SITTARD.
Bedevaart
De doolaards in Egypte.
Parloir.
Laatste Depechen.
BEDEVAART van Gaverland
naar
EREMBODEGEM, dijnsdag 3 Septerab.
't Is 8.26 uren. Al de bedevaarders zijn op hun
nen post.'t Weer is van Ons Heer zijn beste; na
een vriendelijken handdruk aan vrienden en ken
nissen neemt iedereen plaats en de speciale trein
vertrekt.
Nauwelijks is 't peerd van M. Van den Peere
boom ingespannen of de paternosters worden uit
gehaald en men is reeds voor goed aan 't lezen, als
de trein stil staat tot Denderleeuw, waar er nog
een deel bedevaarders afstappen. Van Dender
leeuw tot Brussel wordt er al een praatje gedaan
en een loflied gezongen ter eere van O. L. Vrouw
van Brussel tot Leuven 't zelfde, maar eens geko
men tot Nossegem beginnen eeuige vrienden te
klagen van dorst't en is niet te verwonderen
want ze doen er waarlijk brokskens op; maar alla,
patiëntie, wij moeten toch al iets verdragen voor
O. L. Vrouw en daarbij wie weet of er in de sta
tie van Leuven al geen pintje zal kunnen gepakt
worden, maar neen, te Leuven is er slechts ne
minuut stilstand.
Nog een patientiebolleken in den mond gesto
ken en in volle vaart op de route van den Grand
Central in de richting van Aarschot't is een
schoon stadje met prachtige kerk: ne salut in 't pas
sant en daarmeê weg
Maar zie nu ne keer, wat schoone prachtige
weiden, zoo verre ons oogen dragen kunnen van
den eenen kant, op eene helling, de kerk van
Scherpenheuvel en van den anderen kant 't heilig
dom van Averbodc.
Op een twee drij is iedereen gereed en de Mag
nificat wordt in 't meeste deel der compartimenten
aangeheven.
Ons Lieve Vrouwken van Averbode en Scherpen
heuvel, bewaar ons van alle ongelukken op reis,
wij moeten toch nog zoo verre
Daarmede zijn wij na 5 minuten tot Diest, de
stad van den H. BerchmansDiest, omringd van
fortifikaties die over drij weken door den minister
van oorlog afgekeurd zijn en in 't kort zullen afge
broken worden. Hier nog rijdt de trein in volle
vaart voorbij aan de vensters van 't buffet der sta
tie zien wij fleschkens duitsch bier staan, maar er
is niet aan te komen, 't is maar altijd te rijden.
Van Diest rijden wij op Hasselt, de hoofdstad
der provincie Limburg. De streekte die wij door
trekken is van de schoonste die ge zien kunt, al
hoewel weinig bevolkt, 't Is omtrent 11 1/4 uren
als wij daar toekomen Wij en zullen het nooit
vergeten; de trein houdt er stil voor 2 minuten,
aanstonds komen ze met pintjes bier aan den trein
geloopcn en 't is daar een roepen, een drinken, een
geldwisselen zonder einde! Hoe zoetekes toch liep
er dat bierken in, en of 't goed was
En nu dat de dorstigen gelaafd zijn, weerom op
route, recht naar Maastricht, 't Is juist 12 uren
als wij in die schoone hollandsche statie stilhou
den iedereen is kontent eens te mogen afstappen
en aanstonds zijn de bedevaarders met den E. H.
Temmerman aan 't hoofd op weg naar 't hotel.
Goeden dag, heer Willems, hoe gaat het
Staat de soep reeds gereed
Ja, Eerwaarde, alles is klaar.
Iedereen neemt plaats, eet smakelijk (o dienen
acheblief drinkt een fleschken duitsch bier en
na nen Vaderons te hebben gelezen tot dankzeg
ging zijn wij op gang naar de St Pietersgrotte.
't Is eene temperatuur van omtrent 30 graden
warmteof er gezweet wordtMaar toch met goe
den moed vooruitna een half uurken komen wij
aan de schoone St Pieterskerkvan daar gaan wij
al den paternoster te lezen, naar de grot van O. L.
Vrouw van Lourdes waar de Jufvrouwen van Ee-
kloo en Knesselaere een hemelschschoon loflied
zingen ter eere van Maria.
Dit gedaan, begeven wij ons naar de St Pieters-
grottenaanstonds «aan den ingang de fakkels aan-
DOOR
O-XJIDO GEZELLE.
9
Hij en was niet haastig om te spreken, zoo vader
viel zelfs daaraan, en hij zei
Euthymius, de eremijt, heeft ons gezeid dat
gij Christen zijt, dat gij bovendien hier die Oase
kent, en den weg daaruit en daarin weet. Wij zijn
ook Christen lieden, God zij gedankt voor Zijne
gratie, en ontwijken de vervolginge die uitbreekt
of zal uitbreken, eer 't nog lange duurt, in Egyp-
ten laud. Wij zijn naar de verdere wildernisse te
wege, om daar versteken te blijven tusschen'tberg
land, en voorzien te worden, van uit een van deze
twee dorpen, met hetgene dat wij, om 't leven
t'houden, niet missen en kunnen.
Hoe weet gij van Euthymius te spreken
vroeg Pambo, met een paar grooteoogen, die man
is zelden te zien.
'k Heb bij hem geweest. antwoordde ik. Va
der en was dien keer bij mij niet, en ik zal u gaan
bewijzen en de zake klaar maken hoe dat ik u de
waarheid zegge. Kom met mij ter deuren uit. Hij
Qedrukt by Julius De Meester, te Roesselaere.
stoken, de neusdoek aan den hals gebonden voor
de koelte, en arm aan arm de grot in
Dit is hier waarlijk de moeite weerd om gezien
te worden. Gedurende eene goede halve uur wan
delen wij zoo onder den grond in helledonkere en
breede gangen, bezocht in den tijd door Willem,
Koning van Nederland, Napoleon, de Koningin
Wilhelmina gelijk de opschriften het ons getuigen;
men ziet er schildpadden, krokodillen, enz., in den
steen gekapt. Maar hoe lang zijn die grotten
wei? vragen wij aan onzen gids. Menheer, zegt
hij, wel 20 uren verre
Onnoodig te zeggen dat het ons aardig voorkwam
bij't uitgaan van de grotten, als wij weerom de
brandende zonnestralen op ons voelden vallen
Maar daarom toch gecnen moed opgegeven en
langsheen eenen weg, zoo schoon dat men dien in
Terkamerenbosch van Brussel niet en zou vinden,
keeren wij naar Maastricht terug.
Maar, holad'horlogie uitgetrokkenZeker, ze
ker, 't is tijd om naar de statie te gaan en naar
Sittard te vertrekken
Om 5,20 uren zijn wij reeds op den trein en een
half uurken later stappen wij in de stad van Sittard
af. Daar staat een groep maagdekens,met bloemen
korf es in de hand, ons af te wachten de priesters
doen het koorhemd en den stool aan en vooraf ge
gaan van 't kruis en onder 't zingen van den Mag
nificat, trekken wij door 't stad, naar de basiliek
van O. L. Vrouw van het Heilig Hart.
Wij kunnen onze oogen niet gelooven als wij hier
binnenstappen! Wat luister, wat rijkdom, wat
pracht Ons hert is benepen van aandoening Me
nige traan rolt uit d'oog der bedevaarders! Neen,
Averbode, Hal, Scherpenheuvel heeft daar niets
aan.
De E. H. Schoolmeesters, kapelaan der baziliek
verwelkomt ons van op den predikstoeldaarna
lof gezongen door de jufvrouwen van Erembode-
gem, Knesselaere en Eekloo hemelsche zang, ja
waarlijk hemelsch, den O Salutaris, gezongen door
Jufvr. Eugenie Ryffranck van Eekloo.
't Is 7 uren en vijf; iedereen trekt naar zijn ho
tel na de schikkingeu gehoord te hebben voor den
dag van morgen. Men verdeelt zich per groepen om
te gaan avondmalen en eene welverdiende rust te
gaan nemen.
Goeden avond en tot morgen Goeden avond en
tot morgen't is alles en altijd 't zelfde dat men
hangs alle kanten hoort bij 't uitgaan der baziliek.
SITTARD, Woensdag 4 September.
Van vier uren en half, vijf uren zag men reeds
van alle kanten de bedevaarders uit hun hotel ko
men en met de meeste ingetogenheid zich naar de
basiliek begevenaan al de autaars wordt er reeds
mis gelezen, de bedevaart telt immers 24 geestelij
ken terwijl de eene reeds te communie gaan, na
deren de andere nog tot hetH. Sacrament van de
biecht vooraleer te communiceeren en omtrent
kwaart na zes uren werd er eene solemnele Mis
gezongen ter intentie van de pelgrims door den
Eerw. Heer Sadones, pastoor van Erembodegem,
bijgestaan door twee andere heeren geestelijken.
Gedurende dit H. Misoffer hebben wij nogmaals
verrukt geweest door den zang der congreganisten
van Erembodegem, der Jufvrouwen Ryffranck,
Goethals van Eekloo en Jufvrouw Octavie Potvlie-
ge van Knesselaere. Ja, zoo een gezang vervoert
den geest, doet waarlijk deugd aan 't hert en doet
menigen traan in de oogen opwellen. Haasten wij
ons hier eene welverdiende hulde te brengen aan
den heer Pius Verhegge, die de bedevaardsters
van Erembodegem deze schoone mis had aange
leerd.
Na zoo onze devotie tot O. L. Vr. van het H.
Hart volbracht te hebben, gaan wij naar ons hotel
het ontbijt nemen en daarna met vrienden en ken
nissen het vrolijke Sittard langs alle kanten door-
kruisd, om onze nieuwsgierigheid te voldoen en al
d'een of d'ander gedenkeniss aan te koopen.
Maar ras is het 9 uren en dan weerom moeten
wij op onzen post zijn in de baziliek; ook niemand
ontbreekt
De E. H. Temmerman beklimt alsdan den pre
dikstoel hij bedankt al de pelgrims in den naam
kwam, en ik zei voort Als Euthymius u gedoopt
heeft, hij hiet u al uwe afgoden delven, daar on
der die cijpresse, in den hoek van uwen hof,
deed hij 't zoo niet
Ha ja, zoo is 't, zoo is 'twilt het mij niet
kwalijk nemen, heere, n zei hy, te vaderwaard
omkeerende, dat ik in 't eerste niet en wist wat
ik zou gelooven maar 't zijn toch slechte tijden,
nie-waar, waarin wij nu leven, en 'k en ben van
zelfs van de stoutste niet, ik, maar nu, wilt gij mij
zeggen wat gij van zin zijt te doen, 'k zal u helpen
al dat ik kan.
God zal 'tu loonen hernam vader. 'tGene
dat ik eerst van al zou geerne weten van u is of er
eenige schuilplaatse in de wildernisse te vinden is,
niet te verre af, waar wij iets over ons hoofd en
versch water zouden kunnen hebben, en waar wij
zouden kunnen aan voorraad geraken, in geval van
te kort te komen.
Pambo stond en peisde Wel, heere, zeide
hij op een ende, daar is zulk een plaatse, boven
de eerste Oase, en een stuk wegs van de strate af
die naar de tweede voert, 't Is een onderkelderde
rotse en 't spruit water daaromtrent. Waarschijne-
lijk zal't bovendien daar veiliger zijn als elders,
want het spookt er, zegt het volk.
Het spookt er I hernam de vader, hoe wat
't spookt er
Iiewel, heere,zei Pambo, Pan verkeert
van O. L. Vrouw, hij smeekt haren moederlijken
zegen af over al de beevaarders, hunne familiele
den, hunne vrienden en kennissen, en beloofd haar
te naaste jaar met nog grooter getal pelgrims haar
heiligdom van Sittard te komen bezoeken.
Deafscheidsstond is gekomen; Jufvrouw Cle-
"mentine Temmerman van Erembodegem leest nog
luidop eene akte van opdracht aan O. L. Vrouw;
nogmaals wordt ons de zegen gegeven met 't Heilig
Sacrament en daarmeê al zingende naar de statie
waar de trein ons reeds te wachten staat.
't Is 10 uren en vijf. het signaal wordt gegeven
en wij zijn reeds weerom op gang naar Maastricht
van door 't vensterken van 't compartiment kijkt
eenieder nog eens vol aandoening naar den toren
der baziliek en in zijn binnenste zegt zich eenieder:
O. L. Vrouwken van Sittard, tot naaste jaar,indien
O. L. Heer ons 't leven laat.
MAASTRICHT.
Omtrent kwaart voor elf uren stappen wij af tot
Maastricht waar wij tot 2 uren mogen verblijven...
Maar wat hooren wij daar? Zou 't waar zijn, zou de
chef der statie gezegd hebben aan Mijnheer de Pas-
toor Sadones, dat wij om 121/2 uren den trein
moeten nemen Ja, ja, 't is inderdaad zoo,
antwoordt ons de E. H. Temmerman, die wij daar
juist ontmoeten.
Allo, als 't zoo is, wat rap opgestapt, om de kerk
te gaan bezichtigen van den H. Servatius, overal
bekend om haren kostelijken schat van relikwieën,
en de St Martiuuskerk met haar kostelijk kruis
beeld daarna ons noenmaal genomen, in aller-
haast voor vader of broeders al wat hollandsche
cigaren aangekocht en daarmeê naar de statie
Oefwat is het hier warm 't Ware hier goed
om een noviciaat te doen voor 't vagevuur tmaar
alla, welhaast gaan de deuren open en iedereen
neemt plaats in den trein die ons direkt, zonder
eenen keer te staan, naar Erembodegem moet
brengen.
WIJ VERTREKKEN.
God dankWij zitten met onze zelfde compag
nie, niet te veel gespannen, met drij op een bank
van tijd tot tijd wordt er nog ne paternoster gele
zen, maar wat er ook en vooral gedaan wordt, (wij
hadden immers al genoeg gelezen) 't is een farsken
verteld, ne keer hertelijk gelachen en daarbij nog
al de fleschkens, pakskens en dooskens, welke
eenieder bij hem had, leeg gemaakt en gedeeld.
Ja, 't was daar de ware collectivisme Als 't flesch-
ke wijn uit was, wierden de laatste frikadellekes
opgeëten, en daarna al een citroenbolleken in den
mond gestoken.
Zoo vliegen wij maar altijd voort langsheen den
spoorweg die wij in ons eerste dee.l beschreven
hebben. Slechts een dingen valt er ons nog op te
merken, 'tis dat te Eigen-Bilsen oen landman
bezig met appels en peeren te laden, er ons uit
pure loutere genegenheid eenige toewerpt in ons
compartiment! Mer^i, brave man, 't is ons een
appelken tegen den dorst.
Naarmate wij naar ons geliefd Vlaanderen terug-
keeren, worden wij langsom meer opgeruimd, de
trein even als een peerd die zijnen stal geriekt,
sjoeft er van door dat het een plezier is
Eindelijk houdt de trein tot Erembodegem stil
Daar zou M. de onderpastoor ons met koorkna
pen en suisse komen halen en ons zoo processiege-
wijs naar de kerk geleiden; maar zie, die E. H.
was juist 10 minuten te voren geroepen voor eene
haastige berechting en zoo kwam het dat een E.
H. Geestelijke van de bedevaart hem moest ver
vangen.
In de kerk gekomen, sprak de E. H. Pastoor on
zen Eerw. Heer Temmerman eenen hertelijken en
diepgevoelden dank toe welke menige traan uit de
oogen der bedevaarders deed rollen. Mijn beste
vriend, zeide hij hem, 't is O. L. Vrouw van 't H.
Hart die u moet zegenen, 't is zij alleen die uwe
zelfsopoffering en liefde kentReken er op Hare
goedheid zal uwen iever nog overtreffen
Daarna wierden de dankzeggingen der reizigers
uit het rituale voorgelezen en nogmaals den zegen
gegeven met het Heilig Sacrament.
't Was juist 5 uren, zoodat eenieder den zelfden
avond te huis nog kon komen.
daar, zeggen sommigen, andere willen dat het sa
ters zijn. Een dingen is zeker en vaste daar zijuder
weinig of geene in Zericah of in de Oase die daar
zouden durven omtrent gaan bij den dumsteren
avonde, voor al 't goud van Crsesus, zelfs niet vele
die daar bij schoonen klaren dage zouden naartoe
komen zonder eene sterke somme, dat afgodenvolk
bestaat alzoo, ze zijn zoo bange
Goed, n zei vader," dat is lijk gemaakt gekocht
voor ons, en, als wij met zes gedoopte Christenen
geen mans genoeg en zijn voor den duivel met al
zijn gespuis, wij en zijn de name niet weerd. Waar
is 't, Pambo
Wacht, antwoordde hij, 'k zal u toogen, maar
wij en moeten daar al te zamen niet ten dorpen uit
gaan, anders ligt het volk met achterdenken. Rijdt
gij lieden eerst uit, t'achternoene, als of gij naar de
tweede Oase wildeten als gij honderd stadiën
verre van de eerste zijt, »laat uwe tente en vernacht
daar eer 't klaar dag is zal ik bij ulieden zijn, en
toen kan ik u in uwen nieuwen thuis doen eer dat
er ooit iemand aldaar 'nen verdoolden stap terdt.
'k En weet niet hoe u bedanken, zei vader,
dat gij zegt zullen wij doen al 't andere kunnen
wij schikken als wij daar zijn. Een dingen dient
gezeid gij en moet hoegenaamd op geen geld zien.
Ik heb eene sterke somme bij mij en ik kan er nog
doen komen en trekken op mijne vrienden in Egyp-
tenland.
Lang, heel lang, zal de herinnering dezer schoo
ne dagen voortleven in den geest der bedevaarders
die, vooraleer te scheiden, allen hebben beloofd el
kaar te naaste jaar op de bedevaart naar Sittard
weer te zien.
Een Lezer van 't Stemmeren.
Tist, wanneer bakte ons eens nen acheblief
Snoeck. Ge zult uwe pen eens moeten gaan vastne
men. A. B. Zijn de beentjes nog stram
Daniel. De vrienden komen den 16 dezer. A. A.
Uw bezoek doet ons altijd plezier. Vr. te Chis-
lehurst, ge zijt verwacht. Zeven stukken kanon
zullen bij uwe aankomst afgeschoten worden.
Doreken, 'tzou kunnen watkoelder zijn, hé
Pitjen, ge ziet dat wij voor u zorgen wij hebben
wel gebeden, 't Kaartje van Zondag deed ons veel
plezier de complimenten «aan de familie. Lode,
Nonkel heeft eene nieuwe onderbroek. T. F.
Gelukkig zijn is toch plezierig, hé Sus, de dag
kan nog niet gesteld worden maar in alle geval,
tot in't kort. Vr. V. G. Ge moest meêgegaan
zijn naar Sittard. Niet mankeeren voor 't naaste
jaar. Nonkel, hoe is 't met den pompederompe-
pompom Al die ons naar boeken geschreven
nebben, zullen op beurt bediend worden. Aan «al
die Vrienden en Medewerkers den vriendelijken
Goeden D«ag en als 't hun believen zal.
TE MELSELB.
Hoe zoet en indrukwekkend is het niet, groole scharen
christenen zich rond het heiligdom van Maria te zien
verdringen, om daar hare hulp af te smeeken, en haren
machtigen bijstand in te roepen
Zoo was ik Zondag kaatst, 8 September, ooggetuige van
zulk aandoenlijk schouwspel. Niettegenstaande de druk
kende hitte en de lastige wegen, hebben, er een groot
getal gemeenten deel genomen aan den plezieriger» op
tocht om hulde te brengen aan Maria die de hulp de?
Christenen is.
Duizende en duizende Christenen hebben aan den op
roep van zijne Hoogweerdigheid den Bisschop Stille-
mans, die de plechtigheid bijwoonde, beantwoord, 't Is
aan die schoone Kapel van Gaverland, het toevluchtsoord
tot Maria, dat grijsaards en kinderen, jong en oud, hulp
en troost vinden in lijden en ziekten. Fier mogen wij zijn
op ons Vlaanderen, want deze duizende bedevaarders ge
tuigen, dat het waar Katholiek geloof hier diep is inge
worteld en dat, verre van te verslappen, ondanks al het
geweld dat de goddeloozen aanwenden het meer aangroeit
tot eer van God, tot welvaart van het Vaderland en tot
het geluk van het huisgezin.
DOEL. Alhoewel Doel buiten de wereld ligt, heeft
hij nochtans zijn best gedaan 400 man namen deel aan
den stoet, en indien men rekening houdt van den grooten
afstand, welke men op 3 uren schat, en van de kleine
bevolking dezer parochie, bekleedt Doel eene van de eer
ste plaatsen zelfs heeft eenen 86-jarigen ouderling, Braem
de bedevaart vergezeld.
Zondag is de prachtige stoomboot Noordland der
u Red Star Lijn op de hoogte van den ouden Doel ge
strand, maar is maandag morgend vlot gekomen en op
sleeptouw naar Antwerpen gevaren.
(Per Telefoon).
1° Uit ISEGHEM. Peter Benei t, de groote
muzikant, is erg ziek.
2° Uit SITTARD. Nog nooit is hier schoonde-
re bedevaart toegekomen als die van Erembode
gem.
3° Uit NORMENWORTH (Duitschlandj. Drij
en twintig edele jufvrouwen zijn hier deze week in
't klooster getreden der zusters Franciskanessen.
4° Uit BAESRODE. Jufvrouw Julie van Keer,
oud 16 jaar, is zaterdag om 8 1/4 uren 's morgens
verdonderd.
5° Uit VELM. Het schijnt nu heel zeker dat
er hier een paar schoenen gevonden zijn van den
tijd dat Ctesar daar vocht.
6° Uit BRUSSEL. De eerste zes dagen van
September zijn er te Brussel dagelijks 60,000 kiles
mossels opgeëeten.
7° Eene werkstaking is uitgeborsten in de fa
briek van P. Van de Kerchove en in dit van den
heer Permentier-Van Hoegaerden.
8° Uit HAMBURG. De koning der Belgen is
hier dijnsdag morgend toegekomen.
Is 't wel, heer, zei Pambo, zoo zal 't gaaD,
maar, voor wat mij aangaat, geld of geen, 'k zou u
algelijk helpen, om Christi willen.
Dat geloove ik, oprechtzei vader, maar
toch, de werkman verdient zijnen loon. 'k Moet u
nu nog wat vragen wat middel weet gij om te
maken dat dit hier in de handen kome van Phile
mon, een priester die te Ombi woonachtig is en
hij toogde hem zijn beschreven brieftablet. Daar
en kan hoegenaamd geen ongemak uit komen, noch
voor den drager, noch voor den ontvanger wordt
het gepakt, 't is verdoken tale.
Dan is 't mogelijk, heer, zei de mandemaker.
Laat dien brief hier, ik zal ha«astig eenen bode zoe
ken.
Wij hadden nog iets of wat te zeggen van mindere
aangelegendheid, dan verlieten wij onzen nieuwge
vonden vriend, en steegen ten kemele, vader liet
onderwege Diphilus die dingen weten die tusschen
hem en Pambo afgesproken waren.
IN DEN NIEUWEN THUIS.
Zoo. eer de zonne nog geheel onder was, sloegen
wij onze tenten en bereidden ons voor de nacht-
ruste, op de plaatse die Pambo ons aangewezen
had. Schrikkelijk Slinks, uren en uren verre,
blak zand twintig stadiën of zoo rechts, eene reke
rotsen waar 't ons docht dat de kelder moest onder