IWEIN VAN AALST. 1 3' JAAR If 137. VOLKSPARLEMENT. BUG QpJ ZATERDAG 21AUGUSTI1897. Bureel Leopoldstraat, i 9, Aalst De christene Demokraten. Abonnementen. D' Is. Bauwens. KERKELIJK NIEUWS. Een socialistische staat. De graanoogst. ln ,ver- WiBOM Een abonnement voor gansch België, franco te huis, kost 2,50 per jaar. Voor Europa en de andere werelddeelen 4,50. Alle brief wisselingen moeten ons voor woensdag middag besteld zijn Pakken en brieven moeten vrachtvrij toegezonden worden. Ongetee- kende brieven worden geweigerd. Aankondigingen 15 centiemen den regeldikwijls te herhalen 10 centm Verzekerde ruchtbaarheid. Ten Bureele der Volksstem gelast men zich met alle slach van druk werken, zooals doodbeeldekens, rouwbrieven, facturen, kerkwerk, enz., aan zeer lage prijzen. Schoone keus van schoc .gerief voor scholen, kloosters en pensionnaten. Op aanvraag onmiddelijk te verkrijgen alle soorten van leesboeken, enz. Voor prijsboeken vrage men den cataloog. Al onze trouwe Lezers zullen ons Bureel indachtig zijn. Groote verontweerdiging heerscht er, heel 't land door, tegen de zoogezegde christene demokraten. Men kent den strengen maatregel, die Z. H. de Bisschop van Gent tegen den aanleider der demokraten genomen heeft. Verre van 't woord der Geestelijke Overheid met eerbied te aanhoo- ren, verre van het met onderwerping te ontvangen, zijn zij woedend tegen den Bisschop van Gent opgesprongen. Al hunne gazetten, Land vanAelstRecht, DawV,varen tegen de beslissing van Z. Hoogwaardigheid uit. 't Recht van Zomergem durft schrijven dat die straf on verdiend is, dat de Bisschop van Gent hem laat uitkoopen, dat hij niet handelt uit belang voor de religie ja, 't Recht durft zeggen wij echten weinig belang aan 't geen er ge beurd is. Is het nietschroomehjk zulke dingen te durven schrijven Is dit niet spotten met uwe Geestelijke Over heid, durven zeggen dat 't woord van uwen Bisschop u on verschillig laat, dat gij het u niet aantrekt Schande Schande En die mannen dragen den naam van christene de mokraten Wat huichelarij De Bien Public, 't orgaan van het Bisdom van Gent, spre kende over de houding dier christene demokraten schrijft het volgende Zulke verachtelijke handelwijs is een erg voorteeken niet voor de Katholieke zaak, maar voor die ongelukki' gen, die deze maal opentlijk bet teeken geven van op- stand tegen de geestelijke overheid. c Hunne christene demokratie heeft geene reden meer van te bestaan op haar eigen. Door hare strekking, door haren haat verschilt ze niet van 't socialismus en weldra zal zij tot socialismus overslaan. Achteruit die huichelaars, die met de Encycliek op hun hert loopen, die gebedekens uitdeelen, die gedurig op God Almachtig roepen en de eerste van hunne plichten niet kwijten: den eerbied en de onderwerping aan hunne Geeste lijke Overheid Een abonnement op De Volksstem van nu tot 31 December kost slechts f,00 fr.de Vrien den zijn verzocht het voorts te zeggen. Dat elk zijn devoiren eens doe om al ware 't maar éen enkel lezerken bij te krijgen en ons getal ware verdubbeld. Allo, Vrienden, aan 't werk 1 GESCHIEDKUNDIG VERHAAL DOOR Deze aanspraak deed de toegevloeide menigte in geestdrift ontbranden. Thans legden de schepenen van Brugge den eed van getrouwheid af, hierin nagevolgd door de overheid van Gent en die van veel andere steden. Wanneer het de beurt was der kanunnikken van St- Donaas' kapittel om hulde te bewijzen, deed de proost in eene lange redevoering hunne verknochtheid aan het gra felijk stamhuis uitschijnen. Dirk nam de kanunnikken en vervolgens de andere geestelijken in plicht en eede en zwoer zelf op St-Donaas' fierter aller voorrechten on gekrenkt te behouden. Op dit oogenblik knielden Iwein en Daniël vóór den vorst. Wilt ge mijn man worden? vroeg Dirk naar de gebruikelijke wijze. Ik wil i klonk het antwoord. Dan legden beide ridders beurtelings hunne handen in die des graafs en werden door dezen gekust. Derwijze werden vele adellieden onder eede gehoord. Op hunne beurt naderden ettelijke bezitters van eed- piichtige leenen en zegden Ik zweer U, graaf Dirk, getrouw te blijven en de U gedane hulde, in volle recht zinnigheid, ongeschonden te behouden. Om ze met een leen te verleien, raakte hen Dirk met eene kleine roede. De plechtigheden op het Zand waren ten einde. Dirk wilde bij het in handen nemen der bewindteu gels, genade schenken aan allen die met den moord van Karei den Goede beticht werden en sprak Ridders, poorters, de eerste uitoetening van mijn landsheerlijk ge- Vier. Stien mensch, 't is nen algemeenen sofkepó om uit de zonne te zijn. Stien. Zwijgt, kozijn 't is buiten alzoo heet als nen bluschtobben. Vien. 't Is 't sozoen, wa wilt g'er aan doen, alles komt op zijnen tijd gelijk de mespelen. Stien. De menschen klappen daarmee altijd aan, Vien, en 't heeft zijnen goeien kant aan, 's wij lens en zeggen ze geen kwaad van d'ander. In 't begin en was er wel geen zonne te zien van ge heel 't sezoen. Vien. 't Is waar ook, 'k heb u ten zelfs nog ne keer al lachende gezeid, da'k geloofde dat er aan de zonne moest gerepareerd worden. Stien. Ik rappeleer het mij nog, kozijn, en in alle geval, hebben z'-er moeten ne lap op zetten, want alles gaat toch ne keer den bast af, 't is toch van zijn meester gedaan, want na geeft ze werom hitte met de macht, zelle. Vien. Da moet ginder nog wel een geheel be stuur zijn, kozijn, op die paroche, waar dat ze de zonne stoken. Stien. Ai Heere, kozijn, en laat ons daar nie van klappen, ge zoudt mogen een verstand hebben al zoo groot als die verhuiswagen die ge aan 't klein Kollegie zien staan hebt, ge kwaaml nog te kort. Vien. De wereld, kozijn, de natuur, dat is komilfo, da gaat en da komt op zijnen toer gelijk de peerdekes en de koetskes van ne peerdekes- meulen, dat de menschen zoo recht op hunnen chefdefil bleven, maar, och Heere Stien. Uw woorden, kozijn, zijn perkament, hedde d'ikstorie al gelezen van da stekelverken, dat de groote spaan- sche minister omver geschoten heeft d'ander week Vien. Wa ramenant toch en 't is allemaal van da volk dat naar de kerk niet meer en gaat Stien. Watten I naar de kerk gaan I ne so cialist van d'ergste soort, een plodde van ue kadé geheel zeker, die in de kavitjes van d'herbergen zat in de plaats van in de kerk. Vien. 't En kan nie anders als de vrees van God uit de mensch is, wordt hij slechter en koleeriger als nen olifant mee een strooiken zijn tromp, kozijn. Stien. Ge zegget wel, 't is azoo. Vien. Maar kozijn, voor wie moet g'u inhou den, als ge nie meer en gelooft Stien. Zonder godsdienst, kozijn, is 't de renuwatie, en de wereld een poermagazijn. Mee één steksken Vien. 'k Geloof 't welWaarom, Stien, heeft ons volk altijd zoo wel geweest en zoo strabant en overal gerespekteert, als omdat 't christelijk was en voor zijn religie en 't geestelijk Stien. Jommer zeker, en opkloppen, en hun tanden laten zien en gevochten voor 't goed als 't er op aan kwam dat 't er stoof gelijk in nen eerde- weg. Vlen. 't Geen dagge zegt, kozijn, is kronik, 't staat in de boeken, 't en kan niet falen. Stlen. En die onnoozel plattekeesmannen van donchisten, die de menschen mee al hun teorie en pottekarie van de religie aftrekken en ze 'tbergs- ken af helpen, en uitvallen tegen de priesters, alles slecht vinden en zelf niet doen, als maar altijd meetingen geven, en op stoelen staan en liekes zingen van die droeve volkspartij, maar zulke din gen allemaal en vullen den buik niet of de zakken. Vien. Azoo is 't spreekwoord, kozijn, woor den en zijn geen oorden. Stien. Als ze wel weten wat ze doen, wa moeten die mannen peizen als z'een berechting zien Vien. En da ne mensch zegt, 't kan alle da gen mijnen toer zijn. Stien. En weten dat g'in opstand leeft togen de paus en de bisschoppen, en toch maar altijd voort naar de komploete schisma I Tien. Zeker, kozijn, en van schisma komt schismatiek, en wat zijn schismatieken Stien. Kozijn, ik en wil da pak nog op mijn consciencie of rekening niet, ai staken ze mijn hart vol dekoraties van eerste klas. Vien.En't is pertan daarvoor da't gedaan wordt, Stien, voor de gloria mondi en de koppig heid en nie kunnen zeggen, 'k ben mis, ik leg den duim. Stien. En azoo loopt hem dat moedwillig steendood de kop in I Vien. 't Zijn labirenten, mensch, en een ma- likse als dat over een huis komt. Stien. En wij en zien daar nog 't einde nie af. Ons Heer weet wat daar nog allemaal zal van komen. Vien. Mor zie ne keer, wie dat daar op ons komt afgeloopen I Stien. 't Is onzen oudsten, kozijn, met zijn prijzen, want 't heelt prijsdeeling geweest hij komt van zijn tantjen, hij heeft zijn prijzen weest laten zien 1 Vien. Ge weet wel hoe da kinderen zijn. Stien. Ah Jefken, zijt ge daar al, manne ken Jefken. Ja, Vader, 'k heb bij tantjen ge weest. Vien. Eb dat is wel, zelle, azoo een vracht boeken I dat en had ik van u niet gepeisd, zelle, Jefken, jommer jommer!... Hij is zeker geheel en gansch van d'eerste, kozijn 1 Stien. Zeker, zeker, den tweeden van alle maal, en 't naaste jaar den eersten, eh Jefken Jefken. Vader, ik heb van tantjen nen hal ven frank gekregen voor allemaal mijn prijzen. Stien. Dat is toch wel een braaf tantje dagge hebt i Vien. Ik ga hem toch ook iet geven, zellë, om hem azoo geweerd t'hebben. Daar zie, dat is voor u zelle, Jefken. Stien. Wa zegde dè, manneken Jefken. Danke, kozijn Vien. Vader, gaan wij nu naar huis Stien. Ja, kom, wij gaan voort. Alia, kozijn Vien, tot later, als 't God belieft. Vien. Ja, kozijn, dagge wel t'huis komten ziet dagge uwe prijzen niet en laat vallen, zelle, Jefken. Jefken. Neen ik, kozijn Vien. DAGWIJZER. Zondag 22 Augnsti. H. Joachim, vader der H. Maagd Maria. 't Evangelie van den doofstomme, dien Jesus genas. Hij haalde hem van onder 't volk, en stak zijne vingeren in zijne ooren, en raakte zijne tong met speeksel, zag naar den hemel, zuchtte en zei- de Ephpheta, dat is, gaat open. En seffens wa ren zijne oogen geopend, en de band van zijne tong was los, en hij sprak goed. En hij verbood hun,dat zij bet aan niemand mochten zeggen. Maar hoe meer hij het hun verbood, hoe meer zij het verkon digden, en hoe meer zij 't bewonderden, zeggende Hij heeft alles wel gedaan, dooven heeft hij doen hooren en stommen doen spreken. Maandag 23. H. Philippus Benitius. Dijnsdag 24. 'H. Bartholomeus, apostel. Woensdag 25. H. Ludovicus, Koning van Frankrijk. Donderdag 26. H. Alexander, soldaat. Vrijdag 27. H. Joseph Calasanctius. Zaterdag 28, H. Augustinus. l'i'icstei'lijke benoemingen. M. Vercauteren, bestuurder der Broeders van Liefde (Rooygem) te Gent, is benoemd tot bestuurder der Zusters Marikollen, te Dendermonde M. De Cuyper, leeraar te Eecloo, is benoemd tot bestuurder der Zusters van O. L. Vrouw Presentatie (Gees telijk Hof) te Beveren. Als het socialismus zal in voege zijn, zal de wereld in een waar para dijs herschapen worden. Geene ar men of rijken meer, alleman gelijk, iedereen mijnheer en madame. Concur rentie, nijd en afgunst zullen er niet meer bestaan onder de menschen, overal zal er vrede, eendracht en broederlijkheid heerschen, zoo ten minste zeggen de socialisten. Of het in derdaad waarlijk zoo schoon zal zijn daar valt nijg aan te twijfelen. In Australië heeft men eene proef van socialismus of communismus ge legd. In 1893 stemden de Kamers eene wet die aan elk dorp toeliet zich op socialiste wijze in te richten. Al de mans van ééne en dezelfde gemeente maakten te zamen een syndicaat uit elk kreeg een perceel land van 64 hec taren, en ontving van den staat eene som van 1250 fr. in leen. aan 't hoofd van ieder dorp stond een raad van 3 leden, die door 't algemeen stemrecht aangewezen werden. Die gemeente raad was almachtig en bestierde alles: hij wees iedereen zijne bezigheden aan, stelde vast hoelang men werken moest, kocht en verdeelde 't gereed schap, de levensmiddelen, de kleede ren, enz. Niemand werkte voor zijnen eigen zak, maar allen voor den staat. Als vergelding voor 't afgelegd werk kreeg men bons of kaartjes, die men wekelijks kon verwisselen tegen eet waren, kleerstoffen, medecijnen, enz. Het getal kaartjes, die men ontving, werd berekend, niets volgens den duur en de weerde van 't werk, maar vol gens de samenstelling van ieder huis gezin; veel personen, veel bons. Lui aards en dronkaards werden door den gemeenteraad uitgesloten. Persoon lijke eigendom bestond er niet meer, alles behoorde aan den Staat. De eerste vertien dagen gingen de zaken wonderwel, 't was eene geduri ge kermis maar helaas 't en duurde niet lang. De som van 1250 fr., die 't Bestuur aan iederen manspersoon toekende, scheen te klein, ze vroegen 2500 fr. en kort nadien 3750 fr. na weinigen tijd was de gemeentekas uit geput, en dan kwam de kat op de koord. Ruzie met den gemeenteraad, die. niet wilde of niet kon geven, en ruzie van de families onder malkan der, die de eene jaloersch waren van de anderen, alle dagen werd er ge vochten dat er het haar uitstoofnie mand wilde meer werken iedereen vond dat hij te veel moest werken en te weinig trok. Na 18 maand volgens 't nieuw stelsel geleefd te hebben, liepen zij allen te gelijk, van de vier hoeken van 't land, naar de Kamers om de oude inrichting terug te vragen, met persoonlijken eigendom en persoonlij ke winsten. En zoo viel die socialis tische Staat, die overal geluk en wel vaart brengen moest, en die helaas iedereen ongelukkig en mistevreden maakte. O o scheidene landen is hij mislukt. In de vlakte van den Donau is hij bitter slecht, en Rus land voorziet dat er graan zal te kort zijn. Daarom is 't russisch betsuur van zin den uitvoer van granen naar den vreemde te verbieden. Een ge volg daarvan zal opslag zijn van het graan bij ons. Boerkens, opgepast dan, niet te haastig zijn om te ver- koopen. In sommige steden slaat het v

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Volksstem | 1897 | | pagina 1