Reis van Hoistaie naar Mongolië waar de Ooievaar De Burgerwacht. Uit den Vreemde. Oost-Indic. De katholieke missionna- rissen schrijven dat het niet mogelijk is u een ge dacht te geven van de ellende die er heerscht in Oost-Indië. De pest, die vreeselijke geesel, en dan de hongersnood daar nog bij De menschen vallen er gelijk de bladeren van de boomen. Te Bombay zijn er van Kerstdag tot Nieuwjaar 1853 menschen gestorven. Te Kurrachie op 1116, die door de ziek te aangetast werden, zijn er slechts 85 genezen. De meeste inwoners van Bombay en Bandora heb ben de vlucht genomen. Het is er zoo doodsch als op een kerkhof. En volgens de laatste tijdingen kan de ziekte nog éen of misschien twee jaar du ren. Iedereen is er'takkoord op dat die plagen eene openbare straf zijn van God. Wee de volke ren die zulke straffen op hen trekken I Maar Rusland. Donder dag zijner uit Brussel 70 werklieden vertrokken naar Kusland, recht naar de stad Santaurinowska. Er zijn daar nieuwe fabrieken gesticht door eene Belgische maatschappijglasblazerijen, smeltovens, fabrieken van chimieke vetten, enz. Ze zeggen dat de glasbla zers 600 Ir. per maand zullen winnen (een schoon daghuurken); za zullen min verteeren als hier, want 't leven is er niet duur, en er is min gevaar van ver kwisting, en dat is ook een groot punt. Creta. Griekenland blijft bij China. Na eene hevige ziekte is de keizerin van China gelukkig ge nezen. Amerika. Bekwame Weearts. Te New-Castle (Pensylvanie) werd er eene koe ziek. De veearts werd geroepen en deze beweert dat het dier iets gegeten had, dat niet goed voor de maag was en er werd tot eene ope ratie besloten. De veearts begon er mee en vond in de maag der koei... 'nen parapluie, waarvan de baleinen waren opengegaan en door de wanden der maag begonnen te steken. De stof was nog ongeschonden en met veel moeite werd de parapluie er uitgehaald. En thans voegt de depeche erbij, is de koei volop aan 't genezen. AARDIGE MENSCHEN. van d'expositie van Brussel... Die loten worden j verkocht gelijk brood... Maar wanneer zal het groot lot toch eens door ne vlaming gewonnen worden reeds twee malen zijn er de Walen met weg gegaan, 't is bijgevolg 't hopen dat het deze maal zal ne Vlaming zijn. De Kamers zijn nog altijd bezig met 't bespreken van 't mi nisterie van den arbeid, de socialisten doen al wat ze kunnen om Minister Nyssens in de klee- ren te zetten, maar ge moogt zeker zijn dat hij er deftig en treffelijk uitkomt. Zaterdag verle den was het hier de begrafenis van Madame Pliilemou De Wolf... Zelden zagen wij zoo veel volk op eenen lijkdienstonze achtbare se nators en volksvertegenwoordigers (onzen vierden uitgezonderd) woonden deze droeve plechtigheid hij- 't Is 't hopen dat onze te genstrevers 't is te zeggen on ze liberalen en onze socialis ten, zoowel de groene als de roode de fameuze klopping zullen onthouden, die ze Zon dag in de kiezing voor den Wcrkrechtcrsraad hebben gekregen. --De fransche stom boot i Wille de St. Nazaire is over eenige dagen met man en muis vergaan... 78 slacht offers, 't is te wreed om op te denken De prinses Louisa de Saxe-Cobourg-Gotha is voor eene maand naar Cannes getrokken.. Ze zeggen dat ze wel 82 groote koffers meê heeft waar al hare kleedingstukken insteken... Ze spreken van niet min dan honderd drij en twintig hoeden dat 't prinsesken zou meê hebben... Alia, alia, te veel is toch te veel, een hoeiken voor de zomer en een voor de winter waar al meer als genoeg. Donderdag verleden is Mgr van Ronslé, bis schop van Congo, naar Aalst geweest... De man ziet er nog wat ziekelijk uit, maar dit belette toch niet dat hij zich bij de vrienden van 'tStem- meken opperbest heeft vermaakt. IS De Eerw. Broeders der Chris telijke Scholen hebben op Sint- Jozefsdag te Parijs tot algemeen Oversten verkozen Broeder Gra- briel-Marie. INinovc treurt over het vertrek van den E. Heer De Corte, overste van 't Kollegie, die principaal komt benoemd te worden tot Geeraardsbergen, maar 't is wel met redenMoge de ieverige en volksgezinde priester veel geluk en troost genie ten in zijne nieuwe bediening en de zegen des Heeren zij met hem Tot Namen, zijn twee kinderen, van 12 en 10 jaar, uit de Beenhouwers straat, sedert zaterdag verdwenen.... Alle opzoe kingen zijn tot hiertoe vruchteloos gebleven. De Donchisten van Herdersem schuimbekken reeds van woede voor't luisterrijk concert, dat de katholieken in 't kort er zullen geven op den koer van 't klooster De katholieken van Aalst en omliggende zullen het zich tot eene plicht achten op dit prachtig avondfeest tegen woordig te zijn en zoo hunne vrienden aan te moedigen in den hevigen en droeven strijd, dien zij er te doorworstelen hebben. Och erremen, te Gcdinne, twee kinderkens, broerken en zus- terken zijn aan 't spelen... Op eens 't manneken valt op een scherp mes, dat hij in de hand houdt en waarvan de lemmer hem in de keel schiet... Hij loopt naar zijne moeder, valt haar in de armen en sterft. Sommige gazetten zeggen dat generaal Bouquet heel in 't kort minister van oorlog zal genoemd worden.... Ewel, luistert, daar en is niets van, 't is Kibeladoeken die het u zegt. Op Zondag 27 Juni zal er tot IHecheleu een prijs kamp plaats hebben voor bei aardspelers. Hopen wij dat onze vriend De Mette, de jonge beiaardspeler van Brussel, er den eersten prijs zal behalen. Het gerucht loopt dat al de burgemeesters der Vlaam- sche gemeenten tot eene vergadering zullen uit- genoodigd worden, welke op 't stadhuis van Antwerpen zal plaats hebben. Daar zal een vertoogschrift opgemaakt worden voor de Ka mers, om deze te verzoeken het wetsontwerp Cooremans-De V riendt onveranderd terug naar den Senaat te zenden... Er is ook spraak een verhoor te vragen bij den Koning. De Waal die klimt met zijne taal Zelfs tot den graad van generaal De Vlaming kan met zijne taal Niet eenmaal worden kaporaal. De dronkaard vertegen woordigt de vierjaargetijden in zijn hoofd; op zijn rooden neus- tip bloeit de lente, op zijn ver hit voorhoofd brandt de zomer, op zijne bleeke wagen teekent zich de herfst en zijne haren, door eene vervroegde grijsheid wit als sneeuw, vertegenwoor digen den winter. Hoe zot toch Te Parijs zijn met de vastenavonddagen wel 200 duizend kilos confetti's geworpen... Wat een zot volk te Parijs In de Mexikaansche stad Victoria, op een dansfeest, had een danser eene beledigen de opmerking gemaakt over eene aanwezige vrouw.... Daarop ontstond er twist tusschen de vrienden der dame en die van den danser. Wel dra werden er van alle kanten revolverschoten gelost en 25 mannen vielen neer, 10 dood en 15 stervend.... Daarna werd er nog met messen ge stoken, zoodat ten slotte bijna allen gekwetst waren.... Wat is er nu toch goeds te verwachten van bals en dansfeesten De heer Weemaes bestuurder van het slachthuis van Antwerpen, heeft aan den ingang, op de voorplaats en in alle zalen van dit gesticht, opschriften doen plaatsen dragende de volgende vlaamsche verzen Bloedig is uw ambt, o slachter, Kwijt het dus met mensch'lijkheid. Maak het einde zacht en zachter, Van wat gij naar 't slachthuis leidt Bindt het dier met teedre handen, En breek vlug zijn levensbanden. Denk, o mensch, steeds aan uw zeiven, Want gij ook wenscht zoet te sterven. Herdersem llci*<ler$cin 't Soldatenla- kenen daar costumekes van maken voor on schuldige eerste communiekantjes, dat en kan nu toch niet zijn Noemt eenige zonden tegen de rechtvaardigheid Onlangs ne man me 11e frak aan van 't soldatenlaken, en 't meulenstof lag er ne vinger dik op en nog werden de mus- schen het gewaardief, dief!! Dijnsdag mor- gend, 11e mensch komt daar rustig aan op de Coupure tot Geut... Zes manskerels vallen hem aan en hij valt ten gronde, gestoken met een mes... De wonde wasten minste 10 centimeters diep... Het slachtoffer is stervend. Onze vier den en spreekt in de Kamers anders niet meer als van zijne vrienden van Boom... Ewel, die zelfde vrienden komen in de kiezing van Zondag voor den Werkrechtersraad eene meerderheid van 200 stemmen te geven aan de socialisten.En nu, Vrienden van 't Stemmeken, tot de naaste week! Kibeladoeken. De Burgerwacht of Garde - Civique gaat hervormd wordenWat voor eene hervorming zal het zijn Verande ring is er noodig, dat -bekennen wij. Gelijk de garde-civiek nu in gericht is, kan zij eigentlijk niet veel dienst bewijzen, wij hebben dit gezien deze laatste tijden als er socialistische op schudding was, zij was niet in staat, de orde te handhaven. Men moet toch opletten van niet te ver te gaan met die her vorming. Daar zijn er die van de burgerwacht een tweede leger zouden willen maken. Ja, maar zoo kan het ook niet zijn. liet projekt van 't Bestuur, naar 't schijnt, vraagt nog al veelmaar er zijn reeds verscheidene wijzigingen aan gedaan, en ongetwijfeld zullen nog aanzienlijke verandéringen aan gebracht worden. Zoo is er in 't projekt een artikel dat onmogelijk niet kan aangenomen wor den Abt. 90. Gedurende de drij eerste jaren der inlijving kunnen de wachtenvan den eersten ban, onderworpen worden aan drij oproepingen, om deel te nemen aan de samenoefeningen op aangeduide punten van het land. De tijd van de oefeningen zal geen tien dagen mogen overtreffen. 10 dagen van huis zijn, naai 't kamp, of naar 't een of 't ander fort. Dat ware nog al grof. 10 da gen het werk moeten verlaten om soldaat te gaan spelen, neen, dat kan niet gaan. Het kan zeker wel anders geschikt worden om aan de garde-civie- ken het noodig onderricht te geven, en de wapen oefeningen kunnen toch wel gedaan worden zonder daarvoor de jongelingen tien dagen lang al te trek ken van hun werk. Wij hopen wel dat dit artikel zal veranderd worden op zulke wijze dat er nie mand meer zal moeten over klagen. Verscheidene katholieke gazetten van ons land hebben inschrijvingen geopend om de noodlijden den ter hulp te komen. Dat is een schoon werk van liefde. Weest bermhertig en gij zult bermher- tigheid verwerven. COH^O. Pater Stues, een belg, geboortig van Meerdonck, waar zijne brave moeder nog woont, zij is 84 jaar oud. Pater Stues vertrekt in 't kort naar Congo met Mgr Roelens, 't Is de eer ste maal niet dat hij de reis doet naar Afrika, hij heeft er vroeger verscheidene jaren overgebracht als missionaris. God zegene zijne werking! Hoe komt dat dat wij nooit niet hooren van socialisten of liberalen die naar de wilde landen gaan, om daar voor niet te webken en arm te leven gelijk onze missiona rissen Over twee maand zijii er Belgische metsers vertrokken naar Santourinows- ka om de woningen te bouwen voor 't werkvolk. Do huizen van de belgen zijn reeds in regelen in 't kort gaat de maatschappij eeu hospitaal, eene school en eene kerk doen bouwen binnen eenigeu tijd zal men dan geheel op zijn belgisch kunnen leven.Tenaaste maand zal er waarschijnlijk nog eene compag nie vertrekken. zijn gedacht van zijne troepen uit Creta niet terug te roepen, 't Heeft al te lang geduurd, zeggen zij, dat onze broeders onder den hiel der Turken liggen, daar moet een einde aan komen. De Creta- nen vragen de aansluiting bij Grieken land, Muzulmannen zoowel als Christe nen. De mogendheden stellen een soort van zelfbeheer voor. Creta zou van Turkeije blijven afhangen en eene jaar- lijksche belasting betalen, maar bestierd worden volgens zijne eigen wetten, door nen prins, dien de mogendheden zouden noemen. Griekenland en is er niet con tent meê. De mogendheden willen nu mee't geweld den Griek dwingen zijne vloot en zijne soldaten weg te trekken zij hebben de bijzonderste steden van Creta bezet en hunne schepen omringen de Grieksche vloot bij de minste be weging die zij maakt zullen zij de Grieksche vloot in den grond boren. Het officieel blad van Peking bevat zes kolommen belooningen van allen aard titels, waardigheden, geele, groe ne, blauwe knoppen, enz. enz. welke toegekend zijn aan de vier-honderd drie-en-twintig geneesheeren, die de eer hadden geraadpleegd te worden in den loop der ziekte. Vierhonderd drie-en-twintig dokters, en nog niet dood Wat sterk wijf is die keizerin? Men ziet dat de amerikaansche vee artsen aan de onze nog een lesken zou den kunnen gevenin 't liegen. Ja, er zijn toch aardige patriotten m de wereld Zooals men weet had er kortelings te Gent, eenen grooten his" torischen stoet plaats. De kosten wer~ den gedekt door Stad, Staat en Provin cie, en ook door geldinzamelingen bij de inwoners der stad Gent. Verschillige lieden weigerden noch tans van in den zak te schieten en zie hier waarom Een rijk heer schreef niet in omdat hij.... in Juli op zijnen buiten ver blijft. Een ander wou inschrijven als men hem verzekert dat de stoet langs zijn huis voorbij zou gaan. Een derde trok hem dat alles niet aan Een vierde had iugeschreven op eene andere lijst. Bij onderzoek werd be^ vonden dat zulks niet waar is de man mocht toch, mits eene leugen, zijnen porte-monnaie toehouden. Nog een zeiIk doe daar niet in meê Waarom, mijnheer 't Is toch om de stad te doen leven, merkte de inza melaar op. Als de stad niet wil leven, dat ze dan dood valt(üfü) Nog een voor den bouquet Ik schrijf niet in omdat de policie mijnen hond heeft gepakt, daar hij geenen muilband aanhad Een schoenmakerszoon moest soldaat worden, maar den vader deed eenen voetval bij den Koning. Mijn eigen zoons moeten dienen, zegde de Koning. Ja, maar, antwoordde de man, die hebben niets geleerd en mijn zoon is schoenmaker. (CHINA,) doop den Eerwcerden Min.ionnaris E. D. B. X. Op een kar naar Peking. Tot hiertoe hadden wij een oprecht plezierreisken gemaakti nu pas zouden wij gaan ondervinden wat het is, mission- naris te zijn in het hemelsch Keizerrijk. Ik sprak daar zooeven van voituurkens ge moet niet denken dat ze met onze koetsen en vigilanten te vergelijken zijn, 't is anders niet dan een vierkante houten bak die op twee lompe wielen loopt, 't gelijkt wel aan onze driewielkarre, met dit verschil dat zij van boven met eenen blauwen katoenen doek dicht ge maakt zijn de as is van hout geen apprentie van ressorts, (dat ware hier te kostelijk en tevens te gemakkelijk, zeggen de Chinezen),van binnen is er hoegenaamd geen zitsel of banksken in, anders niets dan den blooten boom van de kar, waarop men zich, voor willen of niet, op zijn kleermakers möet neerzetten 't was in die meubelkens dat wij 's morgens te midden der duisternis sen de straten van Tien-Tsin doorre den, weldra naakten wij de poorten der stad waar wij eene rivier over moesten hier ten minsten was er eene brug, maar eene Chineesche, wel te verstaan, 't waren niets dan kleine schepen, 't een nevens het andere geplaatst, die de brug uit maakten telkens dat ons karreken van 't een schip op het andere kwam, kregen wij eenen zoodanigen schok dat wij met eene ware nieuwsgierigheid naar onze ribben voelden, om ons te verzekeren of er niet eene van hare plaats geschoven was, nogtans dit was nog niets, vergeleken bij 't geen ons te wach ten stond. Nauwelijks waren wij in het veld gekomen ol de droevige toestand waarin de wegen zich bevonden, die verre was aangenaam te zijn, dan weer schoot het eene wiel bijna tot aan de as, in eenen wagenslag, dan weêr het andere op sommige plaatsen vielen zij alle twee in de diepte met de droe vigste gevolgen, van dan eens ons hoofd tegen de wanden der kar te slagen, dan onzen rug tegen 't schutsel te werpen, enz. Men zegt dat de Chinezen daaraan gewoon zijn en dat de grootste schokken niet in staat zijn van ze te doen bewegen wij, waren ongelukkiglijk novicen in den stiel wij vaarden er ook na. Als dit spel zoo eenige uren geduurd had, wierd ik het toch zoo moe, dat ik verkoos van te voet te loopen, dit was voorzeker veel gemakkelijker, maar dat kon weêral niet overeenstemmen met, den spoed dien wij genoodzaakt waren te nomen, om in twee dagen de 25 a 30 uren te doen die ons van Peking scheidden als ik stapte, moesten onze muilezels ook stappen en zoo verloren wij natuurlijk veel tijd, dat kon of dat mocht niet zijn. Ik nam dan al mijnen moed in mijne beide handen en ik plaatste mij op mijne pijnbank terug, waar natuurlijk het lief spel van daar zooeven mij met dezelfde geschenken kwam overladendezen keer vond ik eene de groote verzachting en troost in een gedacht dat O. L. Heer mij gafDaar wij juist den Goeden Vrijdag waren stelde ik mij het Bitter Lijden van Jesus voor, en mijnen schijn van lijden met zijne onbegrijpelijke smarten vereenigende, verheugde ik mij, van met Jesus en voor Jesus deze kleine moeielijkheden te mogen onderstaan. O beklaag mij niet want dit gedacht alleen schonk mij zooveel geluk dat ik zou gewenscht hebben van duizendmaal meer te lijden, zoo zoet scheen mij den Kelk dien ik van verre met mijnen Heiland meêdeelde. Een weinig voor den middag, hadden wij reeds een ongeval, aan iedere kar waren er twee muilezels gepannen, maar som migen zagen er zoo kamank en versleten uit, dat zij veeleer op hunne plaats in de slachterij zouden geweest zijn dan voor onze voituurkens die van Confrater Verellen bijzonderlijk hadden een deerlijk voorkomen ook het duurde niet lang of een zijner dravers gaf de pijp aan merten, hij viel, om nim mermeer op te staan, het arme beest stiert eenige oogenblik- ken daarna. Daar begonnen de miseries reeds, nu moest er eene kar met éenen ezel vooruit, dit zou natuurlijk den gang onzer karavaan niet verrapperen, (nogtans O. L. Heer voor zag er weêral in), men spande voor de kar van Confrater 256 Hou 1 klonk zijne stem Het kwam me voor, dat er iets ongewoons op de draagbaar omging. De groep bleef staan en Walter, die een mogelijk herleven van Disdeer naar alle duivels wenschte, deed van op de hakkenei, de vlam over de berrie waaien. Boudewijn trok de oogleden van den spitsboef open nog waren de kijkers glasachtig als die eens drenkelings hij beluisterde het hartgeene klopping was hoorbaar. Had hij ^Slroomd of de schijndoode pas den laatsten adem uitgeblazen Hij is naar de maan lispelde Walter en jubelde. Trof daar straks geen zucht uwe ooren vroeg de verwonderde Bottelier. Albrecht schudde ontkennend het hoofd doch herinnerde zich onwillekeurig het spreekwoord onkruid vergaat niet. Uw zenuwgestel is het spoor bijster, Mher Boudewijn. Wat ge hoordet, was de wind, die weer door de takken giert, n legde Walter uit. Men nam weer zijnen gang naar Aalst heen. Gaf Disdeer inderdaad den geest Wat er ook van zij, zeker is het, dat Boudewijn, ofschoon hij het oor nu en dan scherpte, geene beweging of ademhaling op de berrie meer waarnam. Keeren wij eenen stond tot Iwein terug. Wij stipten bereids aan hoe het gelaat van den Aalsterschen burchtheer, bij het verlaten van 's Graven steen, schielijk verdonkerde toen hij aan Lauretta dacht. Zijns ondanks, werd hij door angst en vrees bestookt. Niemand wou hij nog ter sprake staan, besteeg zijn Arabischen hengst en rende in volle vaart Aalstwaarts. Hoe gezwind het edel dier, op haver verhit, zijnen stal tegemoet snelde, nog gaf Iwein het de sporen. Hoe loom schijnt paardenvlugheid als men, door het tempeest der hartstochten voortgezweept, met zijne gedachten naar de bestemmingsplaats vooruitholt I Toen de graaf het slot binnenreed, was zijne ver loofde aireede één uur vertrokken.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Volksstem | 1897 | | pagina 2