Aaigemnaar A. Cogen co-auteur en regisseur van 'Het kasteel van verdoemenis' Een eeuw dorpsschool te Wanzele jiab< u.f1™ 2 - 24.4.1992 - De Voorpost Aalst heeft heel wat te bieden op diverse vlakken en vooral de geschiedenis van de stad is interessant genoeg om onder allerlei vormen in de belang stelling te brengen. Dit gebeurde reeds met een paar toneelprodukties en het is wellicht aan het sukses ervan dat men deze maand met het 'Kasteel van Verdoemenis' op de planken komt Dit is het werk van een gelegenheids schrijversduo Anton Cogen en Gunnar Callebaut die zich zowel op de overlevering als op de geschiedkundige feiten baseerden zonder het gefantaseeerd verhaal van Sylvain Van Der Gucht te vergeten. Waar men thans wat meewarig neerkijkt op de werken van de 19de eeuwse schrijvers vindt men het toch te min om hun geschiedkundige romans te herwerken tot 'moderne' toneelstukken. De 'volksboeken' bieden daar naast lokaal getinte onderwerpen die meer dan verhoopte belangstelling verwekken omdat de mensen toch nog een zekere binding hebben met de verhalen. Dit hebben vroegere produkties als 'Daens' en 'De Vis' bewezen want ze waren allebei even suksesrijk. Kasteel Het is een gebouw dat zoals vele in zijn soort als 'kasteel' genoemd wordt maar in feite tot de grotere herenhuizen behoort. Wegens hun proporties en ligging, soms door wa ter omringd, kregen ze in de volks mond toch de benaming van 'kasteel'. Vergeleken met de arm tierige huisjes uit de 19de eeuw toen de meeste dergelijke kasteeltjes ge bouwd werden, waren ze in de ogen van 'Arm Vlaanderen' werkelijk kastelen. Het kasteel te Aalst noemt in werkelijkheid 'Terlinden' naar het gelijknamige pachthof en landgoed, waarvan reeds in de 16de eeuw sprake is. Intussen is het gebouw tot restaurant getransformeerd en kan men van 'Verdoemenis' nog nauwe lijks gewagen. Deze naam is enerzijds uit de over levering gegroeid en anderzijds denkt men aan een van de vroegste bewoners voor dit fenomeen. Som migen verwijzen naar de gevonden schedel waarin een nagel zou ge klopt zijn, waardoor het kasteel als 'verdoemd' de geschiedenis inge gaan is. Anderen schrijven de topo niem 'Verdoemenis' toe aan Janse nist Quesnel die er in de 17de eeuw verbleef. Van het oorspronkelijke gebouw blijft nog maar heel weinig over want hoofdzakelijk dateert de huidige toestand van 1913, nog net vóór de eerste wereldoorlog hero pgericht. Uiteindelijk is gebleken dat er heel weinig 'geschiedkundig materiaal' bestaat over de legende van 'Verdoemenis' en qua overleve ring is het al even pover gesteld. Toneelstuk Ondanks de schaarse gegevens is het duo Cogen-Callebaut toch op zoek gegaan naar een autentiek Aalsters thema met de voorkeur op het kasteel van Verdoemenis. Do- kumentatie om er een getrouw weergegeven toneelskript van te maken is zeldzaam terwijl zelfs heem- en volkskundigen weinig nieuws verkondigen en zelfs weinig weten over de volkskundige aspek- ten van het kasteel. De twee auteurs beklagen er zich tevens over dat zelfs het volksver haal van S. Van Der Gucht over het bewuste kasteel maar weinig bruik baars bevat om er een toneelwerk op te baseren. Ze hebben het bijge volg moeten stellen met heel weinig historische gegevens maar zelfs dit volstond blijkbaar om de elementen te verwerken tot een geheel dat ka dert in de algemene atmosfeer van spoken en angstwekkende feiten die het geheimzinnige van een ka steelomgeving inhoudt. Regisseur A. Cogen getuigt trouwens zelf dat ze zich met fragmentarisch mate riaal hebben moeten behelpen om een verhaal te scheppen wat aan vaardbaar is voor het Aalsters to neelpubliek. Koncept Als hoofdpersonage gebruikt men een journalist die een reportage gaat schrijven. Om het realistisch te kunnen voorstellen, beslist hij om in het kasteel te overnachten. Hier be nadert hij dan geleidelijk aan pater Quesnel die als ketter beschouwd werd omdat hij ijverde voor een te rugkeer naar het primitieve kristen- dom dat door kerkvader Augusti- nus voorgehouden werd in de vier de en vijfde eeuw. De Fransman Corn. Jansenius en zijn aanhangers schaarden zich achter de idiee van de predestinatie. Achter het schizofrene van de hoofdpersonage steekt een diepe gedachte met opvallend de nood aan een terugkeer naar het mystie ke leven, en hier en daar een leven dat zich afspeelt in een tijd van ma terialisme e.a. problemen die de ge meenschap beroeren. Het kasteel van Verdoemenis dient hierbij als symbool van geheimzin nigheid die iedereen toch in de ban houdt. Volgens de auteurs is het geen filosofisch of moeilijk te verte ren toneelstuk maar daarentegen is de aktie gebonden aan een rode draad waar men niet van afwijkt. Men stelt het als een verhaal zoals in bepaalde TV-afleveringen waar bij 'alles wat gezegd en gedaan wordt, Aalsters is dat door iedereen bereikbaar en herkenbaar is'. Het stuk is daarbij louter visueel en de scènes die verteld worden waar bij men onmiddellijk ziet wat er ge beurd net zoals in een film maar met daarbij ook twee of drie scènes die tegelijkertijd lopen. Er zit heel wat realiteit in het to neelwerk doordat men veel aan dacht besteedt aan de sociale ach tergrond. Ook de aktualiteit is aan wezig door er 'moderne visioenen' bij te betrekken met aanhangers van de ziener uit de streek. Verdoemenis Het thema over het kasteel van Ver doemenis was oorspronkelijk be doeld om een werk te brengen als verlengstuk van 'Daens' en 'De Vis'. Nochtans bleek uit hearings, over levering en zelfs geschiedkundige bronnen dat over het kasteel weinig zinnigs te vertellen is. Het kasteel van Verdoemenis op zichzelf was al mysterieus maar het geheimzinnige is door het toneelstuk niet opgehel derd. Voor de auteurs is het bij de anekdote gebleven die door ieder een gekend is maar in feite nergens op steunt. Men heeft het zonder goed gefundeerde historische fei ten moeten stellen om een script uit te bouwen. Zelfs het spookachtige dat er rond geweven wordt is er thans niet meer. Om een stuk te realiseren was de moeilijkheidsgraad van bij de start zeer hoog. Men wilde over het ka steel iets maken maar dan zonder materiaal. Dit wordt echter het ver haal van het toneelwerk: mensen uitnodigen samen met de pers om meer informatie te kunnen opslaan. Een joernalist voelt zich gebruikt door de teatermensen en na een bijna slaande ruzie met de akteurs is het stuk vertrokken waarbij men start met de figuur van Quesnel, Jansenist, die gedurende tweede jaar in het kasteel ondergedoken zat. De joernalist geraakt in het net van het Jansenisme, en wordt aldus een gespleten figuur waardoor hij in waanzin terecht komt. Het stuk wordt dus in feite een toneelwerk over het Jansenisme ten opzichte van de Rooms Katholieke Kerk. Men tracht de betekenis ervan te onderzoeken met het afwegen van goed en kwaad. Het gaat daarnaast ook over de haalbaarheid van de godsdienst, men gaat terug naar de leer van Augustinus, de kerk letter lijk en figuurlijk in het midden hou den. Daar komen dan ook de sektes nog bij waarbij men in vraag stelt of dit een religieuze beweging is of een groepering die misbruik maakt van de mensen, de gelovigen: 'Het stuk is uiteindelijk een ontmaskering van •een van de bijzonderste elementen door alle godsdiensten voorgesteld, nl. het begrip seks, dat diabolisch voorgesteld wordt als de verper soonlijkingvan het kwaad, juist dat gene wat de joernalist zoekt'. Aalsters tintje Ondanks het feit dat de toneelgroep 'Pact' vooral de nadruk legt op 'progressief toneel, zoekt men het soms toch in het verleden wat niet wegneemt dat het daarbij ook pro- ke toestanden, van lokale gebeurt enissen die de bevolking eens be roerd hebben en nu nog fris in het geheugen liggen. De familie Daens wordt met de Aalsterse poli tiek vereenzelvigd en de familie De Vis was een uitgelezen onderwerp voor Pact om er een toneelwerk van op de planken te brengen. Het Kasteel van Verdoemenis is eveneens een begrip voor de Aal- stenaar ook al is gebleken dat de kennis weinig verder reikt dan de gekende schedel met de nagel door boord. Gelukkig kon het weinige materiaal gebruikt worden voor een 'progressief scenario'. In het stuk blijft men echter niet ronddolen in de mysterieuze schaduw van 'Terlinden' volgens de verklaring van regisseur A. Cogen: 'De ge- Erpe-Mere. Aaigemnaar Anton Cogen steeds vol overtuiging en entoesiasme bruikte beeldentaal is honderd pro- bij een nieuwe teaterproduktie. Ook nu met het Kasteel van Verdoemenis (jv) cent Aalsters. Het karnaval fun geert op een moment als decor, een gressief kan zijn. Maar vermits de tracht men ook aansluiting te zoe- hevig kontrast met het nachtelijke benaming ook 'Aalsters' inhoudt, ken bij het fenomeen van plaatselij- Terlinden. Het is duidelijk een stuk in een stuk. We spelen ook met here2 thema van de travestie, de Voir1®* Jeannet als herkenbare schizofre^e ne. Ook de symbolische verbran-lrac ding speelt een rol. Bovendien zijiP.®1 alle lokaties autentiek, de toeschoutlJ wer kan ze stuk voor stuk aan d^1" waarheid toetsen'. ?n Het stuk is een hedendaagse thrill^0 met het Jansenisme als aanleiding0" De 'verdoemenis' is hier letterlijP101 de verdoemenis die ons allemaa'Pg boven het hoofd hangt. A. Cogei" e stelt het als volgt: 'In de scènp" zweeft een andere scène die eePev' soort van isoleercel voorstelt meP'ee een heel grote barst. Men tradf^1 altijd naast die barst te spelen oijrou geleidelijk weg te glijden'. *eer Tenslotte wordt de titel van hePPb werk omgevormd tot 'Verdoeme?an nis, een kasteel'. Dat aeel Onze huidige dorpsscholen kunnen niet meer vergeleken worden met wat ze vroeger waren, maar toch zijn er die stand houden dank zij een oordeelkundige leiding. De noodzakelijke fusie van gemeentelijke basisscholen heeft echter weinig invloed op de betrokkenheid van de gemeenschap en meestal kunnen zelfs «kleine schooltjes» zich nog als «dorpsschool» profileren waarbij het niveau, ondanks alle geruchten, nog als voorbeeldig kan beschouwd wor den. Wanzele behoort tot deze kategorie en heeft zich reeds een eeuw kunnen handhaven, een jubileum dat niet onopgemerkt zal voorbijgaan. Alhoewel de Wanzeelse gemengde basisschool met de schooltjes van Impe en Smetlede sinds 1980 gefu sioneerd is, alle drie onder leiding van direktrice M.-R. Van de Sijpt, bewaart ze toch nog altijd een eigen identiteit, Trouwens, niet elke school kan bogen op een eeuw on derwijs en dit refereert toCh enigs zins naar de degelijkheid van de instelling. Ook hier evolueerde men met de tijd mee maar het «bijen korfje» met de talrijke deurtjes be staat nog altijd. Dit was trouwens een begrip voor elke Wanzelenaar die er zijn jeugd doorgebracht heeft. Wanzele is een van die kleine dor pen die door een grotere gemeente opgeslorpt werd maar het is steeds een entiteit gebleven met een ruime graad van dorpseigenheid. Men be hoort wel tot groot-Lede maar de leefgemeenschap blijft Wanzeels en om dit te verduidelijken richtte men een paar jaar geleden zelfs een ei gen «krant» op, het «Gazetje van Wanzele», een initiatief dat men niet zo heel vaak tegenkomt. Voorgeschiedenis Het is dank zij de «lokale geschied schrijvers», feitelijk de heemkundi gen van Wanzele, dat ter gelegen heid van het honderdjarig bestaan van de school, een geschiedenis van de school samengesteld werd Bert en Edwin Melckenbeeck. Bert heeft gelukkig heel wat verzameld over zijn dorp en heeft naast een eigen «archief» ook nog een archief in zijn hoofd, want hijzelf heeft heel wat meegemaakt in Wanzele, de school incluis. Bert Melckenbeeck bewaarde aldus talrijke dokumenten in verband met de school zodat het hem mogelijk was om, samen met de schoolar- chieven, de geschiedenis van de school samen te stellen. Daarbij voegde hij de talloze herinneringen die aan de school verbonden waren evenals de lotgevallen van andere ingezetenen die eens op de school banken van Wanzele terechtkwa men om er hun eerste onderwijspe- rikelen te ondergaan. Volgens B. Melckenbeeck werd er reeds in 1838 een schoolgebouw op gericht en dit gebouw zou trouwens nog bestaan als het huis aan de Wa termolenstraat nr. 9. Om klasloka len te bouwen was er toen evenmin geld genoeg en moest men beroep doen op de vrijgevigheid van wel stellende ingezetenen. Naast de toelage van 1.100 frank beschikte men nog over 450 fr. van gulle Wan- zelenaren om een eerste lokaal te bouwen. Tijdens de speeltijd moes ten de kinderen op de straat spelen want een speelplaats was een te gro te luxe. De jongens van Wanzele kregen al een nieuwe school in 1873 maar voor de meisjes was er op dat vlak nog niets. Hierin zou echter veran dering komen dank zij het initiatief van de toenmalige pastoor Vael. Meisjesschool Alhoewel de Zusters Maricollen, sinds 1845 in Lede aktief, hun akti- viteiten toespitsten op verpleging van geesteszieken, kwamen zij toch in 1892 naar Wanzele om de kinde ren te onderwijzen. Toen reeds werd er in het kleine dorp een kloostergebouw opgericht, eens te meer dank zij de financiële hulp van Wanzeelse weldoeners. Dat er wel dra een lagere en een kleuterschool verrees, gebeurde met toelagen van de staat. Een gediplomeerde reli gieuze werd aangesteld op het ni veau van hulponderwijzer en zij startte op 14 januari 1892. Enkele maanden nadien werd de nieuwe school reeds door de gemeente aan genomen en gedurende verschillen de jaren werd het onderwijs door zusters gegeven. Het was pas in 1908 dat leken-onderwijzeres Irma Lateur haar intrede deed om er tot in 1951 te blijven. Het is dus niet te verwonderen dat «Juffrouw Irma» een begrip was voor de inwoners van Wanzele... de verpersoonlijking van een doodernstige vrouw zonder humor, maar buiten de school toch zeer innemend. Tussen twee wereldoorlogen In een derde deel beschrijft Edw. Melckebeeck het onderwijs tussen de twee wereldoorlogen en hierin wijst hij op de schoolplicht die slechts gedeeltelijk nageleefd werd naar gelang de omstandigheden. Hij heeft het ook over de gegeven lessen, het meubilair van een klaslo kaal, de leermiddelen en de aktivi- teiten. In 1933 traden er grote veranderin gen op in de school van Wanzele want toen werden de «bouwvallige klassen» afgebroken en door een nieuwe school vervangen. Ook een gedeelte van het klooster verdween op dat ogenblik en aan de vernieu wing koppelde men de inrichting van een toneel- en feestzaal. Door de toepassing van de school plicht en vooral de kontrole op het schoolverzuim had geen enkele school tekort aan leerlingen. Ook de school van Wanzele groeide steeds aan wat tot gevolg had dat zelfs een bewaarklas ontdubbeld werd en men moest bijbouwen. Op dat ogenblik bezat de school reeds een speelplaats zodat de kinderen niet meer de straat op moesten. Toch was deze stijgende evolutie van korte duur want het lage ge boortecijfer tijdens en na de tweede wereldoorlog zorgde voor vermin dering van de schoolbevolking wat bijna tot klasverlies leidde. In zijn schoolgeschiedenis besteedt Edw. Melckebeeck eveneens aan dacht aan enkele «leerkrachten van de oude stempel». Dit zijn bekende «meesters» en «juffrouwen» die ontegensprekelijk herinneringen oproepen bij de ouderen die eens. school liepen in Wanzele. Zo citeert hij o.a. juffrouw Denise, zuster Coe- lifloria, juffrouw Yvonne en mees ter Remigius. Strijd voor het behoud De inspanningen van burgemeester Frans Grepdon in het midden van de jaren 1950 om de klassen te be houden wierpen vruchten af en zijn voorspellingen werden bewaarheid want in het lager onderwijs telde men 71 leerlingen en in het kleuter onderwijs 80. De Wanzeelse bevol king was gestegen dank zij de woon kernen van de Halt en Bruinbeke en van de schoolstrijd op dat ogenblik had het lager onderwijs geen last zodat ook Wanzele gespaard bleef van veFder onheil dat er toch kwam in het midden van de jaren '70. De terugloop van de «kleine gemeente scholen» zet zich verder door wat bijna fataal wordt voor Wanzele. Hier was niet de akkommodatie die men in grote scholen kreeg waar vooral de schoolmaaltijden, het leerlingenvervoer e.a. voordelen een grote rol speelden om kinderen te lokken. De zusters vertrokken uit Wanzele in 1970 en vier jaar nadien zocht men een oplossing in een «gemeng de» school waarbij de gemeentelij ke jongensschool met de meisjes school fusioneerde. Zo kreeg men in het dorp een «Vrije Gemengde Basisschool» die in 1980 nogmaals fusioneerde met de instellingen van Impe en Smetlede. In 1974 trachtte men een nieuw elan te geven aan de dorpsschool en stichtte men een Ouderkomité om verdere diepte punten tegen te gaan maar ook om door medezeggenschap de onder wijsinstelling aangenamer te maken zowel voor ouders als voor de kin deren. Tijdens het schooljaar 1990-91 ken de de lagere afdeling een rekord- aantal leerlingen met 102 terwijl de kleuterafdeling naar een diepte punt ging met 34 kleuters. Edwin Melckebeeck wijdt in zijn «geschiedenis» ook enkele bladzij den aan aftelrijmen, balspelen, hin kelen, liedjes bij rondedansen en touwspringen. Hij besluit dan met enkele aktiviteiten met enkele «uit schieters uit de schoolfeesten van dc voorbije jaren». De «personeels- lijst» sluit de rij van losse archivalia die hij getracht heeft op een chro nologische wijze te ordenen e waarin hij vrijwel geslaagd is, voor; dank zij de medewerking van zoo Edwin. De schoolgeschiedenis is a leszins goed gestruktureerd waarb het verband gelegd wordt tussen d maatschappelijke toestanden deze van de school op een bepaal ogenblik of tijdens een bepaalde p« riode. Uiteindelijk hebben beid auteurs niet de pretentie er ee groots werk van te maken maar h< aan te bieden als een kijk- en lee boek voor de Wanzelenaar die in d loop van een eeuw op de schoolbal l ken zat en vertrouwd is met h»^ beeld van de school. Wie het boel leest zal opnieuy een episode u zijn jeugd beleven met alle herinnt ringen eraan verbonden. Reuzen-Festiviteiten a be >P0T Idt» dl oui ;.NO itti(\ n Letterlijk en figuurlijk wil «Duimpjes»-school «Reuzen»-fei tiviteiten koppelen aan het eeui feest. Dit mag trouwens niet ono| gemerkt voorbijgaan. Voor dit hoi derdjarig bestaan werd een grooi programma opgesteld dat zal g< spreid worden over het gehel schooljaar, nog tot aan de grote vi_ kantie. Het Pinksterweekend zin*' echter voorbehouden worden \ocpde het hoogtepunt van de festiviteitetP" Op zaterdag 6 juni wordt een jub^ mis gecelebreerd en deze zal opj^ luisterd worden door het wereldb roemd koor Cantate Domino onder leiding staat van de Wanzeelse onderpastoor Ghijs. dien is er een akademische zittii waarop de geschiedenis van school zal toegelicht worden en koppeld aan de opening van e^e, t tentoonstelling. Deze staat ijon(j teraard in verband met het voorbLej schoolleven te Wanzele, een retr^r0| spektieve van schoolaktiviteit^n n met foto's, oude schriften, boekejerjr handwerkjes en andere voorwerp^ure die herinneringen opwekken bij ^nh ex-leerlingen. Hierbij doet me vooral een oproep aan de oudlea lingen van boven de vijftig jaar dfs he misschien zelf voor vele kommet'et r taar kunnen zorgen. Voor deze splan ciale gelegenheid wordt tevens eJan gedenkplaat onthuld en zal n°g boek van Bert en Edwin Melckpka] beeck aan het publiek en de genBstn digden voorgesteld worden. M^a"k besluit de eerste dag met een diatfaan portage. Op zondag 7 juni orgaitfoef seert de school een waar volksfecP" e met medewerking van de Wanzele se reuzen en hun gevolg die vo*cd I deze heuglijke gelegenheid ntfjia eens in het openbaar zullen vtfet schijnen. De viering van het eeu£r feest van de Wanzeelse dorpsschol" zal zeker een hoogtepunt vormen PrPf de annalen van dc school. r n'"e loch juic Rond Sinksen kan men in de Dom lokk Keulen wandtapijten bewonderen w<s,er|( voor Pieter Pauwel Rubens de lekenini leverde. Bij die gelegenheid wordt er /«laar Domkiosk ook een werkje verkocht wua de geschiedenis van deze tapijten te /dnmii slaat.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Voorpost | 1992 | | pagina 2