Restauratie en vernieuwing van Aalsterse station opnieuw vertraagd De Voorpost - 218.1992 - 3 i Aalst. Reeds in 1906 en de Het Aalsterse station staat bijna twee jaar grotendeels weggestoken achter een bouwwerfafsluiting. Van in september 1990 begeven de treinreizigers zich gelaten naar de Nijverheidsstraat waar de voorlopige lokettenzaal is ondergebracht. De buitengevel van het 'NMBS-kasteel' is reeds volledig opgefrist en hersteld, maar binnenin moet nog heel wat aanpassing gebeuren. Waar de spoorwegdirektie van het gewest noord-west de officiële heropening van het station had voorzien tegen eind oktober van dit jaar zal het toch nog wel duren tot begin volgend jaar vooraleer alles klaar is. De werken buitenaan het Aalsterse station zijn zo goed als beëindigd. De bakstenen gevel is gezandstraald, heropgevoegd en opgeknapt met nieuwe stenen waar de oorspronkelijke te zeer waren aangevreten. als een enig eksemplaar in onze spoorweggeschiedenis. Toen op 26 augustus 1975 een aan vang tot slopen en nieuwbouw werd ingediend, omdat het in slechte staat vertoefde en geen moderne rationele uitbating meer toeliet, werd ervan verschillende zijden ge reageerd, onder meer door de Aal sterse Jezuïet Kam. Heireman. Een Koninklijk Besluit van 15 augustus '78 zorgde voor de bescherming van de gevels en de bedaking. Daardoor konden principieel alleen instand houding naar buiten toe worden uit gevoerd, waaronder de vernieuwing van de kantelen. De laatste twee jaar wordt de bin neninrichting ook aangepakt, zodat er meer veiligheid en accomodatie zal zijn. Architekt Jean-Pierre Cluysenaar J. Rousseau, sekretaris-generaal van de 'Commission Royale des Monuments' betitelt het station in 1881 als het belangrijkste specimen van de maatschappij 'Dendre et Waes', een gebouw waarin de archi tekt een zeer eigentijds en eigen kenmerkende stijl aan de stations van de maatschappij gaf. Jean-Pierre Cluysenaar, geboren te Kampen (Ned.) 23.3.1811 was een zoon uit een Tiroolse ingenieursfa milie Clausener. Hij verbleef sinds zijn zesde jaar te Brussel, waar hij later studeert voor architekt aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten. Hij loopt nadien stage bij de ontwerper van de koninklijke pa- In 1852 plant hij het station met in de voorgevel de arcadengalerij met daarachter het ontvangstgebouw met wachtzalen, bagage- en dienst ruimte. Links ervan het octrooige bouwtje en rechts de politiewacht. Links verderop de nu verdwenen goederen- en rijtuigenloods. Tus sen 1853 en 1854 werden de werken uitgevoerd zodat op 1.1.1855 de ruwbouw klaar was. Dit vermoeden wij uit de wenskaart van de harmo nie 'Al groeiend, bloeiend' en gete kend door de Aalsterse graficus J. Vandenbossche. Het gebouw werd reeds gebruikt voor de inhuldiging op 6.7.1856. In 1890 worden de bijgebouwtjes merkelijk vergroot. Links de toilet ten (welke nu herbouwd worden) en rechts dienstgebouw. Binnenin het hoofdgebouw worden wijzigin gen aangebracht en de toren benut. Een luifel aan de perronzijde spoor 1 wordt aangebracht. Tussen 1906 en volgende jaren wordt in het vooruitzicht van de we reldtentoonstelling te Gent in 1913 het spoorwegtracé verbeterd en de perrons op een verhoogde berm ge legd. Er komen schutdaken met schuilplaatsen en later het over bruggende seinhuis boven de spo ren 2 en 3. Tussen 1906 en 1907 werden de ge bouwen voor colli's gezet, waarin achteraf nog het postkantoor Aalst 2 gevestigd was in de Nijverheids straat. Ook het stoomlokomotie- vendepot kreeg nadien gestalte aan Aalst. Het gebouw krijgt zijn status van weleer terug (a) Aalst. De buitengevel van het station werd gezandstraald en hersteld in de oorspronkelijke staat (a) De vertraging van de herstellings- en herinrichtingswerken aan het station, hebben te maken met wat zich achter de gevel afspeelt. Er werd uiteindelijk besloten een nieuw apparaat te plaatsen voor de aflevering van tickets. Die machines nemen meer plaats in dan verwacht. De twee kleine zijgebouwen, die ar- chitekturaal belangrijk zijn, werden ook volledig hersteld. De restaura tie van de onderdoorgangen, trap pen, perrons en luifels gebeurde ook veel later dan eerst gepland. Het dossier diende immers nog aan gevuld met bijkomende werken aan de fietsenstalling tussen het dienst gebouw en de te herstellen steun- muur. Deze werken kennen een la tere aanvangsdatum. Het uitzicht langs het stationsplein blijft onge wijzigd, maar de hele binneninde ling wordt nagenoeg volledig door- heengehaspeld. Spoorwegkasteel Het Aalsterse station oogt uiterlijk als een middeleeuws aandoend ka steel en komt bij de meeste bezoe kers als een oud aftands gebouw over, dat niet meer past bij een mo derne spoorweg, waar alles op effi ciëntie stoelt. En toch dient onder streept, dat het complex reeds 135 jaar dienst deed en in de topdagen door 20.000 reizenden werd aange daan. Pas enkele jaren terug is men /4ajs[ Nauwgezet wordt alles met zorg nagekeken en vernieuwd waar nodig (a het station beginnen te evalueren dc Dcndcrstraat. Hiervan zijn al leen nog de kantoren overgebleven, waarin nog een tijd het handels agentschap was ondergebracht. In 1925 en 1926 werd aan het hoofd gebouw de daken verzinkt en nieu we ramen en deuren geplaatst sa men met de herinrichting van de lokettenzaal. De krantenkiosk zou uit 1929 dateren samen met de eer ste 'buvette' en de buitenhekkens. In 1950 werden 33 m schutdaken op de perrons gesloopt. Bij de voorbereidende werken voor de elektrifikatie in 1954 werd het brugseinhuis omwille van de boven leidingen afgebroken en vervangen door een modern 'all relais' installa tie aan de Denderstraat. De drank zaal kreeg een netter uitzicht rond 1958. Maar elke winter ronkt nog de grote 'kadee' (kachel) in de wacht zaal als een blijvende getuige van weleer, merk 'Etat Beige'. Die nieuwe ligging, aansluitend op de perrons is voor de exploitant een stuk interessanter. Er komt dan ook een zaak met meer klasse. Men zal er, behalve drank, ook kleine snacks kunnen krijgen. De wachtzaal wordt ingericht met zitjes in kunst stof en er wordt ook aandacht be steed aan groene aksenten, met plantenbakken. In de toren bijvoor beeld komt, zichtbaar van op de grond, een binnentuintje. Er is ook extra aandacht voor het komfort van de reizigers. In de wachtzaal komen de klassieke 'gele tabellen', een monitor met de ver trekkende treinen en een luidspre ker. Voorlopig verwacht de NMBS echter veel van de grotere bereik baarheid van de loketbedienden door het nieuwe geautomatiseerde systeem dat hun wat meer de han den vrij geeft. In de wachtzaal ko men ook kluizen waarin reizigers bagage kwijt kunnen. Het vernieuw de gebouw wordt volledig ver warmd via de vloer. Ook buiten gebeuren er belangrijke herschikkingen. Op de plaats van de toiletten, links aan de ingang van de voetgangerstunnel, komt een kran tenwinkeltje. Dat zal de plaats inne men van de vroegere kiosk die zich pal voor de hoofdingang bevond. De nieuwe toiletten worden onder gebracht in het paviljoen rechts van het eigenlijke station. Voor het lin- kcrpaviljoentje bestaat nog geen bestemming. Naar men zegt zou De Lijn belangstelling hebben om er een infostand en een ticket-ver kooppunt in onder te brengen. Dit is echter nog niet helemaal zeker. De werken aan het Aalsterse sta tion vormen de eerste faze in de vernieuwing van de totale infra- struktuur. In de tweede faze komen de perrons aan de beurt, de over kappingen, de trappen, de voet gangerstunnel en de bekleding van de bogen waarop, sinds de wereld tentoonstelling van 1906-1907, de sporen liggen. De aanvang van die werken werden verleden jaar voor zichtig geschat voor het einde van 1993. Ondanks de klassering van het sta tion als beschermd monument, zijn de Spoorwegen er niet in geslaagd een bouwpremie te versieren, zoals oorspronkelijk gehoopt. De ver plichting tot het restaureren komt wel van de overheid, maar deze heeft daar zelf geen financiële kon- klusies uit getrokken. P.H. Aalst. Met dagelijkse zorg wordt alles netjes klaargemaakt om de treinreizigers het zo aangenaam mogelijk te maken (a) Vernieuwde aanpak De hoofdingang in het midden van het station blijft. De grote ruimte onder de toren wordt de wachtzaal. De oorspronkelijke twee verdiepin gen werden tot één grote ruimte getransformeerd die heel wat meer licht ontvangt door de gekoppelde rondboogvensters van de twee bouwlagen samen. Het blijft een - voor Aalst - bescheiden station, maar de vernieuwde optische in druk verleent het gebouw meteen andere dimensies. Waar zich vroe ger de wachtzaal met Leuvense stoof en het aftandse buffet bevon den, komt de nieuwe lokettenzaal met erachter nog administratieve ruimten. Een nieuw buffet komt links van de wachtzaal, op de plaats waar zich vroeger de bewaakte fiets- Aalst. De restauratie van de trappen behoort tot de tweede faze (a) stalling bevond. wereldtentoonstelling in Gent in 1913 het spoorwegtracé verbeterd en de perrons op een verhoogde berm gebracht (a) leizen Suys. Hij huwt in 1830 en verwerft de Belgische nationaliteit. Vanaf 1840 publiceert hij veelal zijn plans in boekvorm. Te Brussel ont werpt hij de Galeries St.-Hubert, waarvoor hij in de Leopoldsorde wordt opgenomen. Hij weet de ur banisatie rond de Congreskolom zo te regelen dat het uitzicht op de oude stad bewaard bleef. Vanaf 1850 werkt hij voor 'Dendre et Waes' spoorweg en aan meerdere private projekten te Brussel en randgemeenten. Omwille van zijn deskundigheid en inzicht bekleedt hij tal van ambten en wordt erelid van architectenver enigingen te Londen en Amster dam. Tenslotte wordt hij tot onder voorzitter verkozen van de 'Com mission Royale des Monuments'. Het oorspronkelijke stationskompleks

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Voorpost | 1992 | | pagina 3