De nieuwe Religie. TE NIEUWENHOVE Aalst door de Eeuwen heen. VOLKSWIJK SCH1ERBEEK. UIT NEDEIU1RAKEL VOORZEGGINGEN TWEE BEZOEKEN. De bende van Jan De Lichte op de groote markt van Aalst Wij lezen iu den Patriote dat een -vermaarde storrekundige, met name M. Ruggieri, geboortig van Florentië en in 1615 gestorven, een boek heeft nagelaten waarin verscheidene voorzeggin gen vermeld worden voor het jaar dat nu ten ein de loopt en ook voor 1899. Uit de verzen, waarin het werk geschreven is, kan men gemakkelijk de volgende gebeurtenissen van 't loopende jaar trekken De nederlaag van Spanje met verlies zyner ko loniën de algemeene ontwapening van den tzar zelfs hot proces Dreyfus, dat, volgens Ruggieri, nog zou duren tot Augusti van toekomende jaar. Men neme wel in acht, dat zulks over 3 eeuwen geschreven werd. Voor 't jaar i899 voorzegt Ruggieri dat de maand noodlottig zal zijn voor eenen koning van Europa en Februari zeer ongunstig voor de Chi- neezen. In Maart zullen groote onheilen gebeuren op zee, die wel 700 slachtoffers zouden maken. Wreede oorlogen zullen plaats hebben iu het Oos ten binst de maand Mei. Iu Juni zal er iets bewon- derensweerdig voorvallen te Parijs. Een koning van een land uit het Noordc» zal in Juli sterven. Dan, op 't einde van het jaar, in October, eeue groote werkstaking, iu November het sterven van Paus Leo XIII en eindelijk den dag voor Kerstdag zou er te Parijs een verschrikkelijke brand uit bersten, die geheel de stad zou vernielen. Dat alles is geen evangelie, beste Lezer, en elk geloove er van wat hij wil. Wij zullen t'afwachteu en die 't geluk heeft van leven, zal best kunnen bestatigen wat er van zulke voorzeggingen'te gelooven is. In allen gevalle, de gazet wel bewaart zij zal later van pas komen. Alle weken roept Het Land van Aelst schijnhei lig uit Zonder ons is de Religie te niet 1 Luistert nu hoe de groene democraten den Hoog dag van Kerstmis gevierd hebben Om 8 uren vertrek uit Aalst naar Antwerpen om 10 uren vergadering in het lokaal Stanley; om 10 1/2 uren vertrek met muziek naar de Congreszaal om 11 uren aanvang van het congres om 1 uren middagmaal om 3 uren tweede zitting om uren gesloten vergadering. (Uit De Werkman van 23 December 1398). En hoogmis, en vespers, en lof, waar staan die op 't programma Daar moet zeker niet naar om gezien worden Schande! SCHANDE! Op dien grooten, plechtigen dag, als alle chris- tene menschen met eerbied de Geboorte van het Kind Jezus herdenken op dien dag, die een dag moet zijn van inkeer en gebed, terwijl alle bra ve geloovigen in de kerken geknield zaten rond het Tabernakel, op dien dag en dien stond, onder hoogmis en lof, <Ieu 95 December v«n 't Janr 1898, den dag der Geboorte ClirUti, vergaderden de groene zoogezegde christeue demo craten of dacnsisten te Antwerpen met liberalen, radicalen en socialisten, en verzochten do libera len, de radikalen en de socialisten een akkoord met hen te willen sluiten om de katholieke partij te bevechten en omver te werpen. Over 1800 jaren, terwijl de Apostelen aan het Laatste Avondmaal vergaderd waren en 't Godde lijk woord iugetogen aanhoorden, ging Judas bij de verzamelde Joden en maakte met hen akkoord - an Jezus te leveren voor 30 zilverlingen. gebeuren er tegenwoordig oprechte wonderheden. Op gewillig acht dagen tijd heeft er Paulus Ronsyn twee fluwijnen gevangen. De eerste woog twee ki los en een kwart en heeft hij verkocht aan 18 frs deze die hij nu Zondag laatst ving weegt bij de 2 kilos. Ziet hoe die wondere vangst geschiedt 9 -))))§«((- Paulus heeft twee honden, eenen kleinen en eenen groofen. Als de kleine eens op het spoor eener fla- wiju geraakt, achterhaalt hij ze en brengt ze te voorschijn van uit hare schuilplaats, waar zij zich ook mochte verbergen. Van zoohaast zij in 't dag licht komt, springt er de groote hond op en men wordt ooggetuige van een verwoeden strijd tus- schen hond en fiawijn, waarin dit laatste altijd, tot hiertoe, de nederlaag onderstaat. Verleden Zon dag ging Paulus met zijue twee honden op zoek in een onlangs door den koster verlaten huis, tegen de kerk. Men vermoedde het bijziju van een fia wijn of vis, omdat er zoovele eieren 's nachts ge stolen werden eu zelfs kiekens verdwenen. Na om trent een uur zoekens, bracht het klein hondeken eene fluwijn te voorschijn de groote hond sprong er op en een gevecht ontstond. Maar in 't aftuime len eener hoogte, ontsnapte de fiawijn aan den hond en, rap" als de bliksem, was het weg, het ver laten huis in. Na lang zoeken ontdekte men het onder de vestpaunen, achter eenen balk. Paulus klampte ze met eene gaffel vast en bracht ze zoo naar beneden, waar zynen hond het beest afmaak te.Bravo, Paulus Uwe medeburgers zijn u allen dankbaar over uwe dapperheid en over den dienst hun bewezen. Want het flawijn is een zeer schadelijk gedierte het gaat niet uit als bij nacht en leeft uitsluitend van lekkere beetjens, zooals eieren en kiekens het kan binst éenen nacht, een gansche streek benadeeiigen. Hoe ver het bijtijds in éenen nacht op zoek gaat, blijkt uit de volgen de gebeurtenis Bij wintertijd, als de sneeuw ligt, dan kan men het spoor van 't flawijn volgen, 'tgeen het op zijnen weg nalaat door het slijpen van zijn schoonen staart. Zoo ging op nen vroegen morgen een opspeurder een flawijn achterna van Moerbe- ke-bij-Geerardsbergen naar Galmaarden, vandaar naar Waerbeke en zoo naar Vollezeele, waar hij, na twee uren gaans, het dier ontdekte aan het pachthof genaamd 't Hof ten Berg, en het flawijn afschoot, verblijd van zijuo opspeuring tot het ein de voortgezet te hebben. Andere wonderheden gaan daar om in de Melke- rij. Doqh om alle misverstaan te vermijden, zullen wij daarover maar liefst zwijgen. Maandag 27, heeft de fanfarenmaut- schappij van Sint Jozefspatrouage haar Ceciliafeest gevierd. WföSwMfy Waarlijk, 't was een schoon, deftig, eendrachtig en vermakelijk volksfeest. Om halver 10 al spelende naar Sint Jfci Jozefskerk, waar eeue mis gedaan werd door den ievervollen bestuurder E. H. Morre. Na de mis stoetsgewijze eenige volksstraten doorkruist en een glas bier gaan drinken bij de leden. Menigmaal werden de flinke fanfaren op hunnen doortocht toegejuicht en iedereen bewonderde hunne kloeke houding. 's Avouds, om 7 ureu, lekker avondmaal, gege ven door den heer Voorzitter M. Geerinckx. 'tWas lek mijn lippe Uitgezochte spijzen en meesterlijk bereid Aan het nagerecht stond M. A. Leleu recht, be dankte den minzamen heer Voorzitter en dronk op zijue gezondheid. De E. Heer Pastoor wees vooral op de leuze u Eendracht is Macht en bracht hul de aan den E. H. Bockstal, stichter van de schoo- ne maatschappij. Een donderend handgeklap be groette dit gezegde. De Heer Voorzitter zegde, op zijne beurt, dat hij de Fanfaren beminde en dat zij eene machtige maatschappij moest worden. Dan wakkerde de talentvolle bestuurder, E. H. Morre, zijne mannen aan en toen hij zegde dat de maat schappij verrijkt was met 15 splinternieuwe kla roenen, dan dreunde de Braban^onne door de rui me zaal en heerschte er een onbeschrijfelijke geest drift. Nu was't muziek en zang. Seffens klonken er geestige liederen Vriend Rik lapte er een af Sergeant deed eene alleenspraak van 'k Ben er bij de leutige Jan Mertens zong een zijner keu rigste liedjes, maar wat 't puik van 't schoone was was het kunstig lied van M. P. De Nul en de moei lijke pianostukken vau M. J. Cammaert. Ze kun nen Muziekanten, op Alles voor de Jongens, voor het heil der Patronage Blijft steeds vereenigd en met Volksmannen aan het hoofd lijk E. 11. Bock stal, E. H. Morre, M. Geerinckx, M. Leien en M. Coppens staat gij onwrikbaar als eene rotse. Op en de handen uit de mouwen voor het feest van 4 FebruariTavoli. Achtbare lezers van 't Stemmeken en bijzonder lijk gij, onze geliefde Brakelsche burgers, boeren en werklieden, 't jaar 1898 heeft zijnen steert in- getroken en 't is van parti... voor altijd. Carabine begint ook al redelijk oud te worden en als ge de jaarkens ziet vliegen,... in uw haar krabben is al wat ge doen kunt. Wat zal 't volgende jaar ons brengen Och Heere, menschen, dat weet Onzen Lieven Heere en.... BazoefBazoef Ja zeker, die weet immers te zeggen dat de katholieken met de naas te kiezing verliezen zullen omdat...., ja, raadt eens waarom omdat de liberalen eene boiling gegeven hebben in den haaiershoek, waarbij geen enkelen inwoner van dien wijk wilde meedoen en waar al de prijzen gewonnen zijn door hunne ei gene mannen. Allo, allo, wij zullen dien profeet maar laten betijen. Wat er ook van zij, Carabine wenscht aan iedereen een gelukkig jaar. Aan degene die ge trouwd zijn, den vrede iu 't huishouden want waar man en vrouw elkander de haren uit t'hoofd trekken, 't en is maar nen droeven miserere aan de jongelieden die den vereischten ouderdom be reikt hebben om iu 't huwelijksbootje te stappen, een prettig vrouwtje of een brave ordentelijke jongman en aan allemaal de andere al wat hun hertje lust voor het welzijn van hunne ziel en li chaam. Als de Groote Baas van hierboven nu maar de wenschen van Carabine wil vervullen, mij dunkt dat het zal wel zijn, hé De socialisten hebben hier een manifest rondgestrooid. Ge zoudt zeggen 't Zijn suikerzoe te lammekens. Elk woord is eene brandende gloei ende leugen. Zoo zeggen ze bijvoorbeeld Wij zijn tegen den godsdienst niet, en in hetzelfde manifest vallen zij uit op paters en nonnen en heel den éta- major Wij keeren daarop weer, of liever wij niet, Jan Audax is ermee belast. Ze zeggen dat het Tooneelspel in 3 bedrijven Een Jonge Held handelende over den Boeren krijg (een werk waar het zoogezegde verstandigste deel onzer bevolking stijle Bazoef al druip- neuzend mag staan op zien) overal zooveel bij val heeft. Te Ronse heeft men het tweemaal moeten spelente Somerghem insgelijks, Audenaerde, Dendermonde, Vracene, Doel, Wetter en, enz., vonden het zeer schoon. Alia, 't is te beter. A propos van Tooneelstukken, men zegt dat er binnen kort eene vertaling uitkomt van Onze Don Juan's de vertaling is van.... een zeerge leerde liberaal. Te Brakel, g'en hoort tegenwoordig van an ders niets meer dan van foore, feesten, concerts en andere aardigheden. Zondag waren er twee concerts op eenen dag 't een gegeven in de speelzaal toebehoorende aan den heer Burgemees ter, waar de jonge heer Simoen Van den IJooren met zijne jonge artisteu eene vertooning gaf en het tweede een Concert de Charité door de zoo genaamde Vrijers, n De tooneelzaal dezer laat ste, 5 meters lang en 3 1/2 meters breed, was proppensvol. Een woord van dank aan het heer schap dat een groot getal kaarten gratis voor niets heeft uitgedeeld om.... volk te hebben en de 't Zalders den duivel aan te doen, zegde hij Arme jongen, indien gij wist hoe de 't Zaldeis over u denken Allo, vrienden, tot de naaste week met die nieuwjaarsdagen nen mensch en weet niet waar zijn hoofd staat, maar 't naaste week zullen wij het misschien gevonden hebben. CARABINE. 4" EN LAATSTE LIJST. Dc volgende 10 dieven en moordenaars zyu allen bij verstek veroordeeld. Men had ze Ju iet kunnen vangen en daarom zijn ze allen in Portraitege- ëxecuteert. De straf was voor alle 10 dezelfde de galg in Portraite alhier geëxecuteert te wor- don met de koorde, welck Portrait ten dien eynde aen eene Galge sal worden gehangen... Deze 10 veroordeelingen en uitvoeringen hebben plaatsge had tusschen 12 en 14 December 1748. Wij deelen hier de 10 Portretten mede 96 Antoon vander Gucht, bygenaemt Tonen den Breteur, gebortig van Aelst, oudt in de 30jaeren, lanck ontrent de 5 en half voeten, swartachtig sleepende hair, bolster van aeusicht, wel te passé, en wel op syn lederen, dick gebeent, draegencle een grys laecken kleedt eude somwylen een bruyn eene geblomde Callemandre veste en eene bruyne- broeck. 97 Piet er de Moor, oudt in de 30 jaeren, ge bortig van Oostersele, kleyn ende mager van pos- tuer, hebbende bruyn sleepende hair, blauwe ende quaede oogen, ten dien opsigte draegende in syne ooren silvere ooringen, draegende oock eene lyne Casacke en rostachtige laecke Veste. 98. Jacques le Couvreur, bygenaemt Laf ofte la Fontaine, gebortig van Nederbrakel, van ordi naire taille, scheel van gesichte. 99. Jan le Couvreur, gebortig vaD Nederbra kel, (gebroeders) lanck ses voet, gaende wat al buckende, swart in syn aensigt ende swart ge- speent hair, mager van lyf eude teer v. beenen. 100. Jan Cotlenier, bygenaemt den Sot van Wortegem, aldaer woonachtig geweest, oudt on trent de 40. jaeren, groot 5. voet, rcdclyckdick, swart van hair ende baert, lanck van beenen. 101. Jan de Vos, gebortig van Denterghem synde van redelycke taille, maeger, 't hair bruyn ende plat. 102. Jacques Plantyn, bygenaemt Coben uyt 't Cruysken, gebortig van Brussel, oudt 22 jaeren ofte daer ontrent, kleyn van Postuer, maeger, fraucq van aensigt, dun eude bruyn hair, draegende dick- maels eene cappotto, veste ende broeck schaille couleur ende blauwe kaassens. 103. Jan Savoye, bygenaemt klein Janneken ofte Jan Sauveur, gebortig van Si Truyen, groot ontrent 5. voeten en een quaert, Bier-cóuleur hair seer teer en mager in syn weseu, stuer van gesigt, dun van beenen, ordinairlyck met eeue groenach tige kasacke, oudt ontrent de 20 a 21 jaeren, en sells jonger van gesichte. 104. Francois Meulebroeck, gebortig van Cas ter e, groot 5 voet, blondt van hair, bleeck van aeu sicht, draegende eene lyne kasacke als een voer man ende witte kaassens. (Slot volgt de naaste week). VI. In 1582 is Aalst ingenomen door de beeldstor- mers. De hertog van Parma belegerde Audenaar- de een deel der bezetting van Aalst was naar die stad, en den 23 April, daags'na Beloken Paschen, kwamen de Geuzen er op af, deze van Brussel en Niuove en de Boschgeuzen uit Liedekerke's wou den. De Aalstersche burgerij verdedigde zich dap per, maar viel in eene hinderlaag, door de geschie denis volgender wij ze beschreven De Molenstraatpoort was de zwakste kant der stad en daar begon den aanval. Bijna al de krijgs macht der bedreigde sterkte was langs dien kant vereenigd, doch op denzelfden stond viel het gros der geuzenbende de Pontstraatpoort aan. Tot aan hunne borst in het water en modder der grachten, trokken de Beeldstormers naar de muren en plant ten er hooge ladders tegon. De eerste die opklom een jong maar koen soldaat, met name N. de Cc ning van Brussel, werd doodgeschoten. 200 man nen geraakten in de stad de burgers schoten er op met twee stukken kanon en de Geuzen kregen het geweldig kwaad edoch, zij riepen tot hunne makkers van buiten Gij, monsters zult gij ons verlaten Deze zwommen, ten getalle van zes honderd, over de wallen, klommen de muren over, vermoorden de wacht der Pontstraatpoort en lieten hunne ruiterij in de stad. Nu vocht men van aan de Houtmarkt tot op de Groote Markt. Op het einde der Kerkstraat bad het Magistraat zich versterkt in een hoekhuis, waar later Gildentop woonde. Die kant der markt was alsdan gebouwd, juist gelijk nu den Katholie ken Kring, hetgeen aan de openbare plaats een lie felijk en lachend voorkomen gaf. De verdediging aldaar duurde lang, doch einde lijk moest men zich overgeven en de Geuzen ble ven meester der stad. Hoe zij alsdan vermoord en gedood hebben, is onbeschrijfelijk. Drie schepenen de greffler eu de stadsontvanger der stad waren binst de verdediging gesneuveld. De Sint Martenskerk en het klooster der Ster- heeren waren niet meer zienlijk. Zeven geestelij ken wierdeu aan de groote lijkdeur opgehangen in do Nieuwstraat, omtrent de 3 Koningen, (thans het posthotel) wierd een priester in eenen bornput gesmeten eu in de Molenstraat, nabij het Kapelleken der Werf, sloegen de vandalen een monik van Ninove met eenen bierpot het hoofd in. Verscheidene dagen bleef onze stad den vijand overgeleverd eu nadat de roofzuchtige bonden van Aalst, Ninove, Brussel en Liedekerke voldaan wa ren, dan kwamen er Geuzen uit Gent om Aalst tot hot hemd uit te stroopen. Een bevel, op 30 April te Gent afgekondigd, luidde dat niemand de stad mocht verlaten om Aalst te gaan helpen plunderen. Wordt voortgezet. In tlrij beten was zijne teljoor schoongeveegd. Geerne genoeg had hij nog eene tweede maaj en eene derde zelfs het stuk koHil kalfsvleesch aangesproken, doch die men schen hielden zich zóo stijf, ze drongen niets niemendallen aan. Madame verzekerde dat men van veel eten dik wordt en dat dikiijvigheid boersch stond. Nonkel zou dan maar met honger uitscheiden, vermits hongerlijden 3teeds was. O, hij had al lang eenen hekel aan de stad, maar nu, in wendig lei hij er een heiligen eed op, nu zou de stad hem nimmer wederzien. Kom, we gaan wandelen, zei neef, rechtstaande. Hoe geerne zou hij niet in gezellig gekout een pijpken gerookt hebben in den hoek van den heerd 1 Maar hij was nn eens ingescheept, hij zou maar varen. Doch morgen vroeg 't gat uit, hoor 1 Gelukkiglij k nog ontsnapte hem de oogslag van nicht Marie, op den raadsheer,een blik die zoo veel wilde zeggen als Opgepast, zulle, man, dat ge de wan deling kort trekt Op dit tijdstip van 't jaar valt de nacht vroeg in. Daarbij, 't was mistig weder. Halfverdoken en onkenlijk in een dik ken, wollen sjerp, met een ouden vilten hoed op, die hem bijna tvt over de ooren zonk, leidde neef Henri den boer door eene verwikkeliug van smalle straatjens en steegjens. De hoofdzaak was de vrienden en kennissen in 't gezelschap van nonkel Kobus vermijden. En toen de boer hem daar omtrent eene bemerking deed Och. ja, zei hij, we hadden even goedden middenboul- vard kunnen nemen, maar met de drukte welke er 's avonds heerscht, is er geen doorkomen aan. Aldus mocht nonkel Kobus Sint Baafs in het gaslicht be- 'i Ji-m-jA-u-U— wonderen, eene sombere steenmassa hij had even goed op een blinden muur in den kelder kunnen kijken. Van Lieven Bauwens standbeeld zou bij bij zijne terugreis niet eens kunnen zoggen of het te voet of te peerd was. Einde lijk kwamen ze plassend in het slijk en in het steengruis op eene groote, woeste vlakte dun met lanteernen bezaaid 'lijk sterrekens in het holle van den nacht. Nonkel Kobus zag geen steek voor zich uit, tot twee koeren brak hij zich bijna armen en beenen op een omgewaaid lattenhek. Waar drommels zijn we hier dorst hij vragen. Heb ik u niet gewaarschuwd, verleden jaar, ant woordde de advokaat, hoe 't bestuur de stad aan 't ver fraaien is? De plaats welke wij betreden, wordt eens het nieuw kwartier, nonkel. Maar ik zie noch huizen noch kerk. u Die zijn er nog niet, maar de plaats is er toch. Oom zweeg. Hij kreeg zachtjens aan de hoogte van het- gene neef en nicht met hem uitzetten. Gelukkig, de duister nis verdook voor aller oogen den pijnlijken trek op zijn goedig gelaat lijk zijue ingeborene kieschheid een slot stel de aan zijn te recht gebolgen hart. Toen ze beslijkt en kletsnat van de wandeling te huis kwamen vroeg hij om aanstonds naar bed te gaan en dat de meiden hem reeds om vier uren zouden wekken. Om vier uren, zoo vroeg I moest nichtjen uitroepen. Ja, ziet ge, nicht Marie, nonkel Kobus doet niet geerne iemand langer last aan dan het noodig is. De raadsheer en zijne vrouw zwoeren bij hoog en bij laag dat zijn bezoek hen ten hoogste vereerde, dat zij volstrekt geonen last van hem hadden, wel integendeel, #n dat ze niets beter vroegen dan hem een paar dagen in stad te be houden. Ik wil u gelooven, antwoordde de buitenman deftig, doch ware het anders ge zoudt toch nog hetzelfde zeggen, uit beleefdheid. Dit laatste woord haperde hem een beetjen in de keel. Hij zou het toch maar lossen. Er was hem op eens een woord uit het laatste sermoen van den pastoor door het hoofd ge schoten zijt braaf zelfs met de boozen en al 't spijt zal la ter voor hen zijn... Eenige oogenblikken later zijn wij op een zeer pover be meubeld slaapvertreksken, onder de pannen. De boer uit 't Mezenhof ontdoet zich van zijn zondagsch pak in 't licht eener roetkaars. De bedstcê is eenvoudig, bij na armtierig, doch dit doet hein weinig, hij geeft volstrekt niet om praal en pracht kon hij zich maar overtuigen dat die eenvoud hem van harten gejond werd. En kijk, in zijn hart gaat een strijd op, een lange strijd tusschen/a en neen hij wikt en weegt het vóór en het te gen wat tegen de gulheid van de ontvangst strijdt ver licht hijwat er voor was bezwaart hij; hij wil zijn eigen zeiven eenen bünddoek vóór den geest knoopen en of schoon de tegenovergestelde waarheid hem in de oogen springt, gelooven, vast gelooven, de goede, dat die men schen deden wat zij konden. Het is ook een zoo droevig ge voel, wanneer men de hand legt op een adder daar waar men bloerntn meende te plukken. Hij beschuldigt bijna zijne vrouw die hem kost wat kost op neefs kot stuurde. Mis schien hebben die menschen het zoo vet niet Meer dan eens reeds hoorde hij vertellen van lieden uit de stad die van boven een lakenscheu frak eu een hoogen hoed dragen en van onder zonder hemd loopen. En kijk, toen hij zich neer legt op den harden varoestzak, is hij bijna totde overtui ging gekomen dat zijn eerste indruk mis was en neef en nicht toch lief voor hem waren. Neef Henri was met hem meêgeweest niettegenstaande het regenachtig weder een andere ware voorzeker t'huis gebleven. (Slot hierna).

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Volksstem | 1898 | | pagina 2