Restauratie Meerse pastorij loopt vertraging op Rugbyspeler van Herman De Somer zal sporters verwelkomen aan sporthal Erpe-Mere 2 - 28.8.1992 - De Voorpost uit de tweede helft van de 18e eeuw voor de toekomst moet behouden blijven en mits, zij het dan ook gro te, kosten nog heel veel diensten zal bewijzen. De staat van de pastorij was zodanig slecht dat het weinig eerbaar was om er een pastoor in te herbergen. Dit heeft men pas goed kunnen merken op het ogenblik dat de nieu we dorpsherder Jan Keymeulen in september 1990 aangesteld werd in de Sint-Bavoparochie. Het pand was onbewoonbaar en voorlopig moest men de zieleherder een an der onderkomen zoeken. Voor een drietal jaren zou hij in een houten chalet gehuisvest worden en kreeg hij, dichter bij de kerk. een klein huisje ter beschikking dat als bu reau ingericht werd. Dit is natuur lijk maar een noodoplossing en de evolutie van de restauratie laat ver- Erpe-Mere. De restauratie van de pastorij van Mere gebeurt met hindemissen. Pas als men goed bezig is, ontdenkt men de onzichtbare gebreken van een oud gebouw (jv) moeden dat de werken meer tijd zullen in beslag nemen dan voor zien. Een vaste datum voor de ver huis is thans moeilijk te bepalen. Nochtans eindigt de huurovereen komst in november 1993 maar tijd brengt raad. Problemen Enkele weken geleden begon men met de restauratiewerken die aan vankelijk vlot verliepen. Het betrof het verwijderen van de bepleiste ring zowel van de binnen- als de buitenmuren. Uit de beperkte historiek van de pastorij is wel geweten dat het ge bouw in het midden van de 18e eeuw opgericht werd en dat er grondige verbouwingen gedaan werden achteraf. Juist dit fenomeen heeft onlangs voor verrassingen ge zorgd want tijdens de herstellings werken heeft men vastgesteld dat het gelijkvloers als het ware de kern vormt van het oorspronkelijke ge bouw en dat de verdieping er slechts later opgezet werd. Dit is in feite niet zo dramatisch ware het niet dat de muren van de eerste verdieping maar half zo breed zijn als die van het gelijkvloers. Bovendien vormt dit juist het slechte stuk dat het meest aan herstelling toe is. Voor dit werk heeft men indertijd een steen van minder goede kwaliteit gebruikt met het gevolg dat dit ge deelte 'versleten' is en dringend aan vernieuwing toe is. Tegenwoordig vormt dit op technisch vlak geen probleem maar wel op financieel gebied omdat het vervolg van de werkzaamheden een andere aan pak vereist waarover ook de dienst Monumenten en Landschappen een woordje moet meepraten over het verdere verloop. Oplossingen Het gemeentebestuur gaat normali ter uit van de goedkoopste oplos sing. Deze bestaat er in dat men vóór de oude muren een nieuwe muur zou metsen om beide stelsel matig met elkaar tel'verankeren. Monumenten en Landschappen is echter een andere mening toege daan en houdt het bij een oplossing, die dan in werkelijkheid komplek- ser uitvalt. Volgens de suggestie van deze dienst moet het dak onderstut worden om de muren van de boven verdieping te kunnen afbreken en daarna te hermetsen op de originele dikke muren van het gelijkvloers. Meerkosten Het is inderdaad logisch dat meer- werken grotere kosten tot gevolg hebben. De raming voor de restau ratie van de pastorij bedroeg reeds 9,6 miljoen maar met de nieuwe gang van zaken kunnen er nog wel een paar aan toegevoegd worden want het onderstutten van een der gelijk dak zal niet alleen spektakel betekenen maar ook een aangepas te prijs die in feite voor een aanvul lend dossier zal zorgen. Er zijn sup plementaire werken en dus ook dito uitgaven waarvoor toelagen moeten aangevraagd worden. Dit alles bete kent uiteindelijk een nieuwe admi nistratieve rompslomp op gemeen telijk en provinciaal vlak en als dus danig vertraging van de werken. Pastoraal centrum De vertraging die de restauratie on getwijfeld zal oplopen is ook nega tief voor pastoor J. Keymeulen, die zich wel in zijn lot moet schikken, maar uiteraard liever zijn voorziene woonst wil betrekken. Het zou een einde stellen aan het over en weer geloop alhoewel het voor hem inge richte kantoortje door de vzw Paro chiale Werken erg praktisch is aan gezien het dicht bij de kerk gelegen is. Toch is het gaan en keren naar drie verschillende plaatsen in het dorp geen ideale oplossing en hoopt hij dat er vlug een oplossing uit de bus komt om de werken verder te zetten. Eens dat de pastorij van Mere ge restaureerd is mag ze volgens pas toor Keymeulen geen vesting meer zijn waar men slechts sporadisch in het voorportaal toegelaten wordt. Hij wil het laten beschouwen als 'een huis voor de dorps- en pastora le gemeenschap met de mogelijk heid om er een centraal sekretariaat voor Erpe-Mere in te richten'. Hij .kijkt in de toekomst van het gods dienstig leven op zijn parochie met aandacht voor de toestanden in de dorpen uit de omgeving: 'We moe ten rekening houden met het feit dat de plaatselijke pastoors in de toekomst meer zullen moeten sa menwerken vooral op het ogenblik als men twee of zelfs meerdere pa rochies zullen moeten bedienen'. Daarom ziet hij een oplossing in een 'overkoepelend sekretariaat dat zo wel in Erpe als in Mere kan geves tigd worden'. Indien men later tot die maatregel zou moeten overgaan dan zou de gerestaureerde pastorij van Mere hiervoor de nodige plaats bieden. Waardevol Ook al is niet iedereen de mening toegedaan dat men de pastorij moet laten restaureren dan kan men niet ontkennen dat het een waardevol gebouw is dat profiel geeft aan de dorpskern dank zij de esthetiek en de symmetrie van het geheel. Het is i een type van landelijke pastorij uit j de 18e eeuw dat ondanks de hoge kosten waardevol genoeg is om te j restaureren en het voor de toe komst te bewaren. Schorsing De laatste paar weken zijn er op- nieuw problemen gerezen bij de in- spektie van de zijgevels. Vermits er I ook in het gemeentehuis nog men sen op vakantie zijn, konden we de bevoegde schepen H. Van Wilder i niet bereiken maar werden we door schepen Et. Lepage te woord ge- staan. Hij verklaarde ons dat de aannemer een schorsing van de werken aangevraagd heeft zodat men nu zo vlug mogelijk moet on- derzoeken wat er verder moet ge beuren. Het gemeentebestuur doet evenwel een voorstel om alles ver der af te werken want men is alles zins voorstander van oude gebou wen maar thans staat men voor een dilemma. Binnen het College heeft i men toch de vaste wil om het pro- jekt tot een goed einde te brengen maar dat zal met veel beslommerin- I gen gepaard gaan. Men zal echter de nodige stappen zetten om de zaak niet te laten aanslepen. Sche pen Lepage was vooral begaan met het lot van de pastoor die aan een huurkontrakt gebonden is maar dit j zal men eventueel trachten te her- nieuwen zoniet moet toch een an dere oplossing voor zijn huisvesting gevonden worden. Het hele dossier zal trouwens moeten aangepast worden om verder tc kunnen wer ken en dc gemeenteraad moet zich eerst uitspreken over de wijzigingen die men moet aanbrengen op admi nistratief vlak. Het wordt niet nood zakelijk een lijdensweg maar derge- lijke onvoorziene toestanden zijn niet van aard om een vlotte restau ratie toe te laten. - JV De Nationale Raad vwr Dierenbescher ming heeft aan minister Maystadl van fi nancies een lijst met meer dan 14.000 handtekeningen overhandigd. Daarin wordt gepleit voor de afschaffing van hel BTW tarief van 19.5% op de verzorging van gezelschapsdieren dooi een dierenarts. Chris De Nijs van BRTN TV en Nick Hovine en Jean-Paid Duchateau van La Libre Belgique zijn de laureaten van de Inter Labor Persprijs voor de sociale jour nalistiek. Naast een cheque van 100.000fr ontvingen de laureaten ook een trofee in de vorm van een kunstwerk vervaardigd door Jean-Paul Laenen. Sinds het monumentenjaar, onder de noemer M75, is er al heel wat veranderd op het gebied van het behoud van ons bouwkundig erfgoed. Monumenten en Landschappen is een begrip geworden en de laatste jaren een veelbesproken onderwerp. Men beperkt zich dus niet tot het monu ment zelf maar men voegt er doorgaans de onmiddellijke omgeving aan toe, dit naar de slogan 'een monument staat niet alleen'. Een paar jaar geleden heeft het fenomeen zich uitgebreid en ijvert men daarnaast voor het behoud van het industrieel erfgoed en de zorg voor het lokaal patrimo nium. Meer en meer stellen we vast dat het lokale belang van ons cultuurgoed gewaardeerd wordt omwille dat ook hier een historische, volkskundige of sociaal-culturele waarde aan ge hecht wordt. Wie van nostalgie spreekt kan hier maar voor een heel klein gedeelte in het gelijk gesteld worden. Het argument dat er in Er pe-Mere niets een beschermingver- dient is duidelijk voorbijgestreefd en is het bewezen door wat intussen gerealiseerd werd. Een tiental jaren geleden was het maar pover gesteld met het beschermde patrimonium dat zich tot een zestal gebouwen beperkte. De realisaties sindsdien op dat vlak zijn uitgebreid tot de landschapszorg die onlangs gekon- kretiseerd werd met de bescher ming van het Honegemgebied. In enkele jaren tijd is enorme vooruit gang geboekt dank zij het beter in zicht dat aan de mensen gegeven wordt waardoor dat zij beseffen hoe belangrijk het is om de monumen ten en landschappen voor de toe komst te bewaren. Pastorij Mere Het beschermingsbesluit van de Meerse pastorij dateert van 13 ja nuari 1976 en het omvat ook het omringende landschap, met name de voor- en achtertuin, met ring muur. Deze muur is trouwens reeds het voorwerp geweest van discus sies om ze al dan niet te deklasse ren, net zoals over de pastorij zelf eens geruchten liepen om het be sluit hieromtrent in te trekken. Sinds een kwarteeuw is het gebouw aan restauratie toe maar een aan vraag hieromtrent bleef uit en de pastorij verkommerde en ging een volledige aftakeling tegemoet. Ge lukkig heeft de nieuwe pastoor in gezien dat zijn woonst het herstel len waard is en een bezienswaardig heid kan worden in het dorpscen trum dat meteen ook op een effi ciënte manier kan gebruikt worden voor andere doeleinden dan louter als woongelegenheid voor de dorps pastoor. Met afbraak bedreigd om plaats te maken voor een bungalow, heeft men toch ingezien dat een histo risch gebouw - voor Mere althans - In Erpe-Mere komt men stilaan tot het besef dat men niet ver hoeft te zoekenom een opdracht aan een kunstenaar van eigen bodem te geven. Gelegenheidswerken behoren nu ook niet tot de dagelijkse bestellingen maar als het zover is hoeft men niet buiten de gemeentegrenzen te gaan. In de gemeente wonen trouwens verschillende mensen die genoeg vakkennis bezitten om prachtig werk af te leveren. Het is hier niet de plaats om over de diversiteit uit te wijden vermits we thans met de afwerking van de nieuwe sporthal zitten waarvoor een kunstwerk moest gemaakt worden. In de planning voor de opening van van half september voorzien en op dc nieuwe sporthal werd een datum het ogenblik loopt alles gesmeerd zodat de streefdatum zal gerespek- teerd worden. In de afwerking van het geheel werd een kunstwerk voorzien en volgens de opgelegde normen van de overheid moest het deel uitmaken van het sportkom- pleks zelf waarbij men eiste dat het werk binnen moest geplaatst wor den. Aangezien de keuze die ge maakt werd, op aandringen van de kunstenaar, bleek het enigszins ab surd om het binnen de hal te plaat sen waar het ondanks alles zijn funktie zou verliezen. Daarom werd met de bevoegde overeengekomen om het kunstwerk buiten op te stel len waar het alleszins meer tot zijn recht zal komen. H. De Somer De keuze van het gemeentebestuur viel op de talentrijke beeldhouwer Herman De Somer, de Erpse Vlek- kemnaar die de laatste jaren de lang verdiende erkentelijkheid in eigen midden verworven heeft. We din gen hierbij zeker niet af aan de kwa liteiten van andere kunstenaars van ^jgen bodem maar aangezien het monumentale van het tema heeft men ontegensprekelijk een juiste en goede keuze gemaakt. De werken Erpe-Mere. Herman De Somer legt de laatste hand aan het zandstenen beeld ^'c ^omer 'aatste iaren dat eerlang in de nieuwe sporthal Steenberg zal geplaatst worden (jv) heeft mogen verwezenlijken getui gen van vakkennis en echt kunste naarschap. Zij zijn een garantie voor het resultaat dat hij in de sport hal zal aanbieden. Rugbyspeler Uit de opdracht bleek dat het kunst werk de allure van het monumenta le moest hebben om in harmonie te komen met de ruim opgevatte sporthal. H. De Somer koos voor een rugbyspeler wegens de massie ve vorm. Deze sportfiguur doet ons onmiddellijk aan een huidig typisch Amerikaanse sport denken maar volgens de kunstenaar slaan we hier letterlijk en figuurlijk de bal mis. Dit soort balspel bestond, weliswaar in licht gewijzigde vorm, bij ons reeds in de 16e eeuw maar later werd het in Engeland beoefend en via dit land is het in Amerika gebracht waar het nu zeer populair is terwijl het bij ons nog slechts sporadisch beoefend wordt en zeker geen volkssport kan genoemd worden. Bovendien, verklaart de beeldhou wer, gaat het hier niet bepaald om die rugbyspeler maar wel om het balspel. Dit blijft het hoofdtema omdat het past bij het hoofddoel van de sporthal waarin overwegend allerhande balspelen aan bod ko men ook al heeft ze de funktie van polyvalent meegekregen. Witte zandsteen Het beeld van de rugbyspeler is 2,5 meter hoog en is gekapt uit witte zandsteen, afkomstig uit Duitsland en geleverd door een firma uit Lo keren. Het zou mooi geweest zijn indien de kunstenaar een zandsteen uit Steenberg zelf had kunnen ge bruiken maar dit was onmogelijk voor dit projekt: 'De stenen uit de vroegere steengroeve zijn niet dik genoeg, men haalt alleen maar schijven boven en die zijn uiteraard te dun en dus ongeschikt om grote massieve beelden uit te kappen. Ze dienen evenwel goed voor kleine detailfiguren die in muren of deur en poortomlijstingen aangebracht worden als versiering, hij is ook minder hard dan de gebruikte Duit se steen', aldus H. De Somer. De opdracht moest alleszins in steen uitgevoerd worden en eerst dacht de kunstenaar aan een groep sporters maar dit vond hij te klas siek. Trouwens hij wilde het beeld zoveel mogelijk in harmonie" bren gen met de omgeving en die vroeg om wat anders. Hij opteerde voor een ranke slanke figuur maar ook de materie moest als ruwe steen herkenbaar blijven zodat men hier een afwisseling krijgt van een ruw bewerkte blok witte zandsteen met gepolijste oppervlakken. Met dit procedée wil hij genoeg kontrast vormen om de voorstelling herken baar te maken. Merkwaardig is toch dat het enige detail gevormd wordt door de handen van de sportman die de bal draagt. De andere delen zijn gestyleerd. Toch werd de bal naderhand bijgewerkt met een paar ruwe lijnen in te trekken om hem niet te veel op een 'brood te doen gelijken' zoals een schoolkind op merkte. Het zandstenen beeld is na de af werking behandeld met een pro- dukt dat tegen de erosie bestand is en zeker opdat het 'niet groen zou verkleuren'. Voor de plaatsing aan de ingang van de sporthal heeft de kunstenaar zelfs een speciale tech niek ontworpen want het beeld moet op een sokkel komen. Om het tegen omverwerpen te behoeden wordt in het beeld zelf een speciale stalen staaf gestoken die op haar beurt vastgeankerd wordt in beton. De 'rugbyspeler' wordt vast een pronkstuk dat het gemeentelijk pa trimonium zal verrijken. JV

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Voorpost | 1992 | | pagina 2