Tewerkstellingsinitiatieven regio Aalst
SHOP
TIRA wil openbaar vervoer stimuleren
in het arrondissement Aalst
en stelt strategisch plan op
i 7 s
10 - 28.8.1992 - De Voorpost
tè\
Begin deze maand werden door het Tewerkstellingsinitiatief Regio Aalst
(TIRA), na anderhalfjaar werken, tijdens een perskonferentie de eerste
aanbevelingen geformuleerd. In het kader van de besprekingen werd vrij
snel vastgesteld, dat de problematiek van de tewerkstelling, onmogelijk los
kan gezien worden van verschillende andere vraagstukken op sociaal,
toeristische, cultureel en infrastructureel vlak. De analyse van de werk-
Ioosheidsprobiematiek heeft geleerd dat de werkloosheid alleen maar een
indicator is voor een reeks van tekorten of mistoestanden, op deze diverse
terreinen die samen de «totaal ontwikkeling» van een streek bepalen.
De Bestendige Deputatie van de de respektievelijke stadsbesturen
Provincie Oost-Vlaanderen nam in en na plenair overleg, werden vanaf
het voorjaar van 1988 het initiatief 22 januari 1991 ook Geraardsber-
om aktiegerichte projekten tot sti- gen en Zottegem bij TIRA inge-
mulering van de tewerkstelling te deeld, daar waar deze steden voor
ontwikkelen. dien bij TIVA waren aangesloten.
De Ekonomische Raad voor Oost- In de eerste plaats werd in een over-
Vlaanderen die door de Bestendige legstructuur, het forum samenge-
Deputatie belast werd met de orga- steld waar de personen, groepen of
nisatie, de koördinatie en de logi- instellingen, betrokken bij de diver-
stieke ondersteuning van deze pro- se facetten van de streekontwikke-
jekten, bakende in de provincie ze- ling in geëngageerd zijn. Het is het
ven zones af om de aktie opgang te beslissingswijzen van TIRA.
brengen. De kern van de hele aan- In themacellen gebeurt de echte
pak was het werken aan de eigen werking aan de basis. Deze thema-
problemen, door eigen mensen van cellen zijn onderwerpsgebonden en
binnen in de streek. belangstellingsgericht samenge-
Zo ging op 30 september 1988, TIM steld. Dit betekent dat op grond van
het Tewerkstellingsinitiatief bij de leden van de Overlegstruc-
Meetjesland - als pilootprojekt van tuur ingewonnen informatie om-
start. Op 24 mei 1989 werd TIVA, trent de meest essentiële proble-
het tewerkstellingsinitiatief Vlaam- men, de thema's gekozen worden,
se Ardennen, boven de doopvont waarrond de werking gebeurde,
gebonden. Er werd ook een werkgroep ge-
Op 10 december 1990 was het de creëerd die de besluiten en aanbe-
beurt aan de regio Aalst die de ge- velingen voor de themacellen bun
meenten Aalst, Denderleeuw, Er- delten onderzocht op hun konkrete
pe-Mere, Haaltert, Herzele, Lede, haalbaarheeid en deze voordraagt
Ninove en Sint-Lievens-Houtem aan de Overlegstructuur,
omvat. Het project werd Tewerk
stellingsinitiatief Regio Aalst, kort- Demografische toestand
weg TIRA, genoemd. Op vraag van De regio Aalst, met de 10 gemeen
ten Aalst, Denderleeuw, Erpe-Me-
re, Geraardsbergen, Haaltert, Her
zele, Lede, Ninove, Sint-Lievens-
Houtem ?n Zottegem, telde per 1
januari 1991, ongeveer 260.000 in
woners. Tussen 1980 en 1991 kende
de regio een langzame ontvolking,
en dit terwijl de totale Oostvlaamse
bevolking in dezelfde periode lich
tjes toenam.
De gestage bevolkingsdaling is in
hoofdzaak te wijten aan een nega
tief migratiesaldo; elk jaar zijn er
meer personen die de streek verla
ten dan er komen wonen. Vooral in
Aalst, Denderleeuw en Zottegem,
drie dicht bevolkte gemeenten, is er
een belangrijk uitwijkingsover
schot. De werknemers pendelen
meer en meer met eigen mensen en
hoeven dus niet meer per se in de
buurt van bijvoorbeeld een spoor
wegknooppunt te wonen. Vooral
jonge gezinnen trekken weg naar
minder dicht bevolkte randgemeen
ten wat de veroudering van de be
volking in de grote centra in de hand
werkt.
Door de themacellen binnen het
TIRA werd dan ook een studie ge
maakt van de infrastructuur en de
mobiliteit in de streek, de ruimtelij
ke ordening, huisvestiging, milieu
en natuur, onderwijs, vorming en
cultuur en problematiek van Wel
zijn en Dienstverlening. Zij stelden
ook een reeks aanbevelingen op die
ter bespreking en ter goedkeuring
naar de Werkgroep en de Overleg-
strucktuur werden doorgestuurd.
Daarnaast werd een lijst van priori
tair te realiseren aanbevelingen op
gesteld. Dit gebeurde in mei en juni
1992.
Ekonomische groeipool
De regio Aalst is, na het Gentse,
steeds de tweede belangrijkste eko
nomische groeipool van Oost-
Vlaanderen geweest, dit zowel wat
industriële activiteiten als wat de
tertaiaire sector betreft.
In de naoorlogse periode, en dit tot
in de jaren '60, kende de streek van
Aalst op demografisch gebied een
vestigingsoverschot. De tewerkstel
lingvan deze bijkomende bevolking
was echter voor een belangrijk deel
gekoncentreerd in attraktiecentra
buiten de provincie, met name
Brussel en, in beperktere mate, de
steenkoolmijnen en de metaalnij
verheid van Henegouwen.
Door het systeem van het sociale
spoorabonnement werd vooral
Brussel een geduchte konkurrent in
het aantrekken van werknemers.
Daardoor werd het zuidelijk ge
deelte van deze streek een zone van
in hoofdzaak slaapgemeenten van
pendelaars. Moeilijkheden voor de
lokale industrie konden dan ook
niet uitblijven. De textiel- en kon-
fektiebedrijven, met hun relatief la
ge lonen, konden niet optornen te
gen de overweldigende zuigkracht
van de Brusselse agglomeratie.
Tussen 1950 en 1970 vertoont de
industriële tewerkstelling in de re
gio Aalst een sterk negatieve trend:
van 45.000 naar 35.000 werknemers,
een daling met bijna een vierde.
Themacel «Infrastructuur en Mobiliteit»
Onlangs maakte de temacel «Infra
structuur en Mobiliteit» van het te
werkstellingsinitiatief Regio Aalst
(TIRA) haar aktieplan bekend om
het openbaar vervoer te stimuleren.
Zij stelde dan ook een strategisch
plan op voor het arrondissement
Aalst. De service van het openbaar
vervoer moet volgens hun verbete
ren, Geraardsbergen moet een be
tere verbinding met de hoofdstad
krijgen en aan stations en bushaltes
moeten parkeerterreinen en fiets-
stallingen komen. De veiligheid van
fietsers en voetgangers moet ver
hoogd worden.
Na de oprichting van TIRA in de
cember 1990 werden vier themacel
len gevormd die de door de leden
prioritair gestelde materies behan
delden in een reeks vergaderingen
waaraan op vrijwillige basis werd
deelgenomen door vertegenwoor
digers van de publieke sector (o.m.
parlementaire, gedeputeerde, pro
vincieraadsleden, afgevaardigden
van de gemeentebesturen en
OCMW's en van de politieke par
tijen), van de privé-sektor (verte
genwoordigers van de werkgevers,
de werknemersorganisaties, de pro
fessionele en interprofessionele or
ganisaties, het onderwijs, de non-
profitsektor, de sektor gehandicap
tenzorg en de financiële instellin
gen) en van de bij de materie be
trokken instellingen (sociale huis
vestingsmaatschappijen, RISO,
Handelskamer, Kamer voor Am
bachten en neringen, ILVA, Ral
des, Gewestelijke VW, VDAB en
GOMOV). Dé Economische Raad
van Oost-Vlaanderen (EROV) was
door de Bestendige Deputatie be
last met de initiatie, koördinatie en
logistieke ondersteuning van deTI-
RA-werking.
Op 18 juni jl. heeft de Overlegstruc
tuur van TIRA (Tewerkstellingsini
tiatief Regio Aalst), in een vergade
ring die onder het voorzitterschap
van de heer Gedeputeerde Roger
Koolbrant plaatsvond in het Stad
huis van Aalst, een eerste reeks
«aanbevelingen» voor de sociaal-
ekonomische ontwikkeling van de
regio goedgekeurd. Na zowat an
derhalf jaar werking in Themacel
len presenteert TIRA aldus een
bundel voorstellen welke nu in een
realisatiefase dienen te worden ge
bracht.
Ondervoorzitterschap van de heer
Ludwig Schack (ACV-Vormings-
medewerker) werd in een eerste
themacel de infrastructuur en mo
biliteit in de regio Aalst bestudeerd.
Het arrondissement Aalst is een be
langrijk pendelgebied. Ruim 13.600
personen pendelen binnen het ar
rondissement (bijna een derde van
het aantal personen dat werkt en
woont in het arrondissement). On
geveer 28.500 personen die in het
arrondissement wonen, werken bui
ten het arrondissement (voor ruim
twee derden in het arrondissement
Brussel, Halle, Vilvoorde). 13.300
personen wonen buiten het arron
dissement en werken in een bedrijf
in het Aalsterse.
Uit de gegevens van de Bond van
Trein-, Tram- en Busgebruikers
(BTTB) blijkt dat deze pendelver
plaatsing slechts voor een zeer be
perkt deel plaats vinden met het
openbaar vervoer (minder dan het
Belgische gemiddelde van 5%). Het
hoeft geen betoog dat hierdoor heel
wat verkeersproblemen ontstaan.
Volgens de themacel kan de stimu
lering van het openbaar vervoer het
best op drie niveau's gebeuren: de
gemeenten, de bedrijven en de pro
vincie. Er wordt vastgesteld dat de
meeste gemeenten geen visie heb
ben op de uitbouw van het open
baar vervoer. Recent werd dit
scherp geïllustreerd: geen enkele
Aalsterse gemeente heeft een pro
ject ingediend bij de Koning Boude-
wijstichting m.b.t. de stimulering
van het openbaar vervoer in eigen
gemeente. Vooral omtrent de bus
lijnen heeft de gemeente een nutti
ge en noodzakelijke informatie
streek.
De Lijn blijft bovendien op dit vlak
enorm in gebreke. Zo is er ook tot
nog toe binnen het arrondissement,
geen grondig onderzoek verricht,
maar het verband tussen werkgele
genheid en mobiliteit van de werk
nemers, daarbij lettend op gelijk
tijdigheid of spreiding van arbeid-
strijd. Hier kan verder gedacht wor
den aan de opmaak van een be-
drijfsvervoerplan om het aantal au
tokilometers te beperken. Het Pro
vinciebestuur kan algemeen stimu
lerend werken door de aanwerving
van een «streekkoördinator» en/of
financiële steun.
Treinverbindingen
Er dient dringend iets gedaan te
worden aan de ontoereikendheid
van de informatie vanwege «De
Lijn». Men moet echt moeite doen
om iets te weten te komen over één
of andere buslijn.
De aansluitingen bus/trein en voor
al trein/bus dienen beter verzorgd
te worden. Vaak voorkomende ver
tragingen op treinverbindingen van
Brussel naar het Aalsterse zorgen
er vaak voor dat pendelaars hun bus
missen en lang moeten wachten op
een volgende.
Aan stations en belangrijke bushal
tes dienen parkeerplaatsen en ze
ker fietsenstallingen voorzien te
worden.
Geraardsbergen heeft nood aan
een snellere verbinding met Brussel
(suggestie: een stoptrein haalt pas
sagiers op in de diverse stations en
sluit dan aan op een sneltrein).
De P-trein Aalst - Burst zou fre
quenter dienen te rijden en zou
moeten doorgetrokken worden tot
in Zottegem.
Opwijk en Londerzeel zouden moe
ten heropend worden als overstap
station (zodat de IR-treinen er weer
stoppen).
Busdiensten
Ook de busverbindingen werden
door de themacel van TIRA onder
ogen genomen.
De Stad Aalst heeft behoefte aan
een «city bus», die de woonzones
aan de ring verbindt met het cen
trum.
Herzele kampt met een te lage fre
quentie van de verbindingen.
IN Lede is het spoorwegstation niet
te bereiken met de bus. In Ninove is
er nood aan een betere aansluiting
van de lijnen Aalst-Geraardsbergen
en Ninove-Zottegem (d.m.v. de hal
te «Calvarie»).
De zone-indeling is allesbehalve
optimaal, zodat inwoners van voor
steden of deelgemeenten vaak rela
tief veel dienen te betalen voor een
rit naar het centrum.
De bussen rijden vaak niet meer na
20 u.
Er zijn te weinig ritten voorzien op
zaterdag en zondag.
Er zijn geen doorstromingsmoge
lijkheden voorzien in de stadsker
nen.
Fietsers en voetgangers
Ook het «zachte verkeer» (fietsers
en voetgangers) dient volgens TI
RA veiliger en aantrekkelijker ge
maakt worden. De regio Aalst is een
dicht bevolkt en vrij verstedelijkt
gebied. De lintbebouwing zorgt er
voor, dat, langs de rijks- en provin
ciewegen, een continue strook van
bebouwing ontstaat die slechts in-
geringe mate verschilt van de «ech
te» wettelijke afgebakkende be
bouwde kommen die aangeduid
worden met de gekende rechthoe
kige witte borden met zwarte op
druk.
Het voetpad bestaat er vaak uit een
met gras begroeide berm en het
fietspad bestaat er uit smalle stro
ken aan beide kanten van de weg,
enkel afgebakend door een onder
broken witte lijn. Dit terwijl auto's
er met een maximum snelheid van
90 km/per mogen rijden. In de be
bouwde kom ligt de maximale snel
heid nu op 50 km/u., maar ook hier
zijn overtredingen frequent. Zowel
voetgangers als fietsers kunnen zich
ook hier niet veilig verplaatsen. De
voetgangers hebben vaak af te reke
nen met smalle voetpaden - een mi
nimumbreedte van 1,5 m zou hier
de norm moeten zijn - en gevaarlij
ke oversteekplaatsen. De fietsers
hebben het moeilijk omdat ze zich
in de smallere dorpswegen zeer
dicht tegen de auto's moeten voort
bewegen.
TIRA pleit dan ook voor de herin
richting van de «doortochten» om
te zorgen voor bewegingsruimte
voor voetgangers en fietsers en een
snelheidsverlaging binnen de be
bouwde kom volgens de uitbouw
van de «zones-30». Verder ook een
verscherpen van het politietoezicht
op de snelheidslimieten op het ge
meentelijk grondgebied.
De principes van de voetgangers en
fietsersmobiliteit dienen vertaald te
worden naar de infrastructuur, dit
met aanduiding van concrete voor
beelden en eventuele mogelijkhe
den tot subsidiëring. Om de verwe-
zendlijking van dit alles te promo
ten en te begeleiden, zou er tenslot
te een permanente actiegroep
«zacht verkeer» dienen opgericht te
worden.
P.H.
Vooral de textielnijverheid kreeg
zware klappen: van iets minder dan
14.000 in 1947 bleven er amper
8.000 over in 1968.
Volgens het meest recente cijfer
materiaal, is de regio Aalst deze
zware recessie te boven gekomen.
Vooral een verregaande diversifi-
katie in de industriële aktiviteit
heeft de streek weer tot bloei ge
bracht. Nieuwe bedrijven werden
vooral aangetrokken door de zeer
gunstig gelegen bedrijventerreinen:
dichtbij de zeer belangrijke wegver-
keersas - de E40 - en in de direkte
omgeving van Brussel.
Niettegenstaande de totale tewerk
stelling relatief beperkt is in verge
lijking met de totale bevolking, age
ren vooral Aalst en in mindere mate
Ninove, Zottegem en Geraardsber
gen toch als belangrijke tewerkstel
lingspolen in Oost-Vlaanderen.
Globaal kende de regio tussen 1974
en 1988 een positief tewerkstel
lingsverloop. De procentuele stij
ging van het aantal werknemers be
droeg in de regio meer dan het dub
bele van de stijging in de provincie.
Vooral in Aalst, met ongeveer 1900
nieuwe arbeidsplaatsen, Erpe-Me-
re, met 1000 nieuwe arbeidsplaat
sen - een stijging met meer dan de
helft - en Ninove, met 1200 bijkom
ende werknemers zag men de te
werkstelling fel toenemen.
In Denderleeuw, Geraardsbergen,
Herzele en Lede was er een netto
vermindering van het aantal ar
beidsplaatsen met iets meer dan
1000 in totaal.
Traditionele industriële sectoren
zoals textiel, confectie en bouw za
gen in de regio Aalst veel arbeids
plaatsen verloren gaan. Toch stel
len ze nog steeds veel mensen te
werk in de streek. Wanneer de con
fectie- en textielnijverheid samen
worden geklasseerd onder de noe
mer «textielnijverheid in ruime
zin», dan is deze bedrijfstak zelfs de
belangrijkste industriële werkge
ver: ruim 6700 werknemers, wat
neerkomt op meer dan 10% van de
totale tewerkstelling cn meer dan
een kwart van de industriële te
werkstelling.
De voeding-, drank- cn tabaknijver
heid is door de grote groei in de
periode 1974-1988 de tweede be
langrijkste industriële bedrijfstak
geworden, gevolgd door een tradi
tionele Belgische topper, de bouw
sector.
De grootste absolute en raltieve
stijgingen qua tewerkstelling deden
zich echter voor in de tertiaire sek
tor.
Maar niettegenstaande deze sterke
groeicijfers blijft dc tertiaire sektor
in de regio Aalst minder ontwikkeld
in vergelijking met de provincie en
het Vlaamse Gewest.
Het tertiairiseringsproces dat de
Belgische ekonomie sinds een twee
tal decennia kenmerkt, heeft zich
dus tot nog toe slechts in beperktere
en vooral tragere mate doorgezet in
tewerkstellingsinitiatief regio aalst
de regio Aalst. Ook dit onderwerp
werd aangeraakt in de aanbevelin-
gen.
Het inkomen
Naast de toestand op het vlak van j
de werkgelegenheid is het wel- j
vaartsniveau evenzeer een belang-
rijk element van de sociaal-ekono-
mische struktuur van een regio.
«Welvaart» is echter geen eenvou
dig te omvatten begrip en kan enkel
bestudeerd worden aan de hand van
konkrete en kwantificeerbare aan
grijpingspunten, zoals bijvoorbeeld
het netto-belastbaar inkomen per
persoon.
In 1989 lag het gemiddeld inkomen
per persoon in de regio Aalst boven
het provinciaal gemiddelde maar j
beneden het gemiddelde van het
Vlaamse Gewest. Het inkomensni-
veau kende in de jaren '80 een snel
lere stijging in de regio dan gemid-
deld het geval was in Oost-Vlaande-
ren en in het Vlaamse Gewest.
De bestrijding van de werkloosheid j
was het primaire doel van de subre- i
gionale tewerkstellingsinitiatieven.
Niettegenstaande het feit dat de te
werkstellingsinitiatieven ondertus-
sen geëvolueerd zijn in de richting
van streekontwikkelingsprojekten,
mag dit primaire doel niet uit het I
oog verloren worden.
En op dit vlak kan de situatie in de
regio Aalst moeilijk rooskleurig ge- j
noemd worden. Met 19% van de
bevolking telt de regio namelijk
21% van de werklozen in Oost-
Vlaanderen. De werkloosheids- j
graad ligt dan ook een eind boven
het Oostvlaams en het Vlaams ge
middelde: nl. 7,3 tegenover respek-
tievelijk 6,3 en 6,2. Vooral de hoge
vrouwelijke werkloosheid ligt aan
de basis van deze negatieve situatie.
En deze situatie is waarschijnlijk
voor een belangrijk deel het gevolg
van de sterke daling van de tewerk
stelling in de textiel- en kledingnij-
verheid, twee sectoren die traditio
neel een sterke feminisalie van de
tewerkstelling kennen.
Ook het aantal oudere werklozen is
significant hoger dan gemiddeld:
het gaat om bijna één derde van het
totaal aantal werklozen, daar waar
deze oudere werklozen in Oost-
Vlaanderen in zijn geheel slechts
betrekking heeft op een vierde van
het totaal.
De regio Aalst steekt wel positief af
tegenover Oost-Vlaanderen en het
Vlaamse Gewest op het vlak van de
jeugdwerkloosheid. Het aandeel
van de werklozen jonger dan 25 jaar
in de totale werkloosheid ligt lager
dan in de provincie en in het Vlaams
Gewest en het aantal jonge werklo
zen is er ook sneller teruggelopen.
P.H.
"A\
Aalst. Bij Teleshop in de Hoogstraat te Aalst werd brand geslicht (a)