het trajekt aan te vangen, dat rechts van de ex-boerderij Schouppe
loopt. Opnieuw gaat het door de velden en passeert men nog een paar goed
onderhouden kapelletjes die ook in Aaigem zowat overal verspreid staan.
Eén ervan staat trouwens op het kruispunt waar men moet oversteken om
het klooster te bereiken en deze werd opgericht ter herinnering aan de
gesneuvelden van de eerste wereldoorlog. Van de vier straten aan het
kruispunt neemt men deze aan de rechterzijde van de kapel en via een
smalle voetwegel langs het klooster bereikt men opnieuw het vertrekpunt
aan de "dikke linde".
In Aaigem kan men dus verschillende trajekten uitkiezen naargelang het
aantal kilometers men wil wandelen. Welke kant men ook uitgaat, het
blijft altijd een uitstap in volle natuur en het is de enige deelgemeente, waar
men tijdens een wandeling zo weinig last heeft van hinderlijk verkeer. Hier
wordt ook de beste kombinatie geboden tussen natuur en bezienswaardig
heden. Zij vullen er elkaar aan en men kan ze allebei meepikken voor
dezelfde moeite. Ook hier moet men echter andermaal wijzen op het
ontbreken van een bewegwijzering. Nochtans is dit vooreen "vreemdeling"
noodzakelijk want wie het dorp niet kent kan er soms enkele km's meer
afleggen dan werkelijk voorzien. Maar zelfs dan wordt men beloond met de
rustige natuur en alle geneugten die een forse wandeling inhoudt.
JV
Erpe-Mere. De Engelsmolen van Aaigem, ëen statig bouwwerk waarvan
de watermolen zelf die naam bijna niet meer waardig is (jv)
Naar de watermolen
Van de dorpsplaats gaat men langs de gewezen brouwerij van Torrekens
naar het Frankrot, het enige trajekt, ongeveer een halve km lang, dat niet
verkeersvrij is. Links aan deze straat ligt het kerkhof waar naast de
overledenen van het dorp ook nog twee Britse soldaten begraven zijn,
gesneuveld tijdens de tweede wereldoorlog.
Een beetje verder steekt men de weg over die Aaigem met Heldergem
verbindt, en gaat men richting Dries, de groene oase van het dorp dat nog
drie andere gemeenten begrenst: Mere, Haaltert en Heldergem. Hier begint
trouwens het meest aangename en meest rustgevende gedeelte van de
wandeling. Hier komt men nog in een gebied met enkele verspreid liggende
typische oude huisjes, met een landelijkheid die men ver buiten Erpe-Mere
moet gaan zoeken. Deze Landries spreidt zich uit als een lange smalle tong
en bevat alle ingrediënten om de ware natuurwandelaar nostalgische
rillingen te bezorgen. Het is letterlijk een stil gebied om er stil bij te staan.
De kern van de Landries wordt doorkruist met smalle asfaltwegen waar
van de eerste rechts ons naar de tweede molen van Aaigem stroomafwaarts
leidt. Alhoewel deze "Engelsmolen" en zijn omgeving in 1976 als be
schermd monument geklasseerd werd, is hij niet onderhouden en geeft een
terechte indruk van een vervallen grootheid. De wandelaar wordt er
niettegenstaande geïmponeerd door demetershoge zijgeve! van het mole
naarshuis langs de beekkant. Dit huis, een dubbelhuistype, heeft een deur
met hardstenen omlijsting en het gebouw zelf werd vermoedelijk in de
tweede helft van de 19de eeuw opgetrokken. Het bedrijfsgebouw stond er
echter ruim een eeuw vroeger al.
De oorsprong van denaam "Engelsmolen is vrij dubieus en dus wagen wij
ons niet aan een of andere hypotese. Zeker is dat hij tot het type van de
bovenslagmolens behoort, d.w.z. met overstromend water boven op het
rad. De watermolen is niet meer in bedrijf want niet alleen de technische
installatie is in verval maar ook het ijzeren waterrad is door de tijd zodanig
aangetast door roest dal er maar weinig meer van overblijft. Toch biedt het
geheel nog een pittoreske aanblik en straalt het de gezochte rust uit voorde
Erpe-Mere. De herdenkingsplaat aan de voorgevel van de kerk van
Aaigem, aangebracht voor de gesneuvelden van de eerste wereldoorlog (jv)
4.
Aalst. Nieuwe flagging, gepaster en een lekker weertje. He, kon di, jaar nie, stuk op ie denderende Koolstraat Aata Deb^n^stenk^^or de mooie
braderij vorig weekend (a) 5
weersomstandigheden op de zonovergoten terrasjes op deAalstet