RONDOM DE WERELD. Laatste Depechen. LU1HHEC1ITS. GeeraardsbergenDor 'ibertle.°eu GEERARDSBERGEN. - MeH'xluv/t De A A[_S~f". Schielijke dood. Dijnsdag mor- gend der verledene week is de genaamde Gustaaf Scheerlinck, bijgenaamd de Burgemeester van den Osbroek in zijn bed doodgevonden. Daags te voren had Scheerlinck gevochten, en men dacht eerst dat slagen of kwetsuren de dood voor gevolg hadden gehad. Het parket, ter plaats gekomen, logenstraft zulks. Schoon manieren! Dijnsdag morgend rond 10 uren, was de baas uit den Kath. kring bezig met een transparent te plaatsen, toen op dit oogenblik de vierde man voorbij kwam, om naar de Veemarkt te gaan. Deze, in plaats van zijnen weg rechtdoor te gaan, kwam naderbij en ten teeken vanspot, SPUWDE hij naar de transparant i Verscheidene burgers en politieagenten waren van dit feit getuigen. Wat vagebondsmanieren't Is wel dat zijnen laatsten bussel opsteekt! De gazetten der christene volkspartij van Aalst schrijven nu, dat de gendarmen, welke zoo koen en onpartijdig tijdens de onlusten van 'smaan- dags na kiezing, hunnen gevaarlijken dienst ver richtten, dat die jongens ZAT zaten op hunne peer den en daar maar zoo brutaal weg in het volk re den. De gendarmen, als ze geroepen werden, zouden misschien moeten blijven staan kijken en zich door de razige daensisten laten dood smijten hebben?!.... Diezelfde gazetten, gedoemd door den Bisschop, vonden het zeer vermakelijk dat men oude sukke laars van menschen, die plakkaarten der katholie ken droegen, ten bloede sloeg en hunne kleederen in den Dender wierp. Dat was plezierig om zienroepen die Ju dassen in hunne stervende modderpapierkens. Menschen, werpt toch de gazetten van die laf aards aan de deur; 't is de pest in uw huis, reël. T)a mppcf verouderde en pijnlijkste hoest, ±JV lliueöt geneest in twee dagen tijds met de voortreffelijke Waltherypastil. (1 fr.) NiPllWPllhnVP is verledene week \errijkt u Cliiiv geworden met eene prach tige schilderij van O. L. Vrouw van den H. Ro zenkrans. Elkeen bewondert den kunstsmaak, die tot in de bijzonderheden gansch het werk door straalt. Het is eene weerdige versiering van de schoone monumentele dorpskerk der 12 of 13 eeuw en strekt tot eere van den kunstschilder Henri De Tracy, van Gent. Bij middel van eenen behendigen borstel en van een fijn penseel heeft hij aan de voorgebrachte wezens het leven weten te geven. Op het onderste deel der schilderij ligt er een wakkeren hond voor den aardbol, eene brandende fakkel in de muil om te herinneren dat de H. Do- minicus van voor zijne geboorte aan zijne god vruchtige moeder in een hemelsch visioen is voor gesteld geworden onder de gedaante van eenen hond. in de muil eene brandende fakkel dragende, waarmede de gansche wereld werd in vuur gezet. Dit heteekende hoe waakzaam Dominicus zou zijn tegen de ketters en andere zielroovers, en hoe zijne vurige welsprekendheid het bovennatuurlijk licht van het geloof en de vlam der goddelijke liefde over al zou verspreiden. De ingetogene en tevens verrukkende houding van den H. Dominicus, zijn blikkerend oogslag sta rend op de Allerheiligste maagd Maria die hem ver schijnt als eene koningin met een nemelzoet gelaat, haar goddelijk Kind op den rechter arm en hem met de linkere hand den Rozenkrans toereikende een lieve engel een lint in de beide handen houden de met dit opschriftO. L. Vrouw van den H. Ro zenkrans, B. V. O.; dit alles maakt eenen zaligen indruk op wie dit meesterstuk aanschouwt en ver heft de ziel en 't hert ten hemel. De kleuren zijn zoo rijk en zoo wel van pas vol trokken, het heelal tot in de kleinste bijzonderhe den zoo keurig bewerkt dat men natuurlijk denkt aan de groote beroemde meesters Rubens en Van Eyck die de jonge heer De Tracy mogelijks wel eens zal evenaarden Moge dit sierlijk knnstgewrocht bij al wie het aanschouwt meer en meer iever verwekken tot het bidden van den Heiligen Rozenkrans. En twee die niet gaan en kunnen, daar zijn er dan nog viere te kortboven ons hoofd staan ze zeker'k wil dat ze liever aan de poorte van ja maar, die viere, dat zijn de ergste van al voor ons! Ze passen misschien de gekwetste op, zei ik. Hoe, met tween, dat kan schikken met vieren ware wat veel zorge. Ja, zie, zoo lange als dat wij dweers deur den berg niet kijken en kunnen, moe ten wij ons tevreden houden met te weten dat wij weten. Wij zullen al doen dat mogelijk en uitpei- zclijk is, en.... dan mag God de reste doen. 't Wierd donker. We ontstaken licht, en, 't was Diphilus die dat voor raad gaf Wij lieten de gordine in den hoek liggen, en de lampe bloot staan, om geheel den nacht te branden, zelfs als wij al zouden weg zijn. Moeder, Cyrilla en Diphilus hadden wat gelegen geslapen misschiennu ging ik ook, en sliep, want ik was dien dag al vroeg in roere geweest. Als va der mij wakker maakte, was 't al een groot gat in den nacht. Hij, Pambo en Diphilus hadden hard aan 't werk geweest, en stillekens al de aarde van voor den uitweg gedaan. Ik voelde dat er een trek gat was, langs daar, 't was koud, maar de nacht, de nacht was pekdonker, en door den ouden struik en zag men nog lucht, noch dit nog dat, 't was al even zwart. Wij ontwekten ons ander volk, en wij zei den dat alles klaar was. 'k Moet zeggen dat wij pu het kemelhairen dekkleed al dezen kant van de BORGERHOUTDramatisch geheim. Rech terlijk ondersoek. Opgravingen. Geheel Borger- hont en Antwerpen zijn ontroerd door een rechter lijk onderzoek, ingespannen naar aanleiding der dood vau twee ouderlingen, de echtgenooteu M.... Karei M..., 72 jaar oud, en Anna C:.., 08 jaar, zijne echtgenote, woonden bij hunnen getrouwden zoon, nabij de statie van den stoomtram. Het huis is eene herberg. Een morgend der maand October diende de jonge vrouw hare schoonmoeder eene tas chocolat toe, die voor de meid bestemd was. Na het drinken van dien chocolat werd de vrouw door brakingen overvallen, brakingen aan welke zij op 17 dier maand stierf. Toen de meid de chocolat wilde uitdrinken zegde de jonge madam dat zij die aan hare schoonmoeder had gegeven. Eenige dagen later, het was den 27 der zelfde maand, stond de jonge vrouw tegen hare gewoonte, vroeger op om het ontbijt gereed te maken, iets wat anders door de meid verricht wordt. Toen de koffie gereed was, gelaste zij de meid, eene tas bij den schoonvader te brengen, zeggende dat er nog al goed suiker in was hierdoor den kelijk willende te verstaan geven dat hij goed moest roeren. Later op den dag zorgde zij zelf voor het middag maal, terwijl zij de meid op de herberg deed letten, iets wat ook tegen hare gewoonte was. Na het eten der soep werd de schoonvader on passelijk. Hij ook begon te braken en maakte de opmerking dat het dezelfde onpasselijkheid was, die zijne vrouw overviel na het drinken van cho colaat. Hij stierf den 28. Na de begrafenis werden deze twee zoo kort op elkaar volgende sterfgevallen door de geburen tel besproken en de policie vernam welk vermoeden het publiek over die gebeurtenissen had. Reeds zaterdag namiddag was het parket ter plaatse om een onderzoek in te stellen. Op hetzelfde oogenblik werden de lijken der twee ouderliugeu opgegraven en werd er ook eene huis zoeking gedaan bij deouders der jonge vrouw M...., waar deze de kleeren had gebracht, die de ouder lingen droegen op het oogenblik dat zij onpasselijk werden en die door de brakingen bevuild werden. Maandag en dijnsdag werden de lijkschouwingen gedaan door de dokters Van Vyve, Van Reveren en den scheikundige Herman Druyts. De ingewanden zijn in verzegelde bokalen naar Leuven gezonden. De vrouw is niet aangehouden. Eenige medecijnfleschkens en andere voorwer pen zijn aangeslagsn. ELST. (Bij Sottegem). Een blad van Brussel verhaalt het volgende In geene enkele gemeente heeft de kiezing zulke zonderlinge feiten opgeleverd als hier. Zondag avond, (den 17), waren er drie lijsten voorgesteld, alle drie katholieken. Toen de kiezing gedaan was begon men de stem men op te nemen, en dit duurde zoo lang, tot al de stemopnemers overmand van vermoeidheid in slaap vielen en vonden dat zij reeds genoegzaam den dank van het vaderland hadden verdiend. Zij maakten eenen veronderstelden uitslag bekend, waarop de belanghebbenden begonnen te feesten. Maar daags nadien begonnen de stemopnemers de zaak dieper in te zien en hervatten het werk. Dat duurde tot maandag-avond, Joch eindelijk er geen dag meer door ziende besloten zij de hee- le boel naar den gouverneur der provincie te zen den. LUIK. Op de jacht gedood. M. Oscar La- marche, van Luik, die kort geleden de dochter van den brusselschen bankier Lambert de Rotschild trouwde, is zaterdag 't slachtoffer van een schrik kelijk ongeval geweest. lampe vastmaakten, zoo dat er door den uitweg niets noch geen van ons kon gezien worden, moest er iemand daar omtrent aanwezig zijn. Asa! meester, zei Diphilus zoetjes genoeg, ik eerst. Van als ik buiten ben, geeft mij, zijt zoo goed, wat wij noodig hebben, 'k zal 't wegsteken en komt dan ook, maar zwijgen lijk dood, dat is 't bezonderste. Heel voorzichtjes maar toch, met hier en daar een verroerend blad of een krakend taksken, ge- rocht er Diphilus eindelijk uit. Maar 't spel was al verbrod, en wij waren allemaal om de dood te sma ken als wij, dichte bij ons, soldaten hoorden. Was dat gij, Calvus? Wat, ik? 'k Hoore eentwat roeren, meene ik. Stomhout! 't zijn die spoken die in je kop zit ten roerenen wat zouden de boomen doen anders als roeren Hewel'k en wete ik niet, maar 'k wil le hadde er hier hout geweest om wachtvier te ma ken! Stopt je gezicht wachtvier! zei Calvus, kan hij 't maar gaan weten dat wij geklapt hebbenEn 't bleef wederom al stille. Onze herten vielen tot in onze schoen, Wat nu gedaan, of gezeid, of gepeisd! ik vrage 't u't Was wel een quart van een ure eer wij op ons gemak kosten asem halen, 't docht mij dat wel een quart van non dag was, wij en dorsten niet uit, Diphi- Bij eene jacht, ingericht door M. Wauters, werd hij door een geweerschot getroffenhij stief zondag. M. Lamarche behoorde tot de beste standen en was zeer geacht in voorname kringen der stad. BRUGGE. Oude diefstal. Een diefstal werd over driejaar en half gepleegd, ten huize van Jufv. Roels, in de Ontvangerstraat, te Brugge ouder het gestolene bevonden zich verscheidene actiën. Dezer dagen bood zich bij een wisselagent, te Brussel, de genaamde Jos. Maertens, van Brugge, aan, met eene actie van 1000 fr., die hij wilde ten geide maken. Op dit aandeel was verbod gelegd, de wisselagent verwittigde de politie, en commissaris De Smet werd met het opzoeken van den verkooper gelast. Weldra was hij aangehouden. Het is een herbergier, in Kastanjeboomstraat. Hij boweert dat hij het aandeel in kwestie van eene j uffer ontvangen heeft. BRUSSEL. Vorstelijke verloving. De inze gening van het huwelijk van princes Hendrika met prins Emmanuel van Orleans zal plaats hebben in de kerk van St-Jaak-op-Coudenberg, Z. E. de kar dinaal-aartsbisschop van Mechelen, Mgr Goossens, zal de plechtigheid voorzitten. De ecrw. h. Van Roey, pastoor van St-Jaak-op-Coudenberg, die aan de kinderen van den graaf van Vlaanderen het godsdienstig onderwijs gegeven heeft, zal de mis celebreeren. De hertog van Alen^on en prins Emmanuel zullen binnen een tiental dagen te Brussel weer- keeren, en dan zal het verlovingsbanket plaats hebben. SITTARD. Verleden woensdag vertrokken van hier naar den Transvaal zes eerw. Zusters Religieuzen Ursulinen, om zich daar te gaan toewijden aan de opvoeding der jeugd. Onder deze zusters, die alles verlaten wat haar hier op aarde dierbaar is en wellicht nooit meer in hun vaderland weerkeeren, behoort ook Zuster Augustiue,in de wereld Mej Aldegonda Wilms, van hier. Wij wenschen onze jeugdige stadgenote en de overige Zusters, eene voorspoedige reis en Gods ze gen over hun werk. LOKEREN. Brand. - - In den nacht van 22 November is er vuur ontstaan in de stallen van den landbouwer De Messemaecker, op de Heyen- de. Deze werden in asch gelegd evenals de stalling van de weezen Vercouteren, die er aan paalde. De woningen zijn ongedeerd gebleven. Alles bepaald zich dus bij stoffelijke schaê, waartegen beide landbouwers verzekerd waren. socialisten hebben maandag avond hier hunnen zegepraal (zij weten op welke wijze zij hem behaald hebben) gevierd muziek aan 't hoofd met de gekozenen van 't ver bond, daar achter de roode vod met 'nen hoop dronken wijven en schavuiten, hebben zij de stad doorkruist onder het zingenlaat dejeven nu maar geven, enz. en andere soortgelijke liedjes. Gansch den avond en den nacht hebben benden roode woel- makers de stad doorkruist en de treffelijke voorbij gangers achtervolgd met verwenschingen en vloe ken. Om hun werk te voltrekken hebben zij geduren de den nacht een der leeuwen van hun voetzuil die de trappen van ons stadhuis versiereu, afgerukt en verbryzeldzij kunnen er nu Marjanne in de plaats zetten. Elk deftig mensch zal moeten bekennen dat het walgelijk was. Ziedaar de soort met welke de libe ralen hunne overeenkomst gesloten hebben komt kwelen! Zondag, op kiezing, vertelt inen, blies Franfoo De Jonghe, van den wijk 't Bosch- veld, om te lachen het fosfoorsteksken uit van ie mand die zijn pijp wilde aansteken, 's Avonds wierd hij op de baan aangerand en ontving twee messteken, waarvan d'eene nog al gevaarlijk. Men zegt niet wie er hem gestoken heeft, maar zeker- lus en dorst niet in. Na zekeren tijd wachtens hoor den wij Diphilus die vezelde Nu zijn ze verder af, nog een, toe! 'k Zat ik naast en vader stook mij voorwaards op. 't Was zoo donker als de helle, nooit en heb ik zulken donkeren nacht geweten. Cyrilla en Philip volgden ook. Om uw dierbaar levens wille, houdt u toch ge rust, en 'n roert nietzei Diphilus onder zijne hand 't komt.... 't komt een weêrop Tramtramhoorden wij den schildwachtstap, 't was gelijk op ons hert en lever dat hij trapteals hij op twee roên of zoo van ons was, hoorden wij hem, maar en zagen hem niet, keerom doen en we- derkeeren, en de andere schildwacht kwam toen ook, en die kwam nader, hij geeuwde dat wij het hoorden, want hij bleef wat staan. Trap! trap! hij ging ook weg, Komt! zei Diphilus. Wij kroopen, 't en was geen gaan den bergkant af, met brokken keraellaken aan onze schoen gebonden, om toch geen steenen te doen klappen maar, 't was turf, waarover wij moesten, drooge zacht en zwijgende als m'erop tord. Als wij alzoo vijf honderd roên verre omleege waren, vader bleef liggen, strekte zijne armen uit, haalde eenen diepen langen asem, en hij zei God zei gedankt! 'k En zal toch nooit van mijn leven vergeten hoe wij, och armegesteld waren, als, 's morgens, de dag uit den oosten kwam. 't Was nu al eene ure dat lijk was het niet om te lachen of te spelen. Arm zalig zijn z'allen die seffens 't mes trekken en er meê steken. leeuw, die door de socialistische baldadigaards van de trappen van ons nieuw gerestoreerd stadhuis ge worpen wierd, stond in de nabijheid der permanen tie door dit feit zijn er 16 mannen der nachtwacht afgezetwij gelooven niet dat die menschen schul dig gebleven zijn aan hunnen dienst; zij kunnen toch niet overal zijn. Dijnsdag om half vier is er, aan de bareelen der Audenaarilschestraat, door den trein, een kind van vier jaren de twee beenen en nen arm afgere den. Luibrechts was nu met de kic- zing burgemeester gekozen en Spie gels schepene. 's Anderdaags gin gen zij een bezoek afleggen bij den pastoor. Ah, M. Luibrechts en M. Spiegels, zei de pastoor; welkom, proficiatWat een winterweer! hé, vandaag Zwijgt er af, zei Luibrechts, 'k ben tot aan mijne kniëën versteven van do koü. Dat on is niets, M. Luibrechts, zet uwe voe ten wat op de kas van de stoof. (De pot stond gloeiende rood). Ze gingen aan 't klappen. Na vijf minuten begon Lui brechts te wecuen. M. Luibrechts, zei de pas toor, ik wensch u een lang bur gemeesterschap. Luibrechts begon te huilen. M. Luibrechts, ge zijt ze ker verschrikt van de lasten die op u nu gaan wegen, dat g' alzoo huilt en schreeuwt? 'k En doe, M. de pastoor,' zei Luibrechts, maar 'k heb mijn voeten te dicht bij de pot gestoken en niet durven achteruit trek ken, en ze zijn te polsteren verbrand!! (Peu Telefoon). 1° Uit ANTWERPEN. De kiezing der bazen en werklieden van Zondag zal waarschijnlijk verbroken worden. 2° Uit BRUSSEL. 't Is nu besloten en't staat vast. M. Buis wil geen burge meester blijven. 3° Uit MAJORKA. Een pocierfabriek, waar in 80 personen werkten, is gesprongcu er zijn 14 dooden en 40 gekwetsten. 4° Uit BERLIJN. Op 26 November was het 25 jaar geleden dat in Duitschland de katholieke Centeumpaetij tot stand kwam. 5° Uit SPA. De eerste sneeuw is hier geval len de thermometer toekende acht graden vorst. 6° Uit BRUSSEL.Lord Roseberry, oud ka binetsoverste van Eugland, is Zondag door België gereisd, op weg naar Constantinopel. 7' Uit NIJVEL. Zondag raakte hier een werk man, slechts sedert vijf weken in dienst, in eene der manoeuvers den arm kwijt. 8° Uit GENT. Over twee dagen heeft men hier op den Antwcrpschen steenweg, in eene droo ge gracht, het lijk vinden liggen van eenen mans persoon de man was in den nacht vervrozen. 9° Uit ROME.De Paus is heel hersteld van zijne kleiue onpasselijkheid. 10° Uit PARIJS. De groote scliryver Alexan der Dumas is stervend. 11. Uit AALST. De katholieke gekozenen spannen gezamentlijk een proces in voor laster te gen de onderteekenaars van een liberaal manifest en ook tegen den Judas van de Vischmarkt voor dezelfde beschuldigingen. De katholieken eischen 20,000 fr. (Zie op de 4e bladz. Kerkelijk Nieuws). wij onzen duisteren nacht uit te boeten hadden on der oenen fijnen stufregen, die lijk overal in en overal door kroop, 't Was uit met het stoudekeu blijdschap van ons uitgeraken, 't was uit; en daar lagen wij nu, moe en mat, koud en nat tot op het been, om zoo te zeggen afgemalen van den hon ger, met elk een paar koude vermoeide eu zeere voeten, met oogen, die van flauwte nog nauwelijks de barre bloote zandhillen kosten zien, die, elk op zijne beurte, altijd verder en verder iu den grijzen afstand, zichtbaar kwamen. Aaiaaiwas dat een dingen't Huis gerakennooit meer! neen neen, daar en was geen denken aan; menschen ja, met menschenherten en Christene deugdzaamheid nog ooit mogen aanschouwen en geern zien? neen neen, dat was zeker nu al, en voor altijd, voorbij voor ons! ik, ik peisde op menschengeraamten, die ie- vers, ongezien 't en zij van God, op het zand lagen wit te worden: dat was al dat mij voorenstond. Moeder en Cyrilla zaten daar met hunne ruggen naar malkaêr aan eenen steen geleund om wat wind te schutten, zij en kosten niet verder; Philip was meer dood als levend, en de andere keken met oogen en hert achter bergen en heuvels, kloven en dalen, schoone sprekende om genade en een plaat sekeu om te schuilenniet! Daar en is geen hopen aanzei vader, Pambo en Jan, blijft gij bij de reste en ziet er naar, ik en Diphilus gaan op zoek. (Wordt voortgezet).

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Volksstem | 1895 | | pagina 3