IWEIN VAN AALST.
1 JAAR N' 96.
ZATERDAG 7 NOVEMBER 1896.
ONZE VOLKSKAMER.
Dr Is. Bauwens.
Ziï&n?
De Vos en de Ooievaar.
volksfoppers
Ellendige
Abdij der Benedictij
nen van Afïïighem.
Een abonnement voor gansch Belgiëfranco te huis, kost 8,50 per
jaar. Voor Europa en de andere werelddeelen 4,50. Alle brief
wisselingen moeten ons voor woensdag middag besteld zijn
Pakken en brieven moeten vrachtvrij toegezonden worden. Ongetee-
kende brieven wxjfflen geweigerd. Aankondigingen 15 centiemen den
regeldikwijls te herhalen 10 centm Verzekerde ruchtbaarheid.
Ten Bureele der Volksstem gelast men zich met alle slach van druk
werken, zooals doodbeeldekens, rouwbrieven, facturen, kerkwerk, enz.,
aan zeer lage prijzen. Schoone keus van schoc .gerief voor scholen,
kloosters en pensionnaten. Op aanvraag onmiddelijk te verkrijgen alle
soorten van leesboeken, enz. Voor prijsboeken vrage men den cataloog.
Al onze trouwe Lezers zullen ons Bureel indachtig zijn.
Dijnsdag toekomende, 10 No
vember, herneemt de zittijd voor
onze kamer van volksvertegen
woordigers.
Daar er geene troonrede zal
uitgesproken worden,zullen onze
kamerleden, eens hun bureel
isamengesteld, aan hunne werk
zaamheden aanstonds kunnen
beginnen.
Dat deze van het grootste belang zullen zijn en de grootste
veranderingen in ons klein België zouden kunnen te weeg
brengen staat eenieder opperbest bekend.
Sedert weken en maanden immers worden de twee belang
rijke wetsontwerpen van het pensioen voor oude werk'
lieden en van onze legerliervorining in alle kringen en
gazetten besproken.
Voor wat het wetsontwerp der pensioenen voor werklieden
betreft, dit zal zonder den minsten twijfel, zoo niet met een
parige stemmen, dan toch wel met eene overgroote meerder
heid gestemd worden.
Wat alleenlijk nog tot hevige besprekingen zou kunnen
aanleiding geven, 't is het bepalen 1° der som welke men den
ouden werkman zal toekennen 2° van den leeftijd op denwel
ken hij tot het pensioen zal recht hebben.
Maar wat men ook redekavele of niet, het pensioen voor
oude werklieden zal er, God dank, komen, en't zal eene
ontsterfelijke eer zijn voor ons België al andere landen on
der dat oogpunt op demokratisch gebied te zijn voorgegaan.
Doch heel anders is het gelegen met de militaire kwestie, die
in onze volkskamer ook op het tapijt moet komen.
u De katholieke partij is antimilitaristisch zoo schrijven alle
katholieke bladenonze volksvertegenwoordigers zijn gekozen
geweest op een programma dat alle legeruitbreiding uitsluit;
bijgevolgzal het wetsontwerp van generaal Brassine, die het
allemaal soldaat wil inbrengen met klank verworpen worden
door de Kamers.
En ziedaar, welk onthaal de legerhervorming van den mi
nister van oorlog zou te wachten staan moest deze den per
soonlijken dienst willen invoeren gelijk wij die altijd verstaan
hebben.
Doch, volgens wij uit de beste bron vernemen, zouden de
bijzonderste bepalingen van het nieuw wetsontwerp den solda-
GESCHIEDKUNDIG VERHAAL
DOOR
Dat zult ge niet doen de eene kraai pikt de
andere de oogen niet uit We zijn immers vogels van
eender veeren, niet waar, vriend Rambold 1 Daarenboven,
elk vischt op zijn getij gij steelt in de groote staatskas
en tast er tot de ellebogen in het geld ik wil nu wat
verdienen. Ieder op zijne beurt,. Die woorden stroomden
uit den welgebekten Ivo.
Den kerker in schreeuwde Willem.
Hoe nu? ge zwelt als eene paddel... Goed. Steek
mij de doos in, maar geen woord zult ge mij ontrukken
jonge poten kan men buigen, maar oude boomen niet.
Dat is om duivelsch te worden, Rambolden
Willem sprong op en wilde den leeperd toeschieten. Ivo
verroerde niet maar grimbekte. Rambold hield Cliton tegen
bad en smeekte, totdat de verbolgen vorst zich weer
neerzette en eenige zilverstukken Ivo toesmeet.
De rosse deugniet raapte ze op en zeide spottend Ge
zoudt op eene halve obool doodblijven! Dat is niet wel
wij moeten immers eerlijjr met malkaar omgaan. Wat
gij geeft, is te weinig die de haver verdient, krijgt ze
niet maar allohet is beter een half ei dan een
ledige dop.... Nochtans wildet ge....
Nog niet genoeg berispte Rambold.
De vorst gaf mij... dat is waar... en de sluwe
vogel glimlachte de linkerhand moet niet weten wat
de rechterhand deed... De graaf schenke mij dus nog
eenige schellingen met de linkerhand...
Bij dezen trek bedaarde Willem's toorn voor eenen
stond en hij gooide nog eenige schellingen op Ivo's
borst.
Dank I lachte de kroeghouder en zeide, daar hij
tendienst geweldig inkorten en vergemakkelijken
en zouden vele volksvertegenwoordigers, alhoewel
als antimilitaristen gekozen, de nieuwe legerher
vorming stemmen.
1" lederen belg, gekomen op negentienjarigen
ouderdom, zou soldaat worden voor vijr innnn-
den juist deu tijd om zijne exercitie te leeren en
en daarna vrij nljn voor altijd.
2° Studenten en ambtenaren, die zich voor dien
diensttijd aan hunne bezigheden niet kunnen ont
trekken, zouden mogen les nemen bij eenen officier
van 't leger en zouden na een klein af te leggen
exaam slechts eene maand dienst moeten doen.
3° Priesters en ouderwijzers zouden van allen
dienst ontslagen zijn.
Ewel, Lezers van 't Stemmeken, wat zoudt gij
van zoo nen persoonlijken dienst denken
Zoudt gij daar nog zoodanig vijandig aan zijn
Denkt er eens goed op I En ongetwijfeld zal de
eene of andere onzer achtHrPArienden ons nopens
die kwestie een artikelkmi doen geworden, waarin
bij ons al de vodiv ejt na'deelen van onze nieuwe
legerhervorming zal mteen zetten!
Jeeken
La Fontaine verhaalt in een
zijner merkweerdige fabelkens,
dat op zekeren dag de Vos zij
nen vriend den Ooievaar tot
een lekker middagmaal uitnoo-
digde. Hij deed lekkeren, maar
natten kost gereed maken op
eene schotel waar de Ooievaar
met zijnen langen bek geenen
weg mede kost. Op een, twee,-
drij, had de vos alles opgeslorpt en de Ooievaar
had mogen staan kijken en met eene ledige maag
naar huis trekken. De Ooievaar moest zich wreken.
Op zijne beurt noodigt hij den vosten middagmale
uit, die met genoegen afkwam, hopende van eens
wel te eten. De Ooievaar deed lekker vleesch op
brengen in eenen pot met langen en smallen hals.
De ooievaar haalde er met zijnen langen bek de
goede brokskens uit; de vos kon er met zijne muil
niet aan en mocht nu ook met hangende hooren
en uitgehongerd naar buis trekken.
Tegenwoordig spelen de kopstukken der socia
listen den rol van den vos zij gaan op reis, gaan
van het eene feestjen naar het ander, Smullen en
drinken goed en dat alles met de centen van 't
werkvolk, dat gelijk de ooievaar op het schoon le
ven van die mannen mag staan kijken.
Zij beloven aan 't werkvolk dat zij alles wel zul
len verandereif, dat de wereld een luilekkerland
zal worden. Maar 't werkvolk wacht en blijft wach
ten en ondertusschen smaken de opperhoofden, de
genuchten van 't schoon leven, dat de werklieden
met hunne spaarpenningskens hun bezorgen.
Al die twist en tweedracht, die tegenwoordig on
der de socialistische leiders ontstaat, zou dat wel
geen voorteeken zijn dat de rollen zuilen gaan kee-
ren
Anseele te Gent, Demblon te Luik, Defnet te
Namen, willen alleen aan 't schotelken zitten,
maar dat begint zekere mannen tegen te steken,
die ook hun deel van het spaarpotjen van 'tvolk
willen hebben om te eten, te drinken en te reizen
zij zouden ook wel eenen voet willen hebben op
don glorietroon van den gentscben Rooden Ko
ning.-
Als alzoo zekere leiders beginnen het hoofd bij
een te steken om aan 't schotelken te geraken, zal
misschien het volk zijne oogen niet gaan opendoen
en zeggen aan al die volksmisleiders en uitbuiters:
Weg vau 't schotelken, geelt onze spaarpenningen
weerom, wij zullen wij ons daar wel meê doen en
gij kunt, gelijk bedrogene vossennu op uwe beurt
ook maar staau kijken
Wij zullen onze belangen doen verdedigen door
onbaatzuchtige menschen, die onze vrijheid, ons
katholiek geloof en onze zeden in eer houden
Katholiek.
Zeloopen rond met beloften van in 1897 aan
don werkman een pensioen te verschaffen. Kas
teeleninde lucht Valsche belofteus Ze weten
in hert en ziel dat ze zooveel pensioenen zullen ge
ven in 1897 als ze sedert 1895 de pachten hebben
kunnen doen afslaan, de kafé, enz., De menschen
opmaken, de hoofden ophol brengen en doen zin
gen Vivan Paster Donche I daarmee is 't
al
De waarheid is, dat er edele pogingen gedaan
worden, door deftige volksvrienden, om het pensi
oen van den armen arbeider te verwezentlijken
maar wie heeft er die gelukzoekers opgezonden
om u met beloften indien aard te komen paaien,
en u op te maken Hebt betrouwen, lieve men
schen, op uwe weldenkende vertegenwoordigers,
die voor dit pensioen genegen zijn en het met wijs
heid en vastberadenheid zullen voorstaan. Die u
prullen komen wijs maken zendt ze naa&den dui
vel, ze zullen daar in goed gezelschap zijn.
De Abdij van Afïïighem, een uur gaans van
Aalst gelegen, mag met recht onder de oudste gees
telijke gestichten van ons lief Belgenland gerekend
worden. Tot berinnering (zoo gij verder zult le
zen), der honderdjarige verwoesting der zelfde Ab
dij, meenen wij onze Lezers voldoening te geven
met hun eene korte beschrijving er van mede te
deelen.
Zij werd begonnen in 1075 door zes vlaarasche
ridders, die vroeger zich in de bosschen van Afïïi
ghem aan vele geweldenarijen hadden plichtig ge
maakt en, na hunne bekeeriug, wilden boetvaar
digheid doen op de plaats zelve waar zij hadden ge
zondigd. Een Benedictijner-Monnik van Verdun
gaf hun den regel van den II. Benedictus en wierd
hun eerste Abt.
Afïïighem was meer dan 700 jaren eene plaats
waar dag en nacht Gods lofzangen ten hemel klom
men, eene plaats van deugdelijkheid en naastelief
de, eene plaats van openbare stichting en welvaart
voor gansch 't omliggende; niemand had over Afïïi
ghem te klagen Afïïighem vereerde God en was
het menschdom behulpzaam naar z'iei en naar li
chaam
Dit duurde tot aau de fransche omwenteling. De
^acobijnen van 93, die ons vaderland overweldig
den, die kerken en kapellen deden sluiten, die hier
de meesterstukken der kunst vernietigden of weg
voerden, die de steden en dorpen onder de lasten
deden bezwijken, die niet konden verdragen dat er
een kruisbeeld in een werkmanshuis of op een
pachthof hing, die wreede onmensehe# hebben den
11 November 17 96 de Monnikken met geweld
uit hunne Abdij verdreven en Afïïighem verwoest.
Van 't jaar 1796 tot 1869, wat was het daar
droef en doodsch Geen leven, geene beweging
vau jaar tot jaar brokkelden de puinen af, en de
ouderlingen van Hekelgem vroegen al weenende 7
Gaat dan de Abdij van Afïïighem geheel en gansch
verdwijnen? Nu en dan kwam er een Pater-Be-
nedictijn der Abdij van Dendermonde de puinhoo-
pen bezichtigen, en de ouderlingen als
dan to voorschijn komende, toonden
datgeliefde BenedictijnorklJol aan hun
ne kinderen. Vau geheel de-(Abdij, be
halve eenige muren, bestoijji er niets
meer dan het Bisschoppelijk jkw,artier.
De groote zaal, waar eert ills keizers,
koningen, bisschoppen, Itftrfogon on
graven vergaderden, was oehe schuur
geworden, en er was zelfs spraak van
dit laatste gebouw af te breken doch
God had er anders over beschikt.
Den 11 Mei 1867 was dc E. 1'. Dom
Josephus Vael, van do abjlijrilcr Bene
dictijnen te Dcndermondaj. met de 18
Abten, die te Rome in kapHel verga
derd waren, bij zijne Heiligheid Pius IX
in verhoor aanvaard geweestde Hei
lige Vader hem sprekende van de over
blijfselen der oude Abdij van Afïïighem,
waar eertijds zoo vele heilige en geleer-
don Monniken leefden en waar do
Il.Bernardushet gelukhad van door een
Lieven Vrouwbeeld bbgroet te worden,
voegde er bij Die oude Abdij moet
gij doen herleven en er uw Noviciaat in
richten. n Nauwelijks in Belgenland
teruggekeerd, spande dc E. P. Vael,
alsdan tot overste der Abdij van Den
dermonde beuoemd, alle mogelijke
middelen in om aau don wensch van
Zijne Heiligheid te voldoen.
Na vele en groote moeilijkheden te
hebben overwonnen, gelukte hij er in
de overblijfselen van hot oude Afïïigem
aan te koopon. Dit geschiedde den 4
Februari 1869 en den 5 Maart daarop
volgende ontving hij de blijde tijding,
dat hij er bezit van kon nemen. Daags
vóór den feestdag van den II. Jozef, aan
wiens voorspraak bij het welgelukken
van geheel deze zaak toeschreef, begaf
bij er zich naartoe om er de noodige
maatregelen te nemen. De groote zaal
van het Bisschoppelijk kwartier bestem
de bij tot kapel, en de 9 September van
hetzelfde jaar bad hij het geluk van, bij
toelating vifu den Kardinaal Aartsbis
schop, deze kapel in te zegenon en er de
eerste H. Mis te zingen.
Welke zoete en stille plechtigheid I
Hartroerend was het, die ouderlingen te
zien tranen van aandoening storten, en
al de aanwezigen in eerbiedige ingeto
genheid nederknielen. Daarbij, TToe goed
deed alles hier denken aan de armoede
van het stalleken van Bethlehem I Eene
bijzonderheid verdient aangestipt te
worden. Moons van Hekelgem, een grijs
aard van 83 jaren, was misdienaar van
de oude Paters Benedictijnen van Afïïi
gem geweest nog kind zijnde, had hij
de laatste 11. Mis gediend en nu bevond
hij zich ook in de kapel om er nogmaals
zijn vorig ambt te bedienen.
Van dien dag af droeg er de E. P.
Dom Paulus Luykx der Abdij van Den
dermonde, dagelijks het H. Misoffer op
en hij verbleef aldaar mot twee leeke-
broeders tot den 18 Juni 1870, op welk
tijdstip er de orde en het Noviciaat,
zooals voor de fransche revolutie inge
richt werden en het is van dit oogen-
blik dat er zoowel bij nacht als bij dag
het Goddelijk Officie gezongen wordt.
Do eerste Monnikken van het her
stelde Afïïighem waren de Eerw. Paters
dom Godehardus Heigl, dom Parisius
Wrede, dom Clodoaldus Van Aalst, dom
Baynerius Hermans, subdiaken, vier
Novicen, dom Victor De Groote, dom
Placidus Dierickx, dom Maurus Le-
beau, dom Amandus Mortens en drie
Leckebroeders.
Dat God de Orde van den PI. Bene
dictus, Aartsvader der kloosterlingen
van het Westen, zegende, blijkt hier
uit, dat haar getal er dapper aangroei
de, en dat de E. P. dom JorJanus
Ballsieper, Visitator van Afïïighem en
Dendermonde, in 1879 tot de waardig
heid van Bisschop benoemd wierd en
met twee zijner Monniken naar do Mis
siën van Oost-Bengaliö in de Indien
vertrok.
In 1880 bouwde men er eene gothie-
ko. kerk, die men door eenen vleugel
der nieuwe Abdij met het Bisschoppe
lijk Huis vereeuigde, en het volgend
jaar wierd Afflighem tot eene priorij
verheven. Doch eene grootoro eer viel
deze geheiligde plaats dit jaar nog te