ONZE WELKOMGROET. Den Boer, Ons Werkvolk! BRIEF lifT VEI.SMlllE. K,"fc AMMEhM JONIAUX. Ondervraging oyer Alfred Ablay. "VVie gaat er meê op reis? ÏCerkelijk Nieuws. Goed Nieuws ■qca abonnement aan ons Maandschrift u Den l'.ieëuvriond deelneming aan de jaarlijksche pr ij sloting en vrijen toegang tot de voordrachten en bieëutentoonstellingon. De leden die aouden belet zijn, worden verzocht hunne bijdrage aan eon medelid te bestellen. Aalst, 16 Januari 1805. DeSehryver, De Voorzitter, 11. VanderSchueben Jak Van Nuffel. (VEBVOLG.) Iedereen die met mij dit workmanshnis, van bui- ren met zyne ver^chgeverfde vensterluiken, en met den jeugdigen wijngaard aan den muur, en van Vinnen met zijne blinkende Zuiverheid, mocht be wonderen, zou noodzakelyk met mij gedacht heb ben dat in dit huisgezin een zekere welstand moest lieersoheïi. en zoowel als ik nogtans ware hij in «dwaling geweest. Nieuwsgierig ben ik niet, maar ïk weet het nogtans geerne al: ik kon mij dus ook niet beletten, na die vrouw mijn komplirnent ge maakt te hebben over haar huishouden, zoo eens vaa vwrr to toetsen hoe het stond met de fondsen, f zooals een ware Aalstenaar zon vragen, of zij xe ruipen hadden. En Ziethier wat ik met verwonde ring, maar mot groote voldoening vornamZeer urm zijn wij niet, maar rijk nog veel min! noch het een noch het ander is hier in ons landeken van be lofte onbekend, tenzij voor drij of vier uitzonderin gen misschien- Wij volgen hier het voorbeeld dat •ons zoo schoon gegeven wordt door de kleine mie ren, binst den zomer verzamelen wij voorraad voor het slecht seizoen. Gedurende den zomer werken wy allen in den oogst, de vrouwen en dochters willen niet onderdoen voor de kloekste mannen en jongelingen. In mijn huisgezin bijvoorbeeld werk te® wij met vier personen, en dan ook soms van 4 ure 's morgends tot. 's avonds toe. Iedere week vra gen wij bij onzen boer juist geld genoeg mn de keu ken te draaien. Op het einde van 't seizoen reke nen wij effen, en alzoo trokken wij dees jaar de ronde som van 360 franken als overgehouden dag loon. Daarmede betalen wij het land dat iedere werkman pacht om patatten te plantenwij doen orwe provide kolen op voor den winter; ieder huis gezin heeft een verken gevet, en hoe liefelijk dat de arm® beest op ons lacht of niet, rond Allerheili gen wordt zij op haar strooi getrokken, en dan blijft er ons nog een appelken over tegen den dorst. En ik, als onvrijwillig ik telde aan mijne vingers 1* een eigen huisje2* spek in de kuip3" patat ten in den kelder; 4e kole.n \n den stal en 5* nog paid ie de kas, én 1 droomde toe bij mijn eigen welk varschil me- ons land? Bij ons die arm# hufs- hnnr: kleine wi»«- «n dan eerder terteffd u£ l wonnen!toen oe brave vrouw mij uit mijnen droom trok en zc^ Mijnheer ik zie dat gij mij moetiijk kunt golooven, en nogtans ik zou niet dur ven liegen met mijnen mond waar ik dagelijks ons Heer meê bid, het is zoo, juist gelijk ik u daar be schrijf. en het is daarom dat wy hier ook niet wil len weten van die socialisten en al dat gespuis en die tumulte: maar zonder op ons eigen te boffen, mijnheer, gij ziet toch ook dat de voorzienigheid en gespaarxaamkttd, achter den zegen van Ons Lieve Heer. de grootste bron xijn van het geluk in ons lan deken van belofte Ik dank u, vrouwken, voor uwe kostbare les die ik aanstends aan mijne landgenoten ga over brengen. v. D. M. gazetmaker toch, dat is een benedictie van zoo schoon te kunnen schrijven! Al de menschon van Veiaiqueen omstreken die van de weke De Volksstem gelezen hebben, ze zijn er niet van uitgesproken. De Volksstemecne stemme die weergalmt, de gouwen van Vlaanderen dóór, koddig en geestig maar moedig en machtig, voor de stoffelyke en ze delijke belangen van werkman en boer, dat ja, dat moesten wii hebben. Wees welkom dan, in onze landelijke huisgezin nen. Welkom bij onze kinderkensze zullen van u droomen, en lru'ig droomen! Welkom hij de gioote menschen ge zult ons on- zeggelijk veel nut bijbrengen voor arbeid en land bouw. Ja, malgré de miserie van den somberen tijd, zult ge ons nog uen keer hcrtelijk doen lachenen in de hoop op eene betere toekomst, een aangona- n.e i zondag laten doorbrengen met de lezing der Volksstem. Welkom bij onze oude peêkens en meêkens: hun herte zal weèrom opengaan gelijk in de fleur van hun jong leven, als ze zullen hooren hoe ge plezie rig en wcerdig ten strijde trekt voor de heilige rechten van den buitenmcnsch. Van den buitenmensch, och ja, mijnheer; want ge zult toch den werkman van te lande niet verge ten hê? Er is veel te doen schrijft gij in uw nr van zondag laatst, laat mij liever maar zeggenop den buiten is alles te doen voor de kleine menschen. Wij moeten al tezamen een handje toesteken: geleerden en rijke lieden, om, met de welwillende medehulp van den werkman zelve, de arbeidende klasse solaas bij te brengen en haar lot te vcrzach- ten. Edel en grootsch is 't oogwit dat gij nastreeft. Geve God dat gij in uwe heilige zending slaget dat de weerdige tonen der stemme van 't volk in de teVten aller standen weerklank vinden! Waerseggers. Sgelkom klinke in onze velden men dat steden dreunen doet! fezors die wij vroeger telden, ^orat en roept uw welkomgroet onze Volksstem blijde tegen, SSits zij u 't geluk voorspelt Onverschrokken, op haar wegen <olgt haar naar het oorlogsveld, Over bergen, door de dalen, mangs den schrikbren atgrondboord... jjjan er immers iemand falen «Heunend op haar leidingswoord?... CAtctnmc spreek dan vrij- Wij volgen Hot ter dood, in heil en druk, mn zijn droef zijt gij verholgen, BSaar uw vreugd is ons geluk X. Y., Student. Schaarbeek! Schaarbeek! Zondagachternoen, ten 5 uren. de tweede Vergadering der boerkens van de Gilde onder de bescheruiiug van den H. Ni- kotaas van Tolentijn, Onderlinge Veeverzekering voor Schaarbeek, Sint-Jobs meêbegrepen. Wijk meesters te kiezen, laatste schikkingen van de standregelen. 't Is schoon malkander verstaan en nog schoon lor malkander helpen en bijstaan 't is goed verstaan dus, ten 5 uren u in den Posthoorn bij onzen vromen en goeden gebuur, Hen oei De Strooper. nog zoo kloek en zoo frisch voor zijn ja ren. Onze senator Van Vreckem hoeft schoon gesproken in 't Senaat over de toebakwot,do grond lasten en de belastingen op papieren weerden en beurzeverhandelingen, afschaffing van erfenisrech ten in rechte lijn en zaken van d'hop. Dat is kloek geredeneerd maar, ge ziet, er en wordt daar al- zoo geen kwijt van gemaakt zooals van andere hoogdravonde discoursen en er zit nogthaus veel meer kruim in maar wat is 't, op leêge ton nen kan men een dnivclsch lawii* maken en do trommels zijn van czël.sv gemaakt. öla kadé, de nieuwe fabriek aan den Zwarten Iioek t'Aalst, gaat goed vooruit.... De sargiên, uen goeden arti kel w®ê*vï? s'erk voor brave ch rist ene werklieden -I zal 'non schoenen deftige^ loon gegeven worden; die heeren akchionnairs verpanden hun kapitaal voor ons arm werkvolk. w'Hebben zo hooien klap pen in rechtzinnigheid en z'hebben edele inzichten van brave rijke menschen... Dat er geen opmake- rij in de wereld ware, 't zou zooveel beter gaan,den vlaamschen werkman en boer verduldig zijnde en wetende dat hunne Geestelijkheid en voel brave rijke menschen nog daar zijn om hen te helpen.... Degene die ons werkvolk leeren groeven,zijn hunne ergste vijanden. Ge moet waarlijk dobbel edelmoe dig zijn, voor iemand die fortuin bezit en schoon op zijn gemak zou kunnen leven, om u het slameur eoner fabriek te willen over 't hoofd trekken, nu bijzonderlijk dat 't volk toch zoo wreed opgemaakt wordt tegen de rijke menschen, de meesters en de hoeren. M. Van Vreckem zegt in zijne redevoe ring dat de landbouwers malkander» beter moeten verstaan, in malkanderen meer trouw hebben en samenwerken... Veritas, dat is waar! er en zijn onder de zon geentreffelijker en eerlijker menschen dan onze vlaamscho boeren we zouden moeten allemaal aan êen zeel trekken en gezamentlijk op komen voor 't verdedigen onzer nijverheden tegen de vervalschers, tegen margarine, vervalschte eet waren van menschen en beesten en vreemde con- curentie: Eendracht maakt macht. Naaste week als 't God belieft een artikel over de Margarinne, die leelijkeduivelinne wij zullen de vervalschers eens op den hekel zitten. Al die werkt moet kunnen leen en treffelijk door de wereld komen, anders is de kaart mis 't vrouwvolk op de fabriek dat is de barbaarscheid de vrouw haar plaats is in 't huishouden, bij haar kinderkes en de koker- nagie, en die anders zegt is stommer als 'ne kassei steen. M. De Sadoleer heeft Zondag t'Herzele wel gesproken over den Boerenstand. Dat is nog 'nen man, die 't zeggen kan De boereu hebben daar eens hunne wenschen laten hooren, uit 14 gemeenten. Er waren wel drij honderd mannen van 't Cornice Herzele; daar wordt er dapper geschermd voor den Landbonw. Er is ook een Comiteit ge vormd voor de zakeu te ridderen tusschen pachters en verpachters in der minne een verstandhou- dingsverdrag, door wijze mannen gegeven, voor de pachters, met raad cn daad zullen ze hunne zaken ter herte nemen en hunne intresten verdedigen, zonder ruiten te breken of met rapen te smijten. Het zijn leugenaars en lasteraars degenen die ver tellen dat een alomgeacht Bestuurlid van den Aal- stersehen Werkraanskring zou gezegd hebben dat de heeren Moens eene samenwerkende bakkerij in de stad gaan stichten, maar och, de menschen die dat rondstroeie.n, zijn voor de duizendste maal opgehitst en bedrogen, altijd door denzelfden ve- nijnigen mond. Zondag, 20. Feestdag van den Zoeten Nairn Je sus, door de H. Kerk ingesteld om akte van eerhoet te doen voor de gruwelijke godslasteringen die God en den Hemel tergen, en voorzeker ©ene der groo te redens zijn van de straffen die het mcnschdom beproeven; Maandag, 21, H. Agues, de kloeke martelares, die slechts 13 jaren oud zijnde haar le- veu opofferde voor het behouden van lmre zuiver heid; daarom ook is zij eeue groote patrones van de jeugd; Dijnsdag, 22, H.H. Vincentiusen Anastasius, martelaars; Woensdag, 23, De Trouw van O. L. V.Donderdag, 24, II. Timo- theus, martelaar; Vrijdag, 25, Bekeering van den H. Faulus, op reis zijnde naar damascus werd Paulus, toen nog Saulus genaamd, omringd door een bovennatuurlijk licht dat hem van zijn peerd wierp en hem met blindheid sloeg, terwijl eene stem hem toeriep: Saulus Saulus waarom vervolgt gij mij? Gehoorzaam aan de stem des Heeren bekeerde hij zich. en van vervolger des Christenen werd hij een groote Apostel. Schoon voorbeeld voor de zondaars die inwendig die stem Gods hooren, of soms ook wel eens uitwendig met eene tijdel ij ko kwaal geslagen worden om ze tot beternis te bren gen Zaterdag. 26, II. Polyearpus, Bisschop van Smyrne in liet jaar 06, en martelaar. Zondag, 20, Feestdag van den H. Naam Jesusvollen af laat vooralle degenen die tegenwoordig zullen zijn in de Hoogmis. Idem wordt gevierd de jaarlijksche gedachtenis van Zielkens Nieuwjaar van wege het Broederschap der H. Moeder Anna; 's morgens Al- gemeeneCommunie, ten? 1/2 gezongene Mis. ten 4 ure Lof, Sermoen en Prosessio waaronder de Mi- sererie. Benignus Van de Velde van Velsiqué, die daar op de balloteering van 9 December zoo leelijk ver- massacrecrd wierd te Sottegem, din is eindelijk hersteld. Wel bekome 't hem 1 Dankenheerke Hoe spijtig toch, roepen de menschen, dat uit hunnen nest niet gelangd en worden, die schaban- welijke stekelverkens, dio afgrijselijke rabouwen, die zoo'n schelmstukken begaan. WatNen deftigen jongeling, die niemand geen stroo en zou in don weg leggen, zoo lafhertig en vorradelijk aanvallen slaan en steken om hem wel drie keeren dood te hebben En dat, omdat hij kristelijk en brave is ómdat, hij vreedzaam zijnen weg vonrze*. *n nb 'meêèff doet de zottö moordenaarsbende vloekert eu tieren eu builen. De mensen beid, de mertschhcid, o God van hier boven i Wat afgrond van boosheid, n als de zinnen verblind worden en de geest misleid, door looze beloften en valsche leerstelsels Wat afgrond van boosheid als opgestookte driften, hoogmoed, afgunst, mistrouwen, het herte bestormen en ver derven WOENSDAG, DERDE ZITDAG. Db ziekte en dood van Leonie. Madame Joniaux had hare zuster Leonie doen verzekeren op 't leven voor 70,000 frank. Jaarlijks moest er aan de verzekeringsmaatschappij eene gestelde som betaald worden als Leouie stierf moest de maatschappij 40,000 fr. doppen aan deze ten wiens voordeele de verzekering aangegaan was. De Voorzitter vraagt aan madameken Joniaux waarom zij Leonie doen verzekeren heeft. Moeder, zegt zij, had onze zuster Emilie, in 't geheim toevertrouwd dat zij eene groote schuld te betalen had. Ik noch Leonie konden die schuld voldoen. Wij waren niet rijk genoeg. 't Is na rijp overwegen dat wij ons begonnen af to vragen of al de diensten, welke ik aan mijne familie bewezen had, zooals pensioenen aan mijne zusters enz., geene vergelding verdienden. Ons dacht van ja, en wij besloten dat Leonie haar op het leven moest laten verzekeren. Van de opbrengst zouden dienen 30,000 fr. om de schuld onzer moeder te betalen 30,000 fr. voor mijne dochter Jeanne en 10,000 fr. voor mijn zuster Emilie. Er was dus geen enkel rochtstreeksch voordeel bij voor mij. Ik heb alles gedaan uit eerbied voor onze overledene moeder om die heilige schuld te belalen. Daar wordt nog lang over de verzekering van Leonie geparlasant, maar de rechter is van gedacht dat er daar zooveel eerbied voor moeder niet onder zit als madameken wel zegt Van de verzekering, die dienen moest om de u heilige schuld te betalen hebt gij eene echte operatie gemaakt, zegt hij. Hij verwijt haar alzoo op de dood harer moeder eene echte speculatie gebouwd te hebben. Madam maakt haar kolerig en antwoordt fier. Op zulke woorden weiger ik u te antwoorden. Dat staat u vrij. V. Wanneer werd Leonie ziek A. Op 5 Februari. V. Hebt gij bij Leonie geenc slaperigheid be- statigd, of waanzin of dwaling A. Oh ik weet waarom gij dit vraagt. Ze bewoeren dat ik zou marphine gekocht heb ben, 5 grammen den 5 Januari cn 5 grammen den 8 Januari. I Maar één van de twee ofwel Leonie heeft ze ge nomen cn dan moot zij aanstonds gestoiven zijn, ofwel zij heeft ze niet genomen, en dan is er geen vergiftiging. Welnu, Leonie is gedurende drij weken 'ziek gc- wiet! (1 e veging in de zaal.) De betichte geeft nog lange uitleggingen over Leonie's ziekte. V. Als Leonie dood was, wns er dan geen spraak van haar 's anderdaags te doen begraven. A. Neen. Maar ik wil le.dit lijk niet lang in mijne woning. Ik vreesde besmetting voor mijne twee dochters 1 V. Hebt gij niet aanstonds mot de Neerlan- daise (verzekeringsmaatschappij) onderhandeld om de 40,000 fr. te kunnen trekken. Ik moest den toestand regelen. Ten anderen, ik zelf heb de verzekering niet opgestoken. Hier wordt veel te veel geluisterd naar nietige verklaringen. Men heeft getuigen, opgeroepen, ondervraagd die ik nooit gezien, gesproken of zelfs hooren noemen heb. De ondervraging gaat droog en verward voort over de ziokte van Leonie. de verzekering, de heilige schuld van moeder zaliger, enz. Weet gij wel wat, zegt tie Voorzitter op 't einde ik moet u doen bemerken dat gij bij do dood van Leonie te werk gegaan zijt met eene haastigheid, die ten minste onvoorzichtig is. A. Ik meende wel te deen. V. Den 25 Februari stierf Leonie en den 2 Moert waren reeds al do stukkeu bij de verzeke ringsmaatschappij ingediend. Dat haastig zijn riekt aangebrand. Iedereen maakt de bemerking dat madame Joniaux antwoordt met epne vrankheid en eene stoatigheid die groot is. Zij blijft voorniets staan. Als zij niet seffens hare antwoord vindt, stelt zij zelf vragen aan den Voorzitter gelijk deze En waarom dit, mijnheer de Voorzitter 't Is een wonder vrouwmens, zij is waarlijk op hare tong niet gevallen. Dood van M. Van den Iverckhoven. M. Van den KerckhoveVas een rijke nijveraar van Gent,madame Joniaux meende daar te moeten deelen. Zij noodigdc hem te Antwerpen bij haar op een" fi >tjen Hij A ronk at er Am:-Lelijk. Achter het nia.il wierd hij ontsteld. Hij ging naar boven. Zijn sta U vtrrAeehte, hij stierf ander- «jaags rono ion noen. Madnnt „orifc beschuldigd van hem v- geven te hebben. Zij z^gt dat hij gestorven is van eene beroerte, aar zijn gewone doktoor zegt dat die mensch geene gesteltenis had om eene geraaktheid te krijgen. ZATERDAG 4" ZITDAG. Alfred Ablay is den broer van Madammeken Jo niaux. Hij woonde te Parijs, was overgekomen bij zijne zuster en stierf er schielijk. Hij was verze kerd op 't leven ten voordeele van mad. Joniaux.. Er wordt beweerd dat zij hem vergeven heeft. Alfred zat lu slechte pampieren de kerel had nooit iets anders te kort dan geld. Mad. Joniaux ging liet voor hem leenen hij de familie, maar zij zond hem altijd minder dan zij geleend had... Wat deed zij met den overschot, de filienue Zij geeft haar broêr uit voor 'nen slechten kadé, maar uit de vragen van den Voorzitter schijnt te blijken dat hij zo«i slecht niet was als madam wel zegt. Hij heeft iu Algerië geweest, waar hij kassier was als zijne kas de laatste maal opgemaakt wierd, hield zij 300,000 fr. in en zij was juist. Had hij niet eerlijk geweest, hij zou daar wel gestolen liebben. Madam berst in tranen los en roept uit Ik sta voor mijne rechters en verdedig my zooals ik kan. God weet wat ik gedaan en geleden liob om ons onzen naam van de schande te sparen, die Alfred er op wierp. Ik zweer dat ik alles deed wat in mijne macht was. (Beweging). Madame Joniaux begint van hare stoutheid te verliezen. De vragen over hare fmancieele onder handelingen met haren broeder Alfred, laten haar geen beetje op haar gemak. Zij kan die zaken niet heel goed brengen. Zij wordt nog in 't lang en in 't breed onder vraagd over hare betrekkingen met Alfred; men ge voelt dat zij hém wil doen doorgaan als een man die met reusachtige schulden overladen is. Uit bet onderzoek blijkt wel dat Alfred schulden had, maar zooveel en zoo zwaar niet als madame hot wil doen gelooven. Er wordt nog gesproken over de dood van Alfred Ablay en over 't verkoopen van morphine, waar- meê men denkt dat zij hem vergeven heeft. Hier eindigt de ondervraging der betichte in de volgende zittingen zullen de doktoor» en exper- ten corapareeren. MAANDAG 6e ZITDAG. Geheel de zitdag van maandag is bijna ingeno men door de ondervraging van M. den onderzoeks rechter, Hayoit. 't Is deze menheer die gelast ge weest is met het onderzoek van de feiten die de be schuldigde voor bet Assisenhof gebracht hebben on 'tis hij ook die Mad. Joniaux doen arresteeron heeft. Zijne verklaring .is geenszins ten voordeele van de beschuldigde. Zijne getuigenis zal nog al zwaar rallen op de maag der franke madam.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Volksstem | 1895 | | pagina 2