BUITENLAND. VIEN EN STIEN. Chipka De waarde eener Mis. Aby Congo. sommige gazetten leest, zou men waarlijk zeggen dat het tot Dendermonde al gebeurd.. Alle dagen hebben zij korrespondenches van die wereldbe roemde stad en och eere och erremen waarom dragen ze daar toch zooveel halve hemdekens Een der aangenaamste en plezierigste gemeenten van onze provincie is voorzeker Ovcrmeire. Da kan deugen, zie Volgens de Gazette de Cologne, 't is te zeggen 't Stemmeken van Keulen zou den baas van het hotel Sun Schwanwaar de Keizer van Duitschland vernachte den 10 der Mei maand, nog geenen centiem hebben getrokken t Spijt mij, zegt den baas, van mijnen Keizer te moeten vervolgen,.... maar de portemonne toch vóór de Keizer, zelle Halte-la, vivan de moene- ka Tot Scherpen- heuvel, die eeu- t wenoude bede- V vaartplaats, daar zijn woensdag verleden zes hui zen door den brand vernield... 38 menschen zon der dak. De kleinen oorlog is weerom aan den gang in een deel van Namen en een deel van de provincie Luik.Er zijn voor de soldaten ook veel dingen die aangenamer zijn dan aan zulke klucht spelen deel te nemen. Onze Vlaainschc Ker mis ligt op 't hert van Chipka te branden gelijk het kruis op 't hert van den duivel. Den 19 de zer had er op eens eene groote ontploffing plaats in eene ijzergieterij te St. Petersburg 't was er een gekletter en geboemmelsel dat hooren en zien deed vergaan, armen en beenen, knoesels en teenen 't vloog al door een,... Tien dooden en twaalf ge blesseerde. Maar zie hier nu 't kodigste van al. Te Munar, in Oostenrijk, was nen beerentemmer gaan logeeren in eene afspanning en had zijnen beer in een leeg ver-< kenskot gestoken.Rond midder nacht hoorden de bewoners van het huis een lawijt en geschrei, van d'helsche duivels.Men loopt zien en zag den beer met nen kloek gebouwden manskerel in zijne armen.... Na dat de sukkelaar uit de klauwen van den beer was verlost bekende hij gekomen te zijn om een verken te stelen. Onze oude kabinetsoverste M. deBurlet, thans consul tot Lissabon, zal den 30 dezer tot Brussel toekomen. Ge meendet gij, niet waar, vrienden, dat de christene krawatenpartij maar eenen mar telaar en hadt.... jómoor, ge zijt mis, zelle.... d'er is al nen tweeden, want Pië van Chipka schreef verledene week een artikelken Over Jan Boitselier, die in kot zit tot Audenaerde en dat voor opschrift droeg de martelaar der christene volkspartij. Op vijf dagen tijd zijn er gepasseerde week in de ver- schillige statiën te Brussel om 649,683 franken koupons gevraagd en afgeleverd... Dat ze nu nog zeggen dat de menschen benauwd zijn van op den trein te zitten. Hoe laag ne mensch toch kan zakken... In zijne gazet van Zondag spreekt Chipka den lof uit van eenen schrijver van Dendergalm een slechte liberale gazet van Aalst, maar alia, die bij den hond slaapt betraapt van zijn vlooien en om kristen krawaat te zijn, volgens de leerstelsels van Chipka, moet men met alle liberaal ras aanhangen. En nu, beste vrienden, den hertelijksten salut van wegens Kibeladoeken. Ecu arme werkman, Jozef Wilhem geheeten, was gewoon, alvorens hij op het openbaar plein als daglooner eenen huurder ging afwachten, in eene nabij gelegen kerk zijn gebed te gaan doen en de H- mis bij te wonen. Op zekeren morgen, dat hij wat vroeger was opgestaan, bleef hij te kort aan die heilige gewoonte en begaf zich naar het plein zonder in de kerk te zijn geweest. Hij onderkónd alras, dat, ofschoon men niet ver- waarloozen mag zich zeiven op redelijke wijze te behelpen, het toch beter is te steunen op de va derlijke Voorzienigheid, dan op eene al te men- schelijke wijsheid. Even als hij stonden daar am bachtslieden van alle soort eenen huurder af te wachten, doch niemand kwam om hun werk aan te eden. Wat nu gedaan? Jozef Wilhem raadpleeg- zijn hart en dit volgde de stem in van het ge- )f. Groep en plein verlatende, ging hij naar de rk, stortte er zijn gebed en hoorde eene mis. ne vurige godsvrucht was oorzaak dat hij zich zoozeer omtrent den tijd, welken hij voor het ta- rnakel doorbracht vergiste, dat hij eerst op het plein terugkwam, nadat huurders en huurlingen a en waien verdwenen. In droeve gepeinzen verzonken, keerde hij lang- im naar zijne nederige woning terug, toen hij opeens den goedhartigen Nikolaas Godens, een meester wel gekend van al het ambachtsvolk, recht op zich zag afkomen. Die rijke nijveraar was List niet wat wij heeten een man, zonder gods dienst, doch onder menig opzicht, en wel voorna- tdijk voor hetgeen de zondagrust en het mishoo- en aangaat, kleefde hij grondbeginselen aan, die i.i. tde kerkleer niet al te zeer overeenstemden. Hij stoorde er zich dan ook niet veel aan te hooren zeggen dat hij het loopende jaar, en zoo ik wel meen, zelfs het vorige jaar zijnen paaschplicht, had verzuimd. Hij gmg, even als vele anderen, niettemin door voor eeu eeriijk man, en genoot toch dé achting van al zijne medeburgers. Iu korte woorden maakte de arbeider den bra ven burger met de oorzaak zijner droefheid be kend. Mijn goede jongen, sprak de heer, werk zou ik u voor het oogenblik niet kunnen verschaffen, want het getal mijner lieden is juist volledig. Maar, zeg eens, waar bleeft gij dezen morgen bij het tehuurstellen? Ik was in de mis. In de mis!... In de mis!... Naar de kerk gaan, vriendje, is heel goed en ik houd daar ook van maar, laat het mij zeggen, men heeft toch eerst te zorgen om te leven, en daartoe, als men geen fortuin bezit, dient er gewerkt te worden. Maar, meester, werk ik, buiten zon- en feest dagen, niet zeer hard van den morgen tot den avond Alleen vandaag. Ja, ja, van kerk en mis houdt gij veel, dat zie ik. Welnu, daar gij niets beters to doen hebt, ga naar de kerk, en al den tijd, dien gij anders aan het werk zoudt hebben besteed, gebruik hem om voor mij missen te hooren en te bidden en de zen avond zult gij volle dagloon trekken. Zeg eens, vrieudje, bevalt u dat Ik ben er u wel dankbaar voor, antwoordde Wilhem, en maakte eene beleefde buiging. Hierop keerde hij verheugd naar de kerk terug en tracht te met nauwgezetheid de gestelde voorwaarden te vervullen. Als zich do werkman nu tegen den avond bij den burger aanbood, betaalde deze heel gewillig het gebruikelijke dagloon, dat is twaalf stuivers en een brood. Terwijl Wilhem, onder het naar huis gaan, God inwendig dankte, werd hij opeens tegen gehouden door eenen grijsaard, met edel en indrukwekkend voorkomen, die volkomen scheen bekend te zijn met al hetgeen dien dag voorgevallen was, want zijne eerste woorden luidden Keer terug naar Nikolaas Godens en zeg hem dat hij u minder heeft gegeven dan gij verdiend hebt, en dat hij iets bij de som heeft te voegen zoo hij uiet wil, dat hem een ongeluk treffe De toon, woorop de ouderling sprak, was zoo ernstig, zoo onweerstaaubaar, dat de werkman, zonder de minste tegenspraak te wagen, op zijne stappen terugkeerde en, hoe verslegen ook, de hem opgelegde boodschap volbracht. Er liep onzen rijken eene lichte rilling over het lijfdoch deze ontsteltenis duurde maar eenen oo genblik, want hij meende te doen te hebben met eenen fijnaard, die hem gaarne wat dieper in den buidel zag tasten. Hij gaf hem dan ook half lachen de ten antwoord Maar, vriendje, men zou haast zeggen dat gij al etende trek krijgtHeb ik u dan geene twaall stuivers en een brood betaald, juist als mijne beste werklieden Op die wijze zult gij uwe zaken wel aan den gang houden.... Doch, zich hernemende, en als tot zich zeiven sprekende, ging hij voort In alle geval, hij is man van het vak, en moet beter dan ik weten wat missen en gebeden waard zijn. Daarop telde hij hem nog vijf stuivers. De arme Wilhem, dien het geenszins ontbrak aan hart en aan geest, begreep aanstonds en niet zonder droefheid dat de stap, welke hij enkel uit gehoorzaamheid kwam te doen, aan geheel andere bedoelingen werd toegeschreven. Het was dan ook niet te verwonderen dat hij zich een oogenblik ge neigd gevoelde om meester Godens de twaalf stui vers en het brood als dagloon en de vijf stuivers als bijvoegsel geschonken, terug te geven. Doch, zou hij met dezo natuurlijke of liever al te natuur lijke neiging in te volgen, den gelukkigen nijve raar bedroeven, en terzelvertijd niet zondigen te gen de deugd van liefde en van ootmoedigheid ?...-. Hij verwijdert zich dus met het geld. Maar ziet, eenige stappen verder ontmoet hij nogmaals den grijsaard, aan wien hij nu, om zijn hart te ontlasten, zijn droevig wedervaren wil ver tellen. Doch de koelbloedige vreemdeling laat er hem den tijd niet toe want weer klinkt het uit zijnen mond Keer terug naar Godens en zeg hem, dat hiju minder heeft gegeven dan gij verdient hebt, en dat hij iets bij de u bestelde sommen heeft te voegen zoo hij niet wil, dat hem een ongeluk treffe! De verlegenheid van den braven arbeider kan men zich gemakkelijker voorstellen dan met woor den uitdrukken. Doe ik wat de grijsaard ver langt, zoo sprak hij bij zich zeiven, dan kwets en beleedig ik den achtbaren meester, die zich, alles wel beschouwd, dezen morgen uitertst edelmoedig ten mijnen opzichte heeft getoond en mij verre bo ven de gewone daghuur heeft uitbetaald. Doe ik het niet Een gebiedende, bovennatuurlijke oogslag van den vreemdeling stelde een einde aan zijne mijme ring, en Wilhem aarzelde niet langer om ook deze tweede boodschap over te brengen. Ditmaal werd de burger met een onbeschrijfelij- ken senrik bevangen zonder een woord te spre ken liep hij naar. zijnen geldkoffer, putte er goud uit met beide handen en wierp het ongesteld den werkman toe. Nog denzelfde nacht had Nikolaas Godens eene verschijning en zag den Zaligmaker, op zijnen rechterstoel gezeten, het glanzend aangezicht met eene statige en onuitsprekelijke strengheid betrok ken. De Heer al de misslagen van den eerzamen burger opsommende, verweet ze hem in bewoordin gen, die hem het bloed in de aderen deed stollen en voegde er dan bjj Vergeet het niet «x\ nederige werkman geene mis voor uhadde gehoord ware het heden met u godaande onvetbicklehc e dood haddo u weggerukt en gij waart voor eeuwig verdoemd. Oordeel thans of gij den mau naar verdienste hebt be loond? Bij die woorden hield de verschijning op. Als nu de burger uit zijnen slaap ont waakte perelde hem het koude zweet op het doodsbleeke voorhoofd, ook was hij niet meer de onbezorgde, iet wat be dilzieke wijsgeer, die nog den vorigen dag het gebed beschouwde als een tijd verdrijf, slechts goed voor die niets an ders te doeu hebben, hij kende nu de waarde eener enkele mis I Franlrriil: Keizer Nikolaas I I «IIIKI IJK* yan ptuslaud komt naar Parijs. De Fransckmans zijn om stapelzot te worden, ze kunnen er niet meer van slapen. Er zulleD den Keizer geschenken gezonden worden uit alle hoeken van 't land. Die van het depar tement van Pas-de-Calais zullen twee schoone hengsten present doen, die van Gers geven eene ton genever van Ar magnac, enz. enz. De Franschmans houden hard aan de vriendschap van den Rus in tijd van oorlog zouden zij geern op hem rekenen. Ih den afgrond gestort. Twee toeristen, M. Thorraut en Payer- ne, die den Meije-top beklommen, den omtrent 4,000 meters hoogen berg in de Alpen van Dauphiné, zijn in den afgrond gevallen en verpletterd. De gids Rodier had hen den vorigen dag aan den vierkanten glet- scher ontmoet, en toen hij ze 's ander daags niet te La Bérarde zag terugkee- ren, giug hij op zoek en vond hunne lijken op den Elangons-gletscher. Vrijdag morgend zijn twintig gidsen de lijken gaan halen. Te La Bérarde zijn ze gekist. De toeristen zijn in de diepte gestort. ftolJö Eindelijk is het gelukt. Ildllti De piins van Napels heett eene vrouw gevonden, prinses Helene van Montenegro. Heel Europa had hij rondgereisd maar overal was hij van de hand gewezen, onder andere, door onze prinses. Dat is te verstaan ge moet goesting hebben om in te trouwen in de familie van Italië, met haar gestolen koningrijk, eene familie die in den ban van de H. Kerk is. Princes Helena is niet katholiek, maar 't schijnt dat zij zich gaat bekee- ren. A ffTAntinfi De zaken kernen er fligeuimd. stillekens aan op hun effen. De schuld van stad en provin cie wordt geregeld. Ook zijn de Cedules al geklommen van 14 tot 31. Dit is een goed teeken. Gaat alzoo voort, mannen, 't zal groot plezier doen aan al wie van uwe papieren bezit. ircciniA Tot hiertoe heeft jSMUIt. de paus nog geen nieuws outvangen van Mgr Macaire, die hij naar Menelik gezonden heeft om de vrijheid te vragen der Italiaansche krijgsgevangenen. Er schijnt maar wei nig hoop te zijn. De russisch major Loentief, die uit Abyssinië weergekeerd is, heeft aan Kardinaal Rampolla ver klaart dat Menelik met hertzeer en tot zijn groot spijt, aan 't verzoek van den Paus niet zal kunnen voldoen. De krijgsgevangenen zijn een machtig wapen dat Menelik in handen heeft om Italië te dwingen den vrede te sluiten. De Keizer betreurt het zoo te moeten handelen, want hij bemint den Paus en heeft grooten eerbied voor hem. An f1 «p#'f Schoonste of aan- "P genaamste eiland der wereld. Nu is het er volle verwoesting. Dit eiland hangt af van Turkeye de inwoners zijn kristen, ze worden door den Turk slecht behandeld en willen kost wat kost een vrij volk worden. Zij hebben de wapens opgenomen maar Turkeije zendt soldaten op soldaten, 't Is gruwelijk gelijk het er gaat. De Turken steken huizen en kerken en kloosters in brand en vermoorden al waar zij voorkomen. "Al de Europeesche mogendheden doen te Constantinopel hun best om den Sultan over te halen tot het verleenen van een uitgebreid zelfbeheer aan de Cretanen. Zij vragen voor Creta een christen gouverneur. Turkeije zou ook moeten toelaten dat de Cretanen de financiën van hun eiland naar goeddun ken bestieren, en de Cretanen zouden jaarlijks aan de Sultan eene vaste som moeten betalen. Aanvaardt de Sultan die voorstellen dan is het vrede aanvaardt hij ze niet, dan weet ons Heer wanneer er een einde zal komen aan 't bloedvergieten. 't Gaat er hoe langer hoe 111 clerger .De opstandelingen heb ben vastgesteld d at al wie durft graan zaai en of verkoopen zal aanzien worden als verrader en met de dood gestraft wor den. Zij hebben het bevel afgekondigd dat alles moet verbrand worden. Hun plan is de spaansche troepen van hon gersnood te doen vergaan. Ongelukkig land Die oorlog kost aan Spanje dage lijks meer dan 1 millioen pesetas, en schrikkelijk veel soldaten, en God weet hoe lang dat hij nog zal duren. In 't kort zal er nog 40,000 man naar Cuba op trekken. De eerste helft van den ijzereu weg van Congo is ingehuldigd den 22 Juli. De zaken staan Pi Juni waren de ontvangsten bi n Juli klommen zij tot r OÜfï fr Vien. Stien Stien Stien. Vien Vien 1 Vien.d'Armen gaan nog omhoog in Aalst, en tien uren in de ronde als er van de Vlaamsche Kermis gesproken wordt 1 Stien. Vien,'twastaroef met den zot! Nooit gezien, nooit gehoord, nooit gebeurd Ai, ai, ai, mijnen buik doet nog zeer van 't enjelijk lachen, ginder, in den hof der Harmo nie Vien. Jommer, 'k hom a in a weer gezien, zee, Stien 'k zag u van verre zitten in den Café van den Groenen Hond op dienen treè, waar 't muziek gespeeld had, nevens de pia- noe, ge wetj wel, waarop dienen chien verre 'zat. Vien.Ja, 'tis just, ik zat er en'ken koster bijkans niet weg van 't plezier, of niet door van 't eeuwigste volk. Stien. Awel, ami, ik ben dan eens naar Oudt Olstj ge trokken en of er daar leute was En go zaagt het, 't volk was content, ge kost de tevredenheid met nen pollepel van de ge zichten scheppen.... Kadé en half was 't. Vien. En hebt ge die donchisten daar zien al prinsmui- lende voorbij trekken, hé ah, ah, ah Stien, ze liepen daar met gezichten gelijk afgebrande boeren, ge zoudt ze van compassie een halfcensken gegeven hebben.... Een der kop stukkon riskeerde zich in den theater van Jezabel, die hertisje van da wijf, maar of hij er water en bloed gezweet heeft; hij zat daar te kijken promentelijk gelijk nen uil op een zieke koe, met een smoel gelijk een mislukt ovenbrooiken; en 'tfijri ste van al, als ze met de bus voor de Katholieke werken rond kwamen, hij moest afdokken, uit vrees van in d'affronton en in de laberenten te vallen Stien. En alzoo hebben er nog geweest, zulle, kame raad, liberalen en groene krawatten... Ze zeggen, dat er velen met een hertziekte liggen, ni als puur van arragie en desal- tratie en dormientibus op de Werf hebben ze eenen moeten per fors vastleggen met koorden, een specie van razernij, zeggen ze toch.... Vien. Mor, iets d'ak mij afvraag, hoe is't van God mo gelijk van zoo iets aaneen te stooten Ge zoudt promentelijk gezworen hebben, dat da allemaal foorkramers van métier wa ren eene groote cirk, met clowns, gimnastieken en her- culs.... Stien. En Lutteurs 1 dadde en moogde toch nie ver geten Vien. Jommer, laat mij voortspreken, ik viel er juist op. Awel, ze daagden daar van op hun estrade den sterksten uit om binnen komen te lutteeren, 't was gelijk tegen wie... En er was daar nen olifant.., reëel, nen olifant, die de wonderbaar ste toeren dee.... Stien. 'k Hem hem gezien... Waar hadden zo dat toch allemaal gezocht en uitgevonden 1 Vien. Eere, Stien, eere lof en dank, aan de Inrichtings commissie Hoe zwaar die taak is geweest, zal nooit van ie mand gekend zijn, wat zelfsopoffering zulke onderneming vergde, weten zij alleen, die ze pleegden Stien. 'En proficiat en dank aan al de heeren deelnemers en Jufvrouwen van barakken, drankhuizen en winkels, die toch, allen, zonder onderscheid, zoowel hun beste deden!.... 138 bracht daar hij spotte die zijne billen brandt, moet op de blaren zitten Iwein zelf was opgesprongen en blikte vertoornd naar de deur. Netelachtige omstandigheid 1 Disdeer poogde zich echter uit den slag te redden. Eer eon afgezant zijn gapenden oven zag, had hij ziek blik semsnel omgekeerd, eenige Aalstenaars bij den kraag gevat en ze de deur uitgesmeten. Dit spel kon evenwel niet lang duren, maar Disdeer was onder een gelukkig gesternte geboren. Walter had hem in de klem zien zitten, snelde in der haast toe, stiet nog eenige lachers en meteen zijnen boezemvriend buiten, gaf hem daar zulken vuistslag onder de kin, dat het gewriehtshoofd der onderkaak weer in zijne groeve schoot. Dank zeide de magere aartsschelm, grimaste afgrijselijk, trok dan met zijnen verlosser zegevierend de zaal binnen en hield zich alsof hij van "loeten noch blazen wist. Aalbrecht gaapte verwonderd Disdeer's uitgestreken gezicht en on- verstoorbaren ernst aan en bromde: 0 die hansworst 1 terwijl Daniels zware stem donderde het zal hem rouwen, die de zitting nog stoortDeur toe4 n Toen de deur gesloten was en het rumoer ophield, nam Huig Koenen, hoofdman der Gentsche gilden, het woqrd. De oogen brandden hem in het hoofd en zijn aange zicht gloeide. Heeren en Vrienden, zeide hij Wij, ingezetenen der groote steden, ledigden ook den galbeker tot den bodem en gaan meer dan anderen onder den druk der tirannij gebukt. Vooral wij zijn de prooi van eigenbaat, heerschzucht en gouddorst. Bij ons "bovenal worden de openvallende waardigheden en ambten den hoogstbiedenden verkocht en de burgers door vreemde krijgslieden, die daar verschrikkelijk huishouden, gekneveld. De graaf zet ons onverpoosd den voet dwars, ontwapent onze ambach ten, gilden en neringen, benoemt willekeurig onze sche penen, verarmt ons door knellende belastingen en wraak roepende ui. En die bulfaan On; denier doen betalen, '''ijk ei df .er: der unwelijbsdagf, vier

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Volksstem | 1896 | | pagina 2