RONDOM D
WERELD.
Laatste Depeehen.
STA-DIVIEUWS.
Het VLAGGENFEEST
BETOOGING PAPE. Verleden Zondag was
het feest in Aalst. Men vierde toondichter Gustaaf
Pape, compoueerder der luisterrijke Cantate, uit
gevoerd ter gelegenheid der gasthuisfeesten.
Om 3 uren namiddag verliet een stoet samen
gesteld uit talrijke maatschappijen, het landhuis
om zich naar het buitengoed van den kunstenaar te
begeven. Onderscheidden zich buiten allen hot
groot getal Reepers, die, volgens ons toe
schijnt, nog vermeerderd en verbeterd was, sedert
de stoet van 't gasthuis, dank aan hunnen Voorzit
ter en ieverigen Bestuurder.
Na de uithaling van den gevierden kunstenaar
door de verschillige Voorzitters der deelnemende
maatschappijen, doortrok de stoet de bijzonderste
straten der stad, onder het spelen van prachtige
arias door onze Koninklijke Harmonie en het Mu
ziekkorps van Moorsel, welke laatste in den held
van dien dag haren Bestuurder groette.
Eene aangename verrassing wederhield den
stoet wanneer hij de Brusselschestraat doorging.
Do honderde lcerliugen van het St Jozefscollegie
waren, op den doortocht, rechtover hun gesticht
geplaatst, en onthaalden den heer Pape, hunnen
muziekleeraar, op een daverend handgeklap en
donderende toejuichingen, wijl een hunner hem
een prachtigen ruiker aanbood.
Eindelijk naderen wij stadsschouwburg, voorbe
reid om den heer Pape te ontvangen, om hem den
dank te betuigen van al degene die het geluk had
den genoten, te mogen deelnemen aan de uitvoe-
riug van zijn meesterstuk.
Die dank stond daar herschapen in een prach
tig schouw versiersel, hetwelke in naam der talrijke
deelnemers aan de Cantate, arme en rijke, man
nen en vrouwen, groote en kleine, zooals de Heer
Ad. Scheerlinckx in zijne aanspraak zegde, den
toondichter wierd ter hand gesteld.
De Heer Pape, zeer ontroerd, antwoordde, dat
de roem welke hem heden werd toegezwaaid, niet
enkel aan hem toekwam, maar tcveus aan allo uit
voerders; hij bedankte allen vurig, bijzonderlijk
den werkman, die na een ganschen dag onophou
delijk zwoegen, zijne ledige uren opofferde tot het
bijwonen der dagelijksche herhalingen; hij be
dankte ook alle aanwezige maatschappijen en
drukte den wensch uit, dat indien iemand, daar te
genwoordig, hem eens moest noodig hebben, men
zijne deur niet moest voorbijgaan, men hem niet
mocht sparen.
Namens iedere maatschappij, wierd afzonder
lijk, den Heer Pape, 't zij een ruiker, 't zij een
palm of iets dergelijks aangeboden.
Een eeremetaal wierd de maatschappij De
moedige reepers n geschonken als herinnering aan
dien schoonen dag. Daarna voerden deze laatsten
een gelegenheidslied uit ter eere van M. Pape.
Jammer, dat wij den tekst daarvan in het bezit
niet hebben, anders lieten wij hem hier op vol
gen.
Zoo eindigde die plecht vollen dag, die nog ja
ren in 't geheugen der deelnemers zal blijven, en
bijzonderlijk in dit van den zoo zeer beminden en
talentvóllen toondichter Gustaaf Pape.
De Volksstem wenscht hem uit ganscher harte
Proficiat
BENOEMING. De E. H. Teirlinck, professor
i n Sint Lievensgesticht te Gent, is onderpastoor
benoemd op Sint Martens alhier.
OVERLIJDEN. Dijnsdag avond is overleden
in den jeugdigen ouderdom van 39 jaren, M. Gus-
tavus Verhoeven, lid der Bekwaamheidskiezers
en bestuurlid der 8e sectie. De geachte overledene
was een koene voorstaander der Katholieke Zaak,
bemind van arm en rijk. Zijne echtgenote, kinde
ren en ontelbare Vrienden verliezen in hem een
trouwe echtgenoot, een liefdevolle vader, een voor
beeldige en betreurde medestrijder. Zijne ziel
ruste zacht bij den Heer.
hij kwam toen wederom af en ging zoeken rondom,
tot dat hij, beneden onze hoogvenster, in de diepe
klove voortsukkelde. Daar vond hij, al den kant
tegenover den onzen, een kleen verdiep dat hem
gedoken houden zou, docht het hem. Dan, op den
eigensten achternoene, in 't om water gaan, viel
hem de mond van onze spelouke in de oogen.
Wacht 1 zegt hij, kon ik haar met lijf en leven zoo
wel in vliegen als ik er naar kijken kan, daar ware
t goed zitten, en de honderdman zou mogen komen
om mij daaruit te halen- als 't hem lust deed. Hij
was nog nauwelijks t'huis, dat is achter zijnen
aerbergzamen rotsklop gedoken, als Caius en zijn
kamaraad daar al weêr waren. Hoe naar,hoe naar!
dacht de mandemaker in zijn eigen, maar allege-
lijk, hij lag op de loer, hoorde en zag wat er om-
raeging, tot dat hij, van uiterste vermoeidheid, in
slape viel.
Vier-en-twintig uren op de been en langs de ba
ne zijn ge kunt wel peizen dat hij met geen klein
gerucht te wekken en was, nogtans, 's anderdags,
's nuchtens vroeg klonken er stemmen zoo nabij
hem, dat hij toch wakker schoot. Wie mag dat
zijn die zoo vroeg achter mandewerk komt Dat
was zijn eerste gedacht. Maar hij wierd al gauw
geware op wat voor werk dat z'et gemunt hadden,
de lieden die spraken.
Dat gat ginder omhooge, bij Mars zwoer
Pedo Albinovanus (dat zijn leelijke naam was), dat
wij aan dat gat kosten, daar mogt het wild zitten
SCHRIKKELIJK ONGELUK. Onze zoo vreed
zame stad Aalst heeft zaterdag morgend door een
afgrijselijk ongeluk in rep en roer gesteld geweest.
In de Esplanadestraat, was men sedert een drietal
weken aan het afbreken der oude kazerne van de
Sedentairs. Een deel van het gebouw was reeds af
gebroken, het andere deel moest twee meters ver
laagd worden.
Ten 8 ure waren de werklieden hunnen boter
ham gaan eten en eenige jonge werklieden in het
gebouw op eenen hoop schafelingen gaan liggen.
Kwaart na 8 uren, zeggen zijLaat ons gaan
werken! Zij gaan opstaan.... Ineens, een anker die
lost!... Zij willen vluchten, maar op hetzelfde oo-
genblik valt de vout in, en de werklieden zijn on
der de puinen begraven...
Het gerucht werd tot op het Esplanadeplein ge
hoordiedereen komt afgeloopenmet vijven lig
gen zij onder het steengruis; men snelt ter hulpe;
duidelijk hoort men de ongelukkigen zuchten. Sef
fens ziju de pompiers aan 't werk, de major van de
pupillen, priesters en doktoors, burgers en werk
lieden, iedereen loopt om de begraveno werklieden
te redden.
Van den Broek, van Erpe is den eersten gered
hij heeft slechts kneuselingenmen vindt dan ook
onder meer dau eenen voet steengruis Vermoesen
en Phil. Van der Stockt; zij worden binnengedra
gen; Vermoesen scheen gevaarlijk gekwetst te
ziju; seffens werd hij berecht, want men zeiAlle
oogenblikken kan hij sterven. Van der Stockt heeft
het been gebroken, er is geen gevaar.
Men denkt, er zijn geene andere slachtoffers,
maar Van den Broek komt te verklaren dat zij
daar met vijf zaten; waar zijn de twee anderen?....
Wederom met haastigheid gezochteilaashet is
te laat!... ze zijn dood, alle tweeZekere Ver-
schoorisse en De Neef, twee brave jongelingen.
Had men De Neef kunnen redden, aanstonds, hij
ook zou aan de dood ontsnapt zijn; hij is er maar
rond 10 ure gevonden en dan was hij reeds ver
smacht.
Dinsdag morgend hebben de twee ongelukkigen
plechtig begraven geweest. Zij werden tot op het
kerkhof door hunne kameraden gedragen.
De drie gekwetsten gaan opperbest; Vermoesen,
voor wien men zoo gevreesd had, heeft reeds maan
dag eenige uren mogen opzitten.
HULDE. Ons vrijwillig gewapend
Pompierskorps, na, onder het bestuur
van haren bevelhebber, M. P. De Pae-
pe, bij de ramp der instorting, wonderen
van moed en dapperheid verricht te hebben, heeft
het daarbij niet gelaten.
Zondag, tijdens de betooging van den heer Pape,
hebben twee onderofficiers en zes pompiers eene
geldelijke omhaling gedaan, ten voordeele der huis
houdens van de slachtoffers der ramp.
Die omhaling bracht de som op van 826 fr. 86
centiemen.
Hulde en dank, in naam der beproefde vaders
en moeders die hunne kinderen in de vreeselijke
ramp verloren; deze blijk van menschlievendheid
kan niets anders dan de hoogachting der medebur
gers voor ons Pompierskorps en haren braven be
velhebber zoo mogelijk, nog vermeerdereu.
TOONEEL. Zondag laatst hadden wij de gele
genheid het Feest bij te wonen, welke de H. H.
Meesters der Zondagschool voor de tweede maal
herhaalden, voor de leden van den Werkmanskring
en Burgerskring.
De ruime zaal was gansch bezet. Dit alleen is
een blijk hoe nauw de vertooniugeu der Meesters
onzer Zondagschool aan het hart van ons katholiek
volk liggen.
De Meesters der Zondagschool hebben geenszius
voor doel het hoogste toppunt des tooneels te be
reiken, maar wel genoegen te verschaffen aan het
volk.
Alhoewel dit eerste hun doel niet is, mogen wij
nochtans zeggen dat zij sedert verscheidene jaren
Wild! antwoordde Caius, hoe, bij Jupiter,
wilt gij dat een arme hond van eenen Christen ooit
daarin gerake? Maar, waar zit dat volk? Daar ligt
de knoop, waar kunnen ze getooverd zijn, als 'tdaar
niet en is? Met een vrouwe en kinderen meê, z'en
kunnen al niet veel verder gerocht zijn z'en wa
ren immers niet veel uren uit hun kot als wij daar
bij kwamen doen ze
Veel uren! Caius Lavinius toch! veel uren
neen, man, noch veel minuten daar doe 'k mijnen
eed op. Dat water en was er zonder handen niet ge
stort, ge weet wel, aan den ingang, en 'k zou ik wel
willen weten, hoe menige minuten bij dage hetzand
wel zou nat blijven, als m'er water op gooit
Waar genoeg, kapitein maar 't zijn, Pluto
haal'ze! al too veraars; 't is genoeg gekend, van
die Christenen, dat 't al tooveraars en tooveressen
zijn
Hewel, alzoo is 't dat ze misschien hun eigen
zei ven daar omhooge en daarin getooverd hebben,
zei de honderdman, Pedo Albinovanus.
'Zoo is 't! en 't ware wel, kost gij nu ook wel
tooveren, honderdman, zei Caius, gij of ik, of een
die 't kan, om daarachter te geraken
Wel, wij moeten ten allerminsten eerst naar
Zericah, om timmerlieden, en dan, moeten wij van
omleege opwaards daar naartoe, of van omhooge
neêrwaard Daar komt het op uit, en dat zal in
ieder geval nog wat tijd kosten.
Mag ik, als'tu blieft, ook wat zeggen, riep
veel vooruitgang gedaan hebben, voor 't geen ei-
gentlijk het tooneel betreft. En 't is met een waar
genot dat wij hen allen een warm proficiat toestu
ren.
Maar het zij ons toegelaten eene bijzonderlijke
hulde te brengen aan den Heer Arth. Thybaert,
welke zoo wel den naoniksrol vertolkte, in het
prachtig drama, en aan den Heer Fl. Meganck, den
vodderaper des blijspels.
Menige traan deed de eene op de wangen rollen;
menige lachspier bracht de andere in beweging.
Wij eindigen, met den vurigen wensch, de Mees
ters der Zondagschool onder geleide van den acht
baren heer E Van Itterbeek te zien blijven, en nog
menige hunner prachtige vertooningen temogen
bijwonen.
ter gelegenheid van de uitreiking der Premiën van
den Praalstoet.
Zondag, om 2 ure, 's namiddags, zullen de deel
nemende Maatschappijen met vaandel en kartel
vergaderen in de Hovenierstraat(Molenstraatpoort).
Aldaar zullen zij eenen stoet vormen die de vol
gende straten zal doorkruisen
Hovenierstraat, Molenstraat, Werf, Bisschop
straat, Molenstraat, Markt, Nieuwstraat, Gent-
schestraat, Nieuwbeekstraat, St. Jobstraat, Gee-
raerdsbergschestraat, Korte Zoutstraat, Lange
Zoutstraat, Markt, Kerkstraat, Brusselschestraat,
Houtmarkt, Zonnestraat, Keizerlijke plaats, Korte
Nieuwstraat, Hopmarkt, Groote Markt, Leopold-
straat, Esplanadeplein, Statiestraat, Statieplein,
Albert Liénartstraat, Kapellestraat, Markt, Hop
markt.
Ruiters zijn in den stoet toegelaten. Hij zal door
verscheidene muziekkorpsen opgeluisterd worden.
Gedurende den doortocht zal er eene huldebe-
tooging plaats hebben aan de woon der leden des
Gemeenteraads, ten einde dezen dank toe te bren
gen voor de inrichting der Gasthuisfeesten.
Om 5 ure 's avonds zullen de Comiteiten der
deelnemende Maatschappijen in de Stadsschouw
burgzaal binnengeleid worden, alwaar zal plaats
hebben de uitreiking der premiën van den Praal
stoet.
De plechtigheid zal geopend worden met eene
aanspraak van den heer Ondervoorzitter der Com
missie, M. Isid. Bauwens.
GEERARDSBERGEN. Uit goede bron ver
nemen wij dat de Kopstukken der socialisten be
sloten hebben, Zondag volgende op de 14daagsche
betaling der Werklieden aan de steengroeven, de
arbeiders van Lessen en Aerne aftewachten aan de
spoorwegstatie en aan de Lessenschepoort, om ze
te geleiden naar den winkel hunner dungezaaide
partijgenoten, in de Nieuwstraat en ze dien der
Katholieken te verbieden.
Wat gramschap Maar ook wat schoon mid
del om stemmen te winnen voor de aanstaande
kieziug
IDEGEM wordt straf beproefd door de subiete
dood. Verledene week meldden wij 't schielijk
overlijden van J. B. Herremans en nu verleden
woensdag is er de schoenmoeder van Leopold Kle-
maet subiet gestorven.
't Zijn erge en droeve zaken voor bij wie het
voorvalt en wij moeten het bekennen dat er nie
mand vrij van is want weet iedereen dat hij moet
sterven, wie weet er waar of wanneer? Den Opper
heer alleen is zulks bekend.
GALMAERDEN. Zekere Louis Beeckman,
schaliëndekker, heeft zich den voet gebroken met
van eene ladder te vallen. Komt een ongeluk eenen
burger of rijk man te treffen, er is gewoonlijk zalf
aan te strijken maar valt de beproeving op eenen
werkman, gelijk het maar al te dikwijls gebeurt,
dan is niet alleen de ongelukkige maar ook
dikwijls zijne ouders, zijue echtgenoot en kinderen
te beklagen.
Daarom ook eischt de broederliefde, van zulke
werklieden bijstand of onderstand te bieden al wie
er in staat toe is, 't zij van gebuurzaamheid of van
parochiaanschap.
de slave, die hen weg getoogd haddeik heb ik-ik,
als 't u belieft, mijne jonge levensdagen versleten
bij dat volk, en 'k weet ik wat er van is, als 't u be
lieft, en wilt gij dat ze er uit komen, is 't dat ze er
in zitten, ge 'n moet maar....
Krijgt gij ze beneden, gij vuilvel, ik schrijve
't den gouverneur, en gij krijgt wat, dat ben ik ze
ker, ik kenne den man.
Komt nader den mond dan, en 'k zal 't u too-
gen, zei de andere.
En 't was al dat Pambo nog hoorde.
DE KENBRIEF.
Op dien zelfsten avondstond waren wij bezig
met onzen nooddruft te nutten, en, omdat het zoo
donker was, zei Diphilus, dat wij moesten om wa
ter te gaan 't en was bij kans geen meer in krui-
Vader had daar met eenigen tegenzin in toege
stemd, wanneer wij onvoorziens van beneden een
geluid hoorden als van eene losgelatene boogsnare,
en seffens daarna eenen plot tegen de dikke gordijn
die, zoo 'k vermaand hebbc, voor onze hoogvenster
gespannen hing, van binnen.
't Licht uitriep vader Diphilus, wat mag
dat zijn
Een pijl, heere, zoo 'k mij niet en vergisse.
Maar, 't zij wat het zij, daar en is voor als nu geen
gevaar, vrouwe. Neemt nu dat ze weten waar wij
zitten, zij en kennen binnen de vier en twintig uren
RUMPST. Zondag hebben er alhier twee
meetingen met tegenspraak plaats gehad, inge
richt door de socialisten en christene demokratcn.
Een talrijk publiek woonde de meetingen bij en de
tegenspraak was van beide kanten zeer hevig. Al
wat er uitgekraamd werd waren woorden waar geen
deftig mensch naar luisteren kan.
De sprekers waren zoo kwaad op malkander dat
zij zich wel in het haar zouden gevlogen zijn als
het toegelaten was. Na vier of vijf uren lang ge
twist te hebben vertrokken de sprekers der socia
listen en die der christene demokraten na elkander
de hand gegeven en vriendelijk gegroet te hebben.
De sprekers der socialisten en der christene de
mokraten (tusschen deze laatste waren er advoka-
ten), waren van Antwerpen gekomen.
SPA. Een gewezen fransch magistraat, kwam
zondag avond in de rue Barisarttoen hij in een
huis pijnlijke noodkreten hoorde.
Hij snelde binnen en zag eene vrouw geheel in
brand staan.
Bij middel van zijnen overfrak doofde hij de
vlammen uit, maar de vrouw had reeds zulke zware
brandwonden bekomen, dat haar leven er meê ge
moeid zal zijn.
Het ongeluk was ontstaan door het ontploffen
eener petroollamp.
LAKEN. Een 20 jarige velorijder van Laken
deed eene wandeling op de nieuwe baan, die naar
het kasteel van Keizerin Charlotte leidt, toen hij
eensklaps werd verrast door drie struische kerels,
die hem zijn geld vroegen.
De jongeling, die op dit oogenblik naast zijnen
velo stond, wilde er opspringen en wegrijden, doch
de aanranders vielen hem te lijf, ontnamen hem al
les wat hij bij zich had en overlaadden hem toen
met slagen en mishaudelingeu.
De jongeling werd nu bijgestaan door eenen
dorpsbewoner van Meysse, op welks grondgebied
dit gebeurde, die hem in zijne hoeve bracht en ver
zorgde, waarna hij hem naar zijne woning voerde.
De geneesheer der familie heeft hem, daar den
schedel geborsten is, naar het gasthuis doen over
voeren.
(Per Telefoon).
1° Uit PARIJS. Het ministerie Ribot is
maandag gevallen onder de hevige aanvallen van
den socialist Rouanet.
2° Uit ECAUSSINES. Maandag is er hier veel
sneeuw gevallenne droeve winter te weeg voor on
ze steenbewerkers.
3° Uit ROME. Kardinaal Richard, aartsbis
schop van Parijs, is maandag in verhoor ontvangen
door den Pau3.
4° Uit BRUSSEL. Maandag is hier op de
nieuwe parochie van het Heilig Hart als pastoor
ingehuldigd, de E. II. Buelens oud onderpastoor
van Kureghem.
5° Uit COMACHIO. (Italië). Zaterdag is er
hier 260,000 kilos paling gevangenonnoodig er bij
te voegen dat hij voor nen appel en een ei ver
kocht is.
6° Uit PETEGEM-DEYNZE. Dieven hebben
gepoogd vrijdag avond, omtrent 11 uren, binnen
te dringen in ons oud mannenhuis.
7° Uit MALDEGEM. -- Vrijdag is hier het
tweejarig kind gedoopt van eenen socialist, aan
wien het te Gent, door zijne bazen, verboden was
zijne kinders te laten doopen.
8° UitLEXOS. (Frankrijk). De socialistische
volksvertegenwoordiger Jaures, die over eenige
dagen bijna vermoord werd te Carmaux, is dijnsdag
op eenen der twee treinen die hier op een geloopen
zijn, enkelijk gewond.
9° Uit MAYENCE. In 1897 wordt hier de
500gte verjaardag gevierd der geboorte van Jan Gu
tenberg, uitvinder der drukpers.
10° Uit LEUVEN. De E. H. Evarist De
Boeck van Hofstade komt President genoemd te
worden in het Seminarie van het Missiehuis van
Scheut.
11° Uit WEENEN. M. Lueger, een echt
katholiek, komt burgemeester onzer stad gekozen
te worden.
aan ons niet. Ik zal gaan kijken wat er schilt,
Ziet maar toe, en let wel op wat dat gij doet,
riep moeder.
Niet te vreezen, vrouwe. En Diphilus kroop
voorwaards, door den donkeren, tot buiten de gor
dijn en als hij zoo lange daar gebleven had dat
wij al verwonderd waren, zoo kwam hij terug.
Hier is een brief, heere, zeide hij, dien ze aan
eenen pijl naar hier geschoten hebben. De pijl zat
door de gordijn, en ware 't niet geweest van den
brief die er aan vast was, hij vloog tot op ons mis
schien. Daar en is noch tale noch teeken in de hel-
linge beneden, want ik heb mij uedergeleid, om,
over de negge van de openinge, nederwaards te
kijken, en de nacht is zoo donker als Acheron den
helleput.
Eenen brief! riepen wij allen wat dingen is
dat?
Zouden wij mogen een licht ontsteken? vroeg
vader met teekens van twijfelinge.
Zeker ja, heere, dat moogt gij wel, zei Di
philus. Dat hebben wij nog gedaan, zoo gij weet,
en hebben bevonden dat geen enkel straalken te
bespeuren en was aan den mond van den kolder.
Wij ontstaken lichten dan kroopenwij al nieuws
gierig in een hoopken te zamen, rond vader, die
den brief ging lezen. Daar stond van buitenAan
den zeer eerzamen Baselis, en alzoo stond er van
binnen.
(Wordt voortgezet).