RONDOM DE WERELD.
Laatste Depechen.
HAELTERT-CONGO.
KERKELIJK NIEUWS.
Onze Ministers, «jW™
STA.JDKTIETJWS.
Grimmingenhad W0?°8daRdcr verl8dc"
Lovendegem. Dom ziJn eD is toch
GROOT VLAGGENFEEST. Naar liet Vlag-
genfcest! 7.00 klonk het Zondag in alle kringen,
wier leden met oprechte katholieke gevoelens be
zield waren. En zooals de jeugdige Rodenbach zoo
wel zegde
De.stee werd rep en roer op eiken dorpel kwamen
de mannen in 't geweer, en trokken op te samen
l'it eiken pand verscheen een vane van alom
klonk naderend weldra, klaroen en ketoltrom.
En 't vaandel in den wind, en zonnen in de schilden,
kwam scharen op de markt, het prachtig heir der gilden.
Heugelijke dag Daar zag men ze vereenigd de
ontelbare strijders, opgestaan om met stalen man
nenmoed hunne tegenstrevers te bekampendaar
zag men ze vereenigd op de plaats der bijeenkomst
waarover dertig jaren de grondsteen wierd ge
legd van bet machtig kiezerskorps, bekend onder
den naam van Bokkenrijdersdie het liberaal ge
broed den laatstensprankel macht in Aalst ontnam.
O, hoe trilde menig hart van hoop en trotscheid,
bij het zien van het machtig leger, daar als bij too-
verslag opgelezen bij het hooren dier aloude zan
gen, bij het spelen dier opwekkende Bokkeudeunt-
jes uit lang vervlogen tijden
Twee uren Het vertreksein wordt gegeven; du
stoet treedt vooruit, geopend door onze Koninklij
ke Harmonie; deze is gevolgd door de verschillige
maatschappijen en sectiën der stad, allen met wap
perende vlag of kartel aan 't hoofd. VerdieDt eene
buitengewone melding het vaandel der Molen-
straatpoort en hunnen kartel
Wij zijn Katholieken, maar geen Donchisten
op hun vaandel staat een groote kcersdomper
de Mijlbeeknaars nebben den naam waarmechunne
tegenstrevers ze wilden vernederen, niet als eene
schimp aanzien maar als eenen eeretitel welken zij
op de banier plaatsten, die hun ten strijde voe
ren moet. Wij bemerken nog de vlag der Waterrat-
ten, die der Iweinszonen, De Ridders van de Mot,
De Sterrekensvrienden, De Dirk Martenszonen, ook
nog deze der Peper- en Lange Ridderstraten Niets
zonder Arbeidwelke in pracht uitmuntten. Te
lang zou het wezen moesten wij bij iedere vlag, die
den stoet opluisterde, blijveu stil staan. Het zij ons
nochtans toegelaten, een oogslag te werpen op die
der oiide Bokkenrijders, die, omringd van de oude
strijders, den stoet sloot Zinnebeeld der Een
dracht, verfrommeld eu besmeurd, scheen ze de
onafzienbare rei die haar vooraf ging te beschutten,
met wakend oog doortrok de bok, die hare plooien
siert, de straten onzer stad, en het was alsof hij tot
die zee van volk scheen te zeggen Mijlbeek,
Schaerbeek, landbouwers, werklieden en burgers,
allen de hand in hand gewerktGij hebt uwe har
ten met onverbreekbare ketens saamgeklonken,
voor zooveel broederlijkheid moeten volkshaters
en ellendige judassen, verraders van mij die hun
eens de rechte baan wees, wijken De zegepraal
der Bokkenrijders zal ditmaal hunne vijanden voor
immer nedervellen
Na de aangeduide straten te hebben doorkruist,
na een welverdiende dank aan de aftredende Ge
meenteraadsleden te hebben gebracht,na een luid
ruchtig Houral de nieuwe kandidaten, bij het voor
bijtrekken hunner huizen, ten teeken van Welkom
toegezwaaid, treden wij het stadsschouwburg bin
nen, waar de uitreiking der premiën moet plaats
grijpen aan de maatschappijen die hunne medewer
king verleenden aan den praalstoet van 22-23 Sep
tember 11.
Dr Bauwens, ais Ondervoorzitter der Feestcom
missie nam aldaar het woord. In eene puike, taal
rijke redevoering,deed hij ons het edel doelwit uit
schijnen, welke men betracht en bereikt had bij
het vieren van het plaatsen des gedenksteens. Men
vierde niet zooals Brugge, Gent, Antwerpen of
Brussel, helden of huichelijke tijdstippen, neen,
men vierde het Hospitaal, de verzorgplaats van den
krauken en noodlijdenden werkman.
Na eene schilderachtige beschrijving van den
zijn riep moeder.
En God zij andermaal gedankt, zei vader,
dat zij dezen list gebruikt hebben, want, is 't dat
wij van niet en gebaren, ze zullen zeggen daar en
zit niets, en zij zullen ons gerust laten.
Zoo, na nog wat over-end-weêr gepraat te heb
ben over dien voorval, gingen wij wederom te ruste.
Pambo ondertusschen en hadde 't eilaas zoo
schnone niet als wijHij was juist bezig met in
zijnen schuilhoek te trachten in slape te geraken,
als hij stappen hoorde, beneden in de klove, juist
buiteD zijnen leger.
Hier is een soort van ingang, zei de honderd
man, laat ons hier binnen, en wachten; moesten
ze ons van daar boven gewaar worden geheel 't stuk
lage iu duigen
Zijt gij wel zeker dat uw deel wel gedaan en
in 't goede was vroeg Caius.
Zeker dat ben ik antwoordde de slave. Ik
en hebbe zoo lange bij dat volk niet verkeerd zon
der ze wat te leeren kennen, en, zit er iets ginder
omhooge mijn brief ken zal 't er afhalen. Hoe ze
zijn immers zot om de noodlijdenden hulpe en bij
stand te geven. 'k Heb 't nog onthouden, in de
groote peste van Alexandriën, 'k was toen een jaar
oftieneoud.hoe die dwazeriks altijd moesten
in de huizen gaan waar de plage was, zieken bezoe
ken, lijken uit halen en in de aarde doen, en wat
weet ik nog al ze stierven gelijk de vliegen, bij
honderden, ge kunt dat denken Hadden ze nog
praalstoet, na hulde gebracht te hebben aan allen
die iets bijbrachten om zulks te verwerven, deed
hij de moeilijkheid kennen waarin de jury zich had
bevonden om de premiën toe te keunen. Om die
moeilijkheid te vurmijden had men beslist, iedere
maatschappij eene som te behandigen volgens de
kosten die zij gedaan had, eu ook volgens haren
stand.
Menigmaal werd deze rede door donderende toe
juichingen onderbroken.
lliorop volgde de uitreiking dor premiën.
Andermaal hebben de katholieken, door de be
tooging van verl. Zondag, getoond wat ze zijn, wat
ze kunnen, en 't en is niet ten onrechte, dat een
lil>ei*uul vol verbazing uitriep Wij zijn
verloren Nu als voorheen komen de bokken
uit den g-rond
LOFWAARDIGE HERINRICHTING. Zondag
toekomende gaan de Bouwuijverhcidsgasten onzer
stad hun Patroonschap vieren, te weten de feest
dag der H.H. Vier Gekroonden. Daags te voren zal
het gespel des beiaards doze plechtigheid aankon
digen en ter dier gelegenheid zal er des Zondags 's
morgens, om 10 uren, eene solemneele Mis in St.
Martenskerk gezongen worden.
Van over ouds bestond er eene Gilde van met
sers, steenkappers, enz., in onze hoofdkerk; hun
altaar stond, 17 jaren geleden, in de kapel thans
toegewijd aan den H. Antonius het altaartafe
reel, verbeeldende de Marteldood der 4 Gekroon
den, werd, met de verdwijning der Gilde wegge
nomen en gehangen aan den muur van zelfde ka
pel, waar men ze heden nog aantreft.
Maar sedert zes maanden heeft men den sluier
der vergetelheid weer opgelicht, heeft men het
stof, waarin het schoon verleden verdoken ligt, op
gedolven, om er eene dier edele inrichtingen onzer
vaderen te ontgraven, eens te niet gegaan, mis
schien door eene plichtige onverschilligheid der
uakoraelingen
Een nieuwe kring, onder voorzitterschap van M.
L. Schellekens, metser, is thans bij den heer Frans
De "Wilde, Groote Markt, alhier, gevormd. Moge
hij die eendracht, zoo eigen aan ons voorgeslacht,
tusschen al de leden plaatsen, moge eindelijk dit
voorbeeld, door onze metsers gegeven, dienen- tot
aansporing voor alle ambachten van Aalstdit
ware de vurigste wensch van 't Stemmeken.
Op St Mertensdag, t'half
voornoen, zal er eene Keu
ring-Tentoonstelling van
koeien, stieren en veerzen
plaats hebben, aan den
srooten muur der maeazii-
nen van M' De Wolf. Gent-
schen steenweg.
Deze tentoonstelling is ingericht door de Maat
schappij van Veeverbetering, St-Nicolaas van
Tollentyn, Aalst, Schaarbeek.
GROENTENTEELT. Donderdag, 7 November,
begint Mr Burvenich zijne 15 lessen over het kwee
ken van Legumen en groenten.
Die lessen zijn kosteloos en worden gegeven op
gestelde dagen, om 7 uren 's avonds op het Land
huis, alhier.
Die zich op de eerste les of binnen de 14 dagen
laat inschrijven, ontvangt eene kaart waarop de
dagen en uren der volgende lessen bepaald zijn.
De tweede les van Boomteelt is verschoven op
24°" November, in plaats van den 170n, voor de
wille van de Gemeentekiezingen.
Zondag 11. om 8 ure 's avonds hebben de Volks
jannen van Haeltert, onder het geleide van Mijn
heer Ritzak, den Heer volksvertegenwoordiger De
Sadeleer en zijnen broeder den Notaris, die op weg
waren naar de statie, op de gemeenste wijze belee-
digd en uitgescholden
Miskweekt zei Pier la la sa sa I
Miskweekt zei Pier la la!!!
1
Nazareeuwen als zij waren, hun eigen volk de Na-
zareeuwen bezorgd en ga geslegen maar neen
ze kwamen tot bij ons toe. En wilt ge nu wat we
ten 't is eigenlijk alzoo en bij zulke omstandig
heden dat het vader ook zoo keeraafs opgenomen
en meêgeloofd heeft met dat volk.
Hoe kwam dat vroeg de honderdman, die
scheen wat nader te willen vernemen wat soort van
lieden hij eigentlijk uitgezonden was om te vangen.
Spreekt maar niet te luide, hoort, en zie wel toe,
Caius.
Hewel, 't gebeurde* aldus, heer. Mijn vader
had zijn vrijdom gekocht, in dien tijd, en hield een
mokkenkraam, daarbeneden bij de Baucalis. Hij
had een kleen krakend dingen van een kotje tegen
den tempel van Jupiters tweeling, als de peste
uitbrak al dat leege grond was, 't was daar dat
men 't eerst geware wierd, en dat schrikkelijk
vader hield het twee jaar lang. 't Was gemeenelijk
eerst in 't voorjaar te doen en dan wierd het wat
win geweldig als de hondsdagen naderden. Wel, op
eenen zekeren dag dat het schrikkelijk slecht ging,
mijn meester (dat was Andronicus de oude, ban
kier van neringe Pluto heeft zijne schaduwe nu
meer als dertig jaar; zond mij naar den werf om
eenen van zijne vrienden tegen tc gaan, die moest
van Roomen komen. Nu, 't geval wilde dat hij niet
en kwam, en ik, in 't naar huis gaan, 'k peize
alzoo 'k zou wel een keer kijken te vaders. Als ik
in huis kwam, daar lag hij mij, in zijn bedde,
o ne week bijna een groot en
zelfs een dubbel ongeluk te beweenen. Dijnsdag
avond was daar het schip Abastor, geladen met ko
len, aangekomen van St. Ghislain en voor Boom
tot bestemming. Gelukkig voor den schipper Henri
Dagnelies en schipperinne, dat hun schip door een
paard getrokken werd, want had het personeel van
het schip het moeten voortstrekken dan ware voor
zeker het malheur nog grooter geweest. Immers,
de voerman was dijnsdag avond met zijn paard in
den Engel, tot Grimmingen, gaan vernachten. Toen
hij des 's morgens aan het schip ging om er mee
voorts te varen riep hij uit al zijne kractiten, maar
vruchteloos, noch schipper nog schipperinne kwa
men te voorschijn. De voerman een ongeluk ver
moedende ging in allerhaast naar het sas van Ide-
gem van waar men aanstonds naar het schip vaar
de, er opsprong en het deksel van het dak opende.
Een smoor of wolk van rook steeg er uit op. Zie
hier wat er gebeurd was: Dijnsdag avond was het
slecht regenachtig en windig weder. Schipper en
schipperinne hadden hun dek wel gesloten, een
vuur aangestoken en waren stillekens ingeslapen.
De kolen hadden geheel den nacht gevonkeld, de
rook die er van voorts kwam die was binnen de
plaats gebleven en hierdoor was man en vrouw op
het punt te verstikken of te versmachten. Was de
voerman eene halve uur later gekomen men had
voorzeker twee lijken gevonden.
De vrouw was nog al gauw bekomen, maar de
man was zoo verre gezet dat men wanhoopte hem
nog te kunnen redden.
De laatste berichten melden ons dat man en
vrouw voorgoed aan de beterhand zijn.
DAGWIJZER.
Zondag, 10 November. Feestdag der Kerk
wijding.
Maandag 11. Sint Martinus, patroon van
Aalst en van vele andere plaatsen. Eerst soldaat,
later bisschop van Tours, in Frankrijk.
Dijnsdag 12, Sint Lieven, bisschop en mar
telaar, in 't jaar 657 te Essche in 't land van Aalst,
vermoord, door de heidenen, die hij tot het waar
geloof wilde bekeeren.
Woensdag 13. H. Didacus.
Donderdag 14. II. Josaphat, bisschop en
martelaar.
Vrijdag 15. H. Gertrudis, kloosterzuster.
Zaterdag 16. H. Martinus, Paus en marte
laar.
PRIESTERLIJKE BENOEMINGEN. Zijn
onderpastoor benoemd; te Santbergen de F.. H.
Vuye, onderpastoor te Ophasselt; te Ophasselt de
E. II. J. Van de Velde, gewezen onderpastoor van
Sint Martens-Laathem.
Is professor benoemd in Sint Lievensgesticht te
Gent, de E. H. L. Maere.
Kerk van den H. Martinus.
Zondag toekomende Plechtige dag der Gedurige
Aanbidding. Om 5 uren 's morgens, uitstelling van
het H. Sacrament tot na het lof. Om 9 ure solem
neele Hoogmis, Om 4 ure allerplechtig Lof en luis
terrijke verlichting van het H. Sacrament, waaron
der sermoen, gevolgd van Te Deum.
Onder alle diensten zal men rond gaan voor de
kinderen der Zondagschool.
Kerk der Anne Claren, te Aalst.
Voortaan zal het Lof op de Zondagen geschieden,
kwaart na 3 uren.
Oude postzegels. Alle lezers die
oude postzegels bewaren en die opzenden naar ons
bureel of ons die ter hand stellen, verrichten een
uitstekend goed werk, ten voordeele der Missiën.
Ministerie ge
weest, dat de belangen van den werkman zoo ieve-
rig verdedigd heeft als onze tegenwoordige minis
ters. Iedereen, de liberalen zelf, bekennen dat. De
aartsbisschop van Mechelen en de 5 bisschoppen
van België, in hunnen laatsten brief spreken met
buitengewonen lof van ons Staatsbestuur.
Wij kunnen niet nalaten, zeggen zij, hulde te
brengen aan ons Staatsbestuur, dat zoo edelmoe
dig eene wetgeving op den arbeid heeft aangevat,
die door de vreemde natiën met recht wordt toege
juicht.
Ja, talrijk en schoon zijn de wetten door ons ka-
kriepende en jankende en 't oud wijf dat zijn huis
hield voor hem stond met heure handen over heur
te hoofd roepen Ai, ai hij heeft de plage
'k Peize ik hier uit Maar 't ontgaf het mij alge
lijk en 'k zei tegen mijn zeiven, ne mensch en
vaart maar eenen keer over 't vergeet water. Zoo
'k hale mijn herte op en 'k zette bij mij den ouden,
en 'k zegge hem dat 't geen sterven en is, en alzoo
al. Nogtans hij en deed niets anders als te lijve
verslechten. De meesters hadden te veel werk om
zoo eenen armen bloed, als mijn oude was, bij te
staan, zoo hij mocht hij daar liggen sterven, zoo hij
best koste. Ik, 'k en wist niet wat aanvangen, wat
doen of ongedaan laten, als er mij daar een gast
inkomt met een Philosophie-mantel om 'k heb
naderhand vernomen dat zijn name Dionysiuswas!
Zijt gij docteur zeg ik alzoo.
In den zin dat ge 't gij verstaat, neen ik, zegt
hij 'k ben de bisschop van de Christenen, en ik
bezoeke die mijnen dienst van doene hebben.
Maakt u van hierzei ik, vader heeft de
plage, eer gij ze ook krijgt
Reden te meer dat ik bij hem blijve, kind, was
zijne antwoorde, en hij kwam binnen, zat bij de
bedsponde, en ging aan 't klappen.
Zoo help' mij Hercules't was al bucht dat hij
uitkraamde, maar zoudt gijlieden gelooven dat het
wel maakte dat ik op mijn gemak niet en was! Hy
sprak van een ander leven dat er komen zou, en
van geoordeeld te worden als men dood is, en
tholiek ministerie ten voordeele der werklieden in
gevoerd. Teekenen wij de bijzonderste aande wet
die de betaling van den weekloon regelt; de be-
schermingswet van kinderen en vrouwende in
stelling van arbeids-en nijverheidsraden de wet
ten op de werkmanswoningen, op de genootschap
pen van onderliugen bijstand, op de landbouwlee-
ningen, op de voorzieniginskassen; de inrichting
var. een ministerie van arbeid; de zondagrust
voor de staatsbediendende wetten op de verval-
sching der eetwaren, enz. enz.
Meer nog ware er gedaan geweest, hadden de so
cialisten met hunne dwaze en goddelooze redevoe
ringen den tijd der Kamers niet nutteloos ver
spild.
Belangrijke wetten liggen ter studie, en zullen in
't kort aan de Kamer voorgedragen worden, zooajs
eene wet op de pensioenen en de verzekering der
werkliedeneene wet op de zondagrust voor allen
arbeid; eene wet die de burgerlijke verpersoonlij
king zal toekennen aan Je vakvereenigingeuen
meer andere.
Gansch Europa, ja geheel de wereld bewondert
onze ministers en juicht hun toe. In alle landen
worden onze wetten nagevolgd. Wij hebben recht
van fier te ziin op ons katholiek Staatsbestuur,
want zulk een bestaat er nergens meer.
Lang leven onze katholieke ministersHoera
maar nen weet
Verleden zaterdag kwamen er hier om 3 1/2 ure
op het gemeentehuis, eenige miskoutente mannen
eenen tweeden lijst voor de kiezing indienen, waar
na een bijzondere nog met nen derden lijst af
kwam en dit met veel gedru ischJMaar onge-
lukkiglijk voor hun, niet eenen van die twee lijs
ten, die tegen onze eerste goei mannen wilden op
komen, en was in regel volgens de voorschriften
van de wet, zij hadden vergeten (Heere vergeef het
hun, want zij kwamen uit de mis voor de geloovige
zielen, eu waren misschien reeds wat door den
neus geboord), van er den datum bij te zetten en
hunne eigene kandidatuur te onderteekenen...
Eu zeggen dat zulke mannen zouden willen eene
gemeente bestieren, die nog zelfs niet en weten
hoe in den raad te geraken... Bah! Bah!!!
(Per Telefoon).
1° Uit BRUSSEL. Dijnsdag toekomende om
11 uren solemneele mis in St Gudula ter gelegen
heid van de opening der Kamers.
2° Uit NAMEN. Onze gouverneur, M. de
Montpellier, komt baron genoemd te worden.
3° Uit ETTERBEEK. Dieven zijn hier in de
kerk gedrongen, doch en hebben niet veel kunnen
meenemen.
4° Uit GENT. Vele gazetten zijn hier niet
kunnen uitkomen deze weekde letterzetters waren
in werkstaking.
5° Uit BRUGGE. De katholieken zijn hier
gekozen zonder strijd
6° Uit BOMA. Majoor Thys, luitenant Le-
maire en de ingenieurs der onderzoekskommissie
van den Congo-spoorweg komen in te schepen voor
Antwerpen.
7° UitGRAMMENE, (bij Deinze). Voor 105
kiezers met 160 stemmen zijn er hier 4 lijsten.
8° Uit TESSENDERLOO. Dijnsdag verleden
is hier oen nieuw gesticht voor zinnelooze kinders
ingehuldigd. De ministers Begerem en Schollaert
waren aanwezig.
9° Uit LONDEN. M. De Burlet, kabinets
overste in België, komt naar Brussel te vertrek
ken.
10° Uit BERGEN. De socialistische volks-
verteg. Rogier is hier Dijnsdag veroordeeld tot
50 fr. boet om den politiecommissaris van Dour be-
leedigd te hebben.
11° Uit BRUSSEL. Zoo't schijnt zou de to
ren van ons stadhuis overhellen even als die van
Pise en Bologne.
12° Uit ANDERLUES. Zeven wildstroopers
en 2 jachtwachters hebben hier malkaar eens vast
gepakt en met hun geweer geschoten. Een wild-
strooper en de twee jachtwachters zijn gekwetst.
ha-ha-hawat dat ze toch geloovendat het
lichaam zal weêr opstaan en levendig wordenWel
daar hij altijd voort daarvan klapte en bleef klap
pen, ziet gij wel, ik liet ze klappen en kwam naar
huis eene goede tasch besten Falernischen pakken
die mij deugd deed ook, en, om de waarheid te
zeggen, al die Christene prullen hielp door spoe
len. 's Achternoens keerde ik weder. Vader lag op
het gaan, maar nooit en hebbe ik van geheel mijn
leven, iemand zoo veranderd gezien. Hij lag daar
zoo gerust als een lam, en zag er mij blijgeestiger
uit als dat ik hem ooit gezien hadde. Die oude bis
schop was daar nog bij hem, en, wat zoudt gij daar
vau peizen, binst de twee uren tijds dat ik weg
was had hij mijnen ouden bereid, zoo zij dat hee-
ten, voor 't doopsel, en gedoopt ook, zoo waar als
ik hier sta.
Hij stierf? vroeg Caius.
Stierf! ja zeker stierf hij. En daarenboven,
de Christenen ja, ze wilden en ze zouden ko
men, en zelve den duts begraven ze stierven
ook, ten minsten ze kreegen de peste en verschilli
ge gingen vader achterna. Zoo dat was daarmeê
gepast.
Jamaar, zei Albino vanus, daar ligt nu juist
de kuoop, ze zeggen zijlieden dat de zulke niet en
sterven
Ja gij zult u ook nog Christen laten doopen,
gij, zei Caius.
Wordt voortgezet,