Laatste Depechen. LUIBRECHTS. KERKELIJK NIEUWS. bÜ Geloof en Liefde De Rozenkrans van doktor Récamier. Nieuws uit Aalst. Mengelingskens VOLKSALMANAK Het merken van 't vee. College St. Augustinus. Les Bees a iiiaiidcseencc seille voor onze oogen, wij zagen niets meer dan water en hier en daar eenen koogen berg, wiens kruin zich in de verte nog boven de golven verhief en die ons een laatste vaarwel scheen toe te roepen. Kort daarna belde men voor het morgendmaal, dat later om 9 ure opgediend wiord, maar nu door het vertrek verschoven was. 't Was den eersten keer dat ik zoo te midden der wijde zee aan tafel zatnocntans, ik moet bekennen dat qaijne maag er zich weinig in stoorde, ik deed wel incê en liet het mij maar niet verdrieten na den dejeuner kwamen wij samen op het dak van het schip, om de frissche waterlucht te smaken en zoo wat nadere kennis te maken mot onzen prach- tigen boot. Dit ging heel wel voor een uurken, maar rond 12 ure, zoo al sprekende over de Zeeziekte, waarvan wij nog niets gewa||Slwierden, begon ons het hoofd zoo stillekens aan te draaien wij dachten vooreerst dat het een gevolg was van de vermoeienissen, door den kommer van den morgend veroor zaaktja maar, dat wierd altijd erger om erger en de maag begon er zich meê te moeien. Ik zegde aan mijne confraters Mannen dat zou kunnen se rieus worden, willen wij een klein noenuilken in ons bod gaan vangen,'tzal'er misschien meè overgaan?.... Die voorstel wierd met eenparige stemmen aauveerd en weldra lagen wij alle drie op onze zachte legerstede in onze cabine uitgestrekt inderdaad, het begonnen spel ging er meê over en wij genoten eene aangename rust. Bij ons ontwaken kwam men ons de brieven van Scheut, op den boot toegekomen aanbieden, en daar wij benieuwd waren te vernemen wat onze Oversten en onze goed conlraters ons meldden, braken wij alras de brieven open maar och arme 1 nauwelijks hebben wij eenige regelen gelezen, of het spel van zooeven begint opnieuw en deze maal was het gemeend voor willen of niet, ik en confrater Van Belle, wij moesten den tol aan de visschen betalen en hun on zen lekkeren dejeuner maar teenemaal schenken. Als onze magen ontlast waren, schenen wij gansch nieuwe mannen, nochtans die eerste operatie had ons zoodanig afgemat en zoo flauw gemaakt, dat wij geene rust vonden als in ons bedcon frater Verellen bevond zich wat beter, zijne maag hield goed vol, alhoewel hij toch oók een weinig ontsteld was. Kort daar na belde men voor den diner om 5 ure, maar de waggeling van den Natal had zulke wanorde en onrust in de magen te weeg gebracht, dat er zich op de 40 passagiers van 2° klas slechts 6 voor het noenmaal aanboden van dit klein getal (de andere lagen allen ziek) was confrater Verellen nochtans kon hij aan tafel niet gaan zitten, hij was genoodzaakt zich aan de mast, die door den salon van 2e klas passeerde, vast te klaute ren en daar een stuk op d'hand te nemen, met de voorzorg van na iedere portie dan nog al eens boven op het dak te loo- pen om een weinig versche lucht te scheppen. De nacht die daar kort op volgde, bracht ons met eene aan gename rust ook de gezondheid en welvarendheid terug, ten minste aan mij en confrater Van Belle confrater Verellen, nauwelijks uit zijn bed, wierd door den ongelukkigen gezel overvallen, die ons daags te voren een zoo droevig bezoek had gebracht hij moest op zijne beurt den tol betalen, nochtans het veroorzaakte hem gelukkiglijk geene groote ontsteltenis, want kort daarna was hij zoowel te pas als wij. Daar de zee zoo een weinig onstuimig was en aangezien ook onze groote flauwte en zwakheid, durfden wij bet niet wagen om dien dag Mis te lezen, Wij zagen dan, door den nood gedwongen, van dien grooten troost af. Rond den avond begon de zee, die in den dag veel gestild was, weer een weinig onstuimig te worden, nochtans dezen keer deelden onze magen die onstuimigheid niet meê, 't was immers al wel geweestwij brachten weer eenen goeden nacht over en's morgens, dijnsdag 19 Februari, wekte men ons reeds heel vroeg door het werpen van het anker voor Na pels wij waren reeds in Italië. Na de H. Mis in onze kapel van den boot gelezen te hebben, begaven wij ons op het dek, om de Italiaansche stad vooreerst van verre eens te bezichti gen. Het was nog gelukkiglijk donker, toen wij boven kwamen, daardoor konden wij nog het prachtig en verrukkend zicht van de verlichting der stad genieten. Napels is op de helling van een berg gebouwd, zoodanig dat wij, van op het punt waar onze Natal geankerd lag, de stad in eenen oogslag konden samenvatten de gaz teekende al de straten met zoovele licht of vuurstrepen in de lucht af dit 169 Geen vechten meer het sop is de kool niet waard 1 Kom, Ivo. Willen wij gaan Neen 1 sprak de koppige Ivo en verroerde niet Ge moet alles hooren in tegenwoordigheid dier schavui ten.... Welnu, als mijne keel wat ververscht was, vroeg ik natuurlijk... naar eten niet veel, een beetje, gelijk wat Ik ben niet lekker daarenboven honger is de beste saus en maakt ruwe boonen zoet. En ik had schromelijk hongerhet water liep mij van de tanden Er valt hier niet te bikken 1 sprak die ezel van eenen onderkok, dien ik straks dook. Ik sloeg daar geen acht op, hefte, altijd in uwen naam, van al de potjes de scheeltjes op, proefde en vergastte mij aan al de spijzen. Natuurlijk!., Het was lekker! lekker 1.. Hij stak in alles zijne smerige vingers, Mher Ram- bold, 11 knorde een tegenkanter. Ik zal u ook eens onder handen nemen, kerel 1 grauwde Ivo. Die vosse schelm heeft eene paardemaag en schranste onhebbelijk 1 morde een tweede tegenstrever. Zwijg of ik schep u 1 dreigde Ivo en werd weer toornig. Laat Ivo spreken 1 beval Rambold. Nu, ik kreeg schielijk iets goeds in den neus...: een dik, vet kieken.. Ik was er natuurlijk... op gebekt en begon te smullen... Het was zoo malsch als boter... Dan sprak de prij geen woord meer 1 spotte de kok, op wiens borst Ivo had gezeten, en hijgde nog, daar hij zijne bezeerde ribbenkast betastte. Katjes die muizen mauwen niet, hé, Mher Ram bold boertte Ivo. Hij at het kieken op met krot en mot, viel nu de hoofdkok in, die tot bewustzijn was gekomen en wierp ons dan, Mher Rambold, de schandelijkste beleedi- gingen toe. Het werd onuitstaanbaar. Ze kunnen niets verdragen I schokschouderde Ivo. I Toen hij met mijn hoofddeksel den spot dreef en I schouwspel waarvan men de schoonheid niet kan beschrijven, wierd door al de passagiers bemerkt en verwekte ieders bewondering op iedereen was nieuws gierig om die stad, die reeds in den donkeren zoo merkweerdig was, ook bij klaren dage eens 1c zien. Baar de Natal pas om 11 ure vertrok, was er tijd om voor eenige uren aan land te gaan. Rond 7 ure wierd onze boot door een zwerm van schuitjes omringd waarvan de meeste passagiers gebruik maakten, om zich aan wal te doen brengen om te doen gelijk d'anderon, riskeerden wij ons ook eenige stuivers, wij sprongen ook in een bootje en een kwartier daar na wandelden wij in de straten van Napels maar, och arme 1 die zoo schoone stad van daareven kwam ons gansch anders voor, alsdat wij het ge- peisd hadden de meeste straten zijn eng en smal en daarbij nog zoodanig verwaarloosd en vuil, dat men er twee maal op denkt, vooraleer door te gaan. ('t Vervolgt.) COOO^OOOO Niet meer wetende van wat hout pijlen te maken had Lui- brechts zich te Brus sel verhuurd als ta feldiender of gar<jon in een hotel. Vooraleer in bedie ning te treden had den baas hem zijne les gespeld hij had hem bijzonderlijk 1 aanbevolen altijd met de meeste voor zichtigheid de spijzen en dranken op tafel te brengen. Nu voor de eerste maal dat Luibekeu werd werkstellig gemaakt, vroeg hem nen heer eene flesch bourgognewiju. A la minute, zei Luibrechts. Ea hem met de flesch ziende nade ren g'En hebt ze niet geschud he, sprak de heer. Neen ik, Meneer, zei Luibeken, nog niet.en de flesch hevig schuddende maai- mi, zie, is 't gedaan 11! Komt te verschijnen Julius »e Heester te Rousselaerc een verhaal uit den eersten Kruistocht door Petrus Vau Vullel. Het werkje beslaat 140 bladz. en bevat eene overschoone titelplaat. De drie eerste weken is het, bij inschrijving te bekomen op ons Bureel, aan éen frank, franco te huis. De dok tor Massè verhaalt in een van zij ne werken hoe, nog jong student in de mede- cijnen zijnde, hij gansch verwonderd was den beroemden Récamier er eene eer in te hooren stellen, zijnen rozen krans te bidden. Het was, zeide hij, in 1832. Ik bevond mij toevallig bij M. den graaf Mallet, oud hoofdofficier van 't paardenvolk, en die vervolgens den priesterlijken staat had omhelsd. De Eerw. Heer was een weinig lijdend. Eensklaps wordt de deur geopend en de kamerknecht zegtM. de doktor Récamier 1 Na den zieke onderzocht te hebben, stond Récamier reeds op om te ver trekken toen hij eene beweging van herinnering makende, zijnen hoed we der op de tafel legde en zijnen stok er naast plaatste, de hand in eenen van zijne broekzakken stak. Drommels I riep hij uit, ik ging eene zeer ernstige zaak vergeten. Wat dan vroeg de geestelijke. Er is mij een ongeluk overkomen, Eerw. Heer, een ongeluk, dat gij alleen kunt herstellen. Wat dan Er is iets gebroken dat gij goed zult kunnen maken, eene kleine opera tie, die ik u verzoek te willen doen. En de doorluchtige professor, zijne hand uit den zak trekkende, toonde zegevierende, raad eens wat?... Eenen rozenkrans. Ik beken dat ik heel verbluft was. Hij, de beroemde Récamier, de genees heer der groote heeren, der prinsen en der koningen zelfs, die een europeesche vermaardheid genoot, bad zijnen rozen krans 1 Drommels ik bid mijnen rozenkrans zegde hij, zich naar ons keerende met den glimlach op het gelaat... Wanneer ik ongerust ben over eenen zieke, wan neer ik de geneesmiddelen onmachtig vind, dan richt ik mij tot dengene die alles kan genezen. Alleen voeg ik er wat Staatkunde bij daar de vloed mij ner bezigheden mij den tijd niet laat, ten beste te spreken als het noodig zou zijn neem ik de goede H. Maagd tot middelares. Mij naar mijne zieken be gevende, bid ik een of twee tientjes van den rozenkrans. Gij begrijpt, dat niets gemakkelijker is. Ik zit heel rus tig in mijn rijtuig, ik steek mijne hand in den zak en ik treed in gesprek de rozenkrans is mijn tolk. Nu, daar ik dikwijls tot dezen tolk mijn toevlucht neem, is hij vermoeid, en het is daarom dat ik den Eerw. Heer bid hem eens te onderzoeken ea er over te beraadslagen, als het noodig is fiem te operecren in een woord hem voor mij te genezen. M. de graaf de Mallet nam glimlachend den rozenkrans, den gebroken rozenkrans," beloofde hem te zullen maken, en M. Récamier verliet ons. Mijn vriend, zegde mij later die groote chris ten, de rozenkrans is eene belieder Ave Maria is eene aanmaning of als gij liever hebt, een smeek schrift. Om bij eenen koning, of zelfs in een minis terie toegelaten te worden, moet er gehoor aange vraagd worden, moet men beschermers, zelfs soms de welwillendheid van de Heeren bureelklerken hehben, Er is niets eenvoudiger dan de Allerhei ligste Maagd te spreken men trekt aan de bel, men neemt zijnen rozenkrans, spoedig is de deur geopend, men biedt zijn smeekschrift aan en de Allerheiligste Maagd is zoo goed dat, behalve om bijzondere redenen, het gebed oogenblikkelijk ver hoord wordt. KOl'lOllt 0>j zfj'beet genomen, gy hoest, gij zljt bevangen, brengt slechte nach ten door. Welnu, neemt de Waltherypastil en morgen zal alles vergeten zyn. DAGWIJZER Zondag, 25 Oct. HH. Crispinus en Crispi- niauus. Maandag, 26. H. Evaristus. Dijnsdag, 27. H. Florentius. Woensdag, 28. H. Simon. Donderdag, 29. H. Ermelindis. Vrijdag, 30. H. Germanus. Zaterdag, 31. II. Quintin, Vigilendag. VOLLE AFLAAT. in de Kerk der Arme Klaren-Coletinen. Ter gelegenheid der gedurende Aanbidding van het Allerheiligste Sacrament des Autaars, op Zon dag 5 October. Orde der Goddelijke Diensten 's Morgens, om 6 uren, de eerste Mis. Om 8 uren de Hoogmis. Om 3 1/4 Lof. Daarna Sermoen door den E. 11. Roegiers, pastoor van het Gasthuis en Te Degm. Priesterlijke Benoemingen. De E. H. De Staercke, priester in 't Seminarie, is onderpastoor henoemd te Astenc. Zondagi-nnt. Zondag 25 October. Van 's middags tot middernacht. Dienstdoende Apothe ker, M.RENNEBOOG. Kcdci-ljkkaiucp Dc Cntharinistcn. Zondag laatst opendo deze maatschappij haar tooneeljaar met het bekende drama Simon Tijechi bewerkt naar den roman van den Vlaamschen held, Hendrik Conscience. Geen wonder dan dat de ruime Schouwburgzaal vóór het aangekondigd uur reeds proppende vol was. Al de spelers kweten zich goed van hunne taak. Van do Werve, Deodati ge hebt uw beste gedaan. En Van Schoonhoven wat ontzagwekkende schout 1 En Simon Turchi Wie zag ooit beter een sluip moordenaar afgeschetst 1. Geronimo Zie, die heeft het niet gemakkelijk gehad. Wat Julio betreft die was in zijn vak, dat ging hem goed af. Het stuk bevat menig treffende zedeles 't Ge voel der moederliefde bevrijdt een losbandige voor grootere schelmstukken. Jammer dat het stuk 't publiek zoo twee akten lang in dien kelder op hield. Ware het luimige al eens met die overgroote droefheid afgewisseld, 't stuk zou er niet bij ver liezen. Hertelij ke dank aan de heeren van 't orkest. (Medegedeeld). 't Oudste zoontje van Luibrechts, in de loting een slecht nummer getrokken hebben de, was moeten soldaat worden. Op zekeren dag, toen hij aan een hoogen boom op schildwacht stond,kwam justement zijnen vader daar voorbij. Ehwel, Luibeken, hoe stelt gij het, jongen? riep hij Kunt ge reeds goed uwen dienst Ja ik, zelle, vaarken, antwoordde hij. Zeg mij dan eens Wat zoudt gij doen als ge den vijand in de verte zaagt afkomen Ik zou op dezen boom kruipen.... En dan Wel opletten en mij er niet af te vallen. vasthouden om Jantje stoot met het hoofd tegen de tafel. Als de moeder binnenkomt ziet zij een grooten bult op het voorhoofd van haar kind. Wel, Jantje, hebt gij niet geweend, vraagt zij. Neen, moe der, was het antwoord, ik was alleen in de kamer. Een koetsier rijdt op een uur 8 kilometers af een andere maar 6 in een uur, doch is den eer sten 2 kilometers voor. Waar zullen zij elkander ontmoeten Bij de eerste herberg de beste. van den H. Antoiiiua, voor 't jaar 1897. 96 bladz. schoonen druk; fijn papier. Ten zeer ste aanbevolen aan al onze Lezers. Prijs 10 cen tiemen franco 0,12. Klachten klachten van alle kantenDat vele beesten van 't merken onpasselijk zijn gedurende verscheidene dagen, dat dc melk dan achterblijft, dat zij verschrikken, dat zij soms hunne vrucht af werpen enz. enz. Wij weten niet of alles juist waar is, maar dat de minister een goed onderzoek instelle en zijn de klachten gegrond dan moet de wet ingetrokken worden. Om de liefde Gods dat men onze landbouwers toch geen verdriet of lasten kosten aando§; zij hebben het zoo bitter kwaad. Daar^wnjt het merken gedaan wordt, als er waarlijk slecnte gevolgen uit voort spruiten, dat de boeren eene petitie opmaken, de bezwaren doen kennen, en g^lemaal op teekenen en naar den minister zenden. Wij weten dat de minister ten opzichte van de landbouwers allerbest gesteld is, dat hij de wer king oplegt niet om de landbouwers te tergen, maar om onzen veestapel te bevoordeeligen om den makelhandel te beletten, om de ziekten uit 't land te houden en daarom zijn wij zeker dat hij re- keuing zal houden van de klachten der boeren Het is spijtig dat onze brave landbouwers zoo traag zijn om zich te vereenigen in boerenhoven. Bestond er nu op alle plaatsen een Bond, met hoe veel gemak en zekerheid zou men den minister kunnen inlichten iedere bond zou de landbouwers der streek samenroepen, zijn verslag maken en op zenden en bij het Bestuur aandringen om de wet in te trekken of te veranderen als zij slechte gevol gen zou hebben. Waren zij in bonden vereenigd de boeren zouden een ware macht uitmaken en met meer gezag hunne eischen bij het Gouvernement doen gelden. Boerenbonden inrichten, en u vcree- nigen landbouwers, daar is het meê om doen 1 broeders, die ook priester (Per Telefoon). 1. Uit Welling ton. Mgr Keane komt zijn ontslag in te dienen als Rektor der Katholieke Uni versiteit. 2. Uit Turnhout. Maandag heeft hier zijne eerste mis opgedragen de E. H. Dierckx, zoon van onzen achtbaren Volksvertegenwoor diger. Hij was aan 't altaar bijgestaan door vier van zijne zijn. 3. Uit Oostende. De schippersboot 187, die men verloren achtte, is Zondag morgend met al zijne manschappen aan boord gekomen. 4. Uit Gccnii'dabcrgcn. Zondag hebben hier hun gouden bruiloftfeest gevierd de echtge noten 3. Couvreur-Zyteid. Ten negen uren had er eene mis van dankbaarheid plaats en daarna ontvangst op 't stadhuis. 5. Uit Dixiuiidc. Senator De Coninck-de Merchtem komt te overlijden. 6. Uit Bergen. De werkstaking in onze koolmijnen is bijna ten einde er zijn nog slechts 390 werkstakers. 7. Uit Luik. Onze Universiteit telt thans 1267 leerlingen. 8. Uit Scheutvcld.MgrRutjens, bisschop van Eleutherapolis en apostolische vikaris van Noord-Mongolië, waar hij 20 jaren verbleef, is overleden. 9. Uit Ottignics. Twee treinen zijn hier woensdag op een geloopen. Geen dooden, geluk kiglijk, maar twee gekwetsten. 10. Uit Gent. De pers en al 't drukkers- gerief van Emilie Claeys, uitgeefster van Voor uit, komt door het gerecht aangeslagen te wor den. 11. Uit Itlilanen. De Koning der Belgen, Leopold II, is hier woensdag toegekomen en is van zin naar Nice te vertrekken. PARLOIlt. Nonkel- Doe ne keer uw devoei- ren, zelle. In 't kort nen lirief. Snoeck. Zie wel toe, dat uw werk af is tegen maandag. Chaleken. Guano, Hekelgem, hesp a la madère, para- pluiken ge moogt gij lachen K. Er is iets datg'ons dijnsdag niet hebt gegeven. g'Hadt er nochtans op ge dacht 't speet ons toch zoo. Tist. Zaterdag wordt er u iets verzonden... Zorg er voor! Lode. Wanneer komt ge al hier eens overgevlogen Krygt ge geene per missie meer van M. M f A. B. Staat Antheunis nog altijd vooren T. F. Uwe vriend Joók en is niet goed. Daniël. Is de confrater zijne pen beroest, hè B. Hoe langer hoe liever Roeseken. De pen gepakt voor de naaste week, zelle. Maag;. De slechtste maag geneest op weinige da- 0 gen met de voortreffelijke, verteerende en bloedzuiverende formuul der Walthervpil. (Fr. 1 25j te EDINGEN, (Enghien). Humaniteiten, Vakonderwijs, Landbouw school, Laboratorium voor de ontleding der eet waren door den Staat aangenomen, Voorberei dende afdeeling vooi de hoogere brouwerijscholen. de la Lumière (Société Anonyme, 12, Place Rouppe a Bruxelles), sont en rente a Alost, chez Monsieur D'Hoir-Mathys, Rue courto du sel, N" IJl.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Volksstem | 1896 | | pagina 3