Aktiegroep Erpe-Mere protesteert tegen slecht wegbermbeheer 'Zij die willen ter kaperen varen moeten mannen met baarden zijn' -Hl a mm Leefmilieu JÈg/ËHKÊfk 4 v.-y'S'- vSÈ De Voorpost-4.10.1991 -5 P.H. P.E De milieugroep van Erpe-Mere, die zich ook bij de aktiegroep tegen de inplanting van een KMO-zone aangesloten heeft en er in feite deel van uitmaakt, heeft de laatste tijd al heel wat werk moeten verrichten. Geluk kig wordt hun last verlicht door de protestgroep die met de onverenigbare toestanden rond het stort te Burst afspelen. Overal wordt men met opschriften gekonfronteerd waarbij vooral het gemeentebestuur geviseerd wordt en thans vraagt ALEM zich af waarheen het met het wegbermbeheer gaat in Erpe-Mere. Om een goede basis te vormen voor hun argumenten moeten de pro testvoerders ook al naar het verle den verwijzen vermits ze stellen dat mooiste wegbermen 'vroeger vooral langs de holle wegen te vin den waren', daar waar plaats en ruimte de beste faktoren waren om de natuur in alle pracht ten toon te spreiden. Men verwijst naar de mo derne tijd die overal zijn tol opge ëist heeft en daardoor ook veel van het pittoreske dat een holle weg bieden kan verdwenen is 'door de aanleg van hofjes langs verbeterde straten waar nieuwbouw het land verdrong'. Verder stelt men de aan leg van nieuwe wegen echter een rt aanleiding zou moeten zijn om aan de wegbermen nog meer aandacht te schenken 'omdat zij deel uitma ten van het landschap, zij het dan oms een verloederd landschap'. Begroeiing verdwijnt Veel is bijgevolg afhankelijk van :en al dan niet goed beheer voor vat de begroeiing van de nog reste rende wegbermen betreft. Als het >eleid in positieve zin gevoerd vordt kan dit verrassende resulta- en opleveren en geschikte plaatsen ormen voor een verruimd aantal doemen en planten. Een bevoegd teheer kan leiden tot een enorme 'erscheidenheid aan bloeiplaatsen lie in het voorjaar en zelfs later tont gekleurde bermen opleveren, itatistisch berekend zou een derde 'an onze inheemse flora een toe- 'luchtsoord op de wegbermen vin- len wat er op neerkomt dat men er :en 450-tal soorten kan aantreffen :n dus zeker een speciale inspan- ïing waard is. ..ALEM is er van overtuigd dat de vegbermen wel onderhouden wor- e®in len maar 'het huidige wegbermbe- leer, in onze gemeente gevoerd, is :r amper op gericht dat vooropge- telde bloemenpracht te kreëren'. Ie klagen daarom de maaiwijze aan lie een bevordering is voor eentoni- je groenstroken en dit zou men noeten tegengaan om een verrij- ;end landschap te bekomen aange tast aan de seizoenen. listoriek wegbermen 1 de let verdwijnen van de bloemen- oor- iracht en het vormen van een gras- it heeft uiteraard meer dan één lorzaak. De ellenlange grasstroken orgen voor een monotoon land- chap als gevolg van overmatig gc- iruik van herbiciden, dit in kombi- latie met een intensief maaibeheer. let is vooral na de tweede wereld- )orlog dat in de agrarische bedrijfs- 'oering zich sterke veranderingen intwikkelden. Het niet ekonomisch laalbare en al wat tijdrovend was, ferd afgeschaft. Andere faktoren iaan ïerkten negatief in op het weg- n ge- lermbeheer zoals de omschakeling tdcan landbouwgronden voor meer- ipbrcngsten zodat de boer evenmin gaan 'rijuit gaat. Het maaien werd ge- talte'aarlijker door sneller en drukker 'erkeer, de aanleg van bredere we- i- en versmalden logischer wijze de 'egbermen terwijl de nog bestaan- Jdefl 'e ongeschikt zijn voor konsumptie ïtge 'oor de uitlaatgassen. Dat zelfs de cerk todbouwer in ruime mate meege- rteli k'erkt heeft aan het inkrimpen van een Ie wegbermen of ten minste van de livië. auna en flora, is duidelijk merk- ot in 'aar want doorgedreven besproei- stuk ngen maken het sommige planten jjekt "oeilijk om te gedijen. Het slacht- 'ffer hiervan zijn vooral het fluite- truid, de bereklauw en de witte ken dat als 'groot onkruid' moet dien verdelgd worden, ïian. Men werpt ook de steen naar het zwaar materiaal' waarmee gemaaid *ordt evenals het feit dat het fijne tnaaisel de grond voedselrijker maakt en de grasgroei stimuleert. Kentering Toch geeft men toe dat er op het vlak van wegbermbeheer al heel wat veranderd is en niet altijd in nega tieve zin, maar het principe van wei nig kruidenrijke bermen wordt sterk aangevochten evenals de net heidsoverwegingen. Ook al zijn kleurige en bloemenrijke bermen aantrekkelijker voor het oog dan tracht men deze theorie van belang te ontbloten. De vroeger zo nood zakelijke 'ordelijke aanblik van de wegen' verliest veld en de bezwa rende motieven tegen een 'ruige begroeiing' nemen geleidelijk af. De argumenten als zou de verkeers veiligheid in het gedrang komen worden niet volledig aanvaard. Sommige begroeiingen zouden een belemmering vormen voor de ver- keersgebruiker, er zou bermvrees ontstaan bij de automobilist, op schietende begroeiing zou aanlei ding geven tot storten en landbou wers zien er een te gemakkelijke groeibodem in voor onkruid: 'Te genover het systeem van een zekere orde en netheid stelt men als verde diging dat de bermen ook een ver nieuwende funktie kunnen hebben wanneer men de natuurlijke be groeiing de vrije loop laat wat niet noodzakelijk betekent dat er een ruimte dient te ontstaan maar dat alles dient te gebeuren volgens een zeker systeem en men het aan de plaatselijke begroeiing moet aanpassen'. Hierbij stelt men het hooien van vroeger tot voorbeeld met een grasgroei tot einde juni en de afvoer van het produkt. Nu ge beurt dit nog slechts sporadisch om dat men geen 'bijvoedsel' meer no dig heeft voor het vee. Waardevolle wegbermen ALEM is de mening toegedaan dat wegbermen zeer waardevol zijn voor de natuurwetenschappelijke en de landschappelijke omgeving. Niet alleen vinden een groot aantal plantensoorten een groeiplaats op deze bermen maar ook andere plan ten die elders geweerd worden en met uitsterven bedreigd, krijgen hier de ideale omstandigheden aan geboden om te gedijen. Hier heb ben sommige trouwens een optima le groeikonditie daar waar ze elders niet aan hun trekken komen. Zij hebben een speciaal biotoop als het wegbermmilieu nodig voor hun ver dere levenskansen. Daartegenover staat dan het feit dat in een kuituurlandschap veel insek- tensoorten aangewezen zijn op de begroeiing van wegbermen om hun voortbestaan te verzekeren. Naast bloemzoekende insekten of vlin ders, hommels en wilde bijen zijn ook een aantal insekten in hun lar- vaal stadium aan specifieke planten gebonden, vooral dan voor wat hun 'voedsel' betreft. Als schoolvoor beeld stelt men hier de rups van onze mooiste dagvlinder, de konin- ginnepage die bijna uitsluitend voorkomt op wilde peen, een plant die overvloedig gedijt in de wegber men. Deze laatste is dan ook zeer belangrijk voor hun bewoners die er een levensplaats vinden. Zo treft men er een twintigtal zoogdiersoor ten aan, veertig vogelsoorten, zes soorten reptielen, vijfentwintig soorten vlinders en acht soorten hommels. Waarheen met wegbermbeleid De aktiegroep leefmilieu Erpe-Me re stelt zich als hoofdvraag waar men naartoe wil. Men stelt voorop dat men wegbermen niet onbe heerd mag laten verruigen en dat de tussenkomst van de mens noodza kelijk is maar doelgericht moet zijn. Ook zij zijn ervan overtuigd dat er degelijk moet gemaaid worden maar dan wel op het goede ogen blik: 'De maaifrekwentie en het tijd stip zal vooral afhangen van de grondsoort, de vegetatie en het uit zicht dat men wil bereiken'. Te vroeg maaien is nadelig voor eenjarige planten die onmiddellijk zullen afsterven en andere worden hierbij in hun groei geremd. Daar om stelt men als algemene regel dat de meest geschikte periode om te maaien beschouwd wordt als wan neer de 'vooijaarskruiden hun over vloedige bloei achter de rug hebben en de grassen in bloei staan. Met systematisch maaien mag ook niet lang gewacht worden omdat dan de laatbloeiende en meermaals bloeiende planten onvoldoende tot ontwikkeling komen en dit bijge volg eveneens een remming betekent'. Om minst schade te berokkenen stelt men de maand juni als de meest geschikte periode voor al hoewel in sommige gevallen afwij kingen tot de mogelijkheid beho ren, vooral in het geval van zeldza me plantenzaad te laten zetten en hun aantrekkelijke schoonheid tot hun recht te laten komen. Voor het maaien zelf stelt men een goede selektie van het materiaal voor, het maaisel moet goed afvoerbaar zijn, de grasmat intakt houden en een maaihoogte van 10 cm voorzien om het 'plantendek' niet te beschadi gen. Funktie Men drukt erop dat de fbnktie van de wegbermen in alle ernst moet gerespekteerd worden en daarom moet men alleen maaien 'als voor de verkeersveiligheid noodzakelijk is maar dan wel slechts een strook van anderhalve meter zonder ge bruik van herbiciden'. Het is trouwens mogelijk om bij het aanleggen van wegbermen langs nieuwe wegen een aantal proble men op te vangen door o.a. geen voedselrijke bovenlaag aan te bren gen en bij het inzaaien geeft men de voorkeur aan zaden van inheemse en streekgebonden kruiden: 'Dit moet vooral gedaan worden om flo ravervalsing te voorkomen. Daarbij moet men ten volle aandacht beste den aan een gevarieerde beplanting om aan de verschillende leefge meenschappen (vogels, insekten) grotere en betere kansen te bieden'. Ook bij aanplantingen dringt een zelfde politiek zich op en verkiest men streekeigen inheemse soorten. Voor dergelijke beheersvormen is er natuurlijk een duidelijk inzicht van de wegbeheerder nodig waarbij een aangepaste voorlichting zich opdringt om de zogezegde onover komelijke problemen op te lossen of te voorkomen. Balans In het kader van het wegbermbe heer heeft ALEM een balans opge maakt na de samenwerking met de vorige bewindsploeg, van wie ze een inventarisatie bekomen hadden van alle interessante wegbermen in de gemeente. ALEM van hun kant hadden een lijst verstrekt van weg bermen die een speciaal beheer zouden genieten. Er was een mon delinge afspraak over wegbermen die zouden gemaaid worden en het afvoeren van het maaisel. ALEM uit nu zijn ontevredenheid over het huidig bestand van het wegbermbe leid en stelt zich niet alleen vragen maar trekt tevens besluiten over de mistoestanden: 'In feite werden de laatste jaren plantenrijke en poten tieel belangrijke wegbermen ge woon aan hun lot overgelaten zoals vele jaren voordien reeds. Maar men mag toch niet vergeten dat op aanvraag in 1989 een verkennende vergadering belegd werd met de nieuwe bestuursploeg (PW-CVP). Het is bedroevend te moeten vast stellen dat ondanks herhaaldelijk aandringen van ALEM het daarbij gebleven is. Wensen de verant woordelijken of moeten wij zeggen de verantwoordelijke schepen geen pottekijkers. Wij laten deze vraag voorlopig open. Sedert 1989 is er geen enkel milieuprobleem aange pakt door onze vroede gemeenteva deren. Integendeel zouden wij zeg gen gingen de verantwoordelijken over tot het maaien van de wegber men vóór de toegelaten periode. Dit werd door ALEM aangeklaagd. Integendeel werden er door de ge meente nog herbiciden gebruikt al hoewel dit uitdrukkelijk bij wet ver boden is. Wij stellen nog steeds vast dat bij elke maaibeurt de bestaande grasmat geschonden wordt en dat het maaisel nog steeds niet afge voerd wordt. Dit heeft tot gevolg dat onze wegbermen niet verschra len, dus bloemrijker worden, maar dat ze voedselrijker worden en dus meer brandnetels en distels produ ceren. Zonder aangepast beheer werd het grasklokje teruggevonden langs de Diepestraat. We stellen vast dat alle wegbermen tot boven aan worden gemaaid, is dit wel no dig zover te maaien voor de ver keersveiligheid? Het aangepaste materiaal werd nog steeds niet aan gekocht door de gemeente om met sukses een verantwoord maaibe- Erpe-Mere. Wegbermbeheer is een must (jv) heer te voeren. Algemeen mogen we besluiten dat de verloedering van ons leefmilieu in onze gemeen te verder gaat en zeker wat het be heer van onze wegbermen en enke le overblijvende stukken hollewe gen betreft'. Nog meer grieven Niet alleen het wegbermbeheer is het zorgenkind van ALEM. Men verwijst ook naar de 'landhonger' ten bate van de KMO-zone en de miskleun om in een prachtig stuk natuur van het 'vroegere Steenberg' een sporthal te bouwen 'waarop een etiketje gekleefd staat van ruim 75 miljoen'. Daarenboven is ALEM niet te spreken over de 'verfraaiing van het gemeentelijk domein met een containerpark dat de ingang moet versieren', ondanks reeds vroeger andere plaatsen voorge steld werden. Daarom stelt ALEM zich enkele vragen 'of de schepen van leefmilieu wel tegen de zware taak van goed beheer van ons na- tuurpatrimonium opgewassen is, of het opportuun blijft te blijven beta len voor zaken waar men niet naar gevraagd heeft maar daarentegen ons willens nillens opgesolferd heeft. Zou het niet veel verstandi ger zijn wat centen eerder te gebrui ken om de bestaande groene ruim ten die onze gemeente nog bezit te vrijwaren, goed te beheren of indien nodig aan te kopen'. ALEM laat nog enkele vragen open en is ervan overtuigd dat elke goede wil onvoldoende blijkt te zijn (hier bij verwijst men naar de handteke ningenactie) 'om een andere wind te laten waaien in het gemeentehuis'. Daarom zal men nog meer gewicht in de schaal wer pen om de mensen ervan te overtui gen dat op die manier de gemeente op het vlak van milieubeheer nog nergens staat en men verdere afta keling wil voorkomen. JV Onlangs werd in 'Soetekin' aan de Nieuwstraat 32 te Lede, de stichtings vergadering van de Baardmannenclub 'De Kapers' gehouden. Zij dragen het motto: 'Zij die willen ter kap'ren varen moeten mannen met baarden zijn' in hun blazoen en het bestuur besloot toen de aktiviteiten te leiden 'Streng, maar soepel en met mate'. De buitenwereld werd in kennis gesteld van de beginselverklaring van hun voorzitter Paul Van De Keere en kreeg een overzicht van de geplande aktiviteiten. 'U begrijpt allen dat het met uitzon derlijke vreugde is, dat ik u verwel kom op deze historische gebeurte nis, een mijlpaal in het sociale leven in Lede. Vandaag schrijven wij ge schiedenis, een stukje moderne ge schiedenis, waarmee wij terug aan knopen bij onze heldhaftige voorva deren, zij die ter kaap'ren uitvaar den, zij, de mannen met baarden' verklaarde de voorzitter Paul Van De Keere trots in zijn opening van de beginselverklaring der nieuwe Baardenclub. Hij vondt verder dat al te lang is gewacht op de herwaar dering van de bezitters van kin- en kaakbeenderbegroeisel. Hij vond het de hoogste tijd dat zij hun plaats in onze maatschappij opeisen. De plaats die hen vanuit de oude Vlaamse geschiedenis en zelfs van de wereldgeschiedenis toekomt. Hij staafde zijn bewering met de be langrijkste figuren uit ons rijkgevul- de verleden aan te halen. Zij waren ook baardmannen en dat wilde Paul in de verf zetten. 'Wij beginnen in onze eigen ge meente Lede. Wij willen dat waar dig, hoogstaand doen, zoals het een baardman past. Alles wat wij als lid van deze vereniging willen aanpak ken, moeten wij beter doen dan de gladkaken en gladkinnen' bevestig de de voorzitter. 'Wij willen een vereniging vormen waarop onze voorganger als Ataturk, Karei De Grote, Tolstoi, Hendrik Conscien ce, Ernest Claes, Victor De Smet, met vertederde blik en trots kunnen neerkijken. En laat ons hopen dat ons initiatief een brede uitstraling en zelfs navolging krijgt, zodat er een breed net ontstaat van baard- mannenclubs, met dit huis als geboorteplaats' hoopte voorzitter Paul. 'Wij trekken als één man aan dezelf de baard' Wij hebben het geluk om, na een korte maar fertiele incuba tieperiode, in favorabele omstan- digheiden van start te kunnen gaan? Wij hebben al enkele leden die ver grijsd zijn (kijk maar naar hun baard) in het verenigingsleven en de eerstgeborenen starten duidelijk met entoesiasme. Voorwaar de go den zijn ons welgezind, met de baar dige Zeus op kop' besloot de voor zitter entoesiast. Door de vzw. Priester Daens werd een doopglas aangeboden, waar mee de geboorte van de 'Kapers- Baardmannenclub' werd bezegeld. Er werd nadien een etentje genut tigd, klaargemaakt door Bert Van Hove, de Deken van de Matemiteit Soetekin waarna de clubleden zich in waardige sereniteit mengden in digniteit onder het plebs, de kaalka- ken en de kaalkinnen, om verder te praten en te degusteren. P.H. Lede. De kersverse Baardmannenclub 'De Kapersstruktureerde zich als een vermaarde vereniging in Soetekin te Lede (a)

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Voorpost | 1991 | | pagina 5