mam IWEIN VAN AALST. 3' JAAR N' 134. \o $i ZATERDAG 51 JULI 1897. Bureel: Leopoldstraat, 19, Aalst. VRIENDEN, GEEN VLEIERS. In 't hofken van Chipka. A bonnementen Zondagwerk. Wet üe Vriendt-Coremans. De Menschlievendheiil «A£v WMMMti Een abonnement voor gansch België, franco te huis, kost 2,50 per jaar. Voor Europa en de andere werelddeelen 4,50. Alle brief wisselingen moeten ons voor woensdag middag besteld zijn Pakken en brieven moeten vrachtvrij toegezonden worden. Ongetee- kende brieven worden geweigerd. Aankondigingen 15 centiemen den regeldikwijls te herhalen 10 centm Verzekerde ruchtbaarheid. Ten Bureele der Volksstem gelast men zich met alle slach van druk werken, zooals doodbeeldekens, rouwbrieven, facturen, kerkwerk, enz., aan zeer lage prijzen. Schoone keus van schoc .gerief voor scholen, kloosters en pensionnaten. Op aanvraag onmiddelijk te verkrijgen alle soorten van leesboeken, enz. Voor prijsboeken vrage men den cataloog. Al onze trouwe Lezers zullen ons Bureel indachtig zyn. De lezers van 't Stemmeken weten dat wij geenszins voor ingenomenheid koesteren tegen de arbeidende standen. Meermalen hebben wij opentlijk bekend, dat vele grieven onzer werklieden gegrond waren en eene dadelijke oplos sing moesten bekomen. We zijn dus niet blind noch doof voor het lijden en de ontberingen van den werkman, integendeel. Maar toch is het onze plicht tegenover hem, zooals te genover eiken anderen stand, stipt rechtvaardig te zijn. En daarom kunnen wij ons thans niet weerhouden de te genwoordige werkstaking in 't Walenland in volle vrijheid te beoordeelen. Ook kunnen wij niet nalaten een woord van protest te laten hooren tegen de aanstokers want zij hebben hier weer de groote schuld, wat de socialistische bladen er ook over schrijven van die ongelukkige beweging. Als wij de gebeurtenissen van het Walenland gade slaan, dan rijst bij ons menigmaal de vraag op Hoe is zulke te genspraak in daden en woorden van dezelfde personen mo gelijk Er gebeuren toch in ons land dingen, die het nuchter menschenverstand geenszins en verstaat. De gebeurtenissen van den dag doen steeds het refrein Hot rijmt men dat te saam voor onzen geest komen. De werkstakers der koolmijnen eischen hooger werk loon en minder werkuren. Dat recht hebben zij Het staat in een vrij land eenieder vrij te werken of niet te werken zoo als hij dat verkiest. Het gebruik van die vrijheid is echter maar zoo ver toe gelaten als daardoor de vrijheid van anderen niet belem merd wordt. Wil een of willen tien, of honderd, of duizend niet wer ken dan in zekere voorwaarden, dan is die een of zijn die duizend in hun recht. Niemand in België zal hun dit recht betwisten. De arbeid is vrij De werkman is ook vrij zijn huisgezin gebrek en honger te laten lijden. Daardoor blijft hij enkel verantwoordelijk voor God en voor zijn geweten. Maar heeft de werkstaker het recht al of niet te werken, GESCHIEDKUNDIG VERHAAL DOOR D' Is. Bauwens. Wat harde beproevingen onderstoud het Vlaamsche volk bij het bevechten zijner vrijheidDe tweespalt zou een bloedbad aanrichten, de burgeroorlog den moeder grond blaken. Slaan wij de gedenkboeken der geschiedenis open en den loop der gebeurtenissen gade. Wij geven deze zoo eenvoudig weer, als de kronieken ze ons voorstel len. Het bericht van de schaking zijner dochter had Dirk van Elzaten het vaderhart doorscheurd. De hertog van Lorreinen herdacht weemoedig Iweins eed geen kwaad zou Lauretta overkomen, en, eenige dagen nadien, was de jonkver geroofd 1 Dirk brandde van ongedurigheid om de laffe schakers te gaan bestraffen, doch beteugelde, op Iweins verzoek, zijne wraakzucht en trachtte in Elzas en Lorreinen een leger te been te brengen. Toen de vorst uit den mond eens renboden het nieuws der oorlogsverklaring vernam en van de geest drift der Vlamingen op de vergaderingen van Aalst, Gent, Rousselare hoorde gewagen, kon hij zijn ongeduld niet anger betoomen. Hij liet de zorg om eene krijgsmacht yeen te brengen zijnen ondergeschikten over en rende, blijkens oude handschriften, met drie ridders de vijan delijke grens over. Zijne aankomst werd dadelijk omgetrompet. Uit alle gouwen reden hem adellieden en poorters te gemoêt Iwem en Daniël vermeerderden zijne benden met aan- zienlijke drommen. Den 11 Maart, deed de vorst zijnen intocht te Gent en werd er door de inwoners als den verlosser van het vaderland luidruchtig toegejuicht. zoo heeft hij toch het recht niet, van iemand of iets, al was het ook de Staat, voorziening in zij ne behoeften af te dwingen. Dit hebben uit het oog verloren de gazetten die Minister Nyssens hebben willen dwingen tus- schen te komen in het tegenwoordig geschil van werklieden en koolmij nbesturen. Waarom is dit zoo Om de zeer eenvoudige reden, dat de hulp, noodig voor de werkstakers, niet kan verkregen worden dan door het opleg gen van lasten aan anderen, die ook liever hooger loon voor minder werkufen zouden willen ontvan gen en die dan bij slot van rekening zouden ge dwongen worden nog meer uren te arbeiden voor minder loon. De werklieden zijn dus vrij het werk te sta ken ze zijn vrij door hunne staking duizenden en duizenden andere arbeiders, die niet beter vra gen dan te werken, tot stilstand en armoede te brengen ze zijn vrij de nationale nijverheid te dooden ten voordeele van den vreemdeling; maar zij hebben het recht niet de Staat om ondersteu ning te eischen. Verre van ons 't gedacht de handelingen der koolmijnbestuurders goed te keuren. De hemel beware ons, in het strijdperk te tre den ten voordeele van die mannen, die meesten deels hartelooze vrijmetselaars zijn, die na het zielleleven van den werkman gedood te hebben, hem ook het voedsel voormeten dat hij door zijn pijnlijk zwoegen verdient. üp tijd en stond zullen wij ons bezig houden met die soort van egoïsten. Thans hadden wij alleenlijk eenen ongegron- den eisch der werklieden te kenschetsen. Wij zijn en willen oprechte vrienden van den werkman blijven zijne vleiers zullen wij nooit zijn, evenmin als wij zijne ongegronde en onwet tige eischen zullen goedkeuren. Jefken Een abonnement op De Volksstem van nu tot 31 December kost slechts f,00 fr.de Vrien den zijn verzocht het voorts te zeggen. Dank op voorhand Meestendeel der liefhehbers, die vinden dat zes werkdagen niet voldoende zijn en er den Zondag bijlappen, vieren maan dag en hebben op 't einde van 't spel min geld in handen dan onze brave werklieden, die den Zondag in eere houden, want zooals het spreekwoord zegt Zondagwerk en verrijkt niet 1 Daarenboven, de wet Gods gebiedt ons den Zondag te eerbiedigen en ons op dien dag van al len arbeid te onthouden. Hoe verzettelijk en is het toch niet, na eene gansche week van lastig werk, 's Zondags, na zijne christelijke plichten te hebben volbracht, de frissche velden met vrouw en kinderen in te wandelen of een eerlijk vermaak te vinden in vriendenkringen Onze Godsdienst gebied den eerbiedt voor den Zondag en zelfs vele ongeloovige en protestant- sche volkeren houden hem in eere. Londen, bij voorbeeld, de hoofdstad van En gland, die de week door zoo woelig is door den handel en de nijverheid, gelijkt des Zondags eene doode stad het zal zelden zelfs gebeuren dat men er rijtuigen langs de straten ziet zoo stipt zijn de Engelschen. Voegen wij hierbij, dat het meestal de schuld is der bazen dat sommige' werklieden 's Zondags werken. Men zegt wel't is onmogelijk van op te houden, maar, hoevelen zouden er niet zijn, indien ze maar wilden, die ook wel zouden kun nen f Baasken Van de Wiele. Paken, gaan wij nu Zondag naar Kermis-Ninove Pie. Jörnen, manekcu. Onzen beoedeb. Waar om zoude Zondag naar Ninove gaan Is er misschien meeting bij den groenen Machiel, op 't kloosterplein PieBelauge niet... Mor d'a garde van Oilst, die er Zon dag op vraag van 't gemeentebestuur een concert gaat geven. Onzen beoedeb. d'A garde, zegde Pie. Wel ja 1 Dat en moet u niet verwonde- reo! Rappeleerde gij u niet dat de liberalen tot Ninove bovengekomen zijn in de laatste ge- meentekiezingen dank aan onze volkspartij Onzen beoedeb. 't Is waar ook Awel, g'kebt gelijk i Gaat er maar naar toe, daarmee zullen de liberalen van Aalst kontent zijn. En daar bij, ne mensch moet toch altijd dankbaar zijn Pie. A la bonheur, daar zegt gét, zie 1 't Is daarom ook dat ik zaterdag der verleden week zoo ne langen artikel geschreven heb over Doktor De Windt, de chef der liberale partie, die maandag begraven is. Onzen beoedeb. Jo, 'k hem da gelezen, mor k geloof dat ge daar den bal misgeslagen hebt... Meneer De Windt was voorzeker een eerlijk en braaf man, van iedereen geacht, een uitstekend geneesheer, maar Pie. Hoe... maar? Onze Beoeder. Da'k wil zeggen, da dicne mensch, alhoewel hij, God dank, gebiecht en be recht geweest is, zoo eenen artikel vol lof niet en verdient in eene gazet die zich nog katholiek noemt. Pie.Katholiek.... Katholiek... 'k En weet niet, maar van tijd tot tijd komen bij u die oü be waardersgedachten nog altijd boven... Ge zit ook nog te veel in de salons en ge ziet hoe gij er mede vaart. Onze Beoêdee. Awel Pie. Zondag verleden nog, als prins Albert hier t'Aalst ingehaald is geweest, en zijt ge alleens niet uitgenoodigd geweest. Moeste gij daarvoor, zoowel als M. Woeste, hem en zijnen papa, den Graaf van Vlaanderen, een zalig nieuwjaar gaan wenschen Baasken Van de Wiele.Paken, zie, Pater Kallen passeert daar. Pie. Ge moet zwijgen, manneken. Baasken Van de Wiele. Zie, zie, Paken, en Menheer den Onderpastoor Ponnet ook. Pie. Ge moogtda niet zien, baasken. Onzen Broeder. Petrus, Petrus waar is toch de tijd, hé, dat hier geen priester of pater voorbijkwam zonder eens binnen te komen en dat wij bij hen zoo hertelijk ontvangen werden Pie. Da's sedert dat gij uwen Merten hebt beginnen te spelen en dat ik u in al uwe dwaashe den heb gevolgd. Onzen Broeder,— 'k En weet niet, ge kunt gij tegenwoordig niets meer als mij beknibbelen en verwijten...'k Geloof, Petrus, dat uw hoofd ver moeid is, dat gij u zoudt moeten uitrusten. Waar om en trekte toch met geheel uwe familie niet voor eenige dagen naar de zee, gelijk gij tot over drij vier jaar gewoon waart te doen Pie. Jo, jo, ge spreekt gij gemakkelijk van naar de zee te gaan, GIJ, maar naar de zee gaan en bijzonderlijk daar verblijven, da kost, zelle. Onzen Broeder. Jomoor, koste da voortijds niet hè Pie. Zeker, zeker, mor sedert is mijne Werkman gevallen, waarmede ikjaarlijks zooveel duizenden franken zuiver geld wou de kalandizie van al wat katholiek was, is achtergebleven Onzen Broeder. Zoo dat ge eindelijk, na 't werkvolk te hebben leeren klagen en ontevre den zijn in hun lot, gij er zelf eindelijk toegekomen zijt van uwen nood te moeten klagen Pie. Halte, zelle, broeder, peizen moogdè dat, maar zeggen niet,... da verbec ik u I Onzen Beoeder. Och God, Pe trus, ons vader zaliger heeft het ons zoo dikwijls gezeid als wij klein waren Kinders, volgt altijd uwe geestelijk heid Hadden wij zijuen raad ge volgd, of liever moest hij weerkomen Over eenige dagen vergaderde de commissie der Vlaamsche Taalwet. Tegenwoordig, buiten de Heeren Juliaan De Vriendt, Coremans, Van- derlinden, Heuvelmans, Van den Broeck, Janssens, die geen deel ma ken van de commissie, M.M. Beer- naert, Woeste, De Lantsheere, Van Cauwenberge, Vandervelde, de Mont- pellier en Lorand. Het verslag, door den heer Van Cauwenberge opgemaakt, wordt met 6 stemmen tegen i (de Montpellier) aangenomen. De wijzigingen, door den Senaat ge stemd, zijn dus door de commissie verworpen, en de wet die de gelijk heid der talen waarborgt, aangeno men. Awel, AI. Petrus, zoudt gc nu nog durven schrijven dat onze mijnheer Woeste tegen het Vlaamsch is BIJ DE socialistische kopstukken. De heer Del- fosse, raadslid van Brussel, gekozen met de medewer king der socialis ten, schrijft het volgende De Kinderen van een der merk waardigste leden van 't socialisme, van een apostel in de schoonste be- teekenis van 't woord, die tot zijn laatsten ademtocht geheel belangloos gewerkt heeft voor de werkende klas, een man wiens naam op alle lippen en in ieder hart leeft, de kinderen van dien man, door alle socialistische ver- eenigingen verlaten, zullem wellicht morgen broodeloos zijn. Die ongelukkigen hebben aan vele machtige socialistische huizen aange klopt, doch werden afgewezen de groo te coöperatieve vereenigingen, die htm bestaan aan den vader te danken hadden, hebben de kinderen met minachting be handeld. Niemand was 't huisdaar is slechts plaats voor de sterken, die met vuisten kunnen spelen... Ik hoop dat het niet noodig en zal wezen aan de socialiste partij de schande aan te doen om eene openba re inschrijvingslijst te openen ten ein de brood te verschaffen aan de kinde ren van den man, die alles heeft opge offerd voor de zaak der kleinen en noodlijdenden. Het zal wel overbodig zijn daar nog iets bij te voegen. De socialistische leiders, kapitalis ten, bestierders van coöperatieve ver eenigingen, leden der Kamer, enz., gebruikeuden onnoozelen werkman om voor hen de kastanjes uit het vuur te halen en zij peuzelen ze op. Wanneer zullen u toch de oogen eens opengaan, arme bedrogene werk lieden, 599

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Volksstem | 1897 | | pagina 1