De nieuwe Religie.
TE NIEUWENHOVE
Aalst door de Eeuwen heen.
VOLKSWIJK SCH1ERBEEK.
UIT NEDEIU1RAKEL
VOORZEGGINGEN
TWEE BEZOEKEN.
De bende van Jan De Lichte
op de groote markt van Aalst
Wij lezen iu den Patriote dat een -vermaarde
storrekundige, met name M. Ruggieri, geboortig
van Florentië en in 1615 gestorven, een boek
heeft nagelaten waarin verscheidene voorzeggin
gen vermeld worden voor het jaar dat nu ten ein
de loopt en ook voor 1899.
Uit de verzen, waarin het werk geschreven is,
kan men gemakkelijk de volgende gebeurtenissen
van 't loopende jaar trekken
De nederlaag van Spanje met verlies zyner ko
loniën de algemeene ontwapening van den tzar
zelfs hot proces Dreyfus, dat, volgens Ruggieri,
nog zou duren tot Augusti van toekomende jaar.
Men neme wel in acht, dat zulks over 3 eeuwen
geschreven werd.
Voor 't jaar i899 voorzegt Ruggieri dat de
maand noodlottig zal zijn voor eenen koning van
Europa en Februari zeer ongunstig voor de Chi-
neezen. In Maart zullen groote onheilen gebeuren
op zee, die wel 700 slachtoffers zouden maken.
Wreede oorlogen zullen plaats hebben iu het Oos
ten binst de maand Mei. Iu Juni zal er iets bewon-
derensweerdig voorvallen te Parijs. Een koning
van een land uit het Noordc» zal in Juli sterven.
Dan, op 't einde van het jaar, in October, eeue
groote werkstaking, iu November het sterven van
Paus Leo XIII en eindelijk den dag voor Kerstdag
zou er te Parijs een verschrikkelijke brand uit
bersten, die geheel de stad zou vernielen.
Dat alles is geen evangelie, beste Lezer, en elk
geloove er van wat hij wil.
Wij zullen t'afwachteu en die 't geluk heeft van
leven, zal best kunnen bestatigen wat er van zulke
voorzeggingen'te gelooven is. In allen gevalle, de
gazet wel bewaart zij zal later van pas komen.
Alle weken roept Het Land van Aelst schijnhei
lig uit Zonder ons is de Religie te niet 1
Luistert nu hoe de groene democraten den Hoog
dag van Kerstmis gevierd hebben
Om 8 uren vertrek uit Aalst naar Antwerpen
om 10 uren vergadering in het lokaal Stanley;
om 10 1/2 uren vertrek met muziek naar de
Congreszaal
om 11 uren aanvang van het congres
om 1 uren middagmaal
om 3 uren tweede zitting
om uren gesloten vergadering.
(Uit De Werkman van 23 December 1398).
En hoogmis, en vespers, en lof, waar staan die
op 't programma Daar moet zeker niet naar om
gezien worden
Schande! SCHANDE!
Op dien grooten, plechtigen dag, als alle chris-
tene menschen met eerbied de Geboorte van het
Kind Jezus herdenken op dien dag, die een dag
moet zijn van inkeer en gebed, terwijl alle bra
ve geloovigen in de kerken geknield zaten rond
het Tabernakel, op dien dag en dien stond, onder
hoogmis en lof,
<Ieu 95 December v«n 't Janr 1898,
den dag der Geboorte ClirUti,
vergaderden de groene zoogezegde christeue demo
craten of dacnsisten te Antwerpen met liberalen,
radicalen en socialisten, en verzochten do libera
len, de radikalen en de socialisten een akkoord
met hen te willen sluiten om de katholieke partij te
bevechten en omver te werpen.
Over 1800 jaren, terwijl de Apostelen aan het
Laatste Avondmaal vergaderd waren en 't Godde
lijk woord iugetogen aanhoorden, ging Judas bij
de verzamelde Joden en maakte met hen akkoord
- an Jezus te leveren voor 30 zilverlingen.
gebeuren er tegenwoordig oprechte wonderheden.
Op gewillig acht dagen tijd heeft er Paulus Ronsyn
twee fluwijnen gevangen. De eerste woog twee ki
los en een kwart en heeft hij verkocht aan 18 frs
deze die hij nu Zondag laatst ving weegt bij de 2
kilos. Ziet hoe die wondere vangst geschiedt
9 -))))§«((-
Paulus heeft twee honden, eenen kleinen en eenen
groofen. Als de kleine eens op het spoor eener fla-
wiju geraakt, achterhaalt hij ze en brengt ze te
voorschijn van uit hare schuilplaats, waar zij zich
ook mochte verbergen. Van zoohaast zij in 't dag
licht komt, springt er de groote hond op en men
wordt ooggetuige van een verwoeden strijd tus-
schen hond en fiawijn, waarin dit laatste altijd, tot
hiertoe, de nederlaag onderstaat. Verleden Zon
dag ging Paulus met zijue twee honden op zoek in
een onlangs door den koster verlaten huis, tegen
de kerk. Men vermoedde het bijziju van een fia
wijn of vis, omdat er zoovele eieren 's nachts ge
stolen werden eu zelfs kiekens verdwenen. Na om
trent een uur zoekens, bracht het klein hondeken
eene fluwijn te voorschijn de groote hond sprong
er op en een gevecht ontstond. Maar in 't aftuime
len eener hoogte, ontsnapte de fiawijn aan den
hond en, rap" als de bliksem, was het weg, het ver
laten huis in. Na lang zoeken ontdekte men het
onder de vestpaunen, achter eenen balk. Paulus
klampte ze met eene gaffel vast en bracht ze zoo
naar beneden, waar zynen hond het beest afmaak
te.Bravo, Paulus Uwe medeburgers zijn u
allen dankbaar over uwe dapperheid en over den
dienst hun bewezen. Want het flawijn is een zeer
schadelijk gedierte het gaat niet uit als bij nacht
en leeft uitsluitend van lekkere beetjens, zooals
eieren en kiekens het kan binst éenen nacht, een
gansche streek benadeeiigen. Hoe ver het bijtijds
in éenen nacht op zoek gaat, blijkt uit de volgen
de gebeurtenis Bij wintertijd, als de sneeuw ligt,
dan kan men het spoor van 't flawijn volgen, 'tgeen
het op zijnen weg nalaat door het slijpen van zijn
schoonen staart. Zoo ging op nen vroegen morgen
een opspeurder een flawijn achterna van Moerbe-
ke-bij-Geerardsbergen naar Galmaarden, vandaar
naar Waerbeke en zoo naar Vollezeele, waar hij,
na twee uren gaans, het dier ontdekte aan het
pachthof genaamd 't Hof ten Berg, en het flawijn
afschoot, verblijd van zijuo opspeuring tot het ein
de voortgezet te hebben.
Andere wonderheden gaan daar om in de Melke-
rij. Doqh om alle misverstaan te vermijden, zullen
wij daarover maar liefst zwijgen.
Maandag 27, heeft de fanfarenmaut-
schappij van Sint Jozefspatrouage haar
Ceciliafeest gevierd. WföSwMfy
Waarlijk, 't was een schoon, deftig,
eendrachtig en vermakelijk volksfeest.
Om halver 10 al spelende naar Sint Jfci
Jozefskerk, waar eeue mis gedaan werd door den
ievervollen bestuurder E. H. Morre. Na de mis
stoetsgewijze eenige volksstraten doorkruist en een
glas bier gaan drinken bij de leden. Menigmaal
werden de flinke fanfaren op hunnen doortocht
toegejuicht en iedereen bewonderde hunne kloeke
houding.
's Avouds, om 7 ureu, lekker avondmaal, gege
ven door den heer Voorzitter M. Geerinckx. 'tWas
lek mijn lippe Uitgezochte spijzen en meesterlijk
bereid
Aan het nagerecht stond M. A. Leleu recht, be
dankte den minzamen heer Voorzitter en dronk op
zijue gezondheid. De E. Heer Pastoor wees vooral
op de leuze u Eendracht is Macht en bracht hul
de aan den E. H. Bockstal, stichter van de schoo-
ne maatschappij. Een donderend handgeklap be
groette dit gezegde. De Heer Voorzitter zegde, op
zijne beurt, dat hij de Fanfaren beminde en dat zij
eene machtige maatschappij moest worden. Dan
wakkerde de talentvolle bestuurder, E. H. Morre,
zijne mannen aan en toen hij zegde dat de maat
schappij verrijkt was met 15 splinternieuwe kla
roenen, dan dreunde de Braban^onne door de rui
me zaal en heerschte er een onbeschrijfelijke geest
drift.
Nu was't muziek en zang. Seffens klonken er
geestige liederen Vriend Rik lapte er een af
Sergeant deed eene alleenspraak van 'k Ben er
bij de leutige Jan Mertens zong een zijner keu
rigste liedjes, maar wat 't puik van 't schoone was
was het kunstig lied van M. P. De Nul en de moei
lijke pianostukken vau M. J. Cammaert. Ze kun
nen
Muziekanten, op Alles voor de Jongens, voor
het heil der Patronage Blijft steeds vereenigd en
met Volksmannen aan het hoofd lijk E. 11. Bock
stal, E. H. Morre, M. Geerinckx, M. Leien en M.
Coppens staat gij onwrikbaar als eene rotse.
Op en de handen uit de mouwen voor het feest
van 4 FebruariTavoli.
Achtbare lezers van 't Stemmeken en bijzonder
lijk gij, onze geliefde Brakelsche burgers, boeren
en werklieden, 't jaar 1898 heeft zijnen steert in-
getroken en 't is van parti... voor altijd. Carabine
begint ook al redelijk oud te worden en als ge de
jaarkens ziet vliegen,... in uw haar krabben is al
wat ge doen kunt.
Wat zal 't volgende jaar ons brengen
Och Heere, menschen, dat weet Onzen Lieven
Heere en.... BazoefBazoef Ja zeker, die weet
immers te zeggen dat de katholieken met de naas
te kiezing verliezen zullen omdat...., ja, raadt
eens waarom omdat de liberalen eene boiling
gegeven hebben in den haaiershoek, waarbij geen
enkelen inwoner van dien wijk wilde meedoen en
waar al de prijzen gewonnen zijn door hunne ei
gene mannen.
Allo, allo, wij zullen dien profeet maar laten
betijen. Wat er ook van zij, Carabine wenscht aan
iedereen een gelukkig jaar. Aan degene die ge
trouwd zijn, den vrede iu 't huishouden want
waar man en vrouw elkander de haren uit t'hoofd
trekken, 't en is maar nen droeven miserere aan
de jongelieden die den vereischten ouderdom be
reikt hebben om iu 't huwelijksbootje te stappen,
een prettig vrouwtje of een brave ordentelijke
jongman en aan allemaal de andere al wat hun
hertje lust voor het welzijn van hunne ziel en li
chaam.
Als de Groote Baas van hierboven nu maar de
wenschen van Carabine wil vervullen, mij dunkt
dat het zal wel zijn, hé
De socialisten hebben hier een manifest
rondgestrooid. Ge zoudt zeggen 't Zijn suikerzoe
te lammekens. Elk woord is eene brandende gloei
ende leugen. Zoo zeggen ze bijvoorbeeld Wij zijn
tegen den godsdienst niet, en in hetzelfde manifest
vallen zij uit op paters en nonnen en heel den éta-
major Wij keeren daarop weer, of liever wij
niet, Jan Audax is ermee belast.
Ze zeggen dat het Tooneelspel in 3 bedrijven
Een Jonge Held handelende over den Boeren
krijg (een werk waar het zoogezegde verstandigste
deel onzer bevolking stijle Bazoef al druip-
neuzend mag staan op zien) overal zooveel bij val
heeft. Te Ronse heeft men het tweemaal moeten
spelente Somerghem insgelijks, Audenaerde,
Dendermonde, Vracene, Doel, Wetter en, enz.,
vonden het zeer schoon. Alia, 't is te beter.
A propos van Tooneelstukken, men zegt dat er
binnen kort eene vertaling uitkomt van Onze
Don Juan's de vertaling is van.... een zeerge
leerde liberaal.
Te Brakel, g'en hoort tegenwoordig van an
ders niets meer dan van foore, feesten, concerts
en andere aardigheden. Zondag waren er twee
concerts op eenen dag 't een gegeven in de
speelzaal toebehoorende aan den heer Burgemees
ter, waar de jonge heer Simoen Van den IJooren
met zijne jonge artisteu eene vertooning gaf en
het tweede een Concert de Charité door de zoo
genaamde Vrijers, n De tooneelzaal dezer laat
ste, 5 meters lang en 3 1/2 meters breed, was
proppensvol. Een woord van dank aan het heer
schap dat een groot getal kaarten gratis voor niets
heeft uitgedeeld om.... volk te hebben en de 't
Zalders den duivel aan te doen, zegde hij Arme
jongen, indien gij wist hoe de 't Zaldeis over u
denken
Allo, vrienden, tot de naaste week met die
nieuwjaarsdagen nen mensch en weet niet waar
zijn hoofd staat, maar 't naaste week zullen wij
het misschien gevonden hebben.
CARABINE.
4" EN LAATSTE LIJST.
Dc volgende 10 dieven en moordenaars zyu allen
bij verstek veroordeeld. Men had ze Ju iet kunnen
vangen en daarom zijn ze allen in Portraitege-
ëxecuteert. De straf was voor alle 10 dezelfde
de galg in Portraite alhier geëxecuteert te wor-
don met de koorde, welck Portrait ten dien eynde
aen eene Galge sal worden gehangen... Deze 10
veroordeelingen en uitvoeringen hebben plaatsge
had tusschen 12 en 14 December 1748.
Wij deelen hier de 10 Portretten mede
96 Antoon vander Gucht, bygenaemt Tonen den
Breteur, gebortig van Aelst, oudt in de 30jaeren,
lanck ontrent de 5 en half voeten, swartachtig
sleepende hair, bolster van aeusicht, wel te passé,
en wel op syn lederen, dick gebeent, draegencle
een grys laecken kleedt eude somwylen een bruyn
eene geblomde Callemandre veste en eene bruyne-
broeck.
97 Piet er de Moor, oudt in de 30 jaeren, ge
bortig van Oostersele, kleyn ende mager van pos-
tuer, hebbende bruyn sleepende hair, blauwe ende
quaede oogen, ten dien opsigte draegende in syne
ooren silvere ooringen, draegende oock eene lyne
Casacke en rostachtige laecke Veste.
98. Jacques le Couvreur, bygenaemt Laf ofte
la Fontaine, gebortig van Nederbrakel, van ordi
naire taille, scheel van gesichte.
99. Jan le Couvreur, gebortig vaD Nederbra
kel, (gebroeders) lanck ses voet, gaende wat al
buckende, swart in syn aensigt ende swart ge-
speent hair, mager van lyf eude teer v. beenen.
100. Jan Cotlenier, bygenaemt den Sot van
Wortegem, aldaer woonachtig geweest, oudt on
trent de 40. jaeren, groot 5. voet, rcdclyckdick,
swart van hair ende baert, lanck van beenen.
101. Jan de Vos, gebortig van Denterghem
synde van redelycke taille, maeger, 't hair bruyn
ende plat.
102. Jacques Plantyn, bygenaemt Coben uyt 't
Cruysken, gebortig van Brussel, oudt 22 jaeren ofte
daer ontrent, kleyn van Postuer, maeger, fraucq
van aensigt, dun eude bruyn hair, draegende dick-
maels eene cappotto, veste ende broeck schaille
couleur ende blauwe kaassens.
103. Jan Savoye, bygenaemt klein Janneken
ofte Jan Sauveur, gebortig van Si Truyen, groot
ontrent 5. voeten en een quaert, Bier-cóuleur hair
seer teer en mager in syn weseu, stuer van gesigt,
dun van beenen, ordinairlyck met eeue groenach
tige kasacke, oudt ontrent de 20 a 21 jaeren, en
sells jonger van gesichte.
104. Francois Meulebroeck, gebortig van Cas
ter e, groot 5 voet, blondt van hair, bleeck van aeu
sicht, draegende eene lyne kasacke als een voer
man ende witte kaassens.
(Slot volgt de naaste week).
VI.
In 1582 is Aalst ingenomen door de beeldstor-
mers. De hertog van Parma belegerde Audenaar-
de een deel der bezetting van Aalst was naar die
stad, en den 23 April, daags'na Beloken Paschen,
kwamen de Geuzen er op af, deze van Brussel en
Niuove en de Boschgeuzen uit Liedekerke's wou
den. De Aalstersche burgerij verdedigde zich dap
per, maar viel in eene hinderlaag, door de geschie
denis volgender wij ze beschreven
De Molenstraatpoort was de zwakste kant der
stad en daar begon den aanval. Bijna al de krijgs
macht der bedreigde sterkte was langs dien kant
vereenigd, doch op denzelfden stond viel het gros
der geuzenbende de Pontstraatpoort aan. Tot aan
hunne borst in het water en modder der grachten,
trokken de Beeldstormers naar de muren en plant
ten er hooge ladders tegon. De eerste die opklom
een jong maar koen soldaat, met name N. de Cc
ning van Brussel, werd doodgeschoten. 200 man
nen geraakten in de stad de burgers schoten er
op met twee stukken kanon en de Geuzen kregen
het geweldig kwaad edoch, zij riepen tot hunne
makkers van buiten Gij, monsters zult gij ons
verlaten Deze zwommen, ten getalle van zes
honderd, over de wallen, klommen de muren over,
vermoorden de wacht der Pontstraatpoort en lieten
hunne ruiterij in de stad.
Nu vocht men van aan de Houtmarkt tot op de
Groote Markt. Op het einde der Kerkstraat bad
het Magistraat zich versterkt in een hoekhuis,
waar later Gildentop woonde. Die kant der markt
was alsdan gebouwd, juist gelijk nu den Katholie
ken Kring, hetgeen aan de openbare plaats een lie
felijk en lachend voorkomen gaf.
De verdediging aldaar duurde lang, doch einde
lijk moest men zich overgeven en de Geuzen ble
ven meester der stad. Hoe zij alsdan vermoord en
gedood hebben, is onbeschrijfelijk. Drie schepenen
de greffler eu de stadsontvanger der stad waren
binst de verdediging gesneuveld.
De Sint Martenskerk en het klooster der Ster-
heeren waren niet meer zienlijk. Zeven geestelij
ken wierdeu aan de groote lijkdeur opgehangen
in do Nieuwstraat, omtrent de 3 Koningen,
(thans het posthotel) wierd een priester in eenen
bornput gesmeten eu in de Molenstraat, nabij het
Kapelleken der Werf, sloegen de vandalen een
monik van Ninove met eenen bierpot het hoofd in.
Verscheidene dagen bleef onze stad den vijand
overgeleverd eu nadat de roofzuchtige bonden van
Aalst, Ninove, Brussel en Liedekerke voldaan wa
ren, dan kwamen er Geuzen uit Gent om Aalst tot
hot hemd uit te stroopen.
Een bevel, op 30 April te Gent afgekondigd,
luidde dat niemand de stad mocht verlaten om
Aalst te gaan helpen plunderen.
Wordt voortgezet.
In tlrij beten was zijne teljoor schoongeveegd. Geerne
genoeg had hij nog eene tweede maaj en eene derde zelfs
het stuk koHil kalfsvleesch aangesproken, doch die men
schen hielden zich zóo stijf, ze drongen niets niemendallen
aan. Madame verzekerde dat men van veel eten dik wordt
en dat dikiijvigheid boersch stond. Nonkel zou dan maar
met honger uitscheiden, vermits hongerlijden 3teeds was.
O, hij had al lang eenen hekel aan de stad, maar nu, in
wendig lei hij er een heiligen eed op, nu zou de stad hem
nimmer wederzien.
Kom, we gaan wandelen, zei neef, rechtstaande.
Hoe geerne zou hij niet in gezellig gekout een pijpken
gerookt hebben in den hoek van den heerd 1 Maar hij was
nn eens ingescheept, hij zou maar varen. Doch morgen
vroeg 't gat uit, hoor 1 Gelukkiglij k nog ontsnapte hem de
oogslag van nicht Marie, op den raadsheer,een blik die zoo
veel wilde zeggen als Opgepast, zulle, man, dat ge de wan
deling kort trekt
Op dit tijdstip van 't jaar valt de nacht vroeg in. Daarbij,
't was mistig weder. Halfverdoken en onkenlijk in een dik
ken, wollen sjerp, met een ouden vilten hoed op, die hem
bijna tvt over de ooren zonk, leidde neef Henri den boer
door eene verwikkeliug van smalle straatjens en steegjens.
De hoofdzaak was de vrienden en kennissen in 't gezelschap
van nonkel Kobus vermijden. En toen de boer hem daar
omtrent eene bemerking deed
Och. ja, zei hij, we hadden even goedden middenboul-
vard kunnen nemen, maar met de drukte welke er 's avonds
heerscht, is er geen doorkomen aan.
Aldus mocht nonkel Kobus Sint Baafs in het gaslicht be-
'i Ji-m-jA-u-U—
wonderen, eene sombere steenmassa hij had even goed
op een blinden muur in den kelder kunnen kijken. Van
Lieven Bauwens standbeeld zou bij bij zijne terugreis niet
eens kunnen zoggen of het te voet of te peerd was. Einde
lijk kwamen ze plassend in het slijk en in het steengruis
op eene groote, woeste vlakte dun met lanteernen bezaaid
'lijk sterrekens in het holle van den nacht. Nonkel Kobus
zag geen steek voor zich uit, tot twee koeren brak hij zich
bijna armen en beenen op een omgewaaid lattenhek.
Waar drommels zijn we hier dorst hij vragen.
Heb ik u niet gewaarschuwd, verleden jaar, ant
woordde de advokaat, hoe 't bestuur de stad aan 't ver
fraaien is? De plaats welke wij betreden, wordt eens het
nieuw kwartier, nonkel.
Maar ik zie noch huizen noch kerk.
u Die zijn er nog niet, maar de plaats is er toch.
Oom zweeg. Hij kreeg zachtjens aan de hoogte van het-
gene neef en nicht met hem uitzetten. Gelukkig, de duister
nis verdook voor aller oogen den pijnlijken trek op zijn
goedig gelaat lijk zijue ingeborene kieschheid een slot stel
de aan zijn te recht gebolgen hart.
Toen ze beslijkt en kletsnat van de wandeling te huis
kwamen vroeg hij om aanstonds naar bed te gaan en dat de
meiden hem reeds om vier uren zouden wekken.
Om vier uren, zoo vroeg I moest nichtjen uitroepen.
Ja, ziet ge, nicht Marie, nonkel Kobus doet niet geerne
iemand langer last aan dan het noodig is.
De raadsheer en zijne vrouw zwoeren bij hoog en bij laag
dat zijn bezoek hen ten hoogste vereerde, dat zij volstrekt
geonen last van hem hadden, wel integendeel, #n dat ze
niets beter vroegen dan hem een paar dagen in stad te be
houden.
Ik wil u gelooven, antwoordde de buitenman deftig,
doch ware het anders ge zoudt toch nog hetzelfde zeggen,
uit beleefdheid.
Dit laatste woord haperde hem een beetjen in de keel.
Hij zou het toch maar lossen. Er was hem op eens een woord
uit het laatste sermoen van den pastoor door het hoofd ge
schoten zijt braaf zelfs met de boozen en al 't spijt zal la
ter voor hen zijn...
Eenige oogenblikken later zijn wij op een zeer pover be
meubeld slaapvertreksken, onder de pannen.
De boer uit 't Mezenhof ontdoet zich van zijn zondagsch
pak in 't licht eener roetkaars. De bedstcê is eenvoudig, bij
na armtierig, doch dit doet hein weinig, hij geeft volstrekt
niet om praal en pracht kon hij zich maar overtuigen dat
die eenvoud hem van harten gejond werd.
En kijk, in zijn hart gaat een strijd op, een lange strijd
tusschen/a en neen hij wikt en weegt het vóór en het te
gen wat tegen de gulheid van de ontvangst strijdt ver
licht hijwat er voor was bezwaart hij; hij wil zijn eigen
zeiven eenen bünddoek vóór den geest knoopen en of
schoon de tegenovergestelde waarheid hem in de oogen
springt, gelooven, vast gelooven, de goede, dat die men
schen deden wat zij konden. Het is ook een zoo droevig ge
voel, wanneer men de hand legt op een adder daar waar men
bloerntn meende te plukken. Hij beschuldigt bijna zijne
vrouw die hem kost wat kost op neefs kot stuurde. Mis
schien hebben die menschen het zoo vet niet Meer dan
eens reeds hoorde hij vertellen van lieden uit de stad die van
boven een lakenscheu frak eu een hoogen hoed dragen en
van onder zonder hemd loopen. En kijk, toen hij zich neer
legt op den harden varoestzak, is hij bijna totde overtui
ging gekomen dat zijn eerste indruk mis was en neef en
nicht toch lief voor hem waren.
Neef Henri was met hem meêgeweest niettegenstaande
het regenachtig weder een andere ware voorzeker t'huis
gebleven. (Slot hierna).