IWEIN VAN AALST. 3' JAAR N' 139. ten. m I ZATERDAG 4 SEPTEMBER 1897. VOLKSPARLEMENT, BureelLeopoldstraat, 19, Aalst DE ZONDAGRUST. D' Is. Bauwens. Niets gaat verloren. HET GEWETEN. Een abonnement voor gansch Belgiëfranco te huishost 2,50 per jaar. Voor Europa en de andere werelddeelen 4,50. Alle brief wisselingen moeten ons voor woensdag middag besteld zijn Pakken en brieven moeten vrachtvrij toegezonden worden. Ongetee- kende brieven worden geweigerd. Aankondigingen 15 centiemen den regeldikwijls te herhalen 10 cenlm Verzekerde ruchtbaarheid. Ten Bureele der Volksstem gelast men zich met alle slach van druk- werken, zooals doodbeeldekens, rouwbrieven, facturen, kerkwerk, enz., aan zeer lage prijzen. Schóone keus van schoc gerief voor scholen, kloosters en pensionnaten. Op aanvraag onmiddelijk te verkrijgen allo soorten van leesboeken, enz. Voor prijsboeken vrage men den cataloog. Al onze trouwe Lezers zullen ons Bureel indachtig zijn. De boog mag niet altijd gespannen staan, zegt het spreek woord. Als de boog altijd gespannen staat, verliest hij zijne kracht en zijne weerde. Hetgeen waar is van den boog, is ook waar van den mensch en zijn werk. De mensch kan niet gedurig werken, hij heeft van tijd tot tijd rust noodig. Het was daarom dat God aan de Joden gebood den zeven den dag op te houden van te werken het is daarom dat de H. Kerk, geleid door den H. Geest, ook blijft voorhouden dat men den zevenden dag rusten zal. Ja, alzoo is het de mensch heeft rust noodig van tijd tot tijd, maar in zijne dwaasheid zou hij ze niet altijd ne men, en daarom maakt God in zijne wijsheid er een gebod van. De mannen van de Fransche Revolutie wilden wijzer zijn dan God en in plaats van alle zeven dagen eenen rustdag teverleenen, zouden zij er alle tien dagen eenen geven. Maar 't duurde niet lang. De nijverheid, onder voorwendsel van meer en goedkoo- per te kunnen voortbrengen, deed hare mekanieken ook des Zondaags gaan. En de goddeloosheid, onder al hare vormen, liberalismus en socialisterijjuichte toe en hitste aan. Maar zie, diezelfde goddeloosheid, het socialism, komt thans de Kerk gelijk te geven en nu gevoelt zij zich genoodzaakt we der in te brengen wat zij heeft afgeschaft. En hoe zal de werkman den Zondag overbrengen De eerste plicht van den christen mensch is op dien dag naar de mis te gaan. Het is niet te veel, als men geheel de week gewerkt heeft voor 't lichaam, dat men des Zondags eens denke aan zijne ziel. De mensch heeft toch zooveel noodig waarom des Zondags zijnen nood niet geklaagd aan God Het is nutteloos gewerkt als God het werk niet zegent. Waarom des Zondags den zegen van God over het werk niet afgesmeekt? Maar, als men God vereerd heeft, blijft er nog veel tijd over. Wat daarmeê gedaan Geheel de week zit gij binnen in de slechte, bedorvene lucht der fabriek. Waarom des Zondags niet eens goed lucht geschept Ik zie geern, den Zondag, den braven man die zijnen dag rust zoo wel verdiend heeft, langs veld en bosschen wandelen gaan met zijne proper gekleede vrouw en huppelende kinderen. Het is onder den blauwen Hemel GESCHIEDKUNDIG VERHAAL DOOR De Aalstersche burchtheer zou voor die daad boe ten, zwoer hij, en de veroverde keizerlijke stad eerlang genade afsmeeken of in asch gelegd worden. Lodewijk de Dikke bestookte Rijsel, waar Dirk zich verschanst had. De Fransche vorst hoopte de stad zonder slag of stoot, bij verraad, te kunnen innemen en koes terde in allen gevalle de overtuiging, dat hij er, des noods, met geweld van wapenen zou inrukken. De Rij- selaars echter, wien Dirk moed instortte en vertrouwen inboezemde, waren niet om te koopen. Zij wezen Lode- wijks voorstellen met verontwaardiging van de hand bij het kloeke antwoordMet graaf Dirk willen wij leven en sterven (1) De Franschen liepen tegen de vestingen storm, doch Rijsel was zóo goed in 't geweer, zijne wallen en borstweringen waren zóo duchtig bekleed, dat de aanval werd afgeslagen. De verbolgen Lodewijk zou andermaal de bolwerken bespringen, doch werd on verwachts genoodzaakt het beleg op te breken. Waarom? Wel Hendrik I, met wien Dirk, op Iwein's raad, een aanvallend en verdedigend verbond had aangegaan, was met een machtig leger in Champagne gevallen. Lodewijk toog, in aller ijl, naar Frankrijk om de Engelschen te be letten zijn eigen land te veroveren. Rijsel was ontzet. Dirk nam deze plaatselijke op- schorsing der vijandelijkheden te baat om naar Lorreinen en Elzas te rennen, en er groote oorlogsbenden aan te werven. Dan nam hij krijgsvolk, vooral uit Axel, Bou- chaute en het Land van Waas, in dienst en trok te velde. van den goeden God en langs de groene akkers, wemelend van lust en leven, dat gij met de fris- sche lucht, de gezondheid inademt, die de kracht is van de ziel zoowel als van het lichaam. Dit belet zeker niet van de vrienden eens gaan te vinden in eene treffelijke herberg, om er een smakelijk pintje te drinken of een partij ken te bollen of te kaarten. Oh mocht elke werkman dat begrijpen Wat geluk voor hem, zijne vrouw en zijne kinderen Jefken. (1) Cum illo se yivere, cum illo se mori decrevisse. Vgl. Gal- bertus. Vien. Azoo is er altijd iemand iu 't verdriet, niet waar kozijn Stien. Och Heere wa wilt g'er aan doen, mensch, 't is azoo dammen onzen he mel verdienen. sySLT Vien. 't Is waar, nu is 't d'expositie van Brussel die in de grond geboord wordt, en de menschen die er hun schoon censkens ingestoken hebben... Stien. Wa zegde daar, kozijn van d'exposi tie dat ze... Vien. Dat z'heur kosten nie en zal dekken, zeggen ze... Stien. 'k Meende dat alles zoo goed ging, 't was kramik wierd er gezeid, en 'k heb geheel ze ker in de gazet gelezen dat de kaartjesgever van d'expositie al over de twee millioen kaartjes gege ven had. Vien. Jo, 't is toch verloren gegeven kozijn, den defo ligt hier, en ik hoor dagget nog nie en weet, dat de donchisten naar d'expositie nie en willen gaan. Stien. z'En kunnen nie verdragen, da volk, dat iemand zijn brooiken wint, maar wa willen ze daar na mee, wa schillen hun die menschen van Brussel Vien. Luistert, kozijn, ik weet iet, en 'k zal 't u zeggen, g'en zult het toch nog nie... Stien. Neen ik, kozijn, zijt gerust, ne klap per en ben ik niet. Vien. Awel, luistert, kozijn, er is orde geko men voor de donchisten, dat z'hun centen moeten sparen, en dat hun kopstukken 't Aelst gaan een expositie oprichten, verstaade mij Stien. Compri, kozijn, en waar ieverst eh Vien. In d'ou vischmijn, kozijn, en daar een betjen in 't ronde ze zijn bezig mee al de groene antikiteiten bijeen te trommelen om ze te zien te zetten, ja, ja, geheel 't land door, als 't ik u zeg. Stien. Kozijn, weet g'er nog iet af, want ne mensch is krieus wa zou daar azoo allemaal te zien zijn, peisde? Vien. Als g'er eerlijk niets en zoudt... Stien. 'k En zal u nie beklappen, kozijn, zijt gerust. Ge zoudt zeggen waar dagger allemaal aangeraakt. Vien. Aan den antré, kozijn, zal 't kasken staan, voor de verwijtpennink, maar dat is liebere- maan zelle, kozijn. Stien. g'En zijt niet veroblegeert, kozijn, van... Vien. Neeg, kozijn. Pië zal daar met de kaartjes staan, om te zien of mijnheer Woeste, of 't geestelijk oi ander nie binnen en komen, want voor de die eu is 't geeu expositie. Stien. Ge zoudt toch zeggen wat dat die mannen van zin zijn I Vien. En Pië staat daar, jommer 't is krieus zelle, meê een broek van aaneengeplakte gazetten van 't Land van Aelst en een geléé van de Werkman en zijnen hoed, een buis van de laatste kiezingen, vol doodbeeldekens gestoken. Stien. Heere, da moeten wij toch zien, als 't God belieft. Vien. En aan zijn voeten, kozijn, da paar botten dat hij sedert vijf jaar aan de katholieken vaagt. Stien. Eh dat alleen is zijn vijf eens weerd en dat is van buiten te zien Vien. Zeker kozijn, en nog al. Buiten op den treater speelt er een muziek op groen uitgeslegen extrementeu, d'een scheurmarscb achter d'ander. Stien. Jongens toch, da gaat daar een leven en een lawijt zijn Vien. En 't eerste kozijn, waar dagge daar zult binnen komen, is eeu potreteerkotjen, waar dat 't potret hangt van Eië van ais bij nog katho liek was, en daar smijten er gedurig zonder ophou den twee hevige donchisten naar mee smoutbollen en groenkoeken, hebt gij 't weg. Stien. Lieven hemel 1 dat is een aardige ex positie 1 Vien. En daarachter, kozijn, komde in een zaal waar dat ai 't oud porcelein staat van Hero des en Caïphas, en geheel die zaal is behangen met't Land van Aelst en met de Werkman en daar in een hoeksken, op een trééken, zitten twee gebroeders op een muilextrementjen varia- cies te spelen op't aireken wie, wie, wie?... En in die zaal en moogt ge geen woordeken spreken of naar niemand nie wijzen. Stien. Ge moogt toch peizen, kozijn Vien. Ge ziet wel dat 't de moeite weerd is, niewoor I En er is daar ne restaurant ook, kozijn, waar dat z'alle uren een meeting geven, en den drank is er bekanst voor niet, en al dagge kunt peizen bitteren om groea te zien, flauwe zeever op flesschen, genever op groene puitekoppen goed te gen de gal ie en de koleere. Stien. Alia, iet da gezond is, kozijn, en da ne mensch gerust laat. Vien. En als g'het allemaal wilt zien, kozijn, zoude wel teu minste twee keeren moeten gaan. Den held van Somerghem staat daar ook mee een baraksken, verkleed in nen herkul en en kunsten- doender. Hij probeert twee bisdommen op te hef fen, en verders schameteert hij met drij notas, éen uit Brugge, en twee uit Gent. Stien. Waar hebben z'het allemaal uitge zocht Vien. Eu de helden van Denderleeuw eu Den- derhoutem loopen rond mee een krieuseté op hun ne rugge, een soort van een halve beestebarak, waar dagge van alles in ziet, naargemaakte spina- gie, getemde stokvisch, ne groenen olifant, en pin kers van muggenen. Stien. Heere Dominus, wie kan 't blijven onthouden Vien. En dan nog nen hoogen toren, kozijn, waar dat ze nu aan bezig zijn, geheel en gansch gemaakt van mosselschelpen, met de kopstukken op van de valsche volkspartij, en in eens 't zakt in een, met een lawijt en een gedruis, en 't ligt daar allemaal, och erremen en er komt ne straatva- ger, en hij neemt geheel den boel op mee zijn schup, en hij laadt het op zijn kerre, en hij is er mee weg en g'en hoort er niemeer af. Stien. 't Zal azoo komen ook. Vien. En nog veel andere dingen, mannen met coco, waarzeggers, leerkestrekkers, mannen mee anker en zonno, 'k zal 't u op nen anderen keer voortvertellen. Stien. Zie, 'k ga express ne keer langs de vischmerkt over, om te zien hoever dat z'al getem- merd zijn. Soort met soort en duivels met koolbranders,zoo luidt bet spreekwoord in Vlaanderen, en spreek woorden zeggen doorgaans de waarheid. Zoo leert de ondervinding, dat deugnieten zoo gauw op mal kander botsen en gemakkelijk kennen en verstaan. Nochtans in de natuurwereld grijpt dikwerf bet tegenovergestelde plaats. Wat is er geringer in de oogen van meest al de menschen dan de vuilnisboopen in de straten Ie dereen verlangt om er van verlost te zijn, al wat de groote menschen en de kinders te veel hebben moet naar den vuilnisbak. Daar komt men van al les tegen. Hier een stuk van een versleten hoed, onder wiens kobbe zooveel gedachten geleefd heb ben, daar een blikken doos, wier ingelegde spijs is uitgehaald geworden, verder, tusscben afval vau groensel, appel- en peerschel- len, daarnevens een hoop mosselschel pen en haringkoppen. Wie weet van waar de wezens al gekomen ziju om te eindigen op eeneu vuilnisbak Eindigen, zeg ik, neen maar opnieuw begiuuen. Trouwens wat gewordt er van den afval onzer keuken eu de vuil nissen onzer buizen en straten In Amerika te Philadelphie bestaat de American Inkinerating Company. Daar worden de vuilnissen naartoe ge daan en gegoten in vaten of ketels van 7 tot 8000 kilo inhoud. Die ketels slui ten waterdicht en men jaagt er, gedu rende 6 of 7 uren, stoom in die de warm te tot 140 graden brengt. De vaste stof scheidt van de vetach- tige stof de eerste wordt onder de pers geleid en geeft nog het overige der vette stof, die bij de andere gevoegd wordt. De koeken, die van onder de pers ko men, worden gemalen en dienen als land vette van eerste boedanigheid. De vette stof wordt gescheiden van bet water dat er mede gemengeld is. Dit water is geheel zuiver eu vrij vau levelingen de vette stof wordt iu ton nen gedaan en verzonden naar Ham burg waar men er pommade, reukzeep, en andere vertoiselmiddels van maakt I Waar haalt de mensch bet toch uit De straatvuilnis doen dienen om ons te wasscben, zuiveren en schoon te ma ken De fabriek van Philadelphia ver werkt dagelijks 45,000 kilos, zij is ver licht door 300 elektrieke lampen en be zit een stoomtuig van 75 peerdenkracht Zij blinkt daarenboven van netheid. In Engeland dienen de straatvuilnis sen als brandstof om de ketels der stoomtuigen te heeten die de dynamos in gang stellen en alzoo de electriciteit doen ontstaan. De straten van Sou thampton zijn met electriek licht, al zoo voortgebracht, reeds sedert ver scheidene jaren verlicht. Evenzoo gaat het te Manchester. Het geweten, de consciëntie. Hoe wonder is de kracht van 't geweten Voor den mensch die braaf is en wel doet is de stem van 't geweten vrede, troost, aanmoedi ging, rust, voldoeningVoor dezen die kwaad doet, en weet dat hij kwaad doet, is het geweten een worm die knaagt, een priem die steekt, eene stem die verwijt, een slang die 't hert opeet. Als 't geweten niet gerust is, 't staat op 't gezicht te lezen de fris- sche kleur gaat weg, de wangen vallen in, men wordt bleek en mager en de broek begint te slodderen, 't Beste is dan op de borst kloppen, zijnen mea culpa doen, zeggen, ik heb mis ge weest, en van gedrag veranderen. Mgr Turinaz, een godvruchtige'en geleerde Bisschop, drukte zijn mis trouwen uit tegen de christene demo cratie en den gevaarlijken weg dien zij inslaat. Zij is te weinig christen en te veel demokraat, verklaarde hij, en brengt alzoo het volk naar het socia- alismus en van de kerk af. M. De Curtins, die vele goede ge dachten heeft, maar andere ook, nam het woord en meende eens Mgr Turi naz den mond te stoppen, met te ko men verklaren dat hij het veel beter wist en dat Leo XIII die christene de mocratie goedkeurde. En weet gij wat de Bisschop hem antwoordde De christene democraten mogen zoo weinig staat maken op de goed keuring van Leo XIII, zoo weinig, dat de Paus onlangs, drie Fransche

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Volksstem | 1897 | | pagina 1