Streekgenoten overleefden de ramp (niet c Tachtig jaar geleden ontstond de legende van de Titanic (2) De Ramp van de Titanic Het vergaan van de Titanic 2- 17.4 1992 - De Voorpost let eki rol De geredden van de Titanic werden door een paar schepen opgepikt en een bepaalde kapitein van een schip uit de buurt werd zelfs beschuldigd laattijdig hulp te hebben geboden en het is pas nu dat hij in ere hersteld is, na jarenlange polemieken over verantwoordelijkheden op dat vlak. Daar zijn of waren de slachtoffers echter niet bij gebaat en de overlevenden waren gelukkig, ondanks het feit dat de meesten, de immigranten aan boord, hun schamele bezittingen kwijt waren. Toch werden ze vrijwel goed opgevangen toen ze aan land kwamen. De slachtoffers kregen de stellige verzekering dat alles zou vergoed worden maar van de opvang hadden ze geenszins te klagen. De bevolking en daartoe ingestelde organisaties lenigden de eerste nood «In New York aangekomen, hebben zij ons wat kleeren ter hand gesteld, broek, vest, frak en 30 fr. Hiermee hadden wij toch reeds iets en aanstonds hadden wij verscheidene okkasies om in theater en cirken onze intrek te nemen, hetgeen wij hebben aangenomen. Wij hebben een kontrakt aangegaan voor drie maanden aan vijf dollars per dag en voor vier uren per dag te zien en te spreken te zyn; zoals gij ziet is dat nogal een schoon sommeken, zonder veel arbeid. En hadden wij in Detroit willen blijven, daar wilden zij ons 25 dollar geven voor mij en mijn kameraad eens te zien en te spreken, doch wij verkozen 't beste 't geene wij nu hebben aangegaan.» Th. De Mulder De Mulder, die op 15 september 1881 te Nederhasselt geboren was maar toen in Aspelare woonde, ver koos om in de Fordfabrieken van Detroit te gaan werken, die hij ech ter na een paar jaar verliet om naar Canada te trekken en in Tillzen- burg-Dresden een tabakplanterij te beginnen. Later vertrok hij naar de Verenigde Staten terug waar hij in Gros- Point-Farm een boerderij gekocht had. Wegens de oorlogsperikelen kon zijn vrouw slechts in 1921 naar Amerika reizen om hem te vervoe gen, samen met haar twee kinderen die voor zijn vertrek, respektievelijk in 1907en 1900 geboren waren. Bij het vernemen van zijn redding had zij bijna onmiddellijk een memorie- kruis laten plaatsen om God te be- danken. Daarbij werd de tekst aan gebracht «Heer redt ons, wij ver gaan. Ter herinnering aan mijn red ding». Zijn zoon Edmond, die in Amerika in 1930 geboren werd, heeft het kruis laten restaureren en zal de verdwenen tekst opnieuw laten aan brengen. Toen de krisisjaren zich lieten voelen is Th. De Mulder in 1932 met zijn gezin teruggekeerd naar Aspelare waar hij in 1954 over leden is. Plechtigheden Met uitzondering van twee opva renden is het voor zijn streekgeno ten minder gelukkig verlopen ver mits er van de tien uit de streek van Groot-Haal tert slechts één gered werd. Het is dus niet verwonderlijk dat de ramp met de Titanic hier 2.200 mensen aan boord, 703 gered, 1.503 verdronken Luistert vrienden groot en klein, over deze droeve maren hoeveel huisgezinne leven met 't hart vol pijn die hun familie op den boot daar waren een groot getal zooals men denkt die waren aan boord getreden 2.200 mensen overdenkt met 't schip waren meegerezen. Refr.: 't Was in den duisteren nacht op zee tusschen de woeste baren hoorde men een droef geklag dat het schip op een ijsberg kwam te varen van onder een gat geboord hoorde men droeve kreten klinken het volk riep ongestoort als het schip kwam te verzinken Terwijl iedereen te rusten lag stroomde 't water al onder binnen het volk riep op God met grootbeklag wilt ons toch troost verleenen vaders, moeders en kinders klein en ieder liet hem hooren wie zal er onzen verlosser zijn anders wij moeten hier al versmoren. Refr.: De reddingsboot kwam aan 't waren schrikkelijke dingen zij zagen de dood voor oogen staan velen kwamen in de zee te springen anderen van hun verstand berooft geen troost konden verwerven die zwommen in 't water geheel bedooft gezond van harte zoo moeten sterven. Benevens nog twintig in getal drie weten er van te spreken West- Vlaanderen, Haeltert en Aspelare De Mulder liet aan zijn vrouw ook weten wij waren in groot gevaar op het punt van mijn leven ik sprong in zee met nog een zetel aldaar een half uur gezwommen en meegedreven. Refr.: Tot als een reddingsboot kwam aan die namen mij daar mede(n) alzoo geraakten buiten gevaar om te behouden mijn duurbaar leven ik heb al gezien en gehoord die zee lag vol met menschenlijken zij dreven met mij daar voort van schrik en kou moest ik haast bezwijken. Hoe wreed moet het op dien tijd nu zijn dat kan niet worden beschreven de droefheid van ouders en kinders klein die vochten tegen de dood voor hun leven velen gered maar al toch niet d'ander in de zee gebleven 't was lijk een slagveld als men dat leest en ziet van de menschen die onschuldig daar lieten hun leven. Refr.: Velen kregen schrik daarvan om met den boot nog mee te reizen en ver op de zee te gaan tracht uw leven te bevrijden is 't niet noodig voor uw brood wil liever hier toch blijven anders verkeert gij in stervens nood gelijk dl diemenschen op die korte tijden. heelwat beroering bracht. Het was uiteraard een veel besproken ge beurtenis waarbij elk dorp zijn me deleven toonde. Dit werd in Kerksken massaal ge toond op woensdag 28 mei 1912 toen voor de slachtoffers een plech tige rouwdienst gecelebreerd werd. Hier stond dit religieuze gebeuren in het teken en droeve herinnering aan Jan Van Impe, zijn echtgenote Rosalie Govaerts en hun dochter Rosalia, Philemon Van Melckebe- ke en Alfons De Pelsmaeker. In de «Volksstem» van 24 april 1912 werd een lijst afgedrukt die, verge leken met de gegevens van de «Whi te Star Line», toch enigszins licht verschillen. In de Aalsterse krant schreef men toen «Onder de twintig Belgische passagiers bevonden zich tien personen van Denderhautem». Dit stemt overeen met de «officië le» lijsten maar alle personen wer den hier als herkomstig uit Dender- houtem beschouwd, wat foutief is. Waarschijnlijk waren ze aangewor ven door een agent die zijn kantoor had in Denderhoutem of ergens in een dorp in de omgeving en van daar de vergissing. Tot de slachtoffers behoorden de 36-jarige Camille Wittewrongel, het gezin Jacobus Van Impe (36 jaar) met echtgenote Rosalia (30 j.) en hun tienjarige dochter Catharina, allen uit Kerksken. Een ander vier tal overleefde evenmin de ramp Phil. Van Melckebeke (23 j.), Al fons De Pelsmaeker (17 j.), René Lievens (24 j.) uit Heldergem en de onfortuinlijke Jozef Van de Velde (36 j.). Van deze laatste schreef men o.a. dat hij «in de ramp omge komen is en een weduwe en vier kinderen achterlaat. Het was dc derde keer dat hij naar Amerika trok omdat hij de eerste keren om reden van ziekte was moeten terug keren». Zijn derde overtocht, die hem rampzalig zou zijn, deed hij op aandringen van een vriend die reeds in de Verenigde Staten verbleef en hem een vast werk aanbood. Voor twee anderen uit Denderhou tem heeft de voorzienigheid een handje toegestoken. Hendrik Van Den Steen en Emma Duyvejonck, vermoedelijk een echtpaar, werden bij het inschepen in Southampton niet aan boord gelaten. Na medi sche kontrole bleek dat ze dragers waren van het «trachoom»-virus, een besmettelijke oogontsteking. De toenmalige wetgeving in de Ver enigde Staten liet geen personen met besmettelijke ziekten in het land toe. We moeten hier dus stel len dat beide immigranten, dank zij hun «trachoom» aan een bijna zeke re dood ontsnapten. Het Marktlied Het was de specialiteit van de marktzangers om bij elke uitzon derlijke gelegenheid een lied samen De onvergankelijke Titanic, het paradeschip dat een roemloze en onvergetelijke ondergang kende en een begrip werd ie geschiedenis van de rampen (jv) te stellen en onder het volk te bren gen. Het duurde bijgevolg niet lang of zij zongen over de grote scheeps ramp van de Titanic, zij het dan ook met details die niet altijd met de waarheid strookten maar dat was hun fout niet vermits ze zich baseer den op de berichtgeving waarvan de verhalen evenmin nauwkeurig wa- Ant. Verstraeten en zijn vrouw Ma rie Duverger steunden zich op de feiten uit de brief van de Aspclare- naar De Mulder om met het wereld schokkend nieuws rond te trekken en de mensen aan de kerkdeuren op te wachten waar ze hun eigen versie over de Titanic zongen en een lied blad hierover verkochten. Andere versies werden gezongen over het vergaan van het grootste schip ter wereld. Van de meeste is echter geen naam van de dichter (samensteller) noch zanger bekend. Ze hebben wel als gemene faktor dat alle liederen die speciaal over de Titanic gezongen worden, een of ander feit vermelden dat door de toenmalige pers verspreid werd. In het algemeen heeft men het over de onvoldoende reddingsmiddelen, de heldendaden van de kapitein, de verhouding rijk cn arm en de mees te aandacht krijgt toch Theod. De Mulder die nog gelukkig het beste ooggetuigeverhaal kon neerschrij ven. Oude schrijfboekjes met liederen bevatten soms een lied over de Tita nic wat ons al evenmin wijzer maakt over het ontstaan van de tekst of door wie hij gezongen werd. Met het vergaan van de Titanic is een blijvende legende ontstaan, niet om de dood van zoveel honderden mensen maar omdat een boegbeeld van de moderne technologie het vertrouwen schokte en men afkerig stond tegenover de vooruitgang. Dc ramp op zichzelf was een verschrik kelijke gebeurtenis dat bij velen een trauma naliet want het betekende het einde van een droom en het begin van een legende waarover nu nog gesproken wordt, net alsof het gisteren pas gebeurde. Aalst. Paasvakantie en mooi weer. Men zou voor minder een terrasje welen te waarderen (a De grootste schipbreuk ja van alle tijden Is nu gebeurd overlaatst op zee Waardoor er honderden huisgezins lijden Gansche families zijn in druk wee 't Schip werd op een mistbank opengespleten 't Water dat drong in het ruim met de macht De passagiers slaakten angstige kreten 't Was een akelige nacht. Refr.: Vrouwen kinderen te gader Riepen op man en vader Komt met ons in de boot Het gevaar is zeer groot Maar zij moesten daar scheiden Met het harte vol lijden En zij riepen vol spijt Tot in der eeuwigheid. De kapitein kwam 't gevaar nu bemerken Dat de boot reddeloos verloren was Hij gaf het sein om de redding te bewerken Het personeel deed zijn beste alras Weenende vrouwen en kinderen te gader Plaatste men 't eerste in een reddingsboot Daar scheidden zij nu van hun man of vader Nu was de droefheid zeergroot. Refrein Geen reddingsboten waren meer te vinden En zooveel mannen waren nog aan boord De angst en schrik kwam elkeen te verblinden 't Was een gekerm, een geroep ongehoord Intusschen was de boot meer aan 't zinken En de mannen traden de dood tegemoet Daar moesten zij nu allen verdrinken Nu was het gedaan voorgoed. Refrein Niemand die kon het vergaan nog verhinderen Alles dat was nu te laat reeds betreurd Onder de oogen van vrouwen en kinderen Werden de mannen met 't schip meegesleurd Enkele waren in 't water gesprongen En zwommen in die onmeetbare plas 't Ijskoude water dat liep in hun longen Zij die stierven alras. Refr.: De mannen die moesten sterven Geen hoop was te verwerven En zij zonden daar snel Eene laatste vaarwel Ach mijn dierbare vrouwe Wij die sterven vol rouwe En gij kindertjes teer Bij God zien wij u weer. De Karpat ja had die schipbreuk vernomen Per telegram het vergaan van de boot Spoedig die zijn zij daar henen gekomen Men seinde voort wij verkeren in nood 't Gevraagd schip kwam daar nu aangevaren De Titanic was reeds ondergegaan Men kwam de drijvende sloepen 't ontwaren Dat trof hen diep in 't harte aan. Het personeel kwam daar nu hulp aan te bieden Spoedig begon de redding onverlet Op korte tijd werden daar al die leden Op de Karpat ja voorgoed nu gered 's Vrijdags zijn zij te New York aangekomen Daar werden zij wel verzorgd en gevoed Duurbare wezens zijn velen ontnomen Zij die treuren vol weemoed. lag ran suk inp wijl l)<>' Als lloi sell (III 1 dc Jul. De Vuyst

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Voorpost | 1992 | | pagina 2