IWEIN VAN AALST. <§bh 3' JAAR K 143. ZATERDAG 2 OCTOBER 1897 1 BureelLeopoulstraat19, Aalst D' Is. Bauwens. DOOD VAN MGR Dü RÖUSSEAÜX, BISSCHOP VAN DOORNIK. Op Chipka. VRAAGT De christene volkspartij toten} =swv Een abonnement voor gansch Belgiëfranco te huis, kost 2,50 per jaar. Voor Europa en de andere werelddeelen 4,50. Alle brief wisselingen moeten ons voor woensdag middag besteld zijn Pakken en brieven moeten vrachtvrij toegezonden worden. Ongetee- kende brieven worden geweigerd. Aankondigingen 15 centiemen den regel dikwijls te herhalen 10 centm Verzekerde ruchtbaarheid. Ten Bureele der Volksstem gelast men zich met alle slach van druk werken, zooals doodbeeldekens, rouwbrieven, facturen, kerkwerK, enz., aan zeer lage prijzen. Schoone keus van schoc«gerief voor scno kloosters en pensionnaten. Op aanvraag onmiddelijk te verkrijgen a soorten van leesboeken, enz. Voor prijsboeken vrage men den cataloog. Al onze trouwe Lezers zullen ons Bureel indachtig zijn. Nu, op 't einde der vakantie denken de ouders welke school zij te verkiezen hebben voor hunne kinderen. Gewichtige zaak Ouders, opgepast met de liberale scholen, die gelijk An- seelezelf zegt, kweekscholen van socialisten zijn. Opgepast, wilt gij u en uwe kinderen niet ongelukkig maken I Willem Verspeyen, hoofdopsteller van Le Bien Public, schreef Het onderwijs is gelijk de petrol de eerlijke man on derhoudt er mede zijne lamp de helleveegen der Parijsche omwenteling staken er de schoonste gebouwen mede in brand. Een protestansche dominé schreef aan eene Amerikaan- sche gazet De opvoeding zonder Godsdienst verandert de men- schen in duivelen, en de schelmstukken vermenigvuldigen bijzonderlijk daar waar die soort van scholen bestaan. Putkamer, minister van Pruisen, zei in volle Kamers ten jare 1879 Ik aanzie den invloed der Kerk over de school als een noodzakelijken hefboom in de opvoeding en de Kerk heeft een onbetwistbaar recht van medewerking in de school. De protestantsche minister Guizot in de Fransche Kamer: De verstandelijke ontwikkeling,op haar eigen genomen en van de zedelijke en godsdienstige ontwikkeling afge scheiden, wordt eene bron van hoogmoed,van wederspannig- heid, van ikzucht, en diensvolgens van gevaren voor de maatschappij. Hetbeteekent weinig als een geestelijke een uur of twee per week in de school doorbrengt; de luchtkring zelf der school moet godsdienstig zijn. De Engelsche minister Richardson Het voornaamste doelwit der opvoeding moet zijn, dat zij leeren met juistheid redeneeren, de driften overwinnen en de deugd oefenen. GESCHIEDKUNDIG VERHAAL DOOR Luister. Twee maanden geleden, kwam in dit kas teel een minnezanger, Ludovic geheeten. Zijne begeeste rende liederen, aardige sproken en hoffelijkheid bevielen Rambold en Isaac Folket. Het werd hem toegestaan hier eenige dagen te verblijven. Van stonden aan bemerkte ik, dat hij eene gunstige gelegenheid beloerde om mij aan te spreken. Het bloek mij ook, dat hij in den om trek der kerkers waarde. Op zekeren dag slaagde hij er in mij te ontmoeten. Hij had, zegde hij mij, uwen ker ker ontdekt, bad en smeekte me met hem uwe redding te willen bewerken. Ik weigerde gladweg. Ontmoedigd, verliet hij dezen burcht om het land rond te zwerven. Voor een paar dagen was ik heel verwonderd hem hier terug te zien. Hij drong andermaal op uwe verlossing aan. Ik bleef onverbiddelijk. Hij poogde met eene gou den net te visschen, beloofde me geld met hoopen. Dat was verkeerd gehandeld. Ik ben immers voor niets om te koopen... Dat ondervond dit tusschen haakjes gezegd gisteren een zonderling ventje, dat ik hier tegen kwam. Het was een misbakken mannetje, zoo scheef als eene krab, maar vlug te been. Die dwerg Ivo is zijn naam stelde me voor u te redden. Diedaart zou er eene behulpzame hand toe bieden. Op eene voorwaarde evenwel ge moest u bij eed verbinden eene groote som gelds te verdeelen onder hem, Diedaart en mij. Ik wees het voorstel van den arglistigen vos van de hand en...» Laat dien Ivo onverlet, Heinbert, viel Lauretta den cipier ongedurig in de rede en vertel me verder hoe het afliep met dien Ludovic. Mijne langdradigheid tergt uw ongeduld. Dat is verstaanbaar,., Rn treed ter zake... Ludovic wist me, Laurentie De maatschappij moet door de godsdienstige opvoeding der jeugd herschapen worden, of zij zal met al hare voordeelen in den afgrond eener barbaarschheid verzinken, Monier Eene der grootste rampen voor de maat schappij is dat het onderwijs zonder den Gods dienst wordt verspreid. Graaf d'Arco-Zunieberg Beter geene scholen, dan scholen waar de kinderen in gevaar zijn hun geloof te verliezen. Aan de ouders, die hunne kinderen in de on godsdienstigheid laten opgroeien mag men dit woord van het H. Schrift toesturen Gij hebt den glans van uwen roem bevlekt, onteerd gij hebt de gramschap van God op uwe kinderen getrokken en zijne straffen op uwe uit zinnigheid doen nederdalen. (Eccl. 47). Bartholomeus. Het belgisch episcopaat heeft een on herstelbaar verlies geleden in den persoon van Z. H. Mgr Du Rousseaux, bisschop van Doornik, Donderdag morgend in dén Heer ontslapen na eene ziekte, die hem sedert eenigen tijd aan het lijdensbed ge kluisterd hield. Z. H. Mgr. Isidoor Jozef Du Rousseaux, bisschop van Doornik, huisprelaat van Zij ne Heiligheid, eere-kanunnik der metro- politaansche kerk van Mechelen, officier der Leopoldsorde, werd geboren te Hal op 19 Januari 1826. Hij was 96e bisschop van het bisdom Doornik, dat in de IV0 eeuw door eene bulle van paus Pius VII tot stand kwam. Hij was bestuurder van het seminarie van Mechelen, toen de Paus besloot, het bisdom van Doornik te voorzien van eenen apostolieken beheerder. Bij decreet van 22 November 1879 viel de keus van den H. Vader op Mgr. Du Rousseaux die den 14 Meert 1880 te Me chelen werd gewijd en bij breve van 12 November daaropvolgende, ten bepaalden titel bisschop van Doornik werd benoemd. Mgr Du Rousseaux wist de geestelijke belangen van zijn diocees spoedig te behar tigen op eene manier, die hem de gene genheid en de liefde zijner diocesanen en van alle katholieke Belgen verzekerde. Zijn afsterven is een erge slag voor het katholiek België en zijn aandenken zal be waard blijven als een verheven zielenher der, een bekwaam bestuurder, een vader voor al zijne diocesanen, een wijs raadge ver, een voorbeeld, in een woord, voor den waren christen geloovige. Pie. Maar wa gebeurt er hier iu huis Iu de keuken staat de tafel met de pikkels omhoog i Eu hier hangen al de kaders aan den muur omgekeerdl Onzen Broeder. Och, Pie, 't en verwondert mij niet... In ons hoofd is 't al lang al azoo. Pie. De kinderen en hebben het toch nie ge weest, want ze zijn daarvoor nog te klein. Onzen Broeder. Ik en peis het ook niet. Pie. En groote menschen Maar dat en zijn geen werken van groote menschen Onzen Broeder. Heeft er niemand in huis geweest? a Pie. Neen. Wie mag dat toch zijn Onzen Broeder. Ge zoudt toch zeggen 1 Pie. Ik begin er wel ongerust in te worden. Onzen Broeder. g'En moet er nie in weten er zijn hier sedert vier jaren zooveel toeren al ge beurd.... Pie. g'En hebt gij het toch niet geweest,broe der? Onzen Broeder. Meent ge dammen te Gheel zijn Pie. Maar van wie mag het dan komen Zou het soms geen tooverij zijn, broeder Onzen Broeder.Ne geest die wederom komt, wilt ge zeggen Pie. Ja, van nen ouden conservateur, hij voorbeeld, die ik te leeiijk verweten heb in de ga zet? Onzen Broeder. Ik en peis het niet, maar alles is mogelijk. Pie. En geesten en kunt ge niet zien, zeggen ze, zou 't waar zijn Anders... Onzen Broeder. Neen, geesten en kunt ge niet zien. Pie. Anders ging ik om een breekijzer, of... Onzen Broeder. 't Is verloren gedaan, g'en kunt ze niet treffen.... Hoort,... hoort,... 't dunkt mij, dat ik boven lawijt hoor. Pie. Geheel zeker Heere toch, wa nu ge daan Onzen Broeder'. Ja, wat nu gedaan Ze ko men om ons Pie. Hoort,hoortDa 't ne keer een geest van nen ouden conservateur ware Onzen Broeder. 't Zou wel kunnen gebeu ren.... Ik ben benauwd, zelie, Pio Pie. ....Hoort,... hij is op mijne kamer.... Ik loop toch zien I ...Ik dood of hij dood I Onzen Broeder. Vraag hem eerst welke geest hij is. Pie. Steek algauw al ons gazetten weg, haast u 1 haast u Pie. 't Waren ons katten, die bezig zijn met spelen Zoudtge willen gelooven,... da'k moeite had om boven te geraken,... dat 't azoo in mijn beenen zakte Onzen Broeder. Mijn hert klopte gelijk een stampkot. Pie. Alia, 't is nog ten zijnen besten ver gaan. Onzen Broeder. En ik heb al ons gazetten 's wijlens van in den hof in den Dender gesmeten Voor twee onnoozel katten I Pie. Da zijn dingen Maar daarmee en is 't nu toch nog nie uitgekomen wie dat er de tafel omgekeerd heeft en de kaders... Onzen Broeder. 't Is waar, maar.Luister ne keer... Pie. Ik hoor ook iets... Onzen Broeder. 't Spookt toch hoort,... ze klappen... Pie. Geheel zeker.Ik hoor twee stemmen luistert eens. Onzen Broeder. Hoort,... 'ten is nu niet boven, maar in den salon... Pie.En die twee brieven, die ik van Romen gekregen heb, en die ik niet durf laten zien, liggen daar in die plaats Onzen Broeder. En al die brieven van ons beste liberale vrienden en socialisten I Pie. Geheel zeker, zijn 't twee geesten, die er omkomen om ze naar de Volksstem te dragen. Onzen Broeder. Pië, ge moet er bij... Hoort ne keer, wa stemmen I hoort. Pie. Gaat gij nu ne keer, ik heb daar straks boven geweest. Onzen Broeder. Jommer dat en waren maar katten, maar... hoor ne keer... twee stemmen Pie. Laat ons een weinig nadergaan, ge kunt ze verstaan, 't dunkt mij. Broeder, ik word zoo aardig en ongezond. Onzen Broeder. Ik ook... ai.... ai.... ai Eerste stem Dood aan da volk I Spijtig, da't geen 14 dagen vroeger is. Tweede stem Mijn herte berst als ik denk dat te Waremme de katholieken boven "Êerste stem Elk vijf meetin gen en nc kaudidaat detnokraat, wij hadden duizend stemmen I Tweede stem Twee duizend ge lijk ne niet, en de socialisten lagen bo ven welk plezier I Eerste stem Wij zijn te goed met dat jodenvolk, 't en zal niemcer gebeuren. Tweede stem Neen 't, ik zweer het't zijn al Joden, met Caïphas aan 'thoofd Pie. Broeder, loeft ge nog?... ik lig van mijn zeiven schier. Onzen Broeder. Ik,... ik,... ik., kan,... nie meer spreken... Roept, Pië, roept... Pie. Welke geesten zijt gij Uit den salon Groene I Pie. Do deur gaat open,... oei I Onzen Broeder. Aaaah.ehmor 't zijn vrienden vanSomergom en Den- derieeuw 1 Pie. Vrienden, demokraten ai,... ai,... ai,... Somerghem. 't Is toch vandaag conseil de guerre, niewaar Pie. Zeker,... maar wij waren't vergeten 't is waar ook, en we meen den da'thier spookte...Ai,... ai...in Denderleeuw. Wij zijn binnen gekomen en vonden niemand in huis. Pie. Zeker, 's wijlens da'k eens boven was. Jongens toch,... dê laatste knop is van mijn broek gesprongen. Somerghem. Laat ons nu nc keer zien wat er ons te doen slaat met den Bond wij zullen dienen feilen jan van Gent met al zijn beslag ne keer een broeksken passen. aan al onze Verkoopers den St.-Anto- nius-Almanak. Prijs 10 centiemen. Ook te bekomen op ons bureel, Loo- poldstraat, 19, AalstH. Franciscus- Almanak, (groot formaat). Op den Zondag dat de Belgische Volksbond te Brussel vereenigd was om te spreken over de handelwijze der Christene Volkspartij, hield M. Plancquaert, de grrroote volksvriend van Somergem, meeting te Destelber- gen bij Gent. Hij heeft eenen uitval in regel ge daan, niet tegen socialisten en libera len, maar tegen de geestelijkheid, die hij beschuldigde van partijdigheid tegen de bisschoppen, met wier soci aal programma hij den spot dreefte gen den Belgischen Volksbond, en te gen de katholieke werklieden van Gent, die hij uitmaakte voor slaven en schoenkuischers. En weet gij wie hem toejuchte M. Seresia, het liberaal provincieraadslid van Gent, eenige socialisten, en wat gemeen vrouwvolk, die zich bijzon derlijk onderscheidden door hun vloe ken. Op zeker oogenblik, in het vuur zij ner rede, handelende over de hooge pachten, ik bedoel den aanzienlijken prijs, werd hij door eenen toehoorder als volgt onderbroken Zeg eens, poesjenel, kluchtspe ler, leg uwe hand op uw hoofd en zie wie er onder staat 't Is immers algemeen gekend en de pachters kunnen 't best weten,-r- dat hij met dezelfde zonde besmet is. Laat M. Plancquaert zijn slecht werk maar voortzetten benevens on ze Aalstersche scheurmakers velen zullen zij er niet meer meeslepen 't is klaar voor al wie eenen oogen blik wil nadenken dat zij geene volks vrienden, maar wel volksbedriegers zijn, die niet het geluk van boer en werkman zoeken, maar slechts hun eigen profijt en hunn$ eigene verhef-, fing.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Volksstem | 1897 | | pagina 1