St.-Martinuskerkvan Lede
krijgt restauratiebeurt
Wanneer regelt
milieuraad aanplanting
bomen in Erpe-Mere?
Eeuwfeest bij
Wanzeelse dorpsschool
8 - 12.6.1992 - De Voorpost
Waar de meeste kerken in de dekenij van Lede - en ook elders - uit de 19e
eeuw dateren, kan de kerk van Lede op een meer respectabele ouderdom
terugblikken ondanks ze niet de eerste was die op deze plaats neergezet
werd. Ook in vroeger eeuwen werd er gerestaureerd en zelfs herbouwd
waarbij we herinneren aan deze die in 1581 in puin gelegd werd. Ook toen
waren er met de herstellingen of de nieuwbouw enorme bedragen mee
gemoeid zodat het logisch is dat ook de huidige restauratie een aanzienlijk
bedrag vereist.
De heropbouw op het einde van de
16e eeuw nam enkele decennia in
beslag, vooral omdat men intussen
meermaals verbouwingen uitvoer
de. Zo werd in 1652 besloten om het
hoogkoor te vergroten en acht jaar
later bouwde men een nieuwe sa-
kristie die een goede eeuw later af
gebroken werd en samen met twee
zijbeuken zou heropgericht wor
den. In 1872-73 ging men eens te
meer over tot het vergroten van de
kerk, dit op een ogenblik dat andere
parochies een volledige nieuwbouw
voor hun rekening moesten nemen.
Toen reeds moesten het gemeente
bestuur en de provincie een toelage
verstrekken voor het metsen van
een nieuwe voorgevel en het stellen
van de huidige torenspits. Dichter
bij ons, in 1930 onder het herder
schap van pastoor A. de Muynck,
herstelde men het kerkinterieur in
zijn oorspronkelijke toestand.
Noodzaak
Alhoewel het nog niet de bedoeling
was om uitgebreide herstellings
werken te laten uitvoeren aan de
Sint-Martinuskerk van Lede is het
na de voorjaarsstormen van de
laatste jaren een zedelijke en prak
tische verplichting geworden. De
Leedse kerk werd hierbij zwaar ge
teisterd en het traditionele oplap-
werk zou een pleister op een houten
been betekenen.
Dus besloot de kerkraad om de
plannen ruimer te zien en definitief
tot een grondige opknapbeurt over
te gaan. Het is noodzakelijk dat zo
wel binnen als buiten de kerk talrij
ke zaken moeten vernieuwd wor
den.
De kosten zullen gedeeld worden
tussen de staat die zestig procent
toelagen verstrekt, de provincie die
er twintig procent bijlegt en de ge
meente Lede die de overige twintig
procent moet bijpassen. De aanbe
steding gebeurde op 27 mei en de
laagste bieder was de firma Van
Looy uit Herselt met 23,4 miljoen
frank (excl. BTW). Dit bedrag is
ruim vijf procent hoger dan de ra
ming zodat de werken hoogstwaar
schijnlijk aan deze firma zullen toe
gewezen worden.
Twee fasen
Om de kosten te spreiden worden
In de raadzitting deed raadslid Carlos De Brouwer een voorstel om een
reglement goed te keuren tot het betoelagen van hagen, houtkanten,
bomenrijen, knotbomen en boomgaarden. Hiermee wil hij het aanplanten
van groenelementen aanmoedigen op het grondgebied van Erpe-Mere en
tegemoet komen aan bepaalde facetten van het reeds in de raad goedge
keurde milieuconvenant. Het moet daarenboven de «kaalslag van canada
bomen en andere streekeigen soorten» tegengaan en het is daarnaast een
poging om de vroegere waardevolle en kenschetsende landschapselemen
ten voor verdere afbouw te vrijwaren.
Als verdere motivatie stipte hij aan
dat tegenwoordig de hagen en hout
kanten moeten plaats ruimen voor
onpersoonlijke afsluitingen: «Rijen
knotbomen werden omgehakt, hol
le wegen en drinkpoelen werden
dichtgegooid en wegbermen wer
den doodgespoten». Raadslid De
Brouwer kloeg tevens het feit aan
dat rooipremies sinds 1970 toege
kend, de grote aanleiding geweest
zijn tot het verdwijnen van meerde
re boomgaarden in de streek, die
«in de beste gevallen door laagstam
vervangen werden».
Funktie
Het kan niet ontkend worden dat
alle groenaanplantingen een wel
bepaalde funktie vervullen in ons
ecologisch systeem. In het land
schap dienen de hagen en houtkan
ten als windscherm en in de water
huishouding zijn ze zeer belangrijk
voor de drainering van drassige
gronden. Daarnaast is het duidelijk
gebleken dat bomenrijen en boom
gaarden een ecosysteem zijn met
eigen, vaak zeer gevarieerde fauna
en flora: «Door het efficiënt her-
aanplanten van streekeigen soorten
die aangepast zijn aan onze plaatse
lijke grondsoorten en bodemvoch
tigheid zullen we terug de natuurlij
ke verscheidenheid invoeren die
een noodzakelijke schakel is tot be
houd van ons biologisch erfgoed».
Het is echter niet gelijk wat men wil
aanplanten en daarom werd een
lijst opgemaakt van alle loofboom
soorten die in aanmerking komen
om te subsidiëren.
Voorwaarden
Ze moeten niet alleen op de lijst
voorkomen maar hagen en hout
kanten moeten een minimum leng
te van tien meter hebben. Bomen
rijen moeten uit minstens tien ek-
semplaren bestaan en de aanplan
tingen moeten uitgevoerd worden
volgens de algemene voorschriften
van de wet en de gebruiken.
Toelagen
De subsidies kunnen enkel toege
staan worden voor plantsoen mits
voorlegging van een faktuur.
Raadslid De Brouwer gaf hierbij de
gangbare normen voor de bedragen
die toegekend worden. Zo ontvangt
men eventueel 15 fr. per stuk bos
plantsoen, voor haagplanten en
heesters. Voor hoogstammige
boomsoorten, met uitzondcringvan
canadapopulieren, bedraagt de toe
lage 200 fr. De aanvrager kan maxi
mum genieten van een bedrag van
5.000 fr. per dienstjaar.
Hierbij wordt echter gesteld dat het
plantsoen een bepaalde hoogte of
dikte heeft en ze moegen gezond
zijn en in Erpe-Mere staan.
In zijn antwoord stelde schepen
P.E. dat het voorstel van De Brou
wer hem niet onbekend is en begrip
heeft voor zijn inzet. Hij voegde er
echter aan toe:
«Bij het overlopen van de voorge
stelde loofboomsoorten, zijn er een
paar bij die zeker als de pest moeten
worden geweerd. Ik noem U de
meest gevaarlijke en dat is de cra-
teagus monogyna of eenstijlige mei
doorn. Deze struik is schadelijk
voor fruit en rozen wanneer hij
bloeit. Verder staan er enkele bij
die alleen voor de meer begoeden te
koop zijn. Wat de fruitbomen be
treft: de dag van vandaag worden
geen hoogstambomen meer ge
plant, omdat ze niet meer gegrift
worden. Kwekers beweren dat de
interesse weg is om reden dat er
vooreerst in hoge bomen niet meer
geplukt wordt. Men schakelde 20
jaar geleden over naar halfhoog-
stam. De laagstam kende geduren
de jaren een enorm sukses. Niet
alleen omdat snoeien en dergelijke
heel wat minder om het lijf heeft,
maar ook omdat de produktie heel
wat hoger lag.
Hoog- en soms halfhoogstam, zelfs
al zijn zij op de wettelijke afstand
geplaatst, zorgen voor heel wat
moeilijkheden. Overhangende tak
ken, afnemen van licht en zon. De
problemen zijn legio.
Wat de knotbomen betreft, hoe
mooi ze ook zijn, zitten wij met het
zelfde probleem. Bij de Erpe-Mere-
naar zal zeker uw voorstel niet in
goede aarde vallen.
Aangelanden zullen klagen over
verminderde kweek van groenten of
veldvruchten zoveel is duidelijk.
En tenslotte uw lijnvormige groene
lementen. Iedereen wil wat, heeft
zijn huisje en zijn tuintje. Het plan
ten van hagen en dergelijke brengt
opnieuw heel wat werk mee. Al ooit
een tuin gehad naast een haag?
Dan weet je dat over de ganse leng
te en dit zeker over een breedte van
1 meter er niets te kweken valt.
Ik ben niet alleen te rade geweest bij
boomkwekers maar ook gaan luiste
ren bij de mensen. Zo reed ik voor
bij het huis van Mijnheer De brou
wer en stelde vast dat de haag die er
staat niet op de lijst staat vermeld,
dat in de omgeving van de Egem-
straat het niet hoogstammige bo
men maar halfhoogstammen zijn.
Het is dus weerom: luister naar mijn
woorden. Zie niet naar mijn daden.
Volgende raadszitting kom ik met
een voorstel voorde dag, waarvan ik
hoop dat de hele raad dit zal goed
keuren.
Namelijk een waarborgsom te stor
ten voor bomen die worden gekapt
waar moet heraangeplant worden.
Tot de dag van vandaag immers
geeft Water en Bossen advies inza
ke kappingen. In dat advies wordt
heraanplanting verplicht gesteld,
maar zeer weinigen geven hieraan
gevolg. Ik denk dat wij daar een
goeie daad kunnen stellen met het
behoud van groen, waar dit vereist
is.
Verder meen ik dat met behulp van
de Hogere Overheid, openbaar
groen, moet gekreërd worden.
Daartoe nam ik reeds initiatieven
ondermeer voor wat het Blauwbos
betreft. Tenslotte wil ik de collega
ook mededelen dat ik sedert vorig
jaar een initiatief nam om meer bo
men aan te planten. Voor het ogen
blik staan zeker meer dan duizend
populieren te groeien. Volgend jaar
kent de gemeente haar eerste
boomplantaktie. Een actie waarbij
alle scholen zullen worden betrok
ken en waarvan ik hoop dat dit de
eerste stap zal zijn in de goede rich
ting. Dit alles zal dan gebeuren zon
der kosten, het zal niet alleen een
verfraaiing zijn voor de gemeente
maar ook een wenk aan de bevol
king om iets te doen».
Dit uitgesponnen antwoord was
weinig bevredigend voor raadslid
De Brouwer die de leefmilieusche
pen er op wees sommige zaken te
vermengen en dat het de bedoeling
is om zich tot de burger te richten en
ze aan te moedigen om groen aan te
planten.
Op de verdediging van de schepen
dat dit meer geld zal kosten aan de
gemeente en men de burgers niet
nog meer mag belasten, antwoord
de De Brouwer dat dit niet het geval
is, want de overheid subsidieert der
gelijke akties. Voor de gemeente
betekent het dus maar een zeer
klein bedrag en 'het is zeker hier
niet dat we moeten saneren'.
Burgemeester De Langhc stelde
dat men de diskussie moet voeren in
de milieuraad. Waarmee de Brou
wer onmiddellijk akkoord ging,
maar toch vond zijn partijgenoot J.
De Vuyst dat 'de schepen niet de
juiste plaats bekleedde'. Hij nodig
de hem uit om in verschillende dor
pen te gaan kijken naar wat men
daar gerealizeerd heeft. Hij drong
er verder nog op aan om in deze
kwestie vooral positief samen te
werken in de milieuraad. (JV)
de werken over twee fasen ver
deeld. Men begint met het herstel
van de buitenkant van de dekanale
kerk omdat dit het meest dringend
beschouwd wordt. Tot de eerste fa
se behoren het restaureren van de
daken, dit zowel van de toren als
van de kerk, het vernieuwen van de
leien, slabben, nokken e.a.; de los
zittende stenen en deze die sterk
geërodeerd zijn - vooral in de voor
gevel - worden vervangen. Intussen
zijn er reeds vroeger dringende her
stellingswerken uitgevoerd op
plaatsen waar stenen een gevaar be
tekenden voor de kerkgangers en
heeft men op verschillende plaatsen
de waterdoorsijpeling geweerd.
Als bijzonderste werken heeft men
in het lastenboek voor fase 2 o.a.
opgenomen metselwerken aan de
natuursteen, dak- en timmerwerken
zoals het vervangen van het schalie
berd en timmerwerken aan de to
ren; naast loodwerken staan ook
werken in het lastenboek om in ko
per uitgevoerd te worden wegens de
grotere duurzaamheid. Zelfs het
dak van de sakristie krijgt een flinke
opknapbeurt. Aan de buitenmuren
zal de witte natuurzandsteen her
steld worden waar het nodig is en
desgevallend met een conserveer
middel behandeld worden.
Ook de spuwers, consoles en pina
kels krijgen een restauratiebeurt.
Naast rioleringswerken worden er
tevens werken uitgevoerd aan de
betonverankeringen en de afraste
ring van de toren.
Tot het herstellen van alle elemen
ten in ijzer behoren uiteraard het
torenkruis met daarbij een nazicht
van de haan en de bijhorende bol.
Kerkinterieur
De restauratie van het kerkinte
rieur zal bij een tweede fase ge
schieden. Men was van plan het pla
fond te herpleisteren maar hiero
mtrent is diskussie gerezen zodat er
nog geen zekerheid bestaat over dit
punt. Het is nl. zo dat de dienst voor
Monumenten en Landschappen
opteerde voor het herbepleisteren
van de zoldering maar zowel de
kerkfabriek van Lede als het ge
meentebestuur waren een andere
mening toegedaan. Het plafond was
vroeger wel bepleisterd maar oor
spronkelijk zou dit niet het geval
geweest zijn en was het in ruwe
Lede. De Sint-Martinuskerk wacht reeds enkele tijd op restauratie. Die kom
toch nog vroeger dan verwacht (jv)
steen afgewerkt, vrij rudimentair af
gewerkt trouwens als we lokale in
gewijden mogen geloven. Dit zijn
echter zorgen voor later en thans
wordt de belangstelling toegespitst
op de eerste fase die alle aandacht
opeist.
Vóór 1994
De restauratie was voorlopig ge
pland om er in 1994 mee te begin
nen maar voor één keer tegen de
logica in, zou men zeker in het begin
van volgend jaar al kunnen starten
met de werkzaamheden. Er wordt
gezegd dat dit door toedoen van de
Leedse PW. Volgens de nieuw ver
kozen voorzitter van de plaatselijke
afdeling hebben zijn mensen stap
pen ondernomen bij Jan Eemanuii
Denderleeuw, senator en medewer
ker van L. Waltniel. Deze laatste
zou akkoord gaan om vroeger dan
voorzien een toelage te geven voor
de restauratiewerken aan de Sar-
Martinuskerk en dit betekent®:
het dossier vrij vlug kan afgewdb
worden. Ook in de gemeenteraad
de herstelling van de kerk al een
paar keer op dc agcoda verschtoMv
zodat ook de voorbereiding vlot!
verloopt. Men kan dus verwachten!
dat de kerk van Lede, een geklas-i
seerd monument, voor verder vi
val zal behoed worden en men
heel wat vlugger in de steigers
zien dan verwacht of zelfs verhooj
J.
Alhoewel men de viering van het
honderdjarig bestaan reeds bij het
begin van het schooljaar ingezet
heeft, bereikte men het hoogtepunt
tijdens het Pinksterweekend dat in
gezet werd met een jubileummis die
opgeluisterd werd door het be
roemd koor"Cantate Domino" on
der leiding van F.H. Geys die trou
wens in Wanzele medepastoor ge
weest is in het begin van zijn pries
terschap.
De akademische zitting stond uiter
aard in het teken van honderd jaar
schoolhistoriek waarvoor trouwens
een gedenkboekje uitgegeven werd
dat uit vier delen bestaat. De sa
mensteller Bert Melckenbeek heeft
het in de eerste plaats over het ont
staan van de school dat hij in de
sociaal-ekonomische situatie van
toen plaatst. Daarbij heeft hij het
over de stichting door de Zusters
Maricollen met een doortrekking
naar het onderwijs van de 19de
eeuw.
De oprichting van de school te
Wanzele is vooral te danken aan de
initiatiefnemer pastoor Vael en er
waren enkele voorwaarden aan ver
bonden die men in de geest van de
tijd strikt moest naleven. In een
tweede deel van deze lijvige brochu
re - die in boek is - worden de eer
ste decennia van de school voorge
steld met de vestiging en de verdere
uitbouw. Een volgende gedeelte be
slaat de periode tussen de twee we
reldoorlogen om te komen tot een
meer moderne aanpak, met de stro
ming mee. Nadat hij het leven om
en rond de school beschreven heeft,
besluit de auteur met een perso
neelslast.
Het programma bood aan de geno
digden een waaier van aktiviteitcn
want na het akademisch gedeelte op
het spreekgestoelte werd een foto
tentoonstelling geopend waarin
elke Wanzelenaar zich moest her
kennen. Het zijn oude foto's die
menige anekdoten in herinnering
brachten en aanleiding waren tot
een uitgesponnen gesprek uit de tijd
van toen en waarbij velen zichzelf
zagen, maar dan zovele jaren terug.
Hierbij werd gemijmerd maar te
vens verteld over die of die, over
mensen die er thans niet meer zijn,
over alle soorten dingen die het
jeugdige schoolleven bepaald heb
ben, over mensen die als het ware
van de Wanzeelse aardbol verdwe
nen zijn en over anderen wat zij
geworden zijn of waar zij verzeild
raakten. Foto's brengen zoveel fa
cetten van het leven in herinnering
dat voor de bezoeker een onuitput
telijke bron van diskussie werd.
In feite kon men in de Gemengde
Vrije Basisschool van Wanzele een
dubbele tentoonstelling gaan bekij
ken want naast de foto's kon men er
tevens bladeren in oude schriften
en leerboeken of de handwerkjes
van vroeger dagen bewonderen.
Met deze tentoonstelling bracht
men de bezoeker meer dan een hal
ve eeuw terug in de tijd. De eerste
avond besloot met een diareportage
over het reilen en zeilen van de
school zelf waarbij nog maar eens
het geheugen opgefrist werd en uit
de gesprekken bleek dat er niet veel
nodig was om de steeds talrijker
wordende anekdoten te moeten
aanhoren.
Tussen de talrijke aktiviteitcn door
werd een gedenkplaat onthuld die
als blijvende herinnering aan het
eeuwfeest voortaan de gemengde
basisschool zal sieren.
Jubileumfeest
Het begon reeds vroeg met een mis
viering waarin het Wanzeelse kinc
centraal stond. Het kon moeilijk ars
ders want het betrof hier toch dt
viering van een school die uitslui
tend door kinderen bevolkt wordt.
In de voormiddag kon men er tt-
recht om de diamontage te bezichti
gen of de fototentoonstelling te be
zoeken met een ingericht klasje ui
het jaar 1930. Inde nanoen werd hei
gehele dorp bij de feestelijkhedci
betrokken met een optocht van <k
Wanzeelse reuzen die zelfs over eer
eigen gevolg beschikken. Zij wer
den vergezeld door de fanfart
"Eendracht maakt Macht" ur
Schellebelle. Al droegen de kinde
ren slogans dan waren die zeker nis
gericht tegen de regerende machtd
iets dergelijks. Alles verliep braaf
jes in het teken van een school die
zich kan beroemen op een ecu*
onderwijs aan de eigen dorpskind*
ren.
Op de speelplaats verzamelden df
reuzen na hun optocht en tussen dtl
talloze kinderen voerden zij vootj
zichtig hun dansen uit. De andetti
volksdansen hadden uiteraarij
meer charme en de volksspel»
zorgden voor de kinderpret. Het be
stuur had trouwens gezorgd dat hu:
school voor één weekend een speel
plaats was voor jong en oud maa:
vooral met de nadruk op het kind
want zij vonden er animatie die ze
tijdens de normale lesuren niet krij
gen. Met het optreden van volks
zangers uit de streek kreeg hei
volksfeest op school een ware apo
teose,
Jï