De oorlog in het Oosten. ZONDAG '23 MEI 1897 LUIBRECHTS. Een Missionnaris in de Herberg. Rang geworden, ^fifilnk- KATHOLIEKE WERKMANSKRING VAN "ALST, <23 Feest van het Patroonschap H. JOZEF TIENJARIG n? E. H. ONDERPASTOOR J. B. PONNET, Nieuws uit Aalst. Aieuws van soorten. Algemeen Programma Orde van den Stoet onderzochten, juist of wij het achtste wonder der wereld ge weest waren. Hier werden wij door en door mannen van aanzienlijkheid voorzeker, een koning, die bij ons eene stad bezoekt, brengt zooveel opschudding en leven onder 't volk niet als wij hier onder de Chineezen verwekten. Als dat spel zoo omtrent twee uren geduurd had en dat wij nogmaals op zijn Chiueesch met onze magen hadden afgerekend, verlieten wij die belangrijke stad, om weer voor 5 uren in het zand te trotten, tot dat wij in Ti-mi-i aankwamen, waar wij nogmaals de gastvrijheid in een Chineesch hotel genoten. (Wordt voortgezet). Eenigen tijd geleden greep te Eijsel, in het Noorden van Frankrijk, een zonderling voorval plaats. Een koopman ver haalt het feit nagenoeg als volgt Pas was ik aan de statie van Rijsel afgestapt, of ik ont moette een oudbekende, een vriend, Bénard geheeten, welke ik sedert verscheidene jaren niet meer gezien had. Georges Bénard, is luitenant ter zee, een ware hercules, groot en sterk, zijn uniform van officier der marine staat hem zeer flink, 't Was mij dan zeer aangenaam met hem op het trottoir te gaan wandelen. Tegen den avond stapten wij op en neer in de nabijheid van de statie en wachten op het vertrekuur van den sneltrein. Niet verre van daar kwam een priester aan, een groote schoone man, die echter onder den last van jaren en den arbeid iets of wat gebukt ging. Hij droeg een prachtigen baard, die hem wel menig heertje zou hebben mogen benijden. Ziet gij dien pater daar vroeg mij plotselings mijn vriend mij dunkt, ja, ik ken hem, 't is een missionnaris dien ik in zeer hachelijke omstandigheden heb leeren kennen, en ik zou geerne de oude vriendschap met hem vernieuwen. Juist toen luitenant Bénard die woorden sprak, ging de missionnaris een der schitterende koffiehuizen voorbij, welke men in de voornaamste straten ontmoet eenige heertjes be gonnen, zoodra zij den priester bemerkten, hem te bespotten Ha, daar komt een paap Hé 1 leeglooper, laat u dien baard afscheren Toen mijn vriend hoorde hoe die dwaaskoppen den eer- biedweerdigen pater deze en andere soortgelijke woorden toeriepen, werd hij bleek van toorn, en drukte mij den arm met zooveel kracht dat ik het bijna uitgilde van pijn. Neen, dat zal zoo niet blijven, bromde hij met dat volk zal ik afrekenen. Ik zocht hem te bedaren. Laat ze toch loopen zei ik, doe zooals de priester, hij straft ze met hen te verachten. Neen, antwoordde hij met vuur, zoo kan, zoo mag de zaak niet blijven. Priester en soldaat zijn broeders. Wie den eersten bespot, lastert den anderen. Een oogenblikje Ik zal die lawaaimakers eens duchtig de les opleggen En onverwijld begon mijn vriend te roepen Mijn vader Eer- weerde vader De kloosterling wende het hoofd om en ontwaarde mijnen vriend. Beiden erkenden elkander oogenblikkelijk en er werd een hertelijke handdruk verwisseld. Eerweerde vader, ik ben gelukkig u weer te zien. Gij blijft voorzeker eenigen tijd bij mij Ik zou met genoegen uw aanbod aan veerden, luitenant mear ik moet met den sneltrein vertrekken. Wij hebben echter nog een veertig minuten tijds. Nu, in Gods naam dan Maar gij zult mij toch, hoop ik, dien korten tijd schenken Kom, laat ons binnen gaan. Toe, toe, Eerw. Pater, gij zijt meer dan twee duizend uren van uw missie verwijderd. Daarenboven, wij zullen er slechts eenige oogenblikken blijven, ik heb daar eene kleine rekening te vereffenen. 't Ware moeilijk geweest aan het dringend en minzaam verzoek van den officier weerstand te bieden. De pater stond hem het verlangde toe, en wij traden met ons drien de groote, prachtige verlichte zaal binnen welke vol gasten was. Zijn die grootsprekers niet hier? fluisterde mijn vriend, wiens blik de zaal vorschend doorliep. 289 luie paters en uouuen, maar in zijnen hof niet wies nu was er geen huis meer meê te houden. De lastige vent wilde gedurig het bed ontspringen om Walter te lijf te vallen. Wanneer hij bovendien, bij het betasten zijner keel, aan Ivo dacht, dan tierde hij als een bezetene, vloekte als een ketellapper, wat den monnik erg ont stichtte en meer dan een kruis deed slaan. Hij zwoer neuzelend het verlies van een deel zijns reukorgaans doemde hem voor altijd tot een belachelijk door den neus spreken den dood van den misvormden vos. Ivo begaf zich, twee dagen voor de ontworpen ver gadering, naar Ieperen. Wat lokte hem derwaarts Wel de baatzoekende knuist vond bij dit vertrek een dubbel voordeel. Ten eerste, dacht hij, sedert dat Walter mij ne taveerne dagelijks in volle woede voorbijtrekt, acht ik het te Aalst niet meer pluis. Die kerel is aan de weet geraakt van mijn pijlschot. Hij zet een zóo barsch gezicht, kookt zóo van toorn, dat hij ongetwijfeld van zins isme op mijnen bast te geven en, bij gelegenheid, eens te koelen te leggen. Daarenboven, Disdeer is aan 't herstellen en ik zit er erg mee invrienden met wie men zoo onbescheiden overhoopraakt worden veelal onvermurwbare vijanden, inzonderheid wanneer men hun uit onvergeeflijke plaagzucht de keel toekneep. Ten twee de ik houd nogal van rapen en schrapen en vind er hoogstwaarschijnlijk mijne rekening bij Rambold en Wil lem te melden wat er te Aalst zooal voor het oogen- hlik geschiedt. Ik heb kondschap ingewonnen over het getal Vlamingen, die Ieperenwaarts stroomen zullen dit bericht kan mijne geldbeurs geen kwaad doen. Kan ik bovendien den kerker dier jonkver ontdekken, dit nieuws zal wellicht eene bron van inkomsten worden. Nu, ach ter dat geheim kom ik vast en zeker terwijl ik de sol daten wat goocheltoeren leer, -ik ben in dat "kunstje gekonfijt spits ik de ooren. Na drie dagen arrest, werd Albrecht, nit hoofde van ïyn gevorderden ouderdom en vooral om reden dat men Daar hoort hij op eens iemand half luid zeggen Kijk daar hebt ge dien paap Hier in volle gezelschap, dat is toch kras I Maar wacht eens wij zullen hem eens goed voor den zot houden. Georges had genoeg gehoord wij naderden met hem tot eene tafel die dichtbij degene der spotters stond hij verzocht deu pater zich tusschen ons beiden te plaatsen, legde zijnen mantel af, en toen stond hij daar in glanzende uniform. Dan gespte hij zijnen degen los, legde hem met twee revolvers op tafel, en zei met luider stem 't Is hier vrij warm, Pater, maar toch op verre na zoo heet niet als op den dag dat ik u in uwe missie aan de hauden der negers ontrukte 1 Dat was meer dan voldoende om aller blikken op onze tafel te richten, 't Was juist wat Bénard verlangde. Dan stond hij op, ging tot de tafel onzer geburen, wendde zich tot een hunner die er erger dan deoveriger uitzag, en sprak tot hem: Jonge heer, wie zijt ge wel dat gij het durft wagen dezen priester te belee- digen En met wat recht schreeuwt gij hem de scheldnamen van ellendeling toe?dan is het een van ons beiden, doch ik niet. Hoort gij dat Maar, Mijnheer, stotterde het heertje wie spreekt er u aan Ik spreek u aan, ik Georges Bé nard, luitenant ter zee. Gij hebt mijnen achtbaren vriend gehoond, en 't is mijn plicht hem te wreken. Bij 't hooren dier woorden verbleekte de lafaard. Oh, wees maar niet bang, ging Bénard voortik trek mijn degen niet tegen zulk een verachtelijkeu bcleedi- ger maar ik wil u eenige woordjes zeg gen over den man, welke gij en die an deren daar, in mijne tegenwoordigheid zoo onbeschaamd hebt durven hooueu. Ik bid u, heer luitenant, zei de missionnaris, laat ons uaar deu spoor weg gaan het is tijd Aanstonds, Pater wij hebben nog tijd genoeg. Dan keerde hij zich weer tot de jon gelieden die thans niet meer lachten, en ging voort Ge dient dus te weten dat deze ootmoedige priester dien ge als leegloo per durlde uitschelden, in 1870 nog kolonel bij de ruiterij was, en glanzende bewijzen zijner dapperheid gegeven heeft. Hij werd tweemaal gewond, en toen de oorlog een einde had genomen, ruilde hij don sabel tegen het kruis van den missionnaris. Dat nieuwe wapen heeft hij even roemvol als het eerste gedragen. Op den roep van zijnen nieu wen veldheer, Leo XIII, heeft hij fami lie, vaderland, alles verlaten om zich in de gevaarlijkste streken van Zuid- Afrika op te offeron. Driemaal was hij al de dood nabij, en toen ik, over twee jaren, het geluk had hem aan een ge- wissen dood te ontrukken, en bij hem aandrong om eene plaats op miju schip te aanveerden, weet ge wel wat de edele man mij antwoordde Hij gaf mij een antwoord zooals slechts de helden er een geven kunnen en zoo gij ooit in 't aanschijn des doods eene taal voert, die van zooveel moeden plichtbesef getuigt, dau zal ik u niet meer aanzien als lafaards. Mijn zoon, sprak hij tot mij, ik dank u voor alles wat gij voor eenen missionnaris gedaan hebt en doen wilt. Doch ik wil niet dat men van mij zeg ge dat ik den marteldood ontvlucht heb. De Paus heeft mij eene heilige zen ding opgedragen. Ik zal er in volherden al kostte het ook mijn leven zoo ik bier in smerten zaai, zullen mijne op volgers in vreugde oogsten. Welnu, spreekt eeu lafaard, een leeg looper zoo Toen Bénard geëindigd had kustte hij de hand van den missionnaris, die schier van aandoening weende. De toe hoorders waren gewonnen. Verscheide ne heeren stonden op, protesteerden te gen 't schandig gedrag der spotters, en drukten den pater eerbiedig de hand. Een hunner, een nog jong heer, ging verder Is de Eerweerde gekomen om voor zijne missie geld in te zamelen n Op een bevestigend antwoord des pries ters, nam de jonge man zijnen hoeden maakte een ronde door de gansche zaal: Voor de missionnarissen, zei hij, en met een lachend gelaat kwam hij wel dra een mooi sommetje in den hoed des paters storten, die hem en al de aanwe zigen bedankte, en besloot met deze woorden Dat is wel, die bijval, voor de eerste maal dat ik in een koffiehuis be del 1 van Wanneghem. Hij is naar Deudermonde ge leid, waar hij verklaard heeft te zijn ne zekere Benjamin Clerck, stoker, 50 jaar, wonende te Lo keren over eenigen tijd nog woonachtig in Frank rijk, waar hij zijne vrouw verloren heeft. Men heeft hem in de gevangenis opgesloten. rijk. Een jongeling van Nauterre, 20 jaar oud, was in Januari laatst gebeten geweest door eenen hond. Men had het dier omver geschoten en de veearts bestatigde dat het razig was. De jongeling, Paul Fortin, werd naar het gesticht Pasteur gezonden, waar hij 14 dagen verbleef. Meenende dat hij ge nezen was, keerde hij weer naar huis. Maar het voorval had op den jongen een geweldigen indruk gemaakt en hij verklaarde van tijd tot tijd, dat hij al zijne wilskracht moest gebruiken, om dezen die met hem waren niet te bijten. Maandag laatst leg de hij zich te bed. Als zijn meester bij hem kwam, vroeg hij al weenende om hem niet alleen te laten Ik ga razig worden, zegde hij, en bijna op denzelf den stond kreeg hij een schrikkelijken aanval. Met veel moeite bracht men hem tot bedaren en men voerde hem naar 't gasthuis, waar hij in een wree- den doodstrijd overleed. Naar 't gesticht Pasteur gaan voor iemand die gebeten is, kan goed zijn, maar 't zekerste i3 toch nog altijd van te gaan beevaarden naar Sint Hu bert, dat mist nooit of te nooit. VAN DEN BESCHERMER VAN DEN KltlM. tiet' inelchlitifj ratt tien Mieittg et» tiet ttttttHieliittg ttin Mien!ttttetiee VAN DEN Over acht dagen werd er reeds gesproken van wapenstilstand en vrede, maar 't is er nog ver af. Tegenwoordig is men wederom volop aan 't vech ten. Laatste depechen kondigen aan, dat er meer dan 50,000 Turken voor Demockos liggen. Alle oogenblikken kan er slag geleverd worden. De Grieken zoeken door den eenen of anderen zege praal hunne eer een weinig te herstellen en de Turken zijn er op uit om Griekenland totaal te verpletteren. De toestand is bitter slecht voor de Grieken, zij verdedigen zich nochtans heldhaftig, doch 't en kan niet baten, de Turken zijn te straf. De Turk, de leelijke slokop, stelt onmogelijke conditiën voor den Vrede hij vraagt de inlijving bij Turkije van een deel van Thessalië, dan nog eischt hij 230 millioen frankskens als oorlogschat ting en nog meer andere complimenten. Maar dat zal hij toch niet bekomen, dat zullen de Mogend heden niet willen. Laatste nieuws. 't Is er al op De Turken hebben te Domocos 't Grieksch leger aangevallen. Het gevecht is rond den middag begonnen en heeft voorgeduurd tot in den nacht. De strijd is hevig geweest. De rechter vleugel van 't leger der Grie ken heeft moeten achteruitwijken. Van weerskan ten zijn talrijke dooden en gekwetsten. Luibrechts was Zondag in bede vaart naar Oostacker gegaan. Al hoewel hij maar rond 6 uren van den avoud van Gent naar Aalst moest vertrekken, stond hij reeds in de statie. Zeg eens, kamaraad, zei hij tegen Spiegels, die daar tegen woordig statiebediende is, om wat uur vertrekt juist mijnen trein? Om 18 uren en 3 was het antwoord. Ai, ai, ai 1 riep Luibeken zoo d'ak hier nog 13 uren te wachten heb 1 En zeggen da'k geen duit meer op zak en heb om gaan een pintje te pakken Zondagrust. Zondag 23 Mei, M. Bonner, Bisschopstraat. Donderdag 27 Mei O. H. Hemelvaart, M. Artb Ghysselinckx, Molenstraat. -o«e» DENDERBELLE. Zonder de tus- schenkomst van twee wakkere werklie den was de kerk van Denderbelle mis schien geheel en gansch geplunderd. Op 13 Mei in den voormiddag zagen zij ee nen persoon, die hun verdacht scheen, in de kerk treden. Zij spiedden hem at. Hij trok een langen paternoster uit den zak en deed alsof hij bad. Maar de de votie duurde niet lang als hij goed rond gezien had of hij wel alleen was, haalde hij eene staleu veer uitzijneu zak en een potje lijm. Hij ging naar den offerblok en begon hem te ledigen. Dan sprongen de werklieden binnen en vat ten den dief bij de kraag, 't Was ne ke rel, die zijnen stiel goed kende, want vóórdat de werklieden bij hem waren, zat hij weeral heel gerust op zijnen stoel te bidden, met de grootste godsvrucht. De veldwachter werd verwittigd. Hij betastte den dief en vond in zijne zak ken de veer, het lijmpotje en ook eene medaüe, die voortkwam uit de kerk De Dirk Martcnszonen. Maandag aan staande, om 8 1/2 uren 's avonds, vergadering bij den heer Victor Segers, Leopoldstraat. Een schoon week. Een oprecht schoon werk is 't leggen van de bijhangen. Wij kunnen er ons Gemeentebestuur niet genoeg over bedanken Onze straten krijgen er een geheel ander uitzicht mede. 't Inkomen voor de vreemdelingen ook zal nog zoo lachend en nog zoo proper zijn. Dc levende Brug. Een overgroote bijval bekomt de opvoering van dit stuk iu onze stad Maar ook, 't is ten volle verdiend. De heeren spe lers van het Zomertheater zijn ware kunstenaars in hun vak. Wij zetten onze Stadsgenooton aan, de vliegende schouwburg, op het Esplanadeplein, een bezoek te brengen; zij zullen er voorzeker een aan- genamen avondstond slijten. Pfir-1 nir Vr. V. G. te N. Deze die het pak ge- rtlliun .maakt heeft, zal persoonlijk aan den verkooper spreken.Snoeck. Zie dat gij u betert, zelle. Tist. Weet ge nu niets meer V Hum. Tot Zondag? Domien. Ge zult veel ver liezen met Zondagt'Aalst niette zijn. A. B.Hoe is 't met de timbers B. Hoe langer hoe liever Velm. Er staat veel nieuws voor u in 't Stem- meken l Zander. Wij hebben vruchteloos 't be loofde verwacht.... Herdersem! Herdersem 11 Daniël. Wanneer zou de man eens overzeilen? Zondag '13 Mei 1S!>7 Om 8 1/2 uren 's morgens Vergadering der le den van den kring, in het lokaal, Korte Zoutstraat. Optocht naar de kerk, met begeleiding van den Trompettersclub. Om 9 uren Plechtige Hoogmis in de St. Marti- nuskerk. Aanspraak door den Z. H. Deken Raem- donck, Eerevoorzitter van den Kath. Werkmans kring. Terugtocht naar den Kring. Tombola. Om 1 3/4 ure stipt namiddag Bijeenkomst der leden van den Kath. Werkmanskring en van de Aalstersche Maatschappijen, in het lokaal, om zich vandaar stoetsgewijze met vaandel aan 't hoofd te begeven ter statie voor de ontvangst der vreem de Maatschappijen. Om 2 1\2 urenOntvaugst der vreemde Maat schappijen ter statie. Om 3 uren Optocht rond de stad langs de Lié- nartstraat, de Kapellestraat, de Molenstraat, de Oude Graanmarkt, waar men den Eerw. Heer POpET ten huize gaat begroeten, de Brus- selschestraat, de Houtmarkt, de Zonnestraat, de Keizerlijke Plaats, de Nieuwstraat, de Markt, de Korte en Lange Zoutstraat. Om 3 12 uren Feestzitting in den Kring aan bod van geschenken aan den Eerw. Heer Bestuur der PONNET. Om 4 1/2 uren Festival, Veldfeest en Verlich ting in den lusttuin van den Kring. 75 franken premiën worden verlot tusschen de deelnemende Fanfaarmaatschappijen, 50 franken premiën tus schen de deelnemende Koormaatschappijen en 50 franken premiën tusschen de deelnemende Maat schappijen van Onderlingen Bijstand. maandag 24 mei Om 8 1/2 uren 's avonds Familiefeest voor <]o leden van den Kring, in het lokaal, Korte Zoutstr. 1. De Koninklijke Harmonie Aalst 2. De Katholieke Trompettersclub 3. De Vlugge Reepers 4. De Katholieke Werkmanskring 5. De Autisocialistische Vakvereenigingen 6. De Vakvereeniging der Bouwnijverheid 7. De Houtbewerkersbond 8. Katholieke Turnclub 9. Fanfarenmaatsch. De jonge Aalstenaars 10. Kath. Volksbonden met hunne vaandels De vrije burgers de sterrekensvriendeu de Breydelszouen de vrome strijders de Iweinszonen de Dirk Martenszoneu de ridders van de Motalles door het werk de waterratten de mannen zonder vrees de dompers de vereenigde hoveniers de Schaarbeeksche boerenbond de lustige geburen. 11. Fanfaren Kunst in vreugd Nieuwerkerken 12. Koormaatschappij Siute Cecilia Aalst 13. Maatschappij De Apostolieke Scholen 14. Koormaatschappij Niets zonder arbeid 15. Koninklijke Tooneelmaatschappij Het Land van Riem 16. Koormaatschappij De ware Vlamingen 17. Rederijkkamer De Catharinisteu 18. Maatschappij De Klauwaarts 19. Katholieke Fanfaren Denderhautem 20. Algem. Bond v. werklieden en burgers Aalst 21. Fanfarenmaatschappij Meldert 22. Onderlingen Bijstand Voorzienigheid en broedermin Hofstade 23. Koormaatschappij De Vriendenkr. Herdersem 24. Koormaatschappij Hand in Hand Gysegem 25. Katholieke Fanfaren Erembodegem 26. Katholieke Onderlinge Bijstand 27. Katholieke Ouderlinge Bijstand Welle 28. Koninklijke Harmonie Moorsel 29. De Onderlinge Bijstand 30. Onderlinge Bijstand St Antonius Borsbeke 31. Fanfarenmaatschappij Hekelgem 32 De Xaverianen 33. De Katholieke Fanfaren Overboelaere 34. De Katholieke Volkskring Ninove 35. (Koorafdeeling) 36. De Vereenigde Werklieden, O. B. 37. Ouderlinge Bijstand Meerbeke 38. Ouderlinge Bijstand Denderleeuw 39. Harmonie Sinte Cecilia Geerardsbergen 40. Kath. Democratische Volksbond 41 Onderl. Bijstand Goefferdinge 42. Onderlinge Bijstand Moorboka

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Volksstem | 1897 | | pagina 3