BUITENLAND.
Reis naar Congo
HAMME-ZOGGE,
KOOKKUNST.
is
goed.
zelden
VARIA.
De Tabak. (Vervolg).
FRANKRIJK. Arme moeder. De talrijke reizigers
die den trein van 2 uren 05 namen in de statie te Bois Colom-
bes, om naar Parijs terug te keeren, waren gisteren getuige
van een verschrikkelijk drama.
PORTUGAL. Brand tijdens een gemaskerd bal.
40 dooden. Uit Santarem wordt geseind, in dato 19 februari:
Een groote brand is heden uitgebroken in de salons van de
kunstclub, tijdens een gemaskerd bal.
VENEZUELA. Aanslag op president Crespo. —Op
het leven van generaal Crespo, president van Venezuela, Is
een moordaanslag gepleegd Er werd een groot stierengevecht
gehouden. Op eens zag men eene groote beweging, vlak boven
de loge van den president, er ontstond eene paniek en ver
scheidene bezoekers vluchtten naar buiten.
twee meiskesVijf engelkes in den hemel
Gro< verlies voor 't Aartsbisdom van Mechelen!
De Z. E. heer Bogaerts, vikaris-generaal van zijne
Eminentie, is daar over eenige dagen overleden
't was een groot geleerd manhij was geboortig
van Lier en 87 jaar oud. Hoort men nu tegen
woordig nog van iets anders als van
malheuren't Ooilst, donderdag verle
den, nen braven werkman aan 't repa-
reeren van eene schouw op een huis in
de Groenstraat, zich te veel voorover
buigen, 't evenwicht verliezen en met
den kop omlaag in de schouw stuiken; maar geluk
kiglij k nog al e wat dik zijn en halfweg blijven ha
peren och erremen de man was reeds zoo zwart als
een gerookte hesp en half gekook als z'hem uit zijn
droeve labirenten hebben kunnen verlossen. De
Burgemeester van Brussel zit nog altijd in 't zui
den van Frankrijk, om zijn maagsken op zijn effen
te krijgen en tot Eeckloo gaan ze in 't kort een
bronzen standbeeld oprichten aan hunnen inboor
ling, dichter Ledeganck't is menheer Jules Lago-
re van Brussel die er meê gelast is. Maar in
Frankrijk daar zit 't ministerie weerom al in
schrikkelijke moeielijkhedenindien het binnen
eenige dagen met zijn pikkels omhoog ligt, g'en
.moet er niet van verwonderd zijn. Waartoe dat
ne koperen ketel nu toch kan dienen, als ge dat
nu bepeist! Te Saffelaere waren, tusschen donder
dag en vrijdag, vier, vijf dieven binnengebrongen
bij Fr. Coquette... de knecht schiet wakker, neemt
zijn geweer, maar 't schot en ging niet af.... daarna
op ne ketel beginnen te trommelen en de dieven
op de vlucht, alsof al de duivels van d'helle èr ach
ter gezeten hadden.
Pamel PamelWie en kent er die schoone en
groote parochie niet, daar zoo schilderachtig gele
gen op den Dender, alom en
overal bekend in de vijf we-
relddeelen voor zijnen fameu-
zen dikken die, er over eenige
jaren overleed Ewel, tot Pa
mel, ja, daar staan de men-
schen met hun 5 centiemen
aan de deur tegen dat onze verkooper er moet arre-
veeren.... Zoo geerne lezen ze daar 't Stemmeken.
En zeggen dat 't blad van de groen socialisten van
Ninove daar ook is gekomen om verkocht te wor
den. Heere Dominus toch en bij gebrek aari aan-
koopers voor niets is moeten uitgedeeld worden
Ewel lezers, van 't Stemmeken, wat dunkt er u
van de remedies die onzen hertvriend Lippeken u
voorschrijft?.... Jomoor, 'tis puik zelle Die brave
man is een der gekendste apothekers van 't land
en wekelijks zal hij u de middelen aanduiden om
voor nen appel en een ei van alle mogelijke kwalen
genezen te worden. In geheel den environ van
Brussel blijven er maar twee burgemeesters meer
te noemen, die van Laken en die van Schaarbeek.
De machinist van den trein, rijdende donderdag
van Wevelghem naar Kortrijk, op eens nen hevigen
schok gevoelen, zijn machien stille leggen.... onder
de wielen gaan zien en daar in messelingen van
een vinden den baanwachter Dumortier, oud 31 ja
ren, ongehuwd. O die vervloekte lesbeeren van
dieven. TeMarcinelle, in de walen,
zijn ze vrijdag nacht in de kerk ge
broken. Na al d'offerblokken gele
digd te hebben, hebben ze de deur
van de sakristij ingeloopen en er
't volgende meegenomen een re
likwie van den II. Antonius, een zilveren II. Olie-
kasken en eene kleine ciborie. Maar hoort ne
keer Nen onverwachte koerier komt de trappen
van ons bureel opgeloopen.... Wa nieuws Wel
lieven hemel, zou men het nu toch van zijn leven
kunnen raden hebben Mgr Doutreloux, bis
schop van Luik, ne man die stillekens van jaren
begint te worden, een weinig ziekelijk is, en aan
den Paus nen coadjutor heeft gevraagd.,.. Er
wordt reeds veel gesproken van Mgr Kutten, zijnen
vikaris generaal.
Óch heere toch Een braaf rijk
menschken van Wemblington, mada
me Pamhara, in England, komt hare
vier kinderkes, die ze dood geerne zag,
alle vier te vermoorden en daarna
haar zei ven 't leven t' ontnemen
't Mensch was eensklaps zinneloos ge
worden. Een goednieuws voor al die niet wel
en hooren Te Brussel, in de Troonstraat, waar
onze M. Woeste nog nen tijd gewoond heeft en
waar er een groot gesticht is, waar al de oor
kwalen verzorgd worden, daar komt zekere Pieter
Bernard, doof geboren, het gehoor weer te krijgen.
Van zeven meters ver hoort hij nu eene zakhorlogie
tikken. Maar moeten wij toch niet zeggen dat
in eene familie een ongeluk nooit alleen komt
Maandag verleden, om 7 ure 's morgends, is nu
hier in de statie 't Oilst de menonkel verongelukt
van Louiken Meert, die hier over eenige dagen
overreden is door den trein van Dendermonde de
man was leelijk geschalotterd en is naar 't gast
huis overgebracht. Gelukkiglijk toch niet dood.
Ai, ai, ai!! te Seraing tégen Luik, Zondag
avond, om 10 ure, ne respektabelen inwoner dier
parochie gaat van de herberg naar huis op eens,
van achter een leeg huis, drij zwart gemaakte man
nen schieten op "hem toe, overslaan hem gelijk nen
kafzak en 's anderdaags was de man mortibus,
dood, gepasseerd. En met 't gedacht liefhebbers
van 't Stemmeken, dat ge nog eens voor eene heele
week zult kontent zijn van uw Kibeladoeken,
heeft hij de eer u hertelijk te saleweereu tot de
naaste week. Kibeladoeken.
Te Brussel zijn er 93 heeren
in 't policiebureel eene klacht
komen indienen omdat de vas-
tènavondzottén hunnen hoogen
hoed hadden plat geslagen
Of ze daar uitgelachen zijn
g'Hebt gelijk, menheer de mi
nister van financieën, dat ge
met uwen kollega, minister
Nyssens, overeengekomen zijt
om geenen algemeenen sekre-
taris te benoemen in 't minis
terie van den Arbeid.... 't Is weerom al zooveel ge
spaard. ld geheel denBelgiken hoort ge van
anders niet meer spreken, als van dienen notaris
Verhaegen van St. Jans-Molenbeek die men met
omtrent tweemillioen schuld heeft bevonden... Ze
zullen da manneken een broeksken passen
Maar wat is onze Lieven Heer toch goed dat hij zul
ke mannen op den oogenblik zelf niet en heeft doen
stijf staan, die daar te Gosselies, tusschen zaterdag
en zondag, in de kerk het slot van het tabernakel
hebben doen springen en de gouden ciborie met
de II. Hosties hebben gestolen.Dat is nog de
moeite weerd zieTot Stcinbach, in Dujtschland
daar vierden maandag verleden broeder en zuster
nen tweeling, hunnen jubilé van 80 jarigen leeftijd
en te Ylachtwedde, in Holland, is de boerderij af
gebrand van pachter Boelens, twintig koeien zijn
er in gebleven; alla 't is te wreed om op te peizen.
Die messen, die messen!! Vrijdag rond 2 1/2
vielen eenige lotelingen tot Destelbergen aan
't vechten, er wierd gekerfd en gestoken dat het
ijselijk was om zien. Brio personen in stervensge
vaar waaronder nog een beestenkoopman van
Overmeirc.
In Turkeijen, was het nog slechter.
Al degene die durfde ropken, werd den
neus met pijpen doorstoken en zoo tot
bespotting van iedereen door de straten
der stad geleid.
In Rusland was men nog wreeder al
wie durfde rooken werd den neus afge
kapt.
In Zwitserland, waar de wet verdeeld
was in tien deelen, naar de wijze der
tien geboden Gods stond er wacht
u van stelen en seffens daarna gij
ZULT NOOIT TABAK ROOKEN.
I)och andere tijden, andere zeden. Nu
rookt iedereen zoowel een kaboterman-
neken van 8 jaar als ne mensch van 92.
Gelukkiglijk zijn de wetten op den
tabak, dank aan onze Katholieke Re
presentanten, nu toch voor goed afge
schaft, en mag iedereen nu gerust tabak
planten zooveel hij wil
HIP
hip hourah!
Leve Ninove,
Pamel,
Neyghem,
Meerbeek,
Nieuwenhove,
Denderhautem
en
Denderwindeke,
waar De Volksstem
zoo gretig wordt ge
lezen 925 Stem-
mekens zijn er naar-
den Eerweerden Heer Missionaris BAETEN,
inboorling van Meire. 6
Om 12 uren waren wij wederom op den boot,
maar niet alleen z'liebben daar 200 negers opge
laden, die gaan aan den ijzerenwog werken in de
Congo het afscheid dat mannen van hunne vrou
wen en de zonen van hunne ouders deden, was zoo
gevoelig niet als het mijne te Meire, sommige
kwamen daar toe al roepen en lachen dat het een
plezier was om t' hooren. Ze zijn gelogeerd op de
brug van het schip het is mij een volksken
allen gewapend met een poignard, die aan hunne
zijde hangt, vechten ze somwijlen gelijk bezetenen;
bijzonderlijk als het eten uitgedeeld wordt, (dat
uitsluitelijk bestaat in rijs), vechten zij gelijk wilde
dieren, het bloed dat dikwijls uit hunnen kop
stroomt dient dus voor hunne saus, ook missen zij
niet, het goed in hunnen rijs te roeren. Om 6 uren
vertrokken wij, twee dagen later kwamen wij te
Monnovia, daar moesten zij nog negers opladen;
een 50 kwamen er toe. Deze zijn bestemd om het
werk van den boot te doen, eens in den Congo aan.
geland de matrozen, de warmte niet goed kun
nende verdragen. Wij hebben daar aan land niet
geweest, wij zagen van verre de stad liggen die er
zeer armtierig uit zag. Het schijnt dat deze laatste
zwarten zachter zijn dan de negers van Sierra-
Leone, ten minste ze zijn bet op den boot.
Wij vertrokken nog dezelfden dag, 'twas juist
Zondag den Zondag daar op volgende zouden wij
in de Congo aankomen. Van de laatste dagen kanik
U niet veel vertellen, de zee was woeliger dan naar
naar gewoonte, zondernogthans slechtte zijn; voor
mij was zij slecht, want ik heb standvastig ziek
geweest. Die dagen hebben wij iets gezien dat ik
niet kan uitleggen. De kapitein noemde het fata-
morgana. Men zag in de lucht eene witte streep,
als men door eenen verrekijker keek zag men een
schoon groot kasteel had ik gezond geweest, ik
zou daar uitlegging over gevraagd hebben, nu had
ik den moed niet.
Verspringen wij du acht dagen, 't Is zaterd;
noen, 27 September, men heeft de Congo in 'tzicht
mijn hart klopte van blijdschap, en vurig verlangde
ik adieu te mogen zeggen aan de zee, en mijn
vaderland te betreden.
Ik was gelukkig toen ik dien grond, nog zoo dor
en vruchteloos, zag liggen, en als ik dacht dat
onzen Lieven Heer mij onder duizende andere ge
kozen had, om daar gaan te werken en te lijden
voor zijnen naam, om den grond te besproeien met
mijn zweet, en gave Hij, ook met mijn bloed. On
ze boot vertraagde zijnen gang, en de reis die tot
dan toe zoo goed was geweest, wierd nu nog ge
gevaarlijk er zijn daar veel zandplaten die men
moest ontvluchten maar alles liep goed af.
Om vijf uren wierp hij het anker, wij hadden de
Missie van Moanda in het oog. Wij moesten daar
blijven liggen tot 's anderdaags ten 10 ure, om het
hooge water af te wachten, 's Zondags vertrokken
wij, en kwamen to Banama toe om 12 ure.
(Vervolg).
Tooneelliefhebbers, als ge
ne keer een puik en ge
makkelijk drama wilt opvoeren, koopt
dan op óns Bureel Segher van Eedt-
velde, door K. Verberckt, dienstovcr-
ste der accijnsen, te Lede prijs 1,50,
muziek erbij. Het vaderlandsch stukje,
uit den tijd der Frausche Omwenteling,
wordt gespeeld dooi' een zevental perso
nen, eenen kleinen troep Patriotten en
Fransche soldaten. Kortelings schrij
ven wij eenen buitengewonen prijskamp
uit voor al de Lezeressen, Lezers en
Lezerkens van ons blad. De dienst
doende apotheker,Zondag te Aalst, is
M. Meirschaut, uit de Korte Zoutstr.
De schoonste kerkboek is 't gulden
wierookvat. Op ons bureel 1,50.
tijdens de
5 voorgaande
jaren ook het Vlasdorp geheeten, om
dat er zoo buitengewoon veel vlas be
werkt wierd, gaat eenen schoonen prijs
kamp voor het Kaatsspel uitschrijven.
De prijzen zullen, volgens men ons ver
zekert, bijzonder groot zijn en 't en zal
er voorzeker aan geene kampers ont
breken.
M. Poiydoor Moens, uit de
Meerstraat, vertrekt terug naar Ameri
ka om eene verzameling amerikaansche
peerden, aangezien de 20 paarden die
hij, in November 11., heeft overge
bracht, verzijn uitverkocht. M. Moens
zal ginder eerst zijn broeder Frans, die
als missionaris is vertrokken, een be
zoek brengen.
In 1560 kwam die plant in Frankrijk, door het
toedoen van ne rijken heer die een weinig zaad
gekregen had van de Koning van Spanje. Van daar
wierd die plant verspreid in België, in Duitschland,
in Italië en in gansch Europa, 't Ging zoo verre
welhaast, dat niemand in een treffelijk gezelschap
zon durven komen hebben, zonder de pijp in den
mond te hebben en de snuifdoos in de hand. Die
niet smoorde was van geenen tel.
Doch kort daarna kwam de vervolging. De Ko
ning Jacobus I van Engeland, sloeg die plant met
eene zoo groote belasting, dat de meeste rookers
de pjjp moestep aan Marfen geven,
Rookvleesch of filets dAnvers.
V erschalt u
bij den been
houwer den
filet der zoo
genaamde
platte bil,
voorkomende
van eene ge
zonde maar
niet te jonge
koei.
Bij het ont
vangen, wen
telt het sef
fens iu salpeter met besten bruinen pe
per, het welk gij op een proper papier
uitspreidt en er 't vleesch gedurig in
rolt tot alles weggenomen is.
Maakt dan eenen brein bestaande uit
3 kilos zout met 2 liters water, laat
zieden en verkoelen of beter uog, ver
schaft u 2 liters pekel aan 0,10 c. in
eene zoutziederij legt 't stuk vleesch
in eene diepe, maar zeer zuivere kom,
giet er den pekel over en laat het zoo
8 dagen rusten, het dagelijks eens kee-
rende.
Plaatst het bij voorkeur in koelen
kelder de winter, en bijzonderlijk dees
seizoen is aan te bevelen.
Na acht dagen, laat men het nog
8 dagen in de keuken opdroegen, en
dan geelt men het te rooken in eene
schouw.
Men kan het ook gebruiken zonder
rooken dit dient alleenlijk tot behou-
.denis, wanneer men het eenige maanden
wilt bewaren.
Draagt zorg eene goede drooge plaats
te verkiezen om bet te bewaren.
De reeds gediende pekel, kan men na
aGht dagen, terug op dezelfde manier
gebruiken, alleenlijk hoeft men er eeni-
fe grepen zout bij te voegen en zoo
oende tot twee of driemaal toe.
Men kan ook op die wijze eene runds
tong druipen, met deze uitzondering
dat de filet, na gerookt te zijn, onge-
zoden gebruikt wordt en dat men de
tong eerst 2 of 3 dagen in koud water
moet leggen en dan in koud water ter
stoof zetten op stille vuur twee uren
laten zieden, Oss Rqesk.
Drie vrouwen in rouwgewaad stonden op het perron der
statie, eene moeder en hare twee dochters. In afwachting van
den trein bezagen de meisjes de photografies, die aan den
muur van de statie hingen en stonden dus met den rug naar
het spoor.
De sneltrein uit Havre werd aangekondigd en de statie
overste verwittigde, als naar gewoonte, de reizigers, opdat zij
zich van het spoor zouden verwijderen, ten einde ongelukken
te vermijden.
De trein snelde vooruit en de locomotief was nog slechts op
een 50tal meters afstand, toen eensklaps de jongste der twee
jonge dames vooruitsprong en zich op de sporen wierp. De
zuster slaakte eenen kreet en snelde haar ter hulp.
Op het zelfde oogenblik werden beiden door de locomotief
getroffen en zestig meters ver geslingerd. Het volk, getuige
van dit drama, was door schrik als met verlamming geslagen.
De moeder was als in een steenen beeld veranderd.
De trein hield stil. De bedienden van den ijzeren weg gingen
op zoek naar de twee slachtoffers. Zij vondeo slechts vormlooze
overblijfselen eene hand met een handschoen aan een nog
trillende lever. De lijken waren letterlijk vermorzeld. Men
raapte de stukken bijeen en legde ze in een laken, met dit doel
aan den statieoverste ontleend, en de arme moeder zag bij dit
alles toe met eene stomme smart, die voor haar verstand doet
vreezen.
De twee slachtoffers van dit vreeselijk drama zijn de juffers
Cécille en Marthe Davenne. Zij waren 27 en 35 jaren oud.
Hunne moeder is bestuurster eener school te Bois Colombes.
'tls Mej. Cécile Darenne die onder den trein sprong. Zij
was over eene maand uit het zinneloozengesticht St-Anna
ontslagen en men denkt dat zij nu weer in eenen aanval van
zinneloosheid gehandeld heeft.
't En is bijkans anders niet mogelijk... Ai, ai, deze wereld
is nu toch een waar tranendal.
In korte oogenblikken waren de versierde zalen, die vol
volk waren, door het vuur overweldigd. Mannen vrouwen en
kinderen sprongen in radeloozen angst door het venster, om
aan de vlammenzee te ontsnappen.
Bij de afzending van het eerste bericht, waren reeds 34 lij
ken neêrgelegd in de kapel van het kerkhof en zeker lagen er
nog andere onder de puinen. Er zijn families, die drie of vier
leden in de ramp verloren.
Er heerscht groote verslagenheid in de stad. Onder de doo
den zijn er ook personen, die het gemaskerd bal niet bijwoon
den, maar die, op 't vernemen van wat er voorviel, naar de
kunstclub suelden om hunne familieleden te halen en eenige
oogenblikken later het gebouw niet meer konden verlaten.
Volgens latere berichten zijn er veertig dooden en vele
gewonden.
Intusscben vertoonden zich eenige mannen met revolvers
gewapend, en een hunner sprong op president Crespo toe maar
werd dooreen soldaatvan de wacht neergesabeld en afgemaakt.
De president en zijne volgelingen hadden ook hunne revolvers
getrokken en verwijderden zich door de wacht omringd, maar
kwamen spoedig daarna terugsoldaten, met de bajonnet op
het geweer, bleven in de loge van den president de wacht hou
den.
Liever geenen koperen knop bezitten en gerust iu een lee-
men huizeken van den vroegen morgen tot den laten avond
travakken, dan op zulke manier rijk en groot te zijn.
34
Het schemert mij nog voor de oogen. Ha 1 nu
begin ik te zien. Inderdaad. Het is als een glimworm
op het git des uitspansels. Waarschijnlijk het licht
eener hut.
Neen toch, Mher Iwein. Kijknu onderscheidt men
drie lichtpuntjes, die allengskens grooter worden.
In waarheid. Hun getintel en geflikker neemt toe.
Zij sprankelen meer en meer, merkte Walter
aan en voegde er, na eene poos zwijgens, bij Het
wordt een stralengloed. Twijfelt ge nog, Mher Iwein?
Neen, Walter. Ge hebt "gelijk. Het is toortsen-
licht. Het nadert immer.
Beiden keken eenige stonden den toren uit zonder
spreken. Walter verbrak de eerste het stilzwijgen
j Mij docht, ik hoorde juist een geklep van ijzeren
hoeven.
Geen twijfel. Het is wei het geklikklak van
hoeven. Eindelijk
Terwijl Iwein aandachtig het oor leende aan het
wassend gerucht, bezag de torenbewaker hem zijdelings
met nijdige oogen, keerde zich om en grijnslachte.
Zonderling bezoek op zóo een gevorderd uur
polste Walter.
Ik duld geen onderzoek, snauwde Iwein hem
vrij bitsig toe.
Mijne opmerking was onbescheiden. Verschoon.
Blaas op den hoorn
De doffe klanken des hoorns werden in het kasteel
door de helderder en doordringender tonen eener kla
roen beantwoord.
c Neem deze fakkel, hernam Iwein en ga met
mij de brug nederlaten. Dat geen woord u ooit ont-
valle van hetgeen ge hier straks zult zien of hooren.
Walter is hou en trouw. Nog nooit moest ge hem
den mond toesnoeren, zeide de bewaker ootmoedig, maar
beet zich op de tanden van verkropte gramschap, ter*
wijl hij Iwein's bevelen uitvoerde,