■m
I
ifcW d
m,
aüDö>
4' JAAR N 170.
IWEIN VAN AALST.
ZATKRDAG 9 APRIL 1898
ft
UIT NEDERBRAKEL.
Schoone Christenen!
Bureel Kapellcstraat15, Aalst
De Palmen van den Paus.
NAAR ROME
SAMENSPRAAK TDSSCHEN TWEE CEBEREN,
Kobe <le A ach traaf.
PGflH
MBMMkIKMH
Een abonnement voor gansch Belgiëfranco te huis, host 2,50 per
jaar. Voor Europa en de andere werelddeelen 4,50. Alle brief
wisselingen moeten ons voor woensdag middag besteld zijn
Pakken en brieven moeten vrachtvrij toegezonden worden. Ongetee-
kende brieven worden geweigerd. Aankondigingen 15 centiemen den
regel dikwijls te herhalen 10 cenlm Verzekerde ruchtbaarheid.
Ten Bureele der Volksstem gelast men zich met alle slach van druk
werken zooals doodbeeldekens, rouwbrieven, facturen, kerkwerk, enz.,
aan zeer lage prijzen. Schoone keus van schoc.gerief voor scholen,
kloosters en pensionnaten. Op aanvraag onmiddelijk te verkrijgen alle
soorten van leesboeken, enz. Voor prijsboeken vrage men den cataloog.
Al onze trouwe Lezers zullen ons Bureel indachtig zijn.
De socialisten als zij te doen hebben met christene werk
lieden roepen en tieren dat zij tegen den godsdienst niet
zijn en ondertusschen staan hunne gazetten vol godslaste
ringen en beleedigingen tegen 't christen geloof en de kerk.
Piö, de Alweter van Aalst en zijn gevolg, strijden nog al
tijd onderden schijnheiligen naam van christene demokra-
ten en ondertusschen maken zij den godsdienst en de
priesters en de bisschoppen hatelijk bij het christene volk
zij ontnemen aan de geloovigen hun vertrouwen in de
priesters.
Alle zondagen, in alle meetingen worden de priesters
door de daensisten uitgescholden als verkocht aan de rij
ken, als vasthoudisten, enz. Al diegene die uit geweten, uit
plicht aan 't volk voorhouden dat er moet geluisterd worden
naar Paus en Bisschop, die worden door de daensisten in 't
modder gesleurd en voor lafhertige volksbedriegers uitge
maakt.
Als men de gazetten ziet van den heiligen Pië van Aalst,
dan vraagt men zich af, of die man nog anders naar de kerk
gaat als om de priesters te beknibbelen
De Vastensermoenen, die voor 't volk zoo zalig zijn,
worden afgekeurd en bespot. Een eerw. pater wordt door
Pie over 3 weken opgehemeld als een wondere en voorbeel
dige predikant en de week nadien wordt hij bespot en be
schimpt en uitgegeven als een knecht, verkocht aan de rij
ken.
Wie kan berekenen wat kwaad zulke schijnheilige artike
len doen Maar diegene die God wil verdelgenslaagt hij met
blindheid. Het onchristen spreken en schrijven der daensis
ten moet aan iedereen de oogen openen en doen verstaan
hoe dat die mannen de verooreeeling van Paus en Bisschop
pen maar al te wel verdiend hebben.
Palmen Zondag verhaal.
Te midden de eivormige plaats van de St. Pieterskerk,
staat de grootste eensteenige naaide of obéliske van Ro
me. Zij is in graniet, drij en twintig meters acht en dertig
centimeters hoog, omleeg de 2,70 breed, en meet, van den
grondsteen tot boven 't kruis, bij de 41 meters.
Een deelken van 't waar kruis Christi werd in 't ijzeren
GESCHIEDKUNDIG VERHAAL
Dr Is. Bauwens.
den voet
Willem
De wapenbode naderde den Dender, die
des muurs bespoelde, en zeide Mijn Heer,
van Normandië, zendt mij tot Dirk van den Elzas.
De valbrug viel neer en de zendeling des vijands
stapte den burcht in.
Men blinddoeke dien man, beval Iwein.
De wapenbode werd door buiten- en binnenhof tot
in de groote ridderzaal geleid, waar de verdedigers van
het kasteel vergaderd waren. Rechts stonden Dirk van
den Elzas Daniël van DendermoudeArnold van Dene
marken Gervaas van Praet Dirks broeder, Frederik
Diederik van Diksmuiden, schoonbroeder van Iwein
Willem de Seneschalk, Wouter van Lillers, de vier Beers
van het Land en een aantal bijzondere heeren en voor
name ridders. Links waren veel krijgslieden uit de vrije
steden en de Kerels geplaatst. Menigeen dergenen, die
vroeger in deze zaal vergaderden, outbrak, want in hun
midden ook hadden de moordtuigen getroffen. Zoohaast de
wapenbode binnentrad, deed men hem den blinddoek af.
Hij zag met verwondering do prachtige rij van ridders
en krijgers aan.
Wat hebt gij ons te melden vroeg Dirk van
den Elzas op statigen toon.
De zendeling wierp een uitdagenden blik over de
aanwezenden en sprak met stoute taal
Dirk van den Elzas en Iwein van Aalst, verneemt
door mijnen mond wat u mijn Heer en Meester, Wil
lem Cliton, Graaf van Vlaanderen, Erfgenaam der kro
nen van Engeland en Normandië, te zeggen heeft. De
dag der vernieling van dit kasteel nadert en eene laats
te maal noopt de Graaf u tot overgaaf. Blijft gij hard-
kruis gelast, als Sixtus V dien steen door Domi-
nico Fontana deed verzetten, daar waar hij he
den staat. In zijnen tijd immers stond hij nog
recht op de plaats waar keizer Caligula hem had
doen stellen, wanneer hij hem van Heliopolis in
Egypte, naar Rome bracht.
Wat al moeite en werk en heeft dit den bouw
meester niet gekostHoe gevaarlijk was die on
derneming, bijzonderlijk in die tijden dat men
nog die groote stoomkrachten en werktuigen niet
bezat 1
't Was den 10 September 1586 800 man, on
der bevel van Fontanar en 140 peerden stonden
aan 40 kranen gespannen, gereed om dien gra
nietsteen van 993,537 pond recht te zetten.
't Was een gebod van den Paus, dat geen een
van de toeschouwers een enkel woord en mocht
spreken, op straffe van de dood immers om de
ongelukken te voorkomen, 't Werk ging aan den
gang, traagzaam genoeg,maar zeker en zonder
ongeval. Intusschentijd stond een jonge scheep
jongen te kijken, met name Bresca, die van San
Remo was, niet verre van Genoa, waar veel pal
men groeien. Peist Bresca, die van touwwerk
wist te spreken die koorden lijden te veel, ze
gaan van 't danig wrijven in brand komen, en
toen is 't al gedaan Water op de touwen
daar zoo roept hij overluid, 't Viel hem dan
in, te laatdat hij zwaar misdaan had tegen 't
verbod van den Paus en hij kroop weg, niet we
tende wat er hem geschieden zou. Men verstond
dat er water van doen was, men natte de koor
den dat ze doomden en 't werk wierd gelukkig-
lijk voltrokken. Overal zocht het volk van den
Paus naar den ongelukkigen, die dat gelukkig
woord gesproken had. Waar mocht hij zitten
Hij kwam uit en wierd bij den Paus gebracht,
de misdaad bekend, en 't stuk zou naar weerde...
gestraft neen, beloond worden. Wat begeert
gij zei de Paus. Santo Padre, zei de jon
gen, 't staan veel palmen in mijn land, mag ik
u de palmtakken bezorgen op Palmen-Zondag?
't Wierd hem toegestaan. Schoone belooning 1
zult gij zeggen, maar, weet gij dat de Paus on
sterfelijk is en dat hij in den persoon van zijnen
opvolger, nog alle jaren zijne palmen krijgt van
't volk van dien Bresca van San Remo en dat
den Paus de palmen leveren eene treffelijke
broodwinning is te Rome, en dat daar eene soort
van edeldom aan vast is
(VI0 Vervolg.)
Basilliek van het H. Kruis van
'erusalem. Dat is eene oudge-
>ouwde maar steeds herschapene
kerk. De II. Helena trok naar Je
rusalem om het ware kruis van
Christus te vinden. Zij vond in de
spelonk waar dc Heer gelegen had drie kruiseu.
Welk Kruis was het heilig zoenhout?
Er was in Jerusalem eene vrouw, die erg ziek
was, men bracht bij haar de drie Kruiseu, en leg
de ze op het bed. Bij de twee eerste was niets te
bemerken, als het derde de zieke vrouw raakte was
zij terstond genezen.
De H. Helena verdeelde het kruis in 3 stukken
't eene voor Macaris, bisschop van Jerusalem,
andere voor Coustantinopel, verblijfplaats van ha
ren zoon, keizer Coustantijn, 't derde werd naar
Rome vervoerd in eene zilveren kas op een schip
dat met aarde van Calvarie gevuld werd.
Constantijn bouwde die basiliek op de plaats van
Heiena's paleis, goot er in de kapel (nu aan die hei
lige keizerin toegewijd) den grond van den zaligen
bloedberg.
Geheel die geschiedenis is in verschillige panee-
len op de muren geschilderd. Den 4d"u Zondag van
den Vasten, en den Goede Vrijdag en den 3 Mei
alleen kan men daar dat stuk kruis vereeren met
eenen langen nagel van 13 centimeters lang die Je
sus aan 't kruis hielp hechten, de doornen die Je
sus hoofd doorboorden en den vinger welken den
ongeloovigen Thomas in 't hert van den Zaligma
ker gestoken heeft, alsook een gedeelte van 't op
schrift van 't H. kruis en een groot stuk van 't kruis
van de goede moordenaar.
In de St. Laurentiuskerk ziet men prachtige mar
meren kolommen en schoone mozaïken, en de gra
ven van den H. Stephanus, waar men aan een ke
ten vastgemaakt, eenen steen bewaard waarmede
dien heiligen doodgesmeten wierd, en van den H.
Laurentius. Aan dit laatste graf ziet men de mar
more plaat, die de rooster met 6 pekkelen droeg
waarop de martelaar Laurentius levend gebraden
wierd, in 't midden is er eene plek het is het
bloed met 't versmolten vet gemengeld, dat uit 's
heiligen lichaam vloeide als hij bradende aan zijne
beulen zei'k Ben genoeg gebraden al eenen
kant, keer mij en eet maar 1 Verder is het graf
van den grooten Pius IX.
De Quirinaal. Vooraleer de rooversbenden
van Victor Emmanuel den 20 September 1870 door
den Porta Pia in Rome kwamen, verbleef de Paus
in een allerprachtigst paleis op de Quirinaal. Van
op dien berg is het gezicht van Rome nog eens
treffend. In dit gestolen paleis woont koniug Hum-
bert. Van gestolen goed zullen wij liever zwijgen 1
Op de Piazza Barberini is de Kerk der Capucij-
nen. Onder een autaar van die kerk in eenen kris
talen kas ligt het lichaam in schoon gewaad van
den H. Crispinus van Viterbo in 1730 gestorven en
nog goed bewaard.
Onder die kerk is een eigenaardig kerkhof, 't Is
eene reeks van 7 of 8 kapellekens, en al wat gij
ziet van wanden en vouten en nissen en Yersierse-
lan enz., 't is al gemaakt van de gebeenderen van
4,000 paters, 't Zijn al doodshoofden, en bil- en
scheen- en armbeeuen enz., op kunstige wijze op
een gestapeld of aaneengeschakeld in de nissen
knielen of liggen of staan geheele ruwgekleede pa
tergeraamten met kap op 't hoofd en 't kruis in
handen.
In 't Vatikaan. Al de bronzenpoort, waarvan
wij gesproken hebben, toen wij rond de St. Pieters
kerk zagen, treedt men in 't Vatikaan.
Hier staat de Zwitsersche wacht. Schoon volk,
met roodgeelen wijden broek, getten en groot
bleek-grijs bovenkleed. Er zijn 110 van die man
nen in 't Vatikaan die allen gekozen worden uit
den stam van 't Zwitsersch canton Vaudois.
Cabones. Zeg eens, Do-
mien, hebt gij Thcophicl niet
gezien met zijne Stemmekens?
Domien. Neon ik, Cubo-
nus, ik kijk er ook mijne oo
gen naar uit, want als het Zou-
dagmorgend is, ec-ne aangena
me lezing dat smaakt lijk nen
koekenboterham.
Cabonus. Dat 't waar is, man, 'k ben kurieus
of het er zou instaan.
Domien. Wat
Cabonus. Wel van dien porte-mané die zon
dag in de kerk verloren geraakt is. Volgens het
schijnt zaten er nog al pij kers in.
Domien. Ja 't, maar hij is weergevonden, 't
Is een klein manneken uit den Molenhoek: Vic-
torken Van Wymeersch die hem opraapte en aan
den eigenaar wcerbracht. i
Cabonus. Dat is schoon gedaan. Ze moesten
dat manneken geschrift geven van zijne eerlijk
heid, dat kon hem later te pas komen.
Domien. Gij zegt wel, Cabonus. Dat toont
toch dat ons braaf volk met zijne katholieke grond- l
beginsels, weet waar zijne plichten liggen.
Cabonus. En 't is dat men gelijk heeft van
den toestand van ons werkvolk te verbeteren.
Domien. Ja, want het volk lijdt, al is het
braaf en eerlijk.
Cabonus. Er wordt tegenwoordig nog al veel
gedaan voor de werkende klas, Domien, wij moe
ten 't een zeggen gelijk het anderziet eens eeuigo
jaren achteruit, 't en trok er niet op 1 1
Domien. Beter wint, Cabonus
Cabonus. 'k En zegge niet neen,
Domien, maar Brugge en Gent en zijn
op éénen dag niet gebouwd. Hebt gij
tegenwoordig geweest op de deeling der
kleeren in St. Viucentiusgenootschap
Domien. Neen ik, maar 'k heb
hooreu zeggen dat het nogal wel was.
Cabonus. 'k Geloof het wel I Frak
ken, broeken, vrouwenkleeren, schoe
nen, wiegen, 't lag al ter beschikking
der arme lieden. En alles is rondge-
haalddoor katholieke jonkheden,
Domien. Zij mogen wel iets doen 1
Cabonus. Jawel 1 maar 't zijn er
vele van wieu men 't zelfde zou mogen
zeggen, Domien, en die niets doen als
wind en beslag maken, en dat en brengt
het volk toch geene boter bij.
Domien. Gij spreekt gelijk een
boek, Cabonus.
Cabonus. Ik hoor, zie en oordeel
wat er rondom mij gebeurt, Domien.
Maar weet gij 't groot nieuws al, gij die
ook in de Pensioenkas zijt
Domien. Nieuws neen ik 1
Cabonus. Zoo gij weet niet dat de
gemeenteraad over 14 dagen eeno TOE
LAGE VAN 200 FRANKEN gestemd
heeft voor de Pensioenkas der werklie
den
Domien. En hebben zij dat waar
lijk gedaan! Proficiat.Dat is nu oprecht
toonen dat men den toestand van den
werkman wil verbeteren. Cabonus, in
dien iedereen het wel verstond, binnen
30 jaren zouden er geene arme men-
scben meer zijn.
Cabonus. Niet waar Domien En
kan het geld van Staat, Provincie en
Gemeente beter gebruikt worden
Domien. Neen 't, Cabonus, waar
achtig neen 't. Die anders spreekt moet
een steenèn hert hebben en is de vriend
van 't werkvolk niet
Cabonus. Dat is eene solemneelo
waarheid, Domien.
Domien. Wij hebben eenen feilen
President in de Pensioenkas, ons din
gen zal vooruitgaan.
Cabonus. Gij zult in 't kort nog
anders opkijken, Domien, ik heb iets
hooren waaien. Kijk, daar is men met
dc StemmekeDS. Tot dezen namiddag.
Domien. lk ga 't nieuws aan mijn
vrouw vertellen. Tot als wij nog eens
bijeen zijn, Cabonus.
Jan Audax.
Kobe de nachtraaf van X., was in
het gansche dorp gekend voor eenen
dronkaard, hij bleef altijd de laatste in
de herberg, om meestal dronken naar
huis te keeren.
In het naar huis gaan moest hij voor
bij eene plaats trekken waar een Chris
tusbeeld hing, enalhoewcl dronken, was
Koben gewoon altijd met eene belem
merde tong te zeggen Dag, Christus.
Eenige snaken hadden dit gehoord en
zegden tot elkander Wij zullen Kobe
eens vast nemen. Wat doen zij mij
Tegen dat onze nachtraaf gewoon was
uit de herberg te komen stonden zij
achter den Christus.
Kobe komt aan en recht over het
Christusbeeld roept hij volgens gewoon
te met eene grove stemme Dag Chris
tus 1 en aanstonds hoort hij antwoor
den Dag, zatlap!
Op deze woorden wordt hij met schrik
bevangen en als met lamheid geslegen
in armen en beeneu, hij wordt als nuch
ter, valt op zijne knieën en roept met
eene bevende stemmeVergiffenis,
Christus, vergiffenis 1 lk zal mij nooit
meer zat drinken.
Hij slaat op, kijkt rond hijgende van
angst, neemt de vlucht en loopt zooveel
hij maar loopen kan naar huis, en half
dood vertelt hij aan zijne vrouw wat
hem overkomen was, alsook dat hij be
loofd had zich nooit meer zat te drin
ken, iets waar zijne echtgeuoote zeker
lijk niet droef over was.
Kobe hield zijne belofte, en van eene
nachtraaf werd hij eene huisduif, en
altoos ging hij met eene eerbiedige
vrees voorbij den Christus.
m
lUM)]
DOOR
V