IWEIN VAN AALST.
3° JAAR N° 112.
*j$Mw
ZATERDAG 27 FEBRUARI 1897.
VASTENAVOND
Dr Is. Bauwens.
RAADSEL IV0 4.
Leve de Vlamingen
DE KOOLMIJNEN.
PRINS ALRRECHT
en het Vlaamsch.
Onze Raadsels.
Een abonnement voor gansch Belgiëfranco te huiskost 2,50 per
jaar. Voor Europa en de andere werelddeelen 4,50. Alle brief
wisselingen moeten ons voor woensdag middag besteld zijn
Pakken en brieven moeten vrachtvrij toegezonden worden. Ongetee-
kende brieven worden geweigerd. Aankondigingen 15 centiemen den
regeldikwijls te herhalen 10 centm Verzekerde ruchtbaarheid.
Ten Bureele der Volksstem gelast men zich met alle slach van druk
werken, zooals doodbeeldekens, rouwbrieven, facturen, kerkwerk, enz.,
aan zeer lage prijzen. Schoone keus van schoc .gerief voor scholen,
kloosters en pensionnaten. Op aanvraag onmiddelijk te verkrijgen alle
soorten van leesboeken, enz. Voor prijsboeken vrage men den cataloog.
Al onze trouwe Lezers zullen ons Bureel indachtig zijn.
't Zijn helaas zoo'n dwaze dagen
Vastenavond wordt gevierd
Maskers loopen, koetsen jagen,
En er wordt gedanst, getierd
J. Daems.
O ja, dwaze en droeve dagen, waarop
men in zotternijen en buitensporigheden
meer geld verteert dan er nooaig zou zijn
om in den onderstand van vele behoefti
ge huishoudens te voorzien.
De luidruchtige straat- en nachtwallebakkerijen, is al
wat er van den vastenavond nog overblijft.
Niets is droeviger om aanschouwen, dan die uitgelaten
en voorbedachte vreugde, welke hare klatergouden mas
kers en kleedingen, aan zooveel per dag verhuurt, en ze
wild en losbandig door plassen bier en jenever sleept.
En dat is wel de hededendaagsche vastenavond
De slemperijen met brandewijn begonnen, worden nog al
dikwijls met bloed en slijk voltrokken.
De kroegen laten hun weifelachtig licht in den donkeren
winternacht schemeren, terwijl vele haardsteden hunne as-
sche door de tranen van bibberende en hongerlijdende 011-
gelukkigen zien uitdooven.
Carnanau Maar hij heeft geen reden meer van bestaan.
Er en is geen vaarwel aan het vleesch meerer en is geen
rond en vroolijk genoegen meer voor een geslacht, dat zich
in de doodende wellusten des vleessches wentelt.
De vastenavond is nog slechts de zegepraal der herberg.
Al de bier- en koffijhuizen zetten met deze dageu hunne
machtige zuigers op de huid vaa dat uitgeputte volk, dat
langs alle zijden zijnen nood en zijne ellende vertoont.
En wat het wonderbaarste is Die zuigers trekken goud
uit die ten ondergebrachte lieden, zij scheren wol waar zelfs
de deurwaarder niets te grabbelen vond
Gansche huisgezinnen, stormen de vastenavondkroegen
binnenOnnoozele meisjes, nauwelijks de schooljaren
ontwassen, met het haar op den rug en de danskoorts op de
gloeiende wangen ziet men er walsen met bedorven
straatschavuiten, die wel zwijmelen van dronkenschap,
maar nochtans nog tegenwoordigheid van geest genoeg
bezitten om in het oor dier onschuldige kinderen de
GESCHIEDKUNDIG VERHAAL
DOOR
Licht I galmde Diedaarts bevel.
Het bloedtooneel werd bliksemsnel verlicht.
Den heuvel afklonk weer de stem des bevel
hebbers.
Onder woest geschreeuw stormden Rambold's hand
langers, met bijl en knots, den berm af.
Het zou er heet toegaan. Alvorens den vinnigen strijd
te beschrijven, gaan wij eerst na wat er, bij het slaags
worden, aan Lauretta, Boudewijn, Walter en Disdeer voor
viel.
Schier te gelijker tijd dat Walter van zijn paard tuimelde,
werd Iweins bruid door hare verschiikte hakkenei op den
grond gesmeten. Bij dezen val zij kwam naast den
dikbuikigen verrader te recht haalde de jonkver zulken
gil op, dat deze de Aalstenaars door merg en been had
gedrongen, ware hij door het pijlengesnor niet verdoofd
geweest. Lauretta, die niet het minste letsel bekomen
had, zag het bloed uit Walters wonde gutsen en over
reikte, vol medelijden, den valschaard haren sluier om
ze te vermaken.
Boudewijn, ofschoon tot razernij ontstoken, verloor
zijné koelbloedigheid niet. Lauretta in veiligheid brengen,
was de eerste plicht dat schoot hem als een weerlicht
door de hersens. Hij wipte uit den zadel, tilde de jonkver
op en droeg ze met rassche schreden, op den linkerkant van
het wegeltje, het heestergewas in en sprak gejaagd Heb
moed I... Gaverder... Tot straks! Dan ijlde hij naar
Walter, trok den pijl uit des ellendelings dij, riep hem
toe Gauw kruip in het kreupelhout..; vermaak er
uwe wonde;... waak over Dirk's dochter... en was pijl
snel in het barnen des gevaars.
eerlooste en vuilste reden te fluisteren.
En zeggen, dat dit alles heel dikwijl? gebeurt
onder de oogen van halfdronke moeders 1
Zoo doet het arme volksmeisje met den vasten
avond hare intrede in de wereld.
En straks, tegen den morgen bij het te huis
komen, grijpen vader en moeder onder verwen-
schingen en godslasteringen elkander bij het
haar, want een vastenavond eindigt in 't alge
met een vuistgevecht en een koppel blauwe
oogen.
De berg van bermhertigheid heeft velen dier
dwazen het geld geleend voor hunne braspartijen.
Wellicht staat het gevang of het gasthuis hen
te wachten Doch na den vastenavond vergaat,
de.... wereld.
Arm volk Arme beschaving 1
JefkeN.
In den dierentuin. Vrienden
waar is de bewaker
Prijs te verloten onder al de goede
oplossers Geloof en Liefde, Roman door
Petrus Van Nuffel.
Volgens den uitslag der gemeente-
kiezing, welke tot Luik heeft plaats
gehad over veertien dagen, heeft de
socialistische kandidaat alleen meer
stemmen bekomen dan de liberalen en
de katholieken te zamen.
De socialisten, de vijanden van godsdienst,
eigendpm, koningdom, burgerij en vaderland,
die gevaarlijke revolutionnairs, die vernietigers,
die verwoesters, de mannen die de afschuwelijke
Commune van Parijs in volle Kamer, in hunne
dagbladen en meetingen verheerlijken en ons
eene commune beige beloofd en voorzegd hebben,
de socialisten met een woord, zijn wel sterk, dat
is onbetwistbaar, maar 't en is toch maar in
't Walenland dat zij heer en meesterSpelen.
Wat zou er gebeuren indien het er bij de Vla
mingen uitzag gelijk bij de Walen?
Wat zou er gebeuren met familie, handel, nij
verheid, eigendom, burgerij, wat zou er gebeu
ren met ons land
De Vlamingen hebben de Walen, het land, den
koning en alles gered tegen het socialismus.
En aan de Vlamingen, redders van België,
durven de Walen eenen hoonenden kaakslag in
het aangezicht geven, zij durven de Vlamin
gen, die de meerderheid van het land uitmaken,
achter de Walen stellen, zij durven aan de Vla
mingen de gelijkheid met de Walen weigeren
Het is ongehoord, 't is schandalig en daaren
boven nog dommer dan dom
De socialistische volks
vertegenwoordigers heb
ben reeds lang gezaagd en
'geroepen, dat het noodig
was de bespreking te ope
nen over de koolmijnen.
Iedereen weet, dat inderdaad het werk in de
mijnen lastig en daarbij gevaarlijk is, dat het noo
dig is van de mijnwerkers met goede en wijze
wetten te ondersteunen. Sedert eenige jaren zijn
er reeds vele verbeteringen aangebracht door de
ministers reglementen werden gestemd, die het
werk der mijnen regelen voor vrouwen en kin
deren telkenmaal dat er een ongeluk gebeurt,
wordt door de Staat een nauwkeurig onderzoek
gedaan over de oorzaken van het onheil, en is er
onvoorzichtigheid of nalatenheid van den kant
der bestuurders, de plichtigen worden gestraft en
de slachtoffers of hunne familie worden ver-
De socialisten die in de Kamers zetelen, wor
den meestal door mijnwerkers gekozen en eeni
ge hebben zelf in de mijnen gewerkt of houden
zich met mijnwerkers bezig. Zij konden dus goed
ingelicht zijn en met eene rechtzinnige bespreking
kon er uit hunne aanhalingen besloten worden
wat er te verbeteren en aan te wenden is om de
mijnwerkers te beschutten tegen ongeval en
overdreven werk.
Nu die, volks vriendjes, in plaats van in de Ka
mers de belangen van hunne kiezers eens warm
te verdedigen en eindelijk eenige der ontelbare
beloften, aan het Walenland gedaan, trachten te
verwezentlijken, hebben van de bespreking
eene aaneenschakeling van leugens, scheldwoor
den en bedreigingen gemaakt.
Zij hebben het getal slachtoffers met honder
den en duizenden overdreven en al de ongeluk
ken, die ooit in de koolmijnen voorgevallen zijn,
zijn toe te schrijven aan de bestuurders, aan de
kapitalisten. Dan mogen de gebroeders Defuis-
seaux en andere arme rooide sukkelaars, die
groote actionnarissen zijn van verschillige
mijnen, ook op hunne borst kloppen.
M. Nyssens, minister van arbeid, heeft éen
voor éen de aanhalingen der roode grootsprekers
in handen genomen en met officieele stukken
bewezen dat die socialistische woordenkramerij
weeral maar éen doel had liegen en bedriegen
om 't volk op te maken tegen de eigenaars der
mijnen. De leugenaars stonden verstomd dat de
heer minister zoo goed ingelicht was en zaten
zich te wringen van spijt op hunne banken, om
dat hun bedrog zoo klaar aan den dag kwam.
Alzoo is er voor de Kamers weeral eene week
voorbijgevlogen zonder nuttige bespreking voor
't welzijn van 't werkvolk en dat is nog eens de
schuld der roode volksbedriegers.
Daar waar zij iets goeds zouden kunnen doen
deugen zij niet, en in de belangrijke zaken der
mijnen laten zij zich alleen geleiden door hun
nen duivelschen drift. Afgeven tegen de rijken
om 't volk op te ruien en ondertusschen hun ei
gen potj en vullen en een renteniersleven sma
ken.
De meesterlijke weerleggingen van minister
Nyssens waren als ijskoud water op het hoofd
der roode volksverleiders gevallen en zij hebben
in de Kamers over veertien dagen geweldig
kropsalade geëten. Niet meer wetende wat te
antwoorden hebben zij weer hunnen scheld
woorden boek opengeslagen. Van de Velde, mil-
lionnair van Brussel, die geern voorzitter van de
roode republiek in België zou worden, heeft het
vuur geopend. Daarna zijn Demblon, de oude
schoolmeester van Luik, Defnet en geheel het
garnisoen der roode comediespelers op het too-
neel gekomen en hebben daar om prijs getierd.
Die gemeene Kerels, die het verdwaalde Wa
lenland naar de Kamers gezonden heeft, hebben
eens te meer getoond dat er voor hen maar éen
muilband is, dat is aan hunne 4000 ballEkens
peuteren. Indien zij voor ieder scheldwoord
100 of 200 franken afgetrokken wier
den, die onbeschofterikken en woes-
taards zouden dan wel wat voorzichti
ger zijn in hunne lage vischwijven-
taal.
Schande is het voor ons Vaderland,
door zulke onbeschofte bedriegers te
moeten vertegenwoordigd zijn. Mede
lijden moet men hebben met de Wa
len, die niet geluisterd hebben dan
naar haat tegen Kerk en Godsdienst
en die hun stemrecht alzoo den eersten
keer misbruikt hebben om onweerdige
en hooveerdige bedriegers naar de
Kamers te zenden. De katholieke
Vlamingen en bijzonderlijk de katho
lieke werklieden moeten uit dat wan
gedrag der roode verleiders meer en
meer verstaan, dat alle geluk en ver
betering moet komen van hunne oude
en getrouwe katholieke volksverte-
woordigers. Katholiek.
Ledegank's Standbeeld. Zooals
wij gezegd hebben, zal op Zondag 29
Augustus toekomende, te Eekloo de
onthuldiging plaats hebben van het
standbeeld, dat aan den dichter Karei
Lodewijk Ledeganck door zijne ge
boortestad opgericht wordt.
De voorzitter van het Ledeganck's
komiteit, de heer Ph. A. De Wachter,
burgemeester der stad. vergezeld van
de twee ondervoorzitters de heeren
J. De Schepper en Karei Van Doorne,
hebben zich op 6 Februari naar Brussel
begeven, om Z. K. H. prins Albert
uit te noodigen tot het bijwonen van
dit feest.
Het was in de Vlaamsche taal dat
de voorstelling geschiedde het was
in de Vlaamsche taal dat het woord
tot onzen Vlaamschgezinden Prins
toegestuurd werd.
Het was in het Vlaamsch dat de
Prins hoogst voorkomend en welwil
lend antwoordde met de uitnoodiging
aan te nemen, alsook om het Lede
ganck's Komiteit te bedanken.
In het Vlaamsch drukte hij zijnen
eerbied voor den grooten Ledeganck
uit en tevens zijne instemming met
het werk der oprichting van zijn
standbeeld. Belangstellend vroeg hij
of Ledeganck afstammelingen achter
gelaten had en of er onder hen waren
die Eekloo bewoonden dan sprak de
Prins van het Standbeeld zelf, vra
gende naar den maker en ook naar de
verkozene plaats, en verder steeds in
het Vlaamsch, stuurde hij gemeen
zaam het woord aan ieder lid van de
deputatie toe, inlichting vragende over
den oard van den grond en over de
voornaamste nijverheden van Eekloo.
Vervolgens heeft de deputatie een
bezoek gebracht aan den neer Julius
Laga, beeldhouwer, en aan zijn werk,
het standbeeld Ledeganck.
Dit beeld, door Laga opgevat, is
volmaakt als voorstelling, en als uit
drukking laat het niets te wenschen
de uitvoering ervan wordt door het
talent van den beeldhouwer gewaar
borgd.
De heer Laga heeft voor de depu
tatie de belofte afgelegd dat zijn werk
in tijds zal voltooid zijn.
Ten slotte mogen wij hier nog bij
voegen dat ook de volkskantate op
woorden van dichter Jan Boucherij
door meester Peter Benoit vervaar
digd, thans voltooid is en dat binnen
kort in Eekloo de repetitiën van dit
gewrocht zullen kunnen beginnen.
De prijs van het derde raadsel is
gewonnen door Jufvrouw Maria Tie-
lemans, Ninove.