Speciale
editie
Schitterende Galavoorstelling van Kunstgroep Fro
Louis Philips uit Lebbeke
schoot zich Europees Kampioen
op liggende wip
Is de Dendermondse Akademie
van Schone Kunsten
tot verdwijnen veroordeeld
Vijftig jaar geleden
werd het eerste
biologisch centrum
in België op de Donk
geïnstalleerd
30 jaar nieuws
uit de regio
Weekblad van Dender»
Durme» en
Scheldestreek
De Voorpost -31.12.1992 - 3
De Voorpost
DONDERDAG 31 DECEMBER 1992
45e JAARGANG NR. 52 - 50 F
Fro demonstreert jeugd en schoonheid.
Voor een entoesiast publiek dat
ver de 2.000 overschreed, bracht
Fro op zaterdag en zondag ll.
zijn splinternieuw programma
voor het voetlicht.
Onder de aanwezigen merkten
we talrijke voorname personali
teiten op, o.m. H.E.H. Prelaat
L. Peleman, Abt van de Bene
dictijnerabdij te Dendermonde,
Z.E.H. Van Overmeire, Pa
stoor-deken, Z.E.H. Dr. A. Van
Hove, superior aan het
H. Maagdcollege enz. Ook tal
rijke burgerlijke overheden wa
ren aanwezig op de Gala o.m.
Jonkheer Portmans, burge
meester der stad.
1 juni 1963
Verleden zondag trokken de
wipschutters van de maatschap
pij Corso, welke gevestigd is bij
Frans Verbeeck, naar Brugge.
Zij gingen er met twaalf leden
deelnemen aan de Europese
kampioenschappen voor liggen
de wip. Niemand onder hen ver
trok met de gedachte, binnen
enkele uren een kampioen in
hun midden te hebben. Tegen
alle verwachtingen in werd het
een reuzedag, want Louis Phi
lips schoot zich Europees Kam
pioen.
Hoe neemt men deel aan zulk
een kamp
Om aan deze kampioenschap
pen deel te nemen, moet men
tijdens het raar heel wat gepres
teerd hebben. Nochtans speelt
tijdens deze kampen het geluk
een belangrijke rol. Tijdens het
seizoen richt iedere wipmaat-
schappij maandelijkse schietin
gen in. Buiten deze worden er
drie ingericht, waar speciaal vier
vogels worden geplaatst. Wie
één van deze vogels kan schie
ten, wordt gekwalificeerd, om
deel te nemen aan de Europese
kampioenschappen. De Leb-
beekse maatschappij, welke zes
tien leden telt, had bijgevolg
twaalf deelnemers. Vercammen
H., De Ridder H., Van Bosbeke
P., Van Malderen K., Verbeeck
Fr., Stylemans Fr., Goossens J.,
Colson D., Vijverman, Ost W.,
Van Haevermaet R. en Philips
L. Vooral deze laatste deed zich
opmerken. Als trouw supporter
van de Corsovienden, liet hij
geen enkele schieting voorbij
gaan. Hij nam echter nooit een
boog ter hand. Doch, op zeker
ogenblik - dit is nu bijna een
jaar geleden - liet hij zich over
halen om toch eens zijn kans te
wagen. Van één beurt kwamen
er twee, drie en meerdere. De
daaropvolgende zondag trok hij
andermaalmee, en bij zijn thuis
komst werd Louis lid van de
maatschappij. Hij werd een
trouwe aanhanger van deze
edele sport en dit niet tever
geefs, want meerdere malen
wist hij een vogel te treffen.
Fro - zo geheten naar de Scan
dinavische god van de vreugde -
zwaaide als eerste nummer de
aanwezigen haar welkomst
groet; met een blije glimlach gaf
zij Vlaanderens adel een ware
gestalte. Het tweede nummer
was «Ode aan de glimlach», een
boodschap met vlaggen op de
muziek van de grote Mozart, ge
volgd door «Vlaamse liederen».
Show in circusstijl had ongeken
de bijval. Gestileerd eenvoudig
en toch uitzonderlijk mooi wa
ren deze nummertjes met kun
stenaars, circuspaardjes en
clowns, allen prachtig uitgedost
in bonte kleren.
Deze eerder ontspannende
show werd opgevolgd door «de
wereld der toekomst», een aan
klacht tegen de zielloze robot
wereld. Op een sterk geritmeer
de cadans beeldden de robots
hun leven uit. Dit nummer verft
echter nog een diepere instude
ring. De kinderfantasie of de
droomwereld van een kleine
jongen die speelt met zijn lodel
soldatenstel, gevolgd door de
mars der tamboer-majoorkens,
waren werkelijk enig mooie
stukjes. Deze kleinste groep van
uitvoerders wist langs het volkse
om het kulturele.te bereiken.
Buon Giorno was een meester
lijke uitdrukking van de levens
vreugde in een modern ritme,
evenals Puerto Rico, de mo
mentopname in de haven bij het
lossen en het laden van de boot.
Sacrale dans wekt dadelijk beel
den op uit het mystieke verre
Oosten, terwijl Krokusparade
de groei naar volwassenheid van
de aankomende jeugd uitdrukt.
U al de nummers uitvoerig be
schrijven zou ons werkelijk te
ver leiden. Niettemin zouden we
aan onze journalistieke plicht te
kort komen zo we «in houe
troue» niet vermeldden. De le
gendarische vaandrig, Sneys-
sens, trekt ten aanval en verde
digt zijn vlag tot in de dood. In
hem herleeft de jeugd van he
den. Na de pauze werden we het
meest gegrepen door de «vrij
heidssymfonie»; de mens be
knot door de banden der tyran-
nie vecht zich vrij.
Deze première belooft voor het
komende seizoen, want reeds
een twintigtal opvoeringen wer
den vastgelegd voor het komen
de semester. Ondermeer op
3 juni in de K.N.S. te Gent, op
9 juni te Zele, op 30 juni te Den
derleeuw, te Turnhout, enz.
Fro brengt geen Amerikaanse
show-imitatie, maar wel echt
Vlaams blijven, trouw aan een
eigen stijl, en een eigen volks
aard. Dit zeker niet zonder oog
voor een moderner ritme en
jonge muziek. Maar in dit alles
vinden wij steeds een eerlijk
zoeken naar een oorspronkelijk,
fris en blij programma. Door die
jonge durf, door haar werkeljjke
bezieling, is Fro in Vlaanderen
als het ware een begrip gewor
den.
ljuni 1963
ljuni 1963
Geen knollen voor citroenen
Met de objektiviteit wordt er
wel eens meer 'n loopje geno
men maar dergelijke kamoefla-
ge-bijdragen (kwestie van zeke
re organisatoren of bepaalde
personaliteiten niet te ontstem
men zullen door ingewijden
terecht worden bestempeld en
geïdentificeerd als 'n poging om
een banaal loflied aan te heffen,
gesteld in een valse toonaard die
onmiddellijk denken doet aan
het volkse gezegde «Om de wil
le van de smeer likt de kat de
kandeleer- Wel, wij wensen
geen knollen voor citroenen te
verkopen, wensen evenmin mee
te likken maar geven de voor
keur aan de waarheid en «niets
anders dan de waarheid». Van
daar dan onze
Nagels met koppen
Wat Ledeganck in «De Drie
Zusterssteden» getuigt van
Gent «Ge zijt niet meer gelijk
weleer...» is zeker toepasselijk
geworden op de stedelijke aka
demie van schone kunsten. Let
wel, voornoemd citaat is slechts
bedoeld voor wat «de belang
stelling» betreft en geenszins als
een kritiek op het onderricht.
Ingevolge gebrek aan voorlich
ting is het te verklaren dat er
deze laatste jaren een decaden
tie ingetreden is van dusdanige
aard dat - de beste bedoelingen
en 't streven van de huidige di-
rekteur dhr. Van Beveren Hugo
en zijn leraarkorps ten spijt (de
heren Vermeir, Van den Dries-
sche, Dambruyne en De Decker
Jos) - de toekomstperspektie-
ven allesbehalve rooskleurig
kunnen voorgesteld worden en
mettertijd onze Akademie, de
eens zo trotse als gevierde Den
dermondse instelling, onher
roepelijk tot verdwijnen veroor
deeld is. Het is niet steekhou
dend te willen leven met herin
neringen aan een «al te gemak
kelijk verworven groots verle
den we moeten de realiteit en
de nabije toekomst onder ogen
zien. Derhalve ware het gewenst
dat de bevoegde instanties (het
betrokken Staatsdepartement
in eerste instantie en vervolgens
het Stadsbestuur) meer interes
se aan de dag zouden leggen; is
het noodwendig dat de politiek
der lankmoedigheid, onver
schilligheid of het «laisser aller»
wordt opgeheven Is het nood
zakelijk dat er meer begrip
wordt betoond voor het kunst
onderwijs en is het logisch dat er
radikaal ingegrepen zou worden
om een einde te stellen aan de
stiefmoederlijke behandeling
waarvan onze Akademie de zo
nadelige konsekwenties onder
vindt
Historiek in vogelvlucht
Het waren de Dendermonde-
naars de heren Jan-Jaak Van
den Velde (goudsmid), Alexan
der De Saert (schilder), Antoon
Parmentier (eigenaar), de
bouwmeesters Rumold Dufour
en Jan van Hoonacker. die in
1800 de «Tekenschool» sticht
ten. Het stedelijk bestuur (Ver-
berekmoes Pieter-Frans, meier,
en zijn adjunkten, Scheerders
en Philipkin) keurde de stich
ting goed terwijl het besluit aan
vaard werd door de prefekt van
het departement der Schelde.
Niet elke wetenschap is even
spektakulair als de verkenning
van de ruimte. We leven nu een
maal in de verbluffende tijd van
raketten, en het feit dat tegen
dergelijke tuigen miljoenen dol
lars en roebels worden aange
gooid, is ons een voldoende re
den opdat deze tuigen al onze
aandacht zouden opeisen. Zo
hebben wij, sedert de vlucht van
de eerste spoetnik, niet opge
houden naar de hemel te staren,
naar die miljoenen sterren die
voor ons even veel raadsels be
duiden. Eigenlijk hebben we het
wel een beetje verleerd om ons
heen te kijken, verbluft als we
zijn door de oneindigheid van
de ons omringende ruimte, want
wie durft beweren dat de aarde
gekend zou zijn in al haar moge
lijkheden De hydrobiologie
bv., is de wetenschap die zich
bezighoudt met het leven van de
planten en de dieren in het wa
ter. Dergelijke wetenschap is
heden ten dage nog verre van
volmaakt. En als we in dit artikel
even zullen stilstaan bij de hy
drobiologie dan is het niet om
die wetenschap zelf, maar wel
om de rol te belichten die het
Donkmeer bij de ontwikkeling
van deze wetenschap heeft ge
speeld.
Hiervoor gaan we even terug
naar de jaren 1900.
Ernest Rousseau
Terwijl in andere landen het on
derzoek van alles wat leeft en
roert in het water, bij de eeuw
wisseling reeds een gevorderd
stadium had bereikt, bleef de rol
van ons land in deze wetenschap
onnoemlijk klein. Dit verschijn
sel was misschien uit te leggen
gezien de relatieve armoede van
België aan meren, die dan nog
een zo schrale indruk gaven dat
veelal de oprichting van een bio
logisch centrum geenszins te
wettigen zou zijn.
Nochtans kunnen we ons moei
lijkvan de gedachte ontdoen dat
hier ook heel wat gemakzucht
vanwege onze wetenschaps
mensen mee gepaard ging. In
Belgische universiteiten werd
kortweg onderwezen, wat bui
tenlanders voor ons hadden op
gezocht. Het was een onhoud
bare toestand. De reaktie liet
dan ook niet lang op zich wach
ten.
In die jaren werd namelijk aan
de Vrije Universiteit te Brussel
Ernest Rousseau benoemd, die
al dadelijk de noodzakelijkheid
inzag van een eigen onderzoeks
centrum.