Uit Aalst naar Congo BRUXELLES ;j5 Or Stadsnieuws. COUVERTS 31 MEDAILLES D O Exigerlenom CHRISTOFLE wandeling langs den Dender. Uil Ier hand le koop Neder brakel. gTÊEk Burgerlijke Stand, Aalst. door m. PROSPER IiOEBEKE. Tweede brief. Kisantu12 Juni 1898. 2j yd. Om 6 uren 's morgens vertrek uit Morvia rechtstreeks naar Banama. Zondag 22 Mei. Wat heerlijke dag De zon praalt aan het blauw gewelf en de zee weerkaatst haar glanzend licht; 'tis het eerste schoon weer, dat wij hebben, en daarom ook was het ons dubbel welkom. Men verwittigt ons dat wij den Evenaar saan voorbij stoomen en te dier gelegenheid richt men heden avond een concert in, ten voordeele der weduwen en weezen van verongelukte matro zen Om 8 uren nam het feest aanvang door salvo- geschut en het afsteken van Bengaalsch vuur werk alles scheen mij heel prachtig en velen wa ren in'verrukking gebracht. Er werd .'187,50 ont vangen. Dus, zeer vet voor een concert op zee 23 Mei. Andere spektakels Ten 3 uren van den namiddag doet Neptuuis, de God der Zeeën, zijne plechtige intrede op het vaartuig. Hij komt ons berichten, dat allen die voor den eersten keer den Evenaar voorbijtrekken, het doopsel moe ten ontvangen.... Dat is om te lachen, zeker l In het geheel niet ge zult gaan hooren 't Slaagt 4 uren 4 matroozeu, in gendarmen verkleed, ko men de passagiers gevangennemen, en, ieder op zijne beurt, wordt voor den Koning gebracht, die u zonder complimenten veroordeeld omin het water geworpen te worden Daartoe neemt men een grootzeil men vult het met water tot lm.76 hoogte. Twee gendarmen nemen u vast, zeepen u duchtig in met eene soort van zeepsop en werpen een handsvol gekleurde stol in het aangezicht vooraleer uwe oogen goed open zijn, ligt gij, eilaas, te spartelen in het pegelnat ofte zeewater Daar mee zijt ge gedoopt 't is gelukkig niet erg. Van den 23 tot den 25. Niets dan vliegende visschen te zien ze zijn tot 2 meters en halt lang en vliegen als zwaluwen in de lucht. Den 26 Mei, om 11 uren 's morgens, zijn wij te Banama, eerste aanlegplaats van den Belgischen Congo. Niets bijzonders te zien dan eenige huizen en het postbureel. 27 Mei. Vertrek naar Mveanda, Missie der E.E. Paters van Scheut. Ik breng een bezoek aan de E.E. Zusters, waaronder zich eene jufvrouw van Aalst bevindt. 28 Mei. Oponthoud 29 Mei. Om 11 uren 's morgens vertrek naar Boma aankomst om 4 uren. De soldaten, allen in groote kleederdracht, staan op de brug, in gele deren geschaard, om M. Michel, gouverneur, die aan boord is, te verwelkomen. De twee opvolgende dagen nam ik waar om heel en gansch Boma eens goed af te zienIk bezocht ook, des avonds, het krokodillenwater het was niet ver van onze boot en in den maanschijn kon men die lieve beestjes zeer gemakkelijk onderscheiden. Wij zagen kroko dillen van ten minste 8 meters lengte. Geraakt gij eens in hunne machtEn nochtans, dat gebeurt wel eens in het gasthuis van Boma ligt een jonge postbode, die, eenige dagen geleden, door eene krokodil werd aangepakt en gebeten hij was bijna een manneken min. Eene toekomende maal schrijf ik u meer over Boma. Met mijne gezondheid gaat het opperbest. Morgen vertrek ik naar Lemfo, drie dagreizen van hier. Daarna reis ik naar Kimuenza, 390 kilome ters boven Matadi. Tot heden speelde ik toezich- ter over de steenbakkerijen. Derde brief. VAN BOMA NAAR KISANTU. Den 1 Juni, om 8 uren 's morgens, verlaten wij Boma. Alvorens goheel uit de haven te zijn, zien wij de overblijfsels van de boot, die, twee jaren ge leden, tijdens eene lossing van dynamiet, de lucht invloogramp, waarbij men 30 menschenlevens betreurde. Onze boot schiet hem goed op den stroom vooruit, doch ter oorzake van het hoo- ge water en de diepe lading van het vaartuig, zijn we genoodzaakt om 11 uren te stoppen. De stuur man en eenige matroozen meten de diepte van den stroom. Ten 1 uur wordt het anker gelicht en we zijn weg dat gaat goed, maar... halte, ik heb te gauw geroepen Slechts eenige minuten in gang, of pafdaar zitten wij op eene zandplaat. Dan, het machien werkt uit volle kracht en wij zijn nog al gauw gered. Eene halve uur verder, weer 't zeil de spel. Tot Matadi was alle gevaar evenwel ver dwenen. Jongens, jongens 1 wat is dat hier een schoon hoekje der wereld Verbeeldt u dien breeden stroom, dien wijden waterplas, welke men statig doorklieftverbeeldt u die ontelbare eilanden, die heerlijke oevers, waarop allerlei vreemdsoortige dieren ronddwalen of zich, uitgestrekt, door de stralen der middagzon laten in slaap koesteren Om 5 uren komt men in 't zicht van Matadi, ge legen en als aan de bergen vastgegroeid. Wij zien de witte huizen, de bazars en den depót van den ijzerenweg. Waarachtig, men zou droomen hier te België in de Maasvallei te zijn Spijtig genoeg, de grond van Matadi is niet vruchtbaar, doch zeer rijk aan marmer. Wij zijn gedwongen hier 5 dagen te blijven, omrede dat er geen eenen trein vroeger naar den Hoogen Congo vertrekt. Er wordt op wandeling gegaan naar Kinkanda en een bezoek gebracht aan den E. H. D'Haese, bestuurder van het hospitaal. De weg is hier niet zoo effen als in België 't is altijd berg-op en berg af, en niet op aarde, maar op gladderig marmer, 's Avonds kwamen wij thuis, goed vermoeid, ik mag het u verzekeren. Des anderendaags werd er besloten eene wandeling te doen op den Karavaan weg. Ik stelde mij voor, hier ten minste toch eenen weg te vinden, die tamelijk begaanbaar was, doch hoe bitter werd ik teleurgesteld 1 De baan geleek op geen tiende paart aan den binnenweg naar Lede en van beide kanten stond het struikgewas derwijze dat het onmogelijk was elkander te zien of te passeeren. Na twee uren werd de tocht ge staakt en het vast voornemen gemaakt nooit meer langs den Karavaanweg te komen wandelen. Den 6 Juni, 's morgens om 6 1/2 uren, vertrekt de expres naar Leopoldville. Ten 6 ure reeds zijn wij in 't spoorhuis om half 7 is de trein nog niet gereed om 7 uren begint men aaneen te haken en, eindelijk, rond half acht begint hij apprentie te maken om te vertrekken. Het sein wordt gege ven en langzaam, kruchend en zuchtend, rukt de trein de statie uitPas twintig minuten ver, hooren wij al het gedruisch van met geweld neer stortend water wij rijden thans nevens den groo- ten Congostroom, die hier, uit hoofde der rotsen en zandplaten, geheel en gansch onbevaar is, zelfs voor eene mosselschuit, gelijk er van tijd tot tijd eene aan 't eiland Chipka, te Aalst, gemeerd ligt. In het midden van den stroom spelen krokodillen mij dunkt mij, dat er hier aan die vriendelijke gasten geen gebrek is. Wordt voortgezet de naaste week). Vader, daar heeft mij ne jongen gezeid dat hij ne ra- zige hond ge zien heeft. Vadeb. Is 't waar ook menneken Watten! wat ten Soeiken. Zijn d'er he razige honden, vader Vadeb. Zeker, mijne jongen, razige honden en razige menschen ook. Soeiken. Vader, ik ben daar benauwd af, zelle, dieue jongen zei Vadeb. Jommer, al hier en loopeu d'er geen. Soeiken. Dat er moest eenen afkomen, mag ik ten op uwe schouders zitten, vader Vadeb.Joog, menneken, en 'k zal ekkik hem doodstampen. Soeiken. Zou d'er gij u alleen kunnen tegen weeren eh, vader Vadeb. Jejoik, en 'k zou mijn mes pakken. Soeiken. Zou'n op mij nie springen ook eh Vadeb. Neen aan de brave kinderen en doen ze niet. Soeiken. Waaraan kunde da zien eh, vader, dat ze razig zijn Vadeb. - Als er azoo schuim uit hunnen mond komt, azoo veel schuim. Soeiken. Schuim, zijn da blooskes, vader Vadeb. Joot veel blooskes, en als hun haar rechtstaat. Soeiken. En kunnen de menschen ook razig worden, vader Vadeb. Joos nog raziger somwijlen. Soeiken. En als de die hun haar af is, of als ze geen niemeer en hebben Vadeb. Och, 't en moet het nie rechtstaan. Soeiken. Zie, vader nonkel Jef komt daar achter ons. Vadeb. Ah, 't is nonkel Jef hij komt ook alhier wandelen. Soeiken. Dat er na moest ne razigen hond afkomen, na zoumen hem hemmen hé, vader, mee nonkel Jef daarbij Vadeb. Jomen zelle wij smeten hem mee eenen gerla 't water in, mee ne steen aan zijnen hals. Soeiken. Ah nonkel Jef I Wijer gaan wande len. Nonkel Jef. Ah Soeiken Wannes, mag hij meegaan azoo wandelen Wannes. Join, nonkel Jef, als hij braaf is Nonkel Jef. Wannes, 't es een pertekelier weer ewoor voor de wandeling Wannes. Jootna is 't ne keer oprecht zo mer. 't Dunkt mij dat de boerkens ver gezet zijn met den oogst ge ziet al veel leege plekken. Nonkel Jef. Spijtig, dat de Dood met den zomer ook geen eenige schoon dagen en pakt en de menschen swijlens gerust laat. Ge weet dat Bis- mark ook dood is en begraven Wannes. Ja 'k heb da gelezen veel gloria mundi, maar toch meemoeten, perfors malgrc. Nonkel Jef. Ah, Wannes, dat is in mijne oogen de schoonste wet die er bestaat alleman gelijk, mortis. Wannes. Onzen lieven Heer wil hem berm- hertig zijn, Jef, mor dien Bismarck heeft in Duits land aan de katholieken veel spel geleverd nen tyran, spreek. Nonkel Jef. 'k Heb dat hooren zeggen: eene oprechte vervolging gemaakt tegen 't Goed, op alle soorten van manieren uitgeput en gesjagerneerd en bijkanst al de bisschoppen in 't prison doen werpen en sommige daar als martelaars in gestor ven 1 En gaat mee azoo een rekening ten oordeel, Sinte Crispijn, patroon van de schoenmakers, sta mij bij 1 Soeiken. Nonkel Jef, bedde gij al ne razigen hond gezien he Wannes. Och Heere, zijde daar weerom mee dien razigen hond 1 Nonkel Jef. Joik, Soeiken, ik hem al eenen gezien. Soeiken. Had hij veel blookes aan zijnen mond eh, nonkelJef Monkel Jef. Ja zelle, heel veel. Wannes. Er heeft hem ne jongen verteld dat hij ne razigen hond gezien heeft, en nu en klapt hij van anders niemeer. Soeiken. Hedde al ne razigen mensch gezien ook al eh, nonkel Jef Wannes. Toe, Jef, zeg van neen, anders zal hij u nog wel een geheel half uur uitvragen. Nonkel Jef. Neek, Soeiken, dat en heb ik nog nie gezien. Wannes. Al is 't dat er t'Aalst pertan veel zeggen dat er eenen loopt, en snabt en bijt naar al da treffelijk is. Nonkel Jef. Jo, 'k weet al wie dagge wilt zeggen. Wannes. 't Is gemakkelijk genoeg om peizen. Nonkel Jef. 't Is toch wreed, ewoor, Wan nes, als g'hoort wat dien vent durft schrijven Ze zeggen dat den lesten knop van zyne broek springt als hij aan 't drukken is. Wannes. -- Jef, hij klaagt, ewoor Ewel, de straf van Onzen Lieven Heer, mensch Nonkel Jef. Azoo dingen durven schrijven op ons priesters, nemua 1 op onzen deken, op on zen bisschop, op Z. H. den Paus, heeft da van uw leven te lezen geweest in de slechtste gazet van 't land Wannes. Och, Jef, ge rappeleert nog wel dat ze den Bisschop in twee perblieke brieven, die in 't bisdom uitgeplekt hangen, afgekeurd en ge doemd heeft 't is dat het vandoen was. Nonkel Jef. Hij zal nog razig worden koleere, Wannes. Wannes. De die die zijn gazet lezen, zeggen dat hij het bekanstis. Nonkel Jef. Jommer, luister, Wannes ge kunt razig worden van verandering van locht, zeg gen ze, als er veel koleere en chagrin bij is. Wannes. Da zou 'k gelooven, en nu met die wermte.... Nonkel Jef. Op ander jaren, als hij katho iek was, en mee zijn gazetjes vijf en twintig dui zend frank per jaar won, trok mijnheer deestijd op naar de zee voor eenige weken mee geheel zijn ïuishouden, naar Oostende of naar Blankenberg, en g'en kunt dat daar onder de 50 frank daags niet doen, onmeugelijk. Wannes. Jommer, hij won ten geld gelijk als slijk meer dan 100 frank daags, zonder blaag. Nonkel Jef. Maar ten is nu niet meer naar de zee te gaan. Wannes. 't ls zijn fouthad hij katholiek gebleven. Nonkel Jef. Geheel wel maar dat is gepas seerd, en als ge dat in uw ou dagen begint te over- peizeu en de knaging van consciencie, en die vlie gende tering aan de portemené, ge zoudt gij razig worden, promentig. Wannes. Da komt er af van koppigheid en hooveerdij Nonkel Jef. En willen meer verstand heb ben als Paus en Bisschop. Wannes. En hij heeft willen no put maken voor een ander, ewoor, Jef? Nonkel Jef. En hij valt er nu zelf in te wreken Gc moet ze verwijten gelijk te Brussel Snotbaard, onnoozel kieken, schramoeilenbak. Bazoef, (in vervoering). Bravo, l'ietje Ik trakteer meê twee flesschen leuvensbier. En zoo zijn zij gewroken Repobteb. LUIBRECHTS. Luibrechts, die winkelier was moest eens naar boven gaan, terwijl er nen kalant aan den toog stond. Luibeken, fluisterde hij zijn zoontje stillekens in het oor let eens goed op dien heer want ik ben bang dat hij iets zou wegnemen. Eenige oogenblikken later komt hij weer bencen en klein Luibeken roept zoo liard als hij maar kan Vader, ik heb goed opgepasthij heeft niets in zijnen zak gestoken. oHffftfji'iiNf. Zondag aanstaande zal de apotheek open blijven van M. Renneboog, Nieuw- straat. van St Jtorlsscliool. De prijsuitreiking aan do leerlingen der St Jorisschool zal plaats hebben op Donderdag 18 Augusti, om 8 1/2 uren 's morgens, in de zaal van den katholieken Werkmanskring. Dit jaar belooft de prijsdeeling andermaal luister rijk te zijn. Het programma behelst, o. a., de op voering van De Koning der Boschjagersdrama. Ut Martcnsgestlcht.Do prijsdeeling van ons uitmuntend Bisschoppelijk College geschiedde heden donderdag morgen met de grootste pl ->ch- tigheid. Aan den Eerw. Bestuurder, Professors en bekroonde leerlingen hartelijkeu gelukwensch Zo minx aanstaande vertrekt eene talrijke afvaardiging van den Bond der Antisocialistische Vakvereenigingen naar Gent, om aldaar deel te nemen aan de inhuldiging eener vlag der Antiso cialistische Wevers. De Iwelnszoncu. Zondag toekomende, om 7 uren 's avonds, groot banket, op de bovenzalen van den Katholieken Kring, Groote Markt. Eene volledigo symphonie zal het feest opluisteren. De Laiidbouw-flccoraiic van 2° klas is toe gekend aan den E. II. Hector Van der Schueren, bestuurder van Sint Martensgesticht, Secretaris van den Boud der Veekweeksyndicaten van Oost- Vlaanderen Van veel lieden is er niets dan de naam die iets weerd is. (Italiaansch spreekwoord). EEN HUIS, gestaan in de Bierstraat, n1' 10. Voor de conditiën zich aldaar te wenden. muziek onzer gemeente is er tienmaal uitgevallen op den festival tot Herzelel! zoo schrijft Bazoel in een vuilblek van Oudenaarde. Ah, ah, ah Nu heeft hij' eens al zijn verstand bijeengeraapt om die dwaas heid te kunnen vinden. Maar ja, als men liegt, moet men doorliegen, zegt het spreekwoord, dan is men zeker van niet geloofd te worden. Die ver standige jongen heeft gedacht dat tienmaal meer was dan éénmaal, en dat de menschen van Brakel zóo zouden vergeten hebben dat de liberale fanfa ren op Kermis-Statie uit een stuk gevallen zijn, arrange par K. B. Hij noemt ons muziek Giden van Brakel, strooimuziek, enz... Dat is gemakke lijk. Wij kunnen ook zeggen op de liberale fanfa ren de Carabiniers van Brakel, marollenmuziek, enz..., maar die zeever is veel te flauw om ons daarmee bezig te houden. Katholieke muzikanten, oordeelt nu eens over die mannen, die beweren op de hoogte te zijn. Gij ziet wat leugens zij uitbrengen om hun schipke schoon te maken. Maar dat alles kan ons niets doen laat ons allen te samen voortwerken met denzelfden iever, want weldoen zonder omzien is eene schoone leuze. Pbiem. Representant Bazoef wringt en kronkelt zich als eene paling die tusschen de nijptang zit, daar De Volksstem hem eene eerste bolwasschiug heeft toe gediend. (Had hij het niet gezocht Pitje Snot, (hem met verwondering beziende). Hein, Bazoef jongen, wat hebt gij ge ziet er zoo vies uit 1 Bazoef, (schiet viermalen achtereen,authen tiek Moest hij in den Spaanschen oorlog ge diend hebben, de Amerikanen waren verloren. Pitje. Wa blieft Bazoef. 't Is van alteratie, Piet. 't Is eene schande alzoo op mij schrijven Pitje. Maar gij hebt eerst begost. Bazoef.—Wageeft dat!Eene schande, zeg ik, o]) mij, den grooten Politieker van twee honderd frank per jaar, op mij, stichter van too- neelbonden, die in 't water vallen, omdat gij, Piet je, van de tweede vergadering vraagtWie zal er de pinten betalen Pietje. Halt saë-voe Gij moet op mijne kap niet beginnen. Luister, ik geef u het middel om u lillik vin é'll/D hebbende in Sint- IIIIIS Vail Nikolaas fabrikatie van machienbreiwerk, zoekt bekwame persoon om het te besturen. Kennis van het artikel, Vlaamsche en Fransche briefwisseling zijn on misbaar. Zich met referentiën te wenden Office de Publicité, Brussel, A. Z. 99. GRANDS PRIX Geboorten Mannelijk 13 Vrouwelijk 10 23. Huwelijken. Th. Vau de Sype, landb. met V. Claus, land bouwster. II. Meert, tabakb. met M. Bruylant, dienstm. G. Van den Broeck, tw. met M. Baert, fabriekwerkster. Overlijdens. V. Van der Hulst, breidster, 22 jBinucnstr. A. Van Nuffel, zonder beroep, 15j., Oude Dender- mondschesteenweg. JRoelandt, 8 jBurcht. B. Limpens, vrouw van P. Van Vaerenbergh, zon der beroep, 25j., Vaart. C. Bauwens, man Uit- tenhovc, spoorwegbediende, 41 j., Moorselbaan. H. Huylebroeck, man Ruysevelde, landbouwer, 68 jSint Job. 5 kinderen onder de 7 jaren. O SOEIKEN 1IOOGE POLITIEK.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Volksstem | 1898 | | pagina 3