Van Sterrezang
naar sterrenworp
f
Hoe tradities veranderen
ietK
2 - 10.1.1992 - De Voorpost
boeren waarvan men wist dat ze
vrijgevig waren. Om niet de ghele
dag bezig te zijn met het uitdelen
van giften, in speciën of in natura,
organiseerde men o.a. in Bambrug-
ge een groepstocht onder de leiding
van de sekretaris aan wiens huis ze
trouwens moesten verzamelen. Zo
konden ze overal een gezamelijke
bedeling doen en werden de men
sen niet om de haverklap gestoord
door kinderen aan de deur. Zo kon
den de dagelijkse bezigheden op het
hof ongestoord doorgaan.
Daarnaast waren er echter ook nog
volwassenen die op trektocht gin
gen om tussen Kerstdag en Nieuw
jaar steeds hetzelfde lied te zingen
aan de verschillende deuren. Veel
onderscheid werd bij de zangers
niet gemaakt wat het zingen betreft
over bepaalde kalenderfeesten.
Vooral in de Kersttijd durft men al
optreden van Kristus in het open
baar dat op die datum herdacht
wordt en in kerkelijke termen ge
kend staat als «Epiphania». Deze
datum is sinds de derde eeuw het
begin van het kerkelijk jaar en nog
altijd de Nieuwjaarsdag in de
Grieks-Katholieke kerk.
Algemeen werd bij vele volkeren de
maansverduistering voorgesteld als
een strijd tussen de maan en een
monster. Dit geldt trouwens ook
voor de zon die een strijd levert
tegen de duistere machten en het is
vooral bij de zonnewende dat de
strijd het hevigst is want tijdens de
twaalf duistere nachten, tussen
Kerstmis en Driekoningen, zijn de
ze nachten het meest te duchten en
werden ze als geesten beschouwd in
de oudheid.
De Driekoningenvieringen mogen dan al weinig vergelijking tonen met de
kerkelijke feesten van vroeger dan toch is het een feest dat door het volk in
verschillende dorpen nog uitbundig gevierd wordt. Het mag dan al sterk
gekommercialiseerd zijn en een aanloop voor karnaval betekenen, toch
krijgt het de aandacht dat het verdient maar niet altijd de gewenste
belangstelling van groepen of verenigingen geniet. Driekoningen is alles
zins in vele dorpen een kalenderdag waar veel aandacht en inzet aan
besteed wordt. Het heeft wel niet meer de minste schijn van het kerkelijk
feest maar het blijkt zijn effekt niet te missen bij de bevolking waarbij op
die manier een oude traditie in ere gehouden wordt zij het dan in andere
omstandigheden en niet meer overeenkomstig met de devotie die er vroeger
aan verbonden was.
De symboliek van de kerstperiode is
nog altijd aanwezig maar wordt op
een gans andere manier beleefd. Zo
is het ongetwijfeld met Driekonin
genfeest gesteld, dat op 6 januari
valt en eens de vaste datum was
voor de «heidenen» om Nieuwjaar
te vieren. Op deze dag wordt de
zogenaamde «donkere tijd» na
Kerstmis beëindigd. Het is daar
naast de eerste dag van het eerste
ken, daertoe dat ghebeden waeren
de bailliu ende eenige van den Rae-
de, quammer quaet, twelck up de
stede ghestelt was, boven dat elck
gaf 20 styvers». De baljuw en enkele
raadsleden werden dus uitgenodigd
op deze manifestatie maar moesten
toch een bijdrage betalen om aan de
dis te mogen deelnemen. Als de
bakkers echter in 1499 twee eier
koeken gaven dan was de tussen-
Volksgeloof en traditie
Volgens de vroegere opvattingen
moesten de geesten verdreven wor
den door lawaai. Ieder volk had
daarvoor zijn eigen manier van op
treden en bij ons is (was) het luiden
van de klokken er een overblijfsel
van. In onze wereld behoren de
geesten overigens tot het verleden
en hebben andere elementen hun
plaats ingenomen. Sinds ettelijke
jaren trokken sterrezangers door de
Vlaamse Gewesten om giften te
«bedelen» of beter nog, het zoge
noemde godsdeel af te smeken. Dit
bedelzingcn behoorde niet tot het
werkelijke bedelen maar het was in
feite een kans geven aan de mensen
om de hemel te verwerven.
De data spelen praktisch geen rol
om de ommetochten te bepalen
want de sterrezangers storen zich
aan geen datum alhoewel ze toch de
periode enigszins respekteren. Zo
wel Kerst- als Nieuwjaarswensen lo
pen door elkaar om te eindigen met
Driekoningen die met «dertiendag»
de volledig cyclus afsluit. Het volks
leven, steeds natuurgetrouw, duldt
geen verwisseling van traditionele
geplogenheden maar wel kan de
naam veranderen als de betekenis
maar blijft. Na de slachting van die
ren als offergave wordt er gefeest en
het voedsel werd uitgedeeld om de
hemel af te kopen. Vandaar dat in
de liedjes van vroeger zoveel sprake
is van een «doodsdeel» dat evenwel
door de kleine zangers omgevormd
werd tot «goesdeel» en andere
gelijkluidende termen.
Het slachten was waarschijnlijk een
dure aangelegenheid en is nader
hand vervangen door het geven van
gebak en fruit. In tegenstelling tot
vroeger legt men er zich thans niet
meer op toe grote hoeveelheden
koekjes te maken om uit te delen
aan de zangers. Dit gebruik is voor
bijgestreefd en de jeugd wil dat men
de gunsten afsmeekt met klinkende
munt. Maar ook hier loopt de tradi
tie op een wankelende bodem. Men
ziet nog wel groepjes kinderen door
de straten lopen maar alleen al de
wijze waarop ze gekleed gaan roept
vragen op. Ze zijn eerder zeldzaam
die aan de drie koningen doen den
ken en maar wel aan de nakende
karnavalperiode. Eens zullen ook
zij uit het straatbeeld verdwijnen
alhoewel een kindertraditie, wat
het in feite overwegend ook is, lan
ger stand houdt.
Eierkoeken in Aalst
De traditie van het bedelzingen dat
overeenstemt met offergaven gaat
in onze streken tot in de middeleeu
wen terug. Voor wat Aalst zelf be
treft kunnen we uit die periode in de
stadsrekeningen uitgaven omtrent
dit soort bedelen terugvinden. Het
gaat hier vooral om het uitdelen van
een speciale soort koeken waarvan
nu geen spoor meer te vinden is. Zo
leest men in een rekening van 1947
«Als de ghezworene van den ba
ckers der wet gaven de eyercouc-
Erpe-Mere. Driekoningenzangertjes doen in Mere nog de ronde alhoewel hun
repertorium zeer beperkt is (jv)
komst verhoogd tot 36 stuyvers «Als
de backers van der stede, gheghe-
ven hadden twee eyercoucken, was
volghende der ouden costume, ghe
stelt up de stede in helpen ten ghe-
laghe van 35 st.».
Als in 1500, de laatste dag van het
jaar, de gezworenen der bakkers
(bakkersgilde) aan de wethouders
hun eiertaarten aanboden dan werd
het tekort van de bijdragen door de
stad gedragen, eveneens 36 stuy
vers; «Den lesten dach van lauwe,
als de ghezwoorne, van den backers
den heere ende der wet te voren
gaven hueren eyercoucken, was
ghestelt up de stede, volghende der
ouder costume, in helpen ten ghe-
laghe van 36 st.».
Hiermee bedoelde men wellicht de
koeken die dienden voor de avond
van de verkiezing van een «koning»,
een gebeuren dat zich waarschijn
lijk afspeelde onder het personeel
van de stad. Ook het gebruik van
deze koeken zal zeker in voege ge
weest zijn en men gebruikte niet
alleen een taart om de boon, die de
«koning» moest aanduiden, in te
verbergen. In ieder geval leert dit
gebruik ons dat de autoriteiten van
de stad Aalst een festijn hielden
«volgens een zeer oud gebruik».
Ziet men nu nog heel weinig kinde
ren op de straat om «goedsdeel te
roepen» dan was dit vroeger zeker
het geval niet. Integendeel, vóór en
zelfs nog vrij lang na de laatste oor
log kon men ze bij benden de dor-
J>en zien doorkruisen om te «bede-
en», in feite een gunst af te smeken.
Ze gingen bijna van deur tot deur,
maar dan liefst bij handelaars en
eens verwarring stichten door lied
jes te zingen die niet tot de advents
periode behoren. Nochtans is er in
wezen toch een bepaald verschil
qua periode want met 6 januari be
sloot men indertijd de joeltijd en
was het voor de zangers de laatste
dag om wat te verdienen.
Het Epiphania stemde overeen met
het feest van Saturnus, de God van
het zaaien en van het huwelijk. Met
dit feest maakte men een einde aan
de vruchtbaarheidsriten en besloot
men de drinkgelagen in het oude
Rome. Na zeven dagen feesten ging
men opnieuw naar het «normale»
leven over.
Gebruiken veranderen
Op het kerkelijk vlak is 6 januari
ook de verschijning of de openbaa
ring, of tenminste de herinnering
hieraan althans, van de mensgewor-
den Zoon Gods. Het betekent de
aanbidding van het kind door de
«Wijzen uit het Oosten» en de ver
ering van de Drie Koningen heeft er
veel toe bijgedragen dat zoveel
volksgebruiken rond die tijd zijn
ontstaan. Tot deze gebruiken beho
ren o.a. het zegenen van het water,
de zee, de rivieren, fonteinen en
dorpsputten. Ook werd wijwater
uitgedeeld om de velden, hofsteden
en vooral de stallen ermee te be
sprenkelen. Tijdens gezellige fees
tjes werden overal in Vlaanderen
«koningen» gekozen maar wel op
een andere manier dan de aanwij
zing door de boon in de taart. Hier
in dit geval werden de koningen ge
kozen door het trekken van kleine
prentjes, ook «koningsbriefjes» ge-
«gvww
Wlizcn heetl
as verklaard
c Ooslcrschc landen waar m
(lens geboorte hun door de
Erpe-Mere. Zo zag men de Drie Koningen vroeger. Men kan het als nostalgisch bestempelen, maar het was een
dichter bij de werkelijkheid (jv)
noemd, die door de kinderen langs
de straten en aan de deuren ver
kocht werden. Hun waar prezen ze
aan met een rijmpje: «Koningsbrie-
ven en kroon, en kroon, konings-
brieven kroon!».
Een ander gebruik is het sterzingen
op het Driekoningenfeest maar ook
hier is het in onbruik geraakt op
enkele uitzonderingen na. Waar ze
vroeger met hele benden door de
straten trokken, ziet men ze nu nog
slechts sporadisch.
Dit rondgaan met de ster is waar
schijnlijk een overblijfsel van de
koorzangers, die met een verlichte
ster langs de huizen liepen om een
beloning te ontvangen. Het komt er
trouwens altijd op neer dat men iets
krijgt en waarbij de milde gever zijn
hemel kan afsmeken. Dit gebruik
groeide echter uit tot een waar
volksvermaak dat zoals vele andere
aan het uitsterven is. Op enkele
plaatsen in onze streken zien we
nog kinderen 's avonds door de stra
ten trekken met een ster en in het
beste geval ook nog eens een groe
pering die via dit gebruik een goed
werk wil steunen of wat geld zoekt
om de eigen financies gaaf te hou
den. Deze groepen respecteren dan
nog het meest de traditie en ge
troosten zich de moeite om hun kle
dij aan te passen. Anderen nemen
het zo nauw niet met de geschiede
nis noch de oorspronkelijke beteke
nis en maken er een ware karnaval
van. Hel karnavalesk gedoe staat
dan in schril kontrast met wat eens
de bedoeling was van het feest en de
liederen die ze zingen zijn maar al te
vaak derivaten die met de Kerstda
gen niets meer te maken hebben.
Het is maar al te vaak een gedege
nereerd optreden van enkelingen
die zelfs de zin van het gebruik niet
kennen en het bijgevolg ook niet
kunnen onderschrijven.
In de laatste decennia, zelfs in de
laatste eeuw, zien wij onze oude
gebruiken met een angstwekkende
snelheid verdwijnen of teloorgaan.
Een kunstmatige instandhouding
van een gebruik is uiteraard niet
gewenst maar als men dan toch een
gebruik wil in ere houden dan doet
men het best zoals het hoort en
tracht men toch de werkelijkheid zo
dicht mogelijk te benaderen. Te
genwoordig wordt er echter minder
en minder rekening gehouden met
gewoonten en tradities of zijn er
«moderne» in de plaats gekomen.
Dit is een stuk te wijten aan de
vooruitgang maar dan toch voor het
grootste gedeelte aan de mens zelf
die andere wensen heeft en zich een
levenswijze eigen gemaakt heeft
waar nostalgie geen plaats meer
krijgt. Daarbij komt nog dat veel
verloren door de moderne technie
ken die een enorme verandering te
weegbracht in de levenswijze van
het individu en een wereld gescha
pen heeft waar de geheimzinnige
volksfantasie geweerd wordt, waar
in bijgeloof en waanvoorstellingen
geen ruimte meer hebben om zien te
ontplooien.
tal op de vrijdagavond of toch kort
vóór het Driekoningenfeest. Het
dorpsplein is dan bezet met honder
den belangstellenden om één of
meer van de driehonderd uitgewor
pen pakjes te bemachtigen. Naast
de talloze prijzen die de pakjes ver
tegenwoordigen, is er de «gouden
ster» die dan kan ingeruild worden
voor een kostbaar juweel in ster
vorm.
In Denderhoutem is het gebruik al
enkele jaren in voege maar minder
bekend is het feit dat men vroeger
op een andere manier een Drieko
ningenstoet organiseerde. Zo gin
gen een grote groep studenten
reeds in 1934 door de straten en
belden overal aan om mogen een
liedje te zingen maar dit was dan
«om gelden te verzamelen voor de
missies». Ze zongen toen Kerstlie
deren met begeleiding van instru
menten «terwijl er twee jongens de
omhaling doen». Het gebruik in
Denderhoutem is thans helemaal
anders dan een halve eeuw geleden.
Nu heeft het evenement plaats op
zaterdag, dichtst bij het Driekonin
genfeest. In tegenstelling tot Aspe-
lare, zijn hier alleen prijzen in natu
ra aan de sterrenworp verbonden.
In de andere deelgemeente Kerks-
ken viert men sinds 1974 de intussen
traditioneel geworden jeneverworp
op een vrijdag rond Driekoningen
en in 1992 is dit op 10 januari in de
oude gemeenteschool. Waar men
dacht dat het een concurrentiestrijd
zou worden met de buurtgemeente
Denderhoutem is het integendeel
een wisselwerking geworden want
de groepen kunnen thans op twee
plaatsen «optreden» voor hetzelfde
werk, vooral wat hun kostumering
betreft. De jencverworp volgt om
middernacht na het optreden van
alle groepen voor een jury. Op de
speelplaats van de school troepen
ze dan allemaal samen om er de
balletjes op te vangen die meestal
waardevolle prijzen vertegenwoor
digen. De hoofdprijs kan men ver
dienen via deze jeneverworp, een
prijs in natura, als men maar het
goede nummer kan bemachtigen.
Het Driekoningenfeest wordt in de
Denderstreek op velerlei manieren
gevierd en afgesloten, meestal ty
pisch voor de lokaliteit. Spijtig ge
noeg beseft men er de traditie niet
meer van en verwatert het feest tot
een karnavalgebeuren. Toch stemt
nog één faktor vrij duidelijk over
een met de gebruiken van vroeger
eeuwen: de drinkgelagen.
Dit wordt trouwens ook in Herzele
bewezen waar men er een Drieko
ningen Kroegentocht van gemaakt
heeft. De organisatie berust bij een
«Statiekomitee» en dit jaar had men
er voor een nieuwigheid gezorgd.
Tijdens deze derde uitgave van de
Driekoningenviering had men voor
een bus gezorgd die gratis vervoer
J
de D Q
e zal
rtaan
om
verleende aan de feestvierders
zich naar de cafés te begeven,
konden ze veilig en vlot de verpl alst
sing doen want het trajekt I
langs zeer drukke wegen. Er w;
natuurlijk ook prijzen verbom in c
aan de best verklede individi .|jji<
deelnemer of aan een groep.
In Denderhoutem moeten de di
nemende groepen tussen een
paalde tijd in negen huizen
nummer gaan opvoeren alhot
men wellicht in de toekomst het
jekt zal uitbreiden en men de D
koningenvierders de keuze zal
ten. Toch moet men voortaan
iedere post punten geven om
eindstand op te maken en als dus
nig de winnaars bekend te mak
Alhoewel er een klassement op
maakt wordt blijft de essentie t<
altijd dezelfde zoals men een kw«
eeuw startte: men verkleedt zich
gaat bij de buren en dorpsgeno
een liedje zingen of een nummei
uitvoeren maar ook groepen
niet «officieel» ingeschreven
mogen aan bod komen. Dit zijn
meestal spuiters die een of and
aktualiteit van het dorp nog eenj
de verf zetten en de gehele fcest^
ring als een karnavalesk gebeui
meemaken.
Net of het afgesproken was m;
zowel bij de jongeren als bij de v
wassenen waren er twaalf dceti
mers aan de wedstrijd. Bij de jonj
ren wonnen De Strepkes vóór
Mickey Mouskcs en de Visserij!
Bij de volwassenén ging de een
plaats naar het gezelschap van
Wacycnbergcn kon de Processie
Bende van Meyer verslaan, d<
waar het vorig jaar andersom
Dit volgden dan de Wally Wcndwlfl
De Romeinen, de Atomsc Ingeli
en Dievcls, Mac Alom.
De hoofdprijs van de Gouden StA t,
renworp werd door Hans BecreiNl
bemachtigd en de twee «troostpri
zen» gingen naar Christ. Van Da
Broeck en M. Goubert. ld
Daar waar vroeger ook een verkil B
zing van de Turfbocr plaats vos^
gaat men nu over tot het aanvas
den van een lid van de Orde van 4
1 urfboer en de eer ging deze kei
naar de sportlaureate 1991, de wie y(
rijdster Wendy Merckx. Zij wet
opgenomen in de orde om ha;
glansrijke prestaties geleverd li,n
dens het voorbije wegseizoen.
Dat de publieke belangstellingafgi
nomen was tegenover de vorige jt"<
ren was volgens mede-organisatc
W. Provost waarschijnlijk te wijte j
aan «schrik om een pint te veelt
drinken wegens de alkoholtestei 0
Toch blijft het Atomse Driekonit r'
eengebeuren nog veel aantrel z
Icingskracht uitoefenen bij de bevo v\
king van Denderhoutem. li
Driekoningenworpen
Men mag echter niet altijd een
klaaglied zingen want sommige ge
bruiken zijn door andere vervan
gen, misschien minder zinvol als we
het op kerkelijk vlak beschouwen,
maar dan alleszins met de bedoeling
de feestdagen met opvallend veel
plezier af te sluiten.
De Driekoningenworpen hebben
de oude tradities niet verdrongen
maar hebben als het ware een leem
te opgevuld die ontstaan was door
de aaiende interesse voor het ster
zingen en andere ommetochten
rond de Kerstperiode. Deze wor
pen behelzen meestal een «sterren
worp» en liefst zo dicht mogelijk bij
dit kerkelijk feest. Nochtans noe
men ze niet overal steenworp en
krijgt deze volkskundige gebeurte
nis soms ook de naam van een tradi
tie die in een bepaald dorp heerst of
iets eigen aan ac lokaliteit. Kerksken. Vooraleer men aan de jeneverworp te Kerksken begint, moet elh
Sinds 1974 wordt in Aspelare de deelnemende groep een nummer op-of uitvoeren waarbij ook op de kledij
sterrenworp georganiseerd, mees- wordt gelet (jv)