Merenaar wordt konservator Wellemeersen Vechten voor een mooie Denderstreek 10 - 11.10.1991 - De Voorpost De «Beheerswerkgroep Wellemeersen» levert wel geen 'Gevecht met de Engelen» maar niettemin hebben de leden een bepaalde strategie ontworpen om dit waardevol natuurgebied van de verdere verloedering of de totale ondergang te redden. In ieder geval betekent hun werking een optie op de toekomst voor een beter milieu in een belangrijk gedeelte van de Denderstreek. Met hun werking willen ze er toe bijdragen om interessante gebieden van fauna en flora tegen mis- en kunstgrepen te beschermen en desnoods illegaliteiten aan te klagen. Het is uiteraard geen stuwgroep en aktiegroep maar door een wel overwogen beheerswerking aantonen dat milieubehoud aantrekkelijker is voor de omgeving en zy die er wonen en leven. De Manne/cesput te Welle, waar de blauwe reiger zijn rantsoen komt halen (jv) De Wellemeersen zijn op de lin keroever van de Dender gesitu eerd en worden vrijwel geheel omsloten door de autosnelweg Brussel-Oostende en de spoor lijn Brussel-Gent en deze van Aalst naar Geraardsbergen. De bereikbaarheid is vergemakke lijkt door een wandelpad zowel omheen als doorheen het ge bied aangelegd. Het is vrij toe gankelijk maar voor de beheer de percelen is het toch best zich tot een van de mensen van de beheerswerkgroep te wenden. Trouwens sinds enkele weken is er een nieuwe konservator aan gesteld in de persoon van Raf Sienaert uit Mere die voor de coördinatie zorgt voor eventue le geleide wandelingen. De Wellemeersen op zichzelf vormen een deel van het Den- der-alluvium dat rond de 19de eeuw en het begin erfvan door drainage omgezet werd in afwis selende percelen die thans een mozaïek vormen van elzen- broekbossen, hooilanden, graasweiden en zelfs nog spora dische akkerbouw. Het is een mengeling van verbouwing op een bodem die enerzijds uit klei bestaat in de zogenoemde kom men, uit zangleem aan de oever- wal en anderzijds uit leem tot zandleem aan en boven de er- osiewal. Het is pas van het einde van de 19de eeuw af dat men begonnen is met het aanplanten van Canadapopulieren en dit in sterk toenemende mate. Toch werd het gebied door verschil lende omstandigheden van uit zicht veranderd. Zo o.a. door gegraven vijvers voor zandwin ning en ophogingen van het ni veau of bepaalde beddingen, door bomkraters uit de tweede wereldoorlog en de spoorweg bermen. Alles samen vormt dit een grote diversiteit van be groeiing in het gebied. Doelstellingen Bij de Beheerswerkgroep Wel lemeersen concentreert men de aktiviteiten vooral op het in stand houden of herstellen van de rijke graslandflora en fauna, door hooien of extensieve be- grazing, en het geleidelijk terug dringen van de Canadapopulie- renaanplantingen. Naar gelang de aard van de verworven perce len hoopt men dit te verwezen lijken door spontane opslag of door gerichte heraanplantingen met diverse inheemse boom soorten. Ontstaan De gemotiveerde beheerswerk groep Wellemeersen is ontstaan uit de samenwerking van de Wielewaal - afdeling Aalst, de milieugroep Denderland en de Verenigde natuurgidsen Pajot- tenland. Deze samenwerking bestaat in het maaibeheer, het kuisen van grachten en andere klussen die op milieubehoud gericht zijn. De beheerswerken zelf dateren al van de jaren 1980 want toen was men al aktief met de natuur gidsen van het Pajottenland. Zo staat men nu sterker en treedt deze samenstelling op als er er gens natuurschendingen vastge steld worden. De nauwe samen werking tussen de verschillende verenigingen heeft alleszins tot een gunstige evolutie geleid. Beheer Aankoop- en pachtbeleid zijn twee elementen waaraan reeds twee jaar ruime aandacht be steed wordt. Het heeft als gevolg dat men op het huidig ogenblik 1,5 ha aktief beheert waarbij men de mogelijkheid heeft om gedeeltelijk op extensieve be weiding over te schakelen. In de rest van het reservaat van de beheerswerkgroep, beboste percelen verspreid over het 109 ha groot gebied, past men een passief beheer toe. Het reservaat van de beheers werkgroep beslaat als dusdanig 3 ha 35 a, relatief weinig in ver gelijking met de totale opper vlakte van het gehele gebied van de Wellemeersen maar genoeg voor een groepering die het be heer als vrijwilligerswerk moet uitvoeren. Het beheer over een klein ge bied gaat echter met een zekere strategie gepaard. De verwor ven percelen liggen kriskras ver spreid zodat men uiteindelijk toch een overzicht heeft over het geheel van de Wellemeer sen. Zo dient men altijd reke ning te houden met de werk groep, op welke plaats men ook wil bepaalde ingrepen doen die het milieu zouden kunnen ver storen. Verwervingen van per celen gebeuren vooral door toe doen van de conservator, dit op gebied van prijs en andere voor waarden die eraan verbonden zijn. Dat het meestal kleine per celen betreft is niet verwonder lijk vermits het ganse gebied ver snipperd is en tientallen eigen aars aanspraak maken op min of meerdere aren. Toch wil de beheerswerkgroep op termijn een zo groot mogelijk gebied aankopen en de ontstane eilandjes stelselmatig wegwer ken of verruimen. De aankoop politiek is in een groeistadium maar toch heeft men dit jaar een weide van één hectare kunnen verwerven zodat het totaal be heerd gebied in eigendom nu ongeveer vier ha bedraagt. Het stelselmatig aankopen van kleine stukken is een bewust ge kozen formule die zich trou wens om financiële redenen op dringt: «Tien jaar geleden had men geen frank voor dergelijke aktie maar nu krijgt men gelde lijke steun via toelagen zowel van de gemeente als van de mi nisteriële overheid. De evolutie zet zich voort maar toch is er op bepaalde ogenblikken een liqui diteitsprobleem omdat niet vlug genoeg uitbetaald wordt.» Er zijn investeringen van het Vlaamse Gewest dat toelagen voorziet voor milieubeheer maar zijzelf blijven in gebreke zodat de belanghebbende ver enigingen soms in moeilijkhe den komen. Er worden dan wel pogingen gedaan om financiële steun te verlenen maar in de praktijk verloopt het toch niet altijd zoals het hoort. Toch is de gemeente Denderleeuw voor beeldig op dat vlak want het be stuur kende reeds twee jaar een subsidie toe aan de werkgroep en een vijftiental gemeenten hebben dan dit voorbeeld ge volgd. Andere vormen Sinds vorig jaar werkt de be heerswerkgroep Wellemeersen ook op een andere manier sa men met het gemeentebestuur. Er is een behulpzame coördina tie op het materiële vlak dank zij gemeenschappelijke initiatie ven. Naast de financiële tege moetkoming zorgt de gemeente ook nog voor de afvoer van het maaisel waar men niet altijd geen blijft mee heeft. Daarom heeft men afspraken gemaakt met land- en tuinbouwers van de gemeente die van het maaisel kompost maken. Dank zij deze overeenkomst krijgt het stijgen de volume van gras en planten resten een andere bestemming die later nuttig is voor iets an ders. Daarnaast worden nog af spraken gemaakt om de weiden te laten begrazen waar het noodzakelijk blijkt en men maakt werk van het kappen van de populieren. Er zijn nog ver schillende andere faktoren die tot de mogelijkheden behoren en daarom wordt er een plan opgemaakt dat aan bod komt tijdens de tweemaandelijkse vergaderingen van de beheers- kommissie die tevens oplossin gen zoekt voor problemen want ondanks de inspanningen van de werkgroep wordt het gebied nog regelmatig bedreigd door ingrepen die ondoordacht en soms met moedwil uitgevoerd worden door eigenaars. Zo zijn er o.a. afvoergrachten, afsluitingen en onwettelijke re liëfwijzigingen die een kordate aanpak vereisen. Zo heeft men te kampen met een bufferzone die op landschappelijk vlak een waardevol landbouwgebied is, die aan de rand ligt en steeds verder aangetast wordt door in- dustriebedrijven. Zo heeft de beheerswerkgroep verzet aan getekend tegen het plaatsen van wate rzu i veringsco I lectoren waarvan een inplanting in de Wellemeersen voorzien was en ook één in de Molenmeersen. In de eerste plaats is dit een te duur projekt en bovendien zou dit voor een belangrijke schending van het uniek gebied zorgen. Er is trouwens genoeg ruimte in de buurt van de Animalia en de versie van de milieugroep werd zowel in het Land van Aalst aan gepakt als in de gemeente. Vegetatie In de Wellemeersen is de moe rasvegetatie op zijn best maar er is wel een achteruitgang door privatisering die echter wel gun stig was tot in de jaren 1950. Daarna, in de jaren 1960, kwa men er weekendverblijven de rust verstoren en werden stuk ken droog gelegd wat een verre gaande invloed heeft op de flo ra. Zo verdwenen er o.a. plan tensoorten door de verminde ring van de mineralisatiegraad van het water. Het huidige verschijnsel is nog wel een moerasbiotoop maar het is in werkelijkheid een kom geworden met een ongepaste af watering tot gevolg zodat men uiteindelijk verzuring verkrijgt wat voor veel soorten flora niet goed is. Een belangrijk centraal gebied is nu geschonden en daarom is afwatering zeer be langrijk. Het zal trouwens nog enkele jaren duren om het ge heel tot een gezonde toestand te herleiden. Maar ook dat is niet zeker want de besturen werken nog altijd met de oorspronkelij ke plannen wat vrees verwekt bij de beheerswerkgroep. Nochtans is het een feit dat de water-, verlandings- en ruigte- kruidenvegetaties, samen met het elzenbroek, de hooi- en gra slanden een hoge kombinatie- waarde vormen. De beheers werkgroep doet trouwens ook aan intensieve invetarisatie en in 1985 had dit als resultaat, 530 Pteridophyta en spermatophy- ta, waaronder dactylorhiza fuchsii (in begrijpelijke taal voor ons de bosorchis); daarnaast ook de rietorchies, keverorchis, borstelbies, bochtig haviks- kruid, bloedooievaarsbek. De fungi-inventarisatie van 1989 tot het voorjaar 1991 leverde meer dan 650 verschillende soorten op en van de bryophyta werden tot nu ruim zestig soorten waar genomen terwijl van de lichenen veertien soorten genoteerd wer den. Alle gegevens werden nauwkeurig in kaart gebracht volgens een bepaalde ekoligi- sche indeling. Fauna Voor het onderzoek naar de fauna in de Wellemeersen be gon men in 1982 reeds met de inventarisatie. Dit leverde een uitgebreide lijst als resultaat op in en rond het water leven alles zins nog minstens vijftien vis soorten en zeven soorten amfi bieën en reptielen. Zo zag men o.a. de vispootsalamander, de halzelworm en de levendbaren- de hagedis. Van de zestig geno teerde broedvogels waren de belangrijkste o.a. de torenvalk, waterral, sprinkhaanrietzanger, grauwe vleigenvanger, wiele waal, staartmees, rietgors, klap ekster, de ijsvogel en de winter- gasten als de buizerd, sperwer, blauwe reiger. Naast een twin tigtal zoogdieren leverde de in ventarisatie ook nog meer dan 800 insekten op waaronder 31 van de Belgische libellen, zeld zame kevers en vlinders met daarbij tal van zoetwatermollus- ken. Sinds een jaar werkt men intens ief aan een projekt in verband met paddestoelen. Dit moet echter nog sterlc uitgebouwd worden vooraleer men met re sultaten kan voor de dag komen. Beheerswerkgroep De beheerswerkgroep voor de Wellemeersen wordt door een dagelijks bestuur geleid dat in feite als commissie optreedt. Om de twee maanden wordt er vergaderd met de samenstelling van vijf personen maar weldra komt er misschien een zesde lid bij en dit zou iemand van de gemeente zijn, dit om reden dat ze met het gemeentepatrimoni um bezig zijn. Nadat men vorig jaar in de pro blemen zat met de cirkelmaaier besloot men dit jaar volledig over te schakelen op mankracht. Met zeisen, hooirijven en dito vorken, die er in overvloed wa ren, ging men de natuur een handje toesteken. Eens te meer bewezen hier de «draagber ries», ontworpen en gesponsord door W. Tolleneer, hun kapitale waarde in het veld. Het is echter dank zij de ex-conservator Hugo Ruysseveldt, die op zijn eentje het grootste stuk van het perceel gemaaid heeft, dat de klus in een paar werkdagen geklaard was. De beheerswerkzaamheden konden hiermee een optie voor de verdere werking vastleggen. Men volgt bij het beheren een bepaald stramien waarvan men nauwelijks afwijkt: zekere afge bakende perceeltjes worden tot tweemaal toe gemaaid terwijl andere stukken in alle ruigte hun natuurlijke gang mogen gaan. De nieuwe conservator Raf Sienaert stelt hierbij: «Wij zullen trachten, aan de hand van de bekomen resultaten via de verschillende beheersmethodes de beste hiervan te weerhou den». Hij stelt trouwens een vooruitgang vast bij het gehooi de perceel in vergelijking met vorig jaar. Zo is het aantal dot terbloemen toenemen en de lie- trachissen houden goed stand Daarbij werd de sterke verzu ring enigszins teruggedrongen en de grassen vertoonden min der dominantie. Daarom dankt hij dat het zelfs wenselijk zou zijn het proefperceel elk jaar toch twee maaibeurten te geven. De afbraak van de organische stoffen, veroorzaakt door mi cro-organismen, is nog steeds te hoog, te wijten aan de droge zo mer. Wat de verdere uitbouw van de werking betreft stelt de nieuwe conservator vast: «De percelen midden in de Wellemeersen zijn voorlopig niet te beheren en de oorzaak hiervan is te zoeken in de jaarlijkse overstromingen door de sterk bevuilde beek die door de Wellemeersen loopt Zolang hier geen betere water kwaliteit (minder bevuild!) aan wezig is zijn de inspanningen vrijwel nutteloos. Ik denk bijv. terug aan het perceel aan de Mannekensput dat zelfs na een goed voorbereide beheersvorm geen positieve resultaten ople verde. Het is de bedoeling om op langere termijn de gehele op pervlakte van de Wellemeersen in beheer te verkrijgen eventu eel door aankoop». De aankooppolitiek van de be heerswerkgroep wordt trou wens gericht naar stelselmatige aankoop van percelen die ech ter niet aan elkaar palen wat een bepaalde taktiek vooropstelt Dit jaar nog werd een stuk hooi land in eigendom verworven en hier werden de populieren reeds gekapt. Deze winter men voor dit perceel een aange paste beheersvorm opstellen. In deze omgeving mochten de mensen van de werkgroep de aangename verrassing ervaren om drie watersnippen aan te treffen en gebeurtenissen sti muleren de leden van de werk groep want ook deze winter staat nog heel wat werk te wach ten. Men gaat prioriteit verle nen om een stuk aan te kopen waarop nog de laatste breedbla- dige orchissen groeien. In de komende jaren hoopt men een volledige inventarisatie te ver wezenlijken van het vogelbe stand. De orchideeën, die de Wellemeersen nu nog rijk zijn. worden elk jaar geteld (gevlekte orchis, breedbladige wespenor chis en rietorchis). Zo doet de beheersgroep toch ook een oproep om financiële steun om het projekt «Welle meersen» volledig te verwezen lijken (stortingen op Reserva- tenfonds Wellemeersen nr. 001-20662861). Alhoewel Rat Sienaert uit Mere nu de nieuwe conservator geworden is, moet toch gezegd worden dat het pro jekt van de Wellemeersen voor al vorm gekregen heeft dankzij de enorme inzet van H. Ruysse veldt en G. Coene. Een hoekje in de Wellemeersen, net als zoveel andere plaatsen in de onmiddellijke omgeving, waar men de natuur laat betijen (jv)

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Voorpost | 1991 | | pagina 10