Erpse dorpsfanfare blaast al tachtig jaar
i
Naar een nieuwe
strategie
voor de NAVO?
Robert
Verstraeten
krijgt
provinciale prijs
Familiekunde
1991
2 - 18.10.1991 - De Voorpost
Erpe-Mere. Tijdens het geslaagd herfstkoncert van de fanfare Hand in Hand van Mere trad de jeugd aan met een
roffelende intro, een voorsmaakje van de voortreffelijke muziek die door de Meerse Sint-Cecilia muziekvereniging
uitgevoerd werd (jv)
le blaasinstrumenten die ver- verwerven. Zo was er Gustaaf
Toneel-, zang- en muziekvere
nigingen worden tot de oudste
van het dorp gerekend. In ver
schillende gemeenten zijn er die
hun eeuwfeest kunnen vieren
maar in Erpe-Mere is het nog
niet zo ver. Toch kan de fanfare
van Erpe reeds bogen op tachtig
jaar aktiviteit met een palmares
dat weinigen kunnen voorleg
gen. Zonder onderbreking heb
ben de muzikanten alle wel en
wee getrotseerd, politieke
strubbelingen doorstaan, dui
zenden kilometers afgelegd en
op het huidig ogenblik zijn zij
levendiger dan ooit. Een dorp
zonder fanfare heeft in feite
weinig aanzien en als zodanig
heeft men in Erpe reeds vóór de
eerste wereldoorlog een mu
ziekvereniging gesticht en sinds
talrijke jaren mogen zij zich zelfs
«koninklijk» noemen.
Onderpastoor Volckaert
Het was traditie dat in de platte
landsdorpen zangverenigingen
bestonden maar dan met een
kristelijke inslag. Zij gingen
meestal de muziekverenigingen
vooraf want meestal groeiden
de fanfares uit de zangkoren en
andere kulturele groeperingen
als toneelbonden of dichtge
nootschappen. Het waren ofwel
«kunstminnende broeders»
(van zusters was er toen zeker
geen sprake) of meestal - en dit
evenwel veel later - «kunst
vrienden». Men beperkte zich
tot uitvoeringen in de kerk of bij
uitzondering breidde men de
aktiviteit uit tot een paar wed
strijden in de dichtst bijzijnde
stad. Ook in Erpe lag het opluis
teren van de zondagse hoogmis
aan de basis van de oprichting
van een muziekvereniging. Een
groep mannen begeleidde de
maandelijkse processie met ge
bed maar ook met gezang dat
kleur aan het devote karakter
moest geven.
Maar in een dergelijke stoet
gaat veel van de menselijke stem
verloren en zelfs de toenmalige
onderpastoor had dit toen opge
merkt. E.h. Volckaert werkte
nog vóór 1910 de idee uit om de
kerkzangers door muzikanten te
vervangen. Hij begon met enke-
verwerven.
worven werden dank zij de gif- Van Der Gucht, te Erpe in 1867
ten van meer gegoede inwoners geboren en bakker van beroep,
waarbij men een achttal instru- Toch had hij een eerste prijs
menten kon aankopen. Zo viool behaald in het Gentse
spreekt men al van een twintig- Conservatorium wat hem aan
tal «blazers» in het jaar 1908 spoorde om aan zijn broers en
maar voor wat de geschiedenis zusters zelf al muziekles te ge-
betreft houdt men zich liefst aan ven. Hij onderrichtte Emma-
de officiële datum van 1911. nuel, Charles, Eugène, Eugenie,
Door gebrek aan archief moet Augusta en Irma maar niet meer
men zich voor de samenstelling aan Adolf omdat die nog te jong
van een beetje historiek bijna was op het ogenblik dat hij op
hoofdzakelijk steunen op de 29-jarige ouderdom overleed,
mondelinge overlevering die Gust Van Der Gucht had in de
soms nuances toelaat. Autoch- streek veel bekendheid verwor-
tone ingezetenen van Erpe we- ven door zijn talrijke optredens
ten toch nog heel wat, vooral dat in het openbaar voor de arbei-
er tijdens een bepaalde periode ders van Priester Daens. Overal
twee «muzieken» de straten van in de omgeving kon men hem
het dorp doorkruisten, met het horen spelen en de verplaatsin-
gevolg dat ze in twee kampen gen deed hij per fiets, wat hem
verdeeld werden met alle gevol
gen vandien. Tot grote konfron-
taties is het echter niet gekomen
want naderhand is er zelfs een
samensmelting mogelijk ge-
trouwens fataal werd toen hij
bezweek aan een longvliesont-
steking.
Zijn broer Charles, die één jaar
ouder was, ging zijn muzikaal
Op vrijdag 25 oktober ontvangt
Robert Verstraeten, laureaat
van de Provinciale Prijs Fami
liekunde 1991, zijn prijs in het
Parochiehuis, Dorpstraat 46
(naast kerk) te Baardegem. De
plechtigheid begint om 19u30.
De Gouverneur-Voorzitter en
de Leden van de Bestendige
Deputatie van de Provincie
raad van Oost-Vlaanderen no
digen u uit om eraan deel te
nemen.
maakt en dit heeft waarschijnlijk talent verzilveren bij de fanfare
de beste gevolgen verwezenlijkt, van Lede maar ook te Erpe en
vermits de fanfare haar tachtig- dit tot in 1927. Eugène, geboren
jarig bestaan kan vieren. Derge- in 1874, bakker maar later naar
lijke plaatselijke toestanden be- de landbouw overgeschakeld,
heeft wellicht de belangrijkste
rol gespeeld in de fanfare van
Erpe. Ook hij was spelend lid
van de fanfare van Lede maar in
Erpe was hij medestichter en
werd hij muziekmeester van de
Erpse fanfare met liberale
strekking. We vernamen dat de
repetities plaats vonden ten hui
ze van de vader van meester An-
toon Van Keymeulen, die toen
op de wijk Zevekoot woonde en
beter bekend stond als «Toon
Schoen». Deze fanfare werd ge
steund door de liberale brou
wersfamilie Verbruggen en naar
de mode van de tijd voerde men
ook toneelstukjes op wat ge
beurde in een zaaltje waar later
de zaal Pax zou opgetrokken
worden. De vader van meester
Van Keymeulen was de schatbe
waarder van deze fanfare. Eugè
ne Van Der Gucht werd door
onderpastoor Volckaert aange
zocht om een stel muzikanten
op te leiden voor het opluisteren
van de processies. Het is toen
dat de muzikanten van de «libe
rale» fanfare, in 1911, hun lesse
naars verhuisd hebben naar de
herberg van de smid Renneboog
om er de zes muzikanten van de
onderpastoor te vervoegen. In
1927 verhuisde Eugène Van Der
Gucht echter naar Wemmei
maar toch bleef hij de fanfare
van Erpe trouw en was aanwezig
tijdens een optreden in 1935
toen Sint-Cecilia Erpe mede de
wereldtentoonstelling in Brus
sel mocht opluisteren met een
koncert.
Tenslotte was er Adolf, in 1886
geboren, oud-strijder en spoor
wegbediende. Hij speelde even
eens in de fanfare te Erpe tot in
1927.
Tot een van de eerste dirigenten
horen voortaan tot het folkloris
tische verleden maar het is niet
onbelangrijk om de toestand in
herinnering te brengen.
Pompiers spelen muziek
Het is eigenlijk slechts tijdens de
periode tussen de twee wereld
oorlogen dat er in Erpe twee
muziekverenigingen bestonden.
De ene vond zijn oorsprong bij
het lokale pompierskorps en als
opponent was er de fanfare op
gericht door de liberaalgezinae
F. Verbruggen. Later werd die
geleid door H. Van Droogen-
broeck die er echter voor zorgde
dat er later een samensmelting
verwezenlijkt werd. Van Droo-
genbroeck werd voorzitter van
de nieuwe formatie maar de om
standigheden leidden tot zijn
ontslag. De fanfare heeft zich
nooit werkelijk politiek geënga
geerd en ook nu nog houdt men
zich aan deze stelregel vast om
de «neutraliteit» te bewaren.
Ongeacht de ideologie van de
muzikant, staat de fanfare open
voor iedereen en huldigt men
het motto dat de muziek pri
meert en een vrijetijdsbesteding
is voor de belangstellenden.
Als enige «officieel» dokument
voor de oprichting van de mu
ziekvereniging van Eroe geldt
een krantenartikel uit aie perio
de, gepubliceerd in de Aalsterse
Volksstem op 23 juli 1911, ter
gelegenheid van de stichting van
de Aloysianen te Erpe «Het
nieuw muziek der pompiers
bracht niet weinig bij om ons,
door zijn weluitgevoerde stuk
ken, den stoet leven en zwier te
geven». Met andere woorden
noe klein een bijdrage tot de
waarheid leiden kan.
Dirigenten
Het muziekleven te Erpe werd
I j i i r behoorden de rasechte Erpe-
vooral gedomineerd door de fa- Ras_haert maar *L_
milie Van Der Gucht. Uit een naar AJoisKassctiaert maar pre
pesnrek met een nazaat konden cleze data zlJn nauwelijks vind-
feTeel wafTnfoTatie htr Ifrom'moefme^h
lloru„_j ma* a a Juist daarom moet ui en zich
omtrent en in verband met de
muziekvereniging Sint-Cecilia ^tèrkfrs van
vroeger. Zij kunnen trouwens
zeer belangrijke informatie ver
strekken, vooral zij die er veel
toe bijgedragen hebben om de
leefbaarheid van Sint-Cecilia
Erpe in stand te houden.
Vlag
Het eerste (zilveren) jubileum
zou niet onopgemerkt voorbij
gaan want voor die gelegenheid
werd aan de muziekvereniging
een vlag geschonken. Ze werd
bekostigd door Frits en Alfred
De Wolf, een gegoede familie
uit Aalst weliswaar, maar zij
hadden met Erpe en met de fan
fare in het bijzonder nauwe ban
den. Deze vlag werd in Brussel
vervaardigd en deze standaard
werd jarenlang meegedragen tij
dens de talloze wandelkoncer-
ten in stad en dorp.
Chef De Maeseneer
Van Henri Beirens vernamen
we dat hijzelf in 1928 lid van de
fanfare werd die toen onder de
leiding van de heer De Maese
neer stond en de Erpse muzi
kanten tot in 1952 zou leiden.
Met veel overtuiging beweerde
hij dat De Maeseneer zeer ge
liefd was bij de muzikanten en
dat hij, volgens de noden, zelf
instond voor de aankoop van de
instrumenten. «Hij koos de uit
te voeren stukken en deze vielen
bij de meesten zeer in de smaak.
Als bugel-solo werd hij zeer ge
waardeerd door de dirigent van
de Aalsterse maatschappij «Al
groeiend bloeiend», met name
Charles Walpot, een bekend ie
mand uit de muziekwereld. Ter
gelegenheid van een internatio
nale instrumentale muziekwed-
strijd voor solisten, ingericht
door de Belgische Federatie van
Harmonieën en Fanfares op
25 december 1932, werden door
De Maeseneer twee muzikan
ten opgeleid om de kleuren van
onze fanfare op het Aalsterse
stadhuis te verdedigen. Ikzelf en
zijn broer Romain De Maese
neer behaalden hier een eerste
prijs met felicitaties van de ju
ry.»
De aktiviteiten van vóór de
tweede wereldoorlog omvatten
voornamelijk het opluisteren
van gemeentelijke of kerkelijke
feestelijkheden maar ook wan-
delkoncerten op wijkkermissen
behoorden tot net programma.
Toch bleef men niet spelen on
der de lokale kerktoren want
men trok ook naar Haaltert om
er in de Warande de Vlaamse
kermis op te luisteren. Ook op
de Rerum Novarumviering te
Aalst waren de Erpenaars te
gast en men trok zelfs naar Oos
tende en Antwerpen om er mu
ziek te maken.
Na Wereldoorlog II
Net zoals talrijke andere vereni-
fingen moest ook de fanfare
int-Cecilia uit Erpe haar wer
king drastisch beperken en op
bepaalde ogenblikken zelfs de
aktiviteiten stopzetten. Maar
onmiddellijk na de bevrijding
ging men weer aan de slag. Als
de wapenstilstand een feit was,
kwamen een tiental resterende
muzikanten bijeen en beslisten
dat Roger Dullaert en Ben.
Beirens moesten gaan polsen of
de heer De Maeseneer nog geïn
teresseerd was om de sterk toe
getakelde fanfare opnieuw te
leiden. De twee afgevaardigden
kregen zijn instemming en het
bleek toen praktisch een start
vanop de grond. De chef kreeg
zelfs geen vergoeding want de
veertien muzikanten zaten zon
der geld en een bestuur als zoda
nig was er evenmin. Toch waag
de men in juli 1945 een eerste
uitstap ter gelegenheid van Ze-
vekootkermis en in hetzelfde
jaar volgden zelfs nog een paar
andere.
De mentaliteit van de fanfare
had altijd al een beetje naar de
«katholieke» kant overgeheld
maar na de oorlog groeide het
streven voor meer neutraliteit
en wilde men losstaan van elke
ideologie. Alhoewel de muzi
kanten aanvoelden dat ze door
de bestuursleden uit de voor
oorlogse periode in de steek ge
laten waren, legden zij genoeg
ijver aan de dag om «het mu
ziek» tot een bepaalde bloei te
verheffen. Dit had als gevolg dat
meerdere muzikanten en be
stuursleden naar de oude stal
terugkeerden.
Om de kas te spijzen en ten
minste aan de chef een vergoe
ding te kunnen geven, organi
seerde men - met sukses - in
1946 en 1947 aan het station te
Erpe-Mere, in de boomgaard
van de weduwe D'Haens en in
1948 en 1949 in de hovingen van
Karei De Wolf aan de Dorps
straat, de gekende Vlaamse ker
missen. Op die manier werd de
fanfare zowel muzikaal als fi
nancieel gered.
Toen was het echter merkbaar
dat de «neutraliteitsidee niet in
de smaak viel van iedereen. Tij
dens een vergadering in 1952
werd een voorstel gedaan om
een reglement goed te keuren
waarbij drie-vierde van de leden
akkoord moesten zijn wanneer
men eventueel van lokaal wens
te te veranderen. Dit werd ech
ter verworpen en in 1953 verliet
de fanfare het vertrouwde lo
kaal van «Piejekes Chiel». Het
jaar voordien had De Maese
neer de dirigeerstok neergelegd
en hij werd vervangen door Ka-
miel Boelaert. Bii diens afwezig
heid werd de fanfare geleid door
de «onder-chef» R. Van Lan-
duyt, die zich vooral bezig hield
met de nieuwkomers op te lei
den.
Nieuw bloed
Naar de jaren zestig toe hebben
praktisch alle dorpsfanfares een
ware gedaanteverwisseling on
dergaan. Er kwamen mensen
aan het roer met andere opvat
tingen en zij hebben de «muzie
ken» een andere richting inge
stuurd. Zij hebben er vooral toe
bijgedragen dat het peil sterk
naar omhoog gedreven werd om
het «hoempapa-orkest» van
weleer tot concerterende groe
peringen te verheffen. De laats
te jaren heeft die trend zich nog
meer doorgezet dank zij de er
varen en tevens beroepsmusici
tea:
linj
die zich langsom meer gaan ii
teresseren in de plaatselijke mi
ziekverenigingen.
In Erpe betekende de aanste
ling van Fr. Vereecken als dii
gent een ware mijlpaal in de ai
nalen van het Erpse muziek. I
fanfare won aan kwaliteit en
1961 durfde men al deelneme
aan het provinciaal tornooi i
Zottegem waar ze toen in den
afdeling geklasseerd werde
Vier jaar later, na opvallen
veel inspanningen, klommen
naar de tweede afdeling mai
sindsdien heeft men aan gee
wedstrijden meer deelgenomc
omdat het te veel inspanninge i
vergt van de muzikanten die ui
eindelijk toch pure liefheb!»
wil blijven.
In 1984 werd de muzikale le
ding overgneomen door Etiei
ne De Winne uit Lede. Zeer b
kend in de streek om zijn kenn
van de muziek en als komponi
vond men hem de geschikte m;
om de fanfare van Erpe in goei
banen te leiden. Zoals het tha
vrijwel overal de gewoonte
krijgen de muzikanten van Erj
muziekonderricht wat hun mt
gelijkheden verruimt en toela
om concerterend op te tredi
wat niet wegneemt dat de wa i
delkoncerten worden opzij g j
zet. Er wordt alleszins nog m
ziek gemaakt langs de strati
wat niet wegneemt dat stee
naar een hoger peil gestree
wordt.
De Kon. Fanfare Sint-Ceci
kan niet alleen bogen op e
respektabele ouderdom m;
ook op een toekomstverzeke *a
bestaan want op het ogenblik
er nog altijd uitzonderlijk v<
belangstelling vanwege de jeu
om de bezetting te voltooie
Het is dus in zekere zin er'
weelde om met gerust gemor
al spelend naar het eeuwfei
toe te marcheren.
CJ.'
Kor
met
ond
Vot
dek
•ijrioc
lep
:n h
(teil
Jam
>eoi
zeki
bi
oen
fed
dit
Reg
oen
-Stil
chai
Ves
De i
Aalst. Het Imavo-instituut voor Marxistische vorming hield een colloqia puie
met als onderwerp: 'Een nieuwe strategie voor de Navo (da) oe,
Jen
Het Imavo-instituut voor Mar- savernietigingswapens die
xistische vorming, vzw organis- bruikt zouden kunnen wor(
eerde een gespreksavond met om het NAVO-grondgebied nanc
NT- bedreigen. Langs de gehgj,
als thema 'Naar een nieuwe
strategie voor de NAVO?" Ge
sprekspartners waren Johan
Dumortier, de Culturele Cen
trale ABVV en Georges Spriet
van de vzw Vrede.
Nu de 'vijand uit het oosten' tot
vriend bevorderd is en het War-
schaupakt is opgedoekt, is dit
alibi voor de verdere uitbouw
van de NAVO niet meer geldig.
Dit zou de normale gedachten-
gang moeten zijn. En dus dient
de vraag gesteld naar de zin van
het verdere bestaan van de NA
VO. In NAVO-kringen zoekt
men koortsachtig naar een nieu
we strategie. Volgens sekreta-
ris-generaal Alfred Wörner is
die nodig 'omwille van het be- voor de bewapeningswedli
lang van de uitdagingen die ont- De Vredesbeweging verzet
staan buiten het bondgenoot- uiteraard hiertegen, maar
schappelijk gebied'. Wörner zelfdertijd kan ze de vraag
verduidelijkt dit aldus: 'Het be- uit de weg gaan die o.m. do
lang van de wapenarsenalen van SP, ABW en ACV wordt
vele derde wereldlanden is toe- steld: "Welk veiligheids- en
genomen en deze arsenalen be- fensiebeleid voor Europa?"
vatten steeds meer en meer mas- (DA)
Langs de
zuidgrens is een boog van sp
ningen ontstaan die zich van £n
Magreb tot het Midden-Oosl i
uitstrekt. De bondgenootsch p
pelijke veiligheid kan thans m
der dan ooit tevoren beschou i1
worden als iets dat ophoudt
de NAVO-grenzen.'
De NAVO is op zoek naar
'nieuwe vijand'. Er wordt be< m
pening afgebouwd en terz
dertijd modernere bewapen
gepland. Er wordt luidop R
dacht aan een 'sn< 11
interventiemacht' voor de N
VO of voor de Westeurofl
Unie (WEU). Kort gezegd: n
zoekt naar nieuwe impul