1
I
GüséUs yan eeneiïritster en ewtt
van Mar Van lonslé
Laatste Depechen.
HERSTELLINGSWERKEN
XI.
LU1BRECHTS.
V
De Rookkunst van ons Roeseken.
Een snedig antwoord.
TOT LOVENDEGEM.
Nieuws van soorten.
Denderbelle. Onze lezers hebben ge
boord van den akeligen vond in de rivier de Demer,
namelijk van menschenbeenen, aan een van welke
nog een soldatenschoen hing.
Mclle. Een landbou-
wer schoot hier Zondag naar
eene vlucht musschen, die iu
eeuo haag zatde lading trof
tm
Nieuws
Bijzondere Correspondentiën
Stedelijke Werkbeurs van Aalst.1
Burgerstand. Aelst.
Parochiekerk le Ilofttadc.
Fr. 8637-59.
metseld bed zien dat bijna geheel de kamer beslaat en dient
voor stoelen, tafels, bed, eetplaats en alle huiselijke bezighe
den. Verders is er daar niets te zien dan soms hier en daar ee-
ne groote lompe kist waar alles in verborgen ligt, dat onder de
oogeu van eenvoudige stervelingen niet moet komen.
(Wordt voortgezet).
VERKENS-COTELETTEN.
Laat in eene braadpan op een helder vuur
een weinig boter of vet zeer heet worden,
keert daar beurtelings uwe coteletten in tot
zij aan beide kanten zijn gebruind. Strooit er
peper en zout op en vermindert het vuur,
dekt de pan en laat het nog eenige minuten
voortbraden.
Vooraleer op te dienen, raspt er wat mus-
cade noot over, laat ook nog een goed stuk boter (voor de saus)
op het vleesch smelten zonder te verwarmen, want daardoor
verliest de boter gansch haren goeden smaak.
Dient op kleine ajuintjes of komkommer, naar willekeur.
Roese
Het was in den zomer van het jaar 1793, Frankrijk was in
rouw; het bloed zijner kinderen vloeide bij stroomen; men
was onder het bestuur van het schrikbewind. Een arme,
vogelvrijverklaarde priester, als landman verkleed, kwam
zijne parochie te verlaten en vluchtte bedroefd en nadenkend
om aan de revolutionaire bijl te ontsnappen. Soms wierp hij
een droeven blik terug, als om vaarwel te zeggen aan de
zielen, die de Heer hem had toevertrouwd, en die hij te mid
den van de staatkundige omwenteling had achterlaten. Dan
baadden zijne oogen in tranen en hij bad.
Waar ging hij heen God alleen wist het.
Op zekeren dag komt hij in eene kleine stad, waar hij hoop
te eenige dagen door te brengen bij een oud studievriend. Hij
zoekt dien vriend maar op den naam dien hij uitspreekt,
geraakt de menigte in beweging, omringt hem, grijpt hem
aan... die naam is degene van eenen edele, wiens hoofd op
het schavot gevallen is... Hij ook, die vreemdeling, moet een
vijand des vaderlands zijn. Men geleidt hem naar de revolu-
tionnaire rechtbank, die toen voortdurend zitting hield. Hij
bekent dat hij priester is, en even als zijn vriend wordt hij ter
dood veroordeeld. De doodstraf moet den volgenden dag aan
hem voltrokken worden.
De arme, slechts nog op God hopende priester, bereidt zich
voor tot de dood en om zijne zwakke krachten door eenen
langen weg en zoo vreeselijke aandoeningen uitgeput, een
weinig te herstellen, vraagt hij aan zijnen gevangenbewaarder,
in ruil van zijne laatste kleederen, een eenvoudig avondmaal.
Daar de koop goed was deed de gevangenbewaarder de zaken
betamelijk. Hij weigerde niet aan te zitten aan de tafel des
veroordeelde en te antwoorden op de heildronken van geluk
en lang leven voor hem en zijne familie. Terwijl hij eene
flesch ledigde, begou de gevangenbewaarder aan den veroor
deelde de zeer lange, zeer verwarde, zeer omstandige, de met
alle soorten van misdaden en pijningen gemengde geschiede
nis der oude en sterke gevangenis te verhalen. Na de geschie
denis der gevangenis en die der gevangenen, kwam die der
rechters, natuurlijke voorzieners der gevangenis.
Bij voorbeeld, hoe vindt gij het gelaat van den burger
voorzitter, van hem die tot de stemming is overgegaan, die u
veroordeeld heeft Een schoon voorzitters hoofd niet waar
De priester kon zich niet zonder angst den korten toon der
stem van den burger-voorzitter herinneren. Hij antwoordt dus
niet, en de gevangenbewaarder vervolgt
Welnu eens buiten de zitting, dan is het niet meer
dezelfde hij heeft niet meer gal dan een lam... Echter vind
ik in hem een gebrek, eene dwaasheid. Zoudt gij willen ge-
looven, dat hij nauwelijks van zijn vaderlandslievend werk
verlost is, of hij loopt door de velden om vlinders, rupsen en
insekten te zoeken eene oprechte kleingeestigheid, onwaar
dig van eenen burger die zijne plichten kent....
Bij deze woorden sprong de veroordeelde op, want ook hij
261
steende Wees, oHeer, mijn schild! Geef dat ik met geharde
wilskracht den wreeden slag verdrage
Albrecht, van droefheid doordrongen, sukkelde het
gevang in, schreide, bij den herhaalden uitroep Ik in 't
kotheete tranen en viel eindelijk een goed geweten
is een zacht oorkussen op den steenen vloer in slaap.
Ter ziekenzaal, vloekte Walter op zijnen bedgenoot
Disdeer, die hem, door een onverpoosd razen over Ivo,
wakker hield, en wenschte dat de magere deugniet haast
den adem uitrochelen zou.
Boudewijn, alhoewel afgesloofd, sloop, aan wroeging
ter prooi, de burchtkapel binnen, knielde en bad O
mijn God aan wiens zegen alles is gelegen, geef me
raad, steun m\jn pogen, help me de geschaakte verlossen..
Zoo eindigde de 278 Februari.
En de ketenen des misdrijfs
Klemmen haar de zachte lèên
En men voert haar, en men sleurt haar
Naar den donkren kerker heen.
Jan Frans Willems, Maria van Braband.
Werwaarts toch snelden de schakers met de bezwijm
de Lauretta
Voorzichtigheidshalve Iwein kon wellicht uit Aalst
hulpbenden sturen reed Diedaart, door de zes ande
re roovers gevolgd, eenigen tijd in de richting van Lie-
dekerke verder op.
heeft de insekten bestudeerd, en hij
herinnert zich zelfs dat hij op den bo
dem vau zijnen hoed eene zeldzaamheid
uit de insectenwereld bezitde necrobia
ruficormisdie hij gedurende zijne
vlucht gevonden heeft. Veinzende zich
te willen verbergen, neemt hij het in-
sekt en steekt het geheimzinnig aan het
benedeneinde van den stop der flesch
De gevangenbewaarder, die geen en
kele zijner bewegingen verloren heeft,
meenende in dit insekt een verdacht
voorwerp te zien, neemt haastig de
tafel af, grijpt den aanklagenden stop
en gaat hem naar den burger-voorzitter
brengen, wien hij alles vertelt wat hij
gezien heeft.
Eenige oogenblikken later waren in
de kamer van den voorzitter twee man
nen tegenover elkander gezeten, met de
ellebogen leunende op de tafel, bedekt
met wetenschappelijke staaltjes van
alle soorthet waren de rechter en de
veroordeelde de priester onderwijzen
de, lange verklaringen gevende, de tien
malen onderbrokene les herbeginnende,
de rechter aaandachtig luisterende,door
bewegingen toejuichende, door den
blik ontkennende, doch altijd eindigen
de met zich aan de klaarblijkelijkheid
over te geven en alsdan zich niet meer
bedwingende, zijne verwondering te
betuigen.
Eenige uren later nog zegden twee
mannen elkander vaarwel, elkander de
hand drukkende de eene was de ver
oordeelde, die in een rijtuig steeg,
voorzien van geld en een bewijs van
burgerstrouw in de beste vormen de
andere was de rechter, die zelf den
priester had willen begeleiden, opdat
niemand hem bij het uitgaan zou ver
ontrusten noch ondervragen tot de stad
waar hij het rijtuig moest nemen van
Parijs, eene stad waarin zich alles ver
liest en alles vergeten wordt.
De zoo wonderbaar geredde priester
heete Latreille, die later den bijnaam
kreeg van Prins yan de fransche
INSEKTENKENNIS.
Onze vriend Lui-
brechts was voor ee-
om ge
zondheidsreden naar
't zeestrand van
Heyst getrokken en
was er op pensioen
in een groot hotel.
Bij zijne terug
komst, vroeg Spie
gels hem
Wel, Luibeken
daar hebt ge zeker uw hertjeu opge
haald en van 's morgens tot 's avonds
in de volle zeelucht gewaudeld
Wa z' ook, zei Luibrechts,
meent ge zeker dat ik 10 franken gaf
voor mijne kamer om er niet van te pro-
fiteeren
Een Waal kreeg onlangs in den zin
onze Moedertaal zoo wat uit te lachen
en onder andere dommigheden kraam
de hij het volgende uitLe Flamand
n'a rien de caractéristiqiiedat wil zeg
gen Het Vlaamsch heeft niets dat
eigenaardig is Dat was wat veel op
onze schenen geschopteen Vlaming
die nog al licht geraakt is als het van
dien kant waait, legde de Waal even
gauw zoo kloek onder zijnen duim, dat
de rekel geenen trek meer had om den
woordenstrijd voort te zetten.
Hoor liever hoe hij den Waal zijn
beksken toesnoerde
Ei 1 wat zeeverij, wat babbel
Wat kleingeestig dwaas gebrabbel,
Eiwat flauwe dommigheid 1
't Vlaamsch mist eigenaardigheid
Zeg mij eens, verwaande Hans,
Waar gij, in uw wonder-Fransch,
Al dees woorden zult gaan rapen,
Om de klanken na te apen
'k Zeg van stekskens dat zij kretsen
Van de karpels, dat zij pletsen
Van de slangen dat zij sissen
Van de worsten, dat zij kissen
Van de raven, dat zij kwaken
Van de takken, dat zij kraken
Van de steenen, dat zij plonzen
Van de biekens, dat zij gonzen
Van de wapens, dat zij klet'ren
Van de zwijnen, dat zij knorren
Van de puiden, dat zij plapp'en
Van de vanen, dat zij wapp'ren
Van de waters, dat zij bruisen
Van de rietjes, dat zij suisen
Van de tonne, dat zij rommelt
Van den donder, dat hij dommelt
Van trompetten, dat zij schetteren
Van de mokers, dat zij pletteren
Van de golven, dat zij klotsen
Van de schollen, dat zij plotsen
Van kastanjen, dat zij kassen
Van de regens, dat zij plassen
Van de lampen, dat zij kletteren
Van de eksters, dat zij kwetteren
Van de uilen, dat zij geeuwen
Dat zij tjokken, van de spreeuwen
Van de pijlen, dat zij snorren
Van de dennen, dat zij ploffen
Van de luiaards, dat zij kloffen
Van de snoevers, dat zij snoeven
Van de kogels, dat zij zoeven
Ja, als gij een beetjen hoort,
'k Heb voor ied'ren klank het woord,
Zeg mij nu, uit welke talen
Dat wij al die perels halen
Zeker niet, verwaande Hans,
Uit uw arm gestolen Fransch
eerste Bisschop vail Congo
Lovendegem was don
derdag in feest ter eere van
eeneu zijner inboorlingen,
Mgr VanRonslé, tot eersten
Bisschop van Congo verko-
zen. Niet alleen wapperde
op alle buizen de nationale vlag, maar daarbij wa
ren al de woningen nog versierd op de oorspronke
lijkste wijze. Overal vaantjes en wimpels, overal
trofeën van vaderlandsche en pauselijke vlag^
samengevlochten met die van den Congo. Op alle
huizen dichtjes en jaarschriften, welke Mgr Van
Ronslé begroeten en verwelkomen.
De straten van het dorp, de dreef, de Molen
straat waren met sparrekens beplant. Daar het
heiligdag was, was er uit alle omliggende gemeen
ten eene groote menigte toegestroomd. Ook uit
Gent was er zeer veel volk gekomen met de bijzon
dere treinen, welke de tramlinie ingericht had.
Aan het Rabot, uiterste grens van Lovendegem
was een prachtige praalboog opgericht, versierc.
met de vaderlandsche en congoleesche kleuren, en
een prachtig wclkomdichtje in top. Het is daar dat
Mbusei^ueur door den stoet werd opgewacht en
wéiar hij orh 1 uur aankwam.
De heer burgemeester De Ruyter begroette den
eerw. kerkvoogd bij het betreden van den grond
van zijn geboortedorp daarna trad een meisje van
de wijk Rabot vooruit en bood hem, benevens
eenen bloemtuil, de gelukwenschen eu welkom-
groet aan van de inwoners dier wijk.
Vervolgens gaat de stoet vooruit welke uit uiet
minder dan 45 nummers bestond. Al de overheden
en besturen, aide maatschappijen van Lovendegem
namen er deel aan, evenals de muziekmaatschap
pijen van Vinderhoute, Zomergem en Sleidinge,
Drie wagens, verbeeldende den Heideuschen Con
go, den Kristenen Congo en de verheerlijking van
het Congoleesch Beschavingswerk, reden in den
stoet.
Op den doortocht werden aan Monseigneur tal
rijke ruikers en geschenken overhandigd. Aan Lo-
vendegem-Brug begaf Mgr Van Ronslé zich naar
het huis zijner ouders die reeds lang overleden
zijn en dat nu bewoond wordt door zijnen 95ja-
rigen oom, die hem opgevoed heeft. Het weerzien
tusschen den grijzen ouderling en zijnen neef, nu
met het bisschopplijk purper bekleed, was hartroe
rend.
Daarna ging Mgr Van Ronslé plaats nemen op
een verhoog, waar hem de geschenken werden aan
geboden. Vooreerst een prachtige gouden staf, hem
aangeboden door de geestelijken van zijn leerjaar
in het seminarie. Vervolgens twee mijters, de eene
gestikt in goud en de andere gestikt in zilver, als
ook een kostbare gouden ring, bezet met eenen
prachtigen amethijststecn omringd van diamanten,
dat alles geschonken door dc inwoners van Loven
degem aan hunnen doorluchtigen inboorling. Ver
der nog een kunstig kruisbeeld iu celluloïde ge
schonken door de inwoners der Brug. Men begaf
zich vervolgeus ter kerk, waar een Pontifikaal Lof
van dankzegging werd gezongen. Na den dienst be
klom Mgr Van Ronslé den predikstoel en stuurde
eene korte aanspraak tot de menigte die in de kerk
opeengepakt was.
Om 5 ure had een feestmaal plaats door de in
woners van Lovendegem aau hunnen doorluchti
gen inboorling aangeboden. Een 80tal personen na
men er deel aan, ouder ander de eerw. h. Pauwels,
pastoor van Loveudcgem De Ruyter burgemees
ter Maeyens, provinciaal raadslid Fordeyn, pas
toor van Zomergem Rodts, onderpastoor van Lo
vendegem Van Aertselaer, bestuurder vau het
missiehuis van ScheutLampaert, provinciaal
raadslid Van Hecke (gesticht van Scheut)ver
ders kanunnik Roelandts, baron Dons, Daniël
Kervyn, vrederechter te Zomergem, Behiels, be
stuurder van het klooster. Het feest werd gesloten
door een tal heildronken en verders door eene al-
gemeene verlichting en een vuurwerk, afgeschoten
op de brug.
Uit de opzoekingen, die door het volgnummer,
dat de schoen droeg, vergemakkelijkt werden, is
gebleken dat de lidmaten voortkomen van een se
dert januari verdwenen grenadier Bauterberg, van
Erembodegem geboortig.
Commandant Havelange, die den verdwenen gre
nadier als een ordelievend soldaat kende, deed
opzoekingen in alle richtingen, om te vermijden
dat hij als deserteur zou worden aangeteekend.
Vernemende dat hij, na bekomen verlof niet in
zijn dorp was verschenen, vermoedde hij een onge
luk en dit vermoeden is thans bewaarheid.
De verminking van het lijk is toe te schrijven
aan de werking der sluizen of van eenen sleepboot.
hUI,-1 Temidden vaneen
tamelijk hevig weer
is minister De Bruyu, vergezeld van
verschillige overheidspersonen, za
terdag morgend per stoomboot van het loodswezen
naar den Doel gevaren om er de gezondheids- en
ontsmettingsinrichtingen in oogenschouw te ne
men en de plaats uit te kiezen voor de oprichting
van een nieuw sanitorium.
M. De Bruyn was vergezeld van twee zijner ka-
binetsoveisten, van M. Ullens, secretaris van M.
den gouverneur, van M. Van der Beeken-Pasteel,
griffier der provincie, enz.
Aan de vlotbrug der Suikerrui stapten zij aan
boord der douanenstoomboot Epervier, waar
de hooge bezoeker werd ontvaugen door M. Da-
neels,controleur van den toldienst, Roger, bestuur
der van het loodswezen en afgeveerdigdeu van de
antwerpsche reeders, MM. De Clercq, van de fir
ma De Clercq Van Hemelryck en een lid der fir
ma Cockerill.
Op den Doel werd M. De Bruyn ontvangen door
don burgemeester, den pastoor eu andere overhe
den.
Het nieuwe lazaret vAn den Doel zal gebouwd
worden op de gronden van het gedeclasseerd fort.
Ook het vlot, waarop het ontsmettingsgebouw staat
zal veel vergroot worden.
ongelukkig een werkman van 't arsenaal, een l'jja-
rigen Debuiser, die achter de haag stond. De arme
jongeling werd in het aangezien.,
gekwetst, en is ter verplegj
Gent gebracht.
--Afesfi
Lustig; Avondfeest
algemeene aauvraag, haflK»l
Tooueelfeest, iu de Jongelingen Patronagiö*
St-Jozefsparochie, door de heeren Meesters der
Zondagschool. Begin om 5 1/2 uren stipt.
DER VOLKSSTEM
BEVER. (Henegouwen.)
Op zekere parochie was er ne zekere man, die
op tien uren in de ronde bekend was om uithaug-
berden te schilderen voor de herbergen. Op zeke
ren dag komt er nen baas bij den schilder
Meester schilder, zei hij, zoudt gij mij een
uithangberd willen schilderen
Zeker, zeker, vriend, was de antwoord wat
zou ik er op zetten
Wel,... wel,... zei de baas al in zijn haar te
scharten, zet er nen afgedankte soldaat op.
Een afgedankte soldaat, vroeg de schilder
verwonderd en verbleekend en waarom, jongen
Ik zie, zei de baas, dat de menschen altijd
compassie hebben met de afgedankten ik peins
dat ik zoo in mijne herberg wat zal te verkoopen
hebben.
Het schijnt dat het uithangberd nooit geschil
derd en werd, maar de afgedankte soldaat bestaat
nog hij woont nu, zegt men, in de Beloversstraat;
maar of hij om 50 centiemen compassie verkregen
heeft, weet men niet.
Parloir. Domien. Zijn ze goed toegeko
men Hum. Zoo, zoo, 't is dan
gedaan voor goed? Snoeck. Hertelij k dank;
hoe meer hoe liever. Tist. Goeie moed... 't Zal
beteren en dat in 'tkort. B. De tijd begint te
korten U Daniël. Hoe lang zal het nog duren
A. B. Tot in 't kort. Chaleken. Hebt ge gee
nen aprilvisch gekregen Vr. te Galmaarden.
Onmogelijk voor 't liedeken. Vr. V. G. Heb
dank.
(Pek Telefoon).
1. Uit Weenen Burgemeester Strobach
heeft zijne demissie bij den Keizer ingediend.
2. Uit Bergen. Zekeren L'hoir, statiebedien-
Je, is hier woensdag tusschen twee wagons ver
pletterd.
3. Uit Seeaing. 250 koolmijuers zijn in
werkstaking.
4. Uit Vekvxers. Madame Delbas, uit eene
venster vau het derde verdiep gevallen en rat de
kop in.
Aanboden door de heeren Patroons
1 Colorantbrander, 1 bakkersgast, 1 kleermaker (leer
jongen;, 2 schoenmakers (leerjongens;, 1 dienstmeid
kunnende de keuken en ander huiswerk, halve wevers.
Aanboden door de heeren Werklieden
Een jongeling kunnende fransch en vlaamsch als ma
gazijnier of bureel bediende, 1 schrijnwerker (leerjon
gens), 2 voermans, verschillige daglooners.
Geboorten Mann. 13 Vr. 09 22
Huwelijken.
F. Micbiels, steendr. met N. De Saedeleer, br.
C. Laureys, landb. met R. Van de Velde, land
bouwster.
Overlijdens.
G. Hutsebaut, m. Amand, herberg. 39 j. Nieu
we Brugstr. R. Mattbys, iandb. 22 j. Zout-
straatp. V. Vonck, vr. Gysbreeht, z. b. 36 j.
Nieuwbeekstraat. Ed. Van den Borre, man
Schockaert, bakker, 74 j. Gentschesteenweg.
5 kinderen onder de 7 jaren.
OPENBARE AANBESTEDING
VAN
aan de
Op IHjnsdag 20 April 1807, om 3 ure
namiddag, ten Gemeentehuize.
De werken zijn begroot op
De plans, begrootingstaat en Kohier van Lasten,
berusten ter inzage der belanghebbenden in het
Gemeentehuis, waar men er alle werkdagen keu
nis kan van nemen van 4 tot 7 ure namiddag.