IN DE KAMER. S TA ID NI JE U ws SPANJE heelt verledene week in Cuba een groot gevecht verloren tegen de opstandelingende Spanjaards hadden 378 dooden en 128 gekwetsten daarbij zijn 10 van hunne munitiewagens, 425 ge- weeren, 400,000 fr. in geld, en talrijke muildieren in de handen van den vijand gevallen, 't Is erg, zei Van den Bergh. Bij de opstandelingen zijn maar 14 dooden en 78 gekwetsten. BURGERSTAND VAN AALST. geboorten huwelijken Sloeberadonchkes Tentoonstelling'. De inzendingen beloven van nu af reeds een bezoek overwaardig; reeds 125 verschillige tentooustellers lieten hunne bijtreding kennen. De inrichtiugs-commissie verzoekt de personen die voornemens zijn aan de prijskampen of aan de tentoonstelling deel te nemen en die hunne bijtre ding nog niet hebben ingezonden, van het zonder uitstel te willen doen. Muziekfeesten zullen dagelijks in 't lokaal der tentoonstelling gegeven worden. Geen twijtel of iedereen zal de uitstallingen meermaals willen be zoeken. Nooit zullen de verschillige ambachtslieden on zer stad eeue betere gelegenheid gehad hebben om hunne bekwaamheid te doen prijzen. Praalstoet. Ziehier nog eenige maatschappij en die, met praalwagens of groepen, aan den histo- rischen stoet zullen deelnemen De Gewezen Weesjongens, wagen verdeeldende de Liefdadigheid; de Denderzonen de Baarsvisschers; Veloclub; de Zwaan; enz. Bijzondere familiën zullen, op eigen kosten, groe pen vormen, of als vaandrigs te paard, deel ne men. Het welgelukken der feesten is van nu af eene zekere zaak. Alles belooft grootsch en prachtig te zijn, waardig van 't volk van Aalst, die besloten is, eens te laten zien wat het kan. De plakbrieven of programma's nadere schik kingen en inlichtingen behelzend, zijn verwachten de. Lofwaardige daad. Terwijl ons Vrijwillig Gewapend Pompierskorps zich verleden Zondag te Kortrijk bevond, waren twee pompiers, M. M. Pb. Lisaerde en F. Hoebeke, aldaar de kerk van Sint Antonius gaan bezoeken. Nauwelijks binnen getreden, bemerkten zij dat een begin van brand ontstaan was, welke eene aanzienlijke ramp kon voor gevolg gehad hebben, indien zij niet ter plaatse geweest waren om juist bijtijds het vuur te dempen. Inkenning werd gedaan op het politiebureel, waar men de lofwaardige daad der twee Aalstersche Brandweermannen een welverdiende hulde bracht. Moordpoging. Zondag nacht was M. B. Van der Vorst, beenhouwer, alhier, met eenige kamaradën van de kermis van Hofstade gekomen, wanneer zij in de Ledestraat gekomen, woorden kregen met eenige tentwachters van Byl en Gela den, tusschen de woordenwisseling ontving M. Van der Vorst non steek van een beitel, in volle borst men moest hem in het huis van M. A. Stordeur binnen brengen, waar men eerst goed rekening van y;jneu toestand bekwam. M. Dr Bauweus werd in haaste ontboden en daarna een priester, die den gekwetste de II.H. Sacramenten toediende. In den beginne vreesde men voor het leven van M. Van der Vorst, doch heden is alle gevaar ge weken en zijn toestand zoo voldoende mogelijk. Maandag morgeud is de dader, zekere Dc Bac ker, aangehouden en ter beschikking vau den Ge volmachtigde des konings gesteld. Het parket is ter plaatse geweest. ERPE. Petrus Van den Steen van Nieuwer kerken, was naar Erpe zijnen broeder komen hel pen en is in het laden van een voer graan op den wagen doodgevallen. OPHASSELT. Verleden week zijn er stout moedige dieven ingebroken bij de ouderlingen Por- ré. Zij waren ten getalle van 5 of 6, en haddeu reeds eenen bij de keel, maar op het geroep van den andereu ouderling, die op den zolder sliep, zijn zij op de vlucht gegaan. Verscheidene andere diefstallen zijn hier reeds op korten tijd gebeurd onder andere in de pastorij. Men begint hier te gelooven aau het bestaan van eene dievenbende, en iedereen begint zich van wa- Maar, 'k wil zeggen... hoe was ze Ze was daaromtrent een voet lang uit den blauwen groenachtig, schelpen met witachtige neggen. Och Godzijt ons toch bermhertigriep Di- philus, 't was een dipsas, eene dorst-slange Mees ter, zei hij tegen vader, die bij gekomen was, mees ter, Philip is van eene slange gebeten, en, 'k en weet maar van een kruid dat goê remedie is daarte gen: 't staat hier achter de beke.Wascht en bescht de wonden, 't is al dat er u te doen staat. Ik ga om dat kruid. Ik ga meê, zeide ik, en 'k liet vader bij Phi lip, om meê langs de beke te gaan kruiden lezen. Is er de dood in gemengeld zei ik. Doodhij en kan van geen slechter ongediert gebeten zijn, zei Diphilus, twee uren geve ik hem nog te leven, vinden wij dat gebenedijd kruideken niet. Hij zal vergaan van den dorst. Maar kruideken, wat voor kruideken is 't al cv ontwel, dat ik ook kan zoeken 't Is een klaverblad, met een kleen rood bloei- >elken, dat nu ten schoonsten is. Niet zoo dicht het water, halfwege den gersbarm, zoo. Gaat gij aldaar, kemelenwaards, ik ga, van den werke weg, alhier.. Dat was zoeken dat ik deed 1 Mijne oogen en mijne handen zaten overal in en overal achter in de kloven, onder 't riet, bachteu ieder dutsken pens te voorzien want op acht dagen tijd zijn er niet min dan 4 of 5 revolvers gekocht. Men begint nu jacht te maken op eene bijzon dere soort van vierpooters, die zoo men zegt, zeer smakelijk zijn en ik zou het moeten gelooven want die liefhebbers aten met zulken smaak dat zij tweeën aau één been hingen. rijdag verleden zijn de koeien op hol gegaan van den heer Fr. Duville. Zonder de gelukkige tusschenkomst van eenen moedigen heer, waren groote malheuren gebeurd. Er is hier ook nog eene nieuwe soort van pillekens uitgevonden, zeer goed tegen hoofdpijn en tandpijnvoor nen spotprijs is men geriefd. Felix. OM eene trissche kleur, eene zachte huid te heb ben en aan geene bloedonzuiverheid te lijden zoo als: dauwworm, puisten, eczemas, jeukte, is het voldoende zich van tijd tot tijd het lichaam te zui veren met het voortreffelijk purgeermiddel Walthe- rypil genaamd. Fr. 1,25, LEMBERGE. Sedert eenige weken viel een razige socialist van Lemberge gedurig uit tegen den eigendomeigendom is diefstal. Eenige mannen hebben naar zijne lessen geluisterd, en zijn maan dag bij hem lOschoone vette kiekens gaan stelen. Nu loopt hij daar met een gezicht van drij ellen en kwaart en geheel de parochie lacht er mee. Dat zal hem leeren. Ja, en sprekende vaii vechten, zaterdag was het bijkans ook oorlog in de drukkerij van de visch- mijn. De ge broke ruit, roepen, op tafel slaan, ver wijten, affrontelijk om hooren: Sloekop, gieri gaard, pakketal; ik moet ook mijn paart hebben van de strijdpenning, als gij mij niet meedeelt zal ik het uitbrengen! Zij hebben hem stil gelegd met eenige frankskens. OM de bloedarmoede te genezen, die zooveel on- jemakken veroorzaakt (zwakheid, hartkloppingen, bleekheid, uitgeputheid, taudpijn, bloedverlies en andere), is het voldoende ijzerinhoudende Pillen van Doktoor Raphael gedurende eenige dagen te gebruiken. Fr. 1,75. Eindelijk is de nieuwe schoolwet gestemd met 81 stemmen tegen 52. Vier Kamerheeren hebben zich onthouden, waaronder M. Daens. Het bespreken der projecten Brugge en Heyst- Zeehaven heeft aanleiding gegeven tot hevige woordenwisselingen tusschen de heeren Van den Broeck, Delbeke, twee Antwerpenaren, den minis ter De Bruyn en De Clercq. Met zijne wilde manie ren en uitdrukkingen is de socialist Anseele eene der besprekingen komen herscheppen in eene ware straatlawijterij. Het algemeen gedacht der Kamer leden is dat de Antwerpenaars met te veel woede het project Heyst aanvallen, pleiten voor hunnen winkel en min uit overtuiging dan uit vrees dat Heyst konkurrencie zou doen aan Antwerpen. De sektie die het ontwerp over den tabak onder zoekt, is reeds bijeengekomen. werklieden op den dag zijner begraving, gaven het treffend en klaarsprekend bewijs dat mijnheer Rey- naert een voorbeeldige secretaris, een deugdzame burger, een ware volksvriend was. Ziehier de lijkreden op zijn graf uitgesproken door den Heer Burgemeester in naam van den Ge meenteraad Mijnheer en, Ik vervul eene plicht, met, in den naam van den gemeenteraad, eene laatste hulde te brengen aan den diepbetreurden afgestorvene, die sedert vijf en dertig jaren met zooveel onderscheiding het ambt van gemeentesecretaris van Haeltert bekleedde. Mijnheer Frans Reynaert, alhier in 1834 gebo ren, toonde van zijne kindsjaren af, met welke kost bare schatten de Goddelijke voorzienigheid hem had begaafd; zijne vlijt tot het leeren deed hem schitteren in de lagere school te midden zijner me deleerlingen. Dan later wist hij .loor zijne eigene ingeving en met onwrikbare pogingen zijne eerste kennissen te volledigen en dank aan eene buitenge wone wilskracht was hij weldra in staat de bestuur lijke loopbaan in te treden. Eerst in bediening bij de rechtstreeksche belastingen, werd hij in den ouderdom van zes en twintig jaren tot het ambt van secretaris verheven. Meer dan iemand heb ik sedert elf jaren als burgemeester getuige geweest zijner werkzaam heid, zijner gedienstigheid voor onze inwoners en zijner ervarenheid in alle bestuurlijke vakken. Zijne grondige kennissen stelde hij gestatig ter on zer beschikking. Het zal mij namenlijk toegelaten zijn te herinneren met welke verkleefdheid, tijdens de wet op den openbaren onderstand, wiens toe passing zulke zware lasten de buitengemeenten oplegde, hij de belangen van Haeltert ter harte nam. Dit geeft mij aanleiding om de dankbaarheid uit te drukken onzer behoeftigen jegens den afge storvenen. Groot was zijn medelijden voor den armen mensch en ontelbaar zijn degenen die hij in het uitoefenen zijner bediening ter hulp is gekomen. Zonder eeni ge vergelding gelastte hij zich met de taak van ge heimschrijver van het bureel van weldadigheid. Onze werklieden ontmoetten in hem eenen trou wen raadsman. Hij bewees hen nog onlangs zijne bijzondere genegenheid met de bediening te aan veerden van secretaris der maatschappij van on derlingen bijstand .Bemint elkander Dc almachtige God die beloofd heeft dat er een glas water in zijnen naam gegeven niet zal onbe loond blijven, zal, wij mogen verhopen, uwe goed- hertigheid wegens uwen evenmensch gedachtij wezen. Zijne Majesteit de Koning heeft hulde gebracht aan uwe bestuurlijke loopbaan, met u met het bur gerlijk kruis te vereeren en de diensten die gij aan onze gemeente bewezen hebt zullen altijd in het geheugen blijven van uwe medeburgers, in wier naam ik u eenen laatsten vaarwel kom te zeggen! Daarna werden nog lijkredens uitgesproken door een werkman, A. Matthys, en door M. F. Crickx, secretaris der Burgerlijke Godshuizen van Aalst, welke wij betreuren, bij plaatsgebrek, niet tekun- I nen opnemen. vuld. De F. H. Pieters was by de eerste opvoering van zijn stuk aanwezig, en was over de ver-' dking uiterst tevreden. Daverende toejuichingen hebben het stuk onophoudend onderbroken. Na het drama hebben eenige leden van den guns tig vermaarden tooneelkring van Idegem hun stuk De Dansziekte op meesterlijke wijze uitgevoerd. Nu viel er te lachen, niets dan te lachen, en of er ge lachen is!... Die mannen spelen toch zoo wel; wie zou er niet lachen bij het zien van den wel gekuns- telden komieken Lambertus Slimbroeck, met zij nen papa Polycarpus, de hakkelaar? Wat vieze jongens toch! De oude Populier, Leopold Frick en Jan, de knecht, hebben oprecht wel gespeelden ook hartelijk doen lachen. De twee kluchtliedjes van Lambertus, op echt komieke meesterlijke wijze gezongen hebben op daverende toejuichingen ontvangen geweest. Het feest is wel afgeloopen. Mochten wij van tijd tot tijd zulke feesten bijwoonen. De tooneel en zangmaatschappij van den Volkskring hebben 's a- vonds hunne vrienden van Idegem tot aan de sta tie uitgeleide gedaan, na hun eenen prachtigen bloemtuil geschonken te hebben. Tot weerziens. X. J A IT1 TCDT Verleden week is al- lALL I LH I tier in den ouderdom van 65 jaren overleden mijnheer Frans Reynaert, sedert 35 jaren gemeentesekretaris. De algemeene rouw door ziju afsterven te Haeltert en in 't omlig gende verwekt, de groote toeloop van burgers en illimyr Verl. zondag, heeft onzen IllllUVL." gunstig gekenden Volkskring Hand in Hand de inwoners onzer stad op een prachtig concert vergast. De proppensvolle zaal ge tuigde genoeg hoezeer de bevolking van Ninove dit grootsch en nuttig werk, genegen is en hoogschat. Het drama Jan Dalens, alias graaf, d'Alenski, ver- vlaamscht door den E. H. pastoor van Moerzeke, is op meesterlijke wijze vertolkt geweest door eenige leden van den kring, tesamen met de jeugdige P. Callebaut en A. Schandevel, leerlingen der Patro- nagie. Jan Dalens, graaf van Breevelt en Thomas, de hovenier, hebben op echt prachtige wijze hun ne rol gespeeld. De kleine Frans, het weesken, heeft tranen van aandoening in ieders oogen ver wekt wat schoon stemmeken, hoe wel gezongen De onnapoetsbare Ambroos heeft het publiek doen hartelijk lachen... Poesel, Starben en Kleep, alhoe wel kleinere rollen, hebben ze met veel smaak ver gers, en mijn herte liep voorenNiets te vinden dat op klaver trok, roo blomkes wel, maar 't was een kruipend rankske met enkele en smalle bladjes 'k snapte naar een ander, maar 't was een rood en roud keikeniet te vindenHet klaverblad anti- dipsas, (zei er Diphilus tegen en was niet vinde- lijk. Ik keek langs de bekc weg, en ginder verre zag ik Cyril la met eene spoelkom water loopen. Daarpeisde ik, 't is zoo Diphilus gezeid heeften al mijn bloed verkroop in mijn lijf. Ik keek al den anderen kant om, en daar was Diphilus, die oude duts, met zijne neuze tegen den grond, en met bei de handen in 't hoog gers, aan 't zoeken, maar hij en vond het ook niet; ondertusschen, mijne oogen vielen, bij geval, tusschen twee bruine bonken rot- se, op eentwat rood. Diphilus! Diphilus! is 't dat hier? en ik stak een klaverrankske met groene bewolde bladerkes eu licht roode blommekes omhooge en naar hem. Hij kwam geloopen. Dat is 't! en God zij ge dankt! zei hij, seffens! seffens Wij vlogen naar de kemels. Moeder zat op den grond, met Philip in heure armen; zijne lacema of lakenkleed was los, zijn arm stond sterk gezwollen, zijne hand zag peersch en groen gestriept, zijne tonge stak uit, gelijk die van de honden, als zij loopen. en hij klaagde altijd Water, nog water, water Hier is wat beters als waterzei Diphilus. God zij gedankt! hij is gesalveerd! geen tijd om te koken, alzoo zie! Hij liep met de spoelkom ten wa terwaard, greep nen kei uit de beke. en begon de plante daarmee, in de kom en onder 't water, te morzelen. Nu! zeide hij, en hij kwam geloopen. Philip greep de kom vast en dronk hem uit, zon der verasemen, en toen en zag ik nog maar dat zij ne kaken rood en blauw, gespannen en opgezwol len stonden, zijne oogschelen dikke en stram, en dat zijne oogballen geschoten waren met bloed- striepen. Hij zalder van deure kernen, vrouwe, zeide Diphilus. Houdt u kloek van herten, Philip; 't is eene kwaê slange, dat is de waarheid, maar dat kruid hier is goud weerd. Laat er ons nog zoeken, Jan, om de zekerheid. Wij lieten ze daar zitten, gingen naar de plaatse waar Diphilus eerst geweest hadde, en vonden ee nen geheeleu struik, wat verder op, langs het wa ter. - Dat zal al gaan en genoeg zijn, zei Diphilus, geen vreeze meer, de remedie werkt, al ware ie mand sedert eene ure gebeten, en 't en is nog geen halve ure van Philip. Als wij terug kwamen bereidde Diphilus het kruid gelijk den eersten keer, terwijlen dat ik Phi lip gade sloeg. Hij klaagde eerst nog om water, maar, als hij den tweeden keer onze kruiden ge- Mannelijk G. Vrouwelijk 09. Te samen 15. J. Wellekens, bleekersgast, met C. Wauters, twijnster. V. Aelbrecht, vellenploeter, met h'. Vau Nuffel, twijnster. J. De Smet, kleermaker, met E. Bastiaens, twijnster. L. Plas, twijuder, met L. Meersman, twijnster. O. Panné, huis schilder, met M. Van de Voorde, breister. OVERLIJDEISTS P. Daens, zonder beroep, 61 jaren, Stoofstraat. D. Meersman, zonder beroep, 8 jaren, Kerre- broek. 10 kinderen onder de 7 jaren. Op de Werf hangt er nu nen offerblok voor den strijkpenning*, of beter gezeid een verwij tkas- ken. Als ge daar 10 centiemen insteekt, hebt ge recht een verwijtsel op papier te schrijven, dat la ter in 't stramijnenblad te zien staat, en nog een voordeel, ge moet er zelfs uwen naam niet onder zetten.... Van dat laatste voordeel wordt er wel ge profiteerd. Maar, Menschen, wat zoude ge zeggen van iemand dio in zijn huis eene plaats zou verhu ren om van daar, gestolen weg, de voorbijgangers te laten verwijten Staat dat ook in den Pauzelijken Brief?? Te Parijs, in 't werk der Vlamingen, is er zondag gevochten ja, ja, bijkans gevochten, ze waren toch te wege, en 't zou er van gekomen zijn ook, liadt men aan eenieder der twee kampers geen Volks- stemmeken kunnen geven. Ze meenden dat er maar een meer was, maar er waren er gelukkiglijk twee, en daarmee waren ze alle twee gepaaid. Ai! Heere Dominus! menschen, hoort nekeer! Do kerk der Vlamingen te Parijs bestolen 1 De mu ren waren al te veel naakt; er is bijna nog niets in. En zie over eenige dagen is er een statie van den kruisweg gestolen I Promentig gestolen door een slawelle, een sleep van een vrouwmensch die in de kerk had zitten slapen. Te Moscou bestaat er eene klok die men noemt de «Keizerin z' Is gegoten in 1688, hersmolten in 1733 en 34,000 kilos verzwaard. Ze weegt te genwoordig 174,000 kilos. Geborsten door eenen brand in 1737, is zij voor meer dan eeue eeuw in den grond gestoken. 't Was de Keizer Nicolas die in 1838 ze deed ont graven en ze op eenen gedenkzuil deed plaatsen. Rondom staat er heel hare historie op gegra veerd boven de afbeeldsels van den Czar Alexis Michaïlowitch en de Keizerin Anna Ivanowna. Daniel. dronken had, zoo kwam zijn asem vrij en lichter hij wierd op zijn gemak te liggen en de gloei ging uit ziju aanzichte. Gij en moet niet meer verlegen zijn, vrouwe, zei Diphilus. Seffens zal hjj in slape ziju, en ik heb nog kruid genoeg over, maar, meester, de tente moet op, doet ze niet? 't Gaat te veel dauw vallen. Al dat moeder kost was God zij gedankt 1 zeggen en herzeggen, en den slave herhaalde maal laten hooren hoedanig dat zij hem verplicht was. Cyrilla, die stroomsgemoed had zitten weenen, al den tijd, moest naar de beke gaan heure oogen wasschen, en ik, vader en Diphilus, sloegen de teute op, die wij aan den tentemaker te Ombi ge kocht hadden. Wij en hadden niet gedaan eer 'tal donker avond was, wij ontstaken een stuk toortse, haastten ons, en, als wij bij Philip kwamen, had hij geen dorst meer, maar grooten vaak. Zijne handwas schrikkelijk; zijn arm begon te zwellen en hij zag er bleek uit. Laat me u in de tente dragen, zei Diphilus. Hij droeg er hem in, en moeder volgde. Als hij te rug kwamWat zullen wij doen vroeg vader. 't Was juist daarop dat ik bezig was met pei- zen, antwoordde Diphilus. Drie uren reizens zijn wij nog van de Oase. 'k Zal ik morgen derwaard gaan, is 't dat gij wilt, en vernemen, want op Phi lip en moogt gij nog niet rekenen. Wordt Voortgezet.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Volksstem | 1895 | | pagina 3