Volks.
§0
KERKELIJK NIEUWS.
■■HCMMMHBi
Bureel
Kapellestraat, 13, Aalst.
Van alles wat.
Waarschuwing.
WAAROM
Op Chipka, Vrijdag
achternoen om 5 uren.
De Penningen.
UIT lYEDEHBRAREL.
1
VERSCHIJNT ELKEN ZATERDAG.
Abonnementsprijs voor gansch België, franco te huis, 2.50. Voor de vreemde landen,
5,00. 5 centiemen het nummer. Pakken en brieven hoeven vrachtvrij toegezonden
te worden. Alle briefwisselingen moeten den dijnsdag avond op onze bureelen toege
komen zijn, het blad den woensdag avond ter pers gaande. Ongeteekende brieven wor
den inde scheurmand geworpen. Alle postbureelen ontvangen inschrijvingen, op alle
tijdstippen van het jaar. De onkosten der kwijtingbrieijes zijn ten laste van den be
stemmeling. Men gelieve, bij verandering van woonst, het juist terechtwijs te zenden.
5° JAARGANG. NUMMER 226.
Vonnissen 1 frank den kleinen regel. Aankondigingen tusschen de nieuwslij-
20 centiemen per regel. Aankondigingen op dc 3e bladz. 10 centiemen den
regel. Annoncen op de 4® bladzijde worden berekend volgens plaatsruimte. Voor
de advertentiën buiten de provincie Oost-Viaanderen, zich uitsluitend te wenden tot
het Office de Publicity, Rue de la Madeleine, Brussel. De geabonneerden hebben het
recht een maal -per jaar eene annonce van 5 regels te plaatsen, die viermaal ach tereen -
Aalst, den 6 Mei van het jaar O. H. 1899. volgens zal verschijnen.Ruchtbaarmakingen in te zenden vóór 's Maandaags.
Personen die, naar het schijnt, England bewo
nen, doen in de dagbladen aankondigen dat zij, in
zeer voordeelige voorwaarden, geld leenen, op
handteeken, aan handelaars en achtbare personen.
Zij die daarop ingaan, ontvangen eenen gedruk-
ten omzenbrief, geteekend Holt, King, Harris,
Grafton of Burt, en eene formuul tot aanvraag der
leening. Tevens worden zij verzocht eerst en voor
al een bedrag van omstreeks 2 fr, 50 c. te storten
voor kosten van briefwisseliug en dergelijke.
Wanneer men het eens geworden is omtrent het
bedrag der geldleeniug, dan wordt den ontleener
bericht dat alvorens de overeengekomen som te
ontvangen, hij den geldleener 5 t.h. van dat bedrag
moet overhandigen, tot waarborg van een jaar
interest. Wordt door den ontleener aan dat verzoek
voldaan, dan is de oplichting gelukt, en er wordt
geen antwoord meer gegeven op de reklamatiën.
Verscheidene personen werden aldus bedrogen
voor bedragen van 50 tot 250 frank.
De belanghebbenden moeten op hunne hoede
zij a en zich met dergelijke onderhandelingen niet
inlaten, dan na inlichtingen genomen te hebben
omtrent diegenen waarmede zij in betrekking
treden.
Moniteur
Goede maatregel. Minister Vanden Peere
boom heeft besloten, de kabien-, wissel-, signaal-,
en brugwachters der spoorwegen, die posten bedie
nen waar er volledige nachtdienst is, in de week
eikanderen te doen afwisselen en hun alle twee
weken een rustdag, des zondags te verzekeren
Razernij. Van 12 Februari 1895 tot 1 Ja
nuari 1899 zijn er in het gesticht Pasteur te Rijsel,
796 gebeten personen verzorgd geworden. De be
handeling duurt gewoonlijk 18, dagen en wordt
soms 8 dagen verlengd als dc beten zeer erg zijn.
Vijf dezer personen zijn bezweken. De dieren die
de hoogergenoemde personen gebeten badden, wa
ren 771 honden, 22 katten, 2 paarden en 1 ezel.
Onder de gebeten personen bevonden er zich 515
uit het Noorderdepartement, 169 uit Pas de Calais
en 112 uit België.
De groene opleiders van Chipka schijnen ook
nijg gebeten te zijn door de harde waarheid van
kardinaal Rampolla. Sedert dat zulk nieuws uit
Rome gekomen is, schuimbekken zij, roepen en
schelden zij dat het een wonder is. Het wordt hoog
tijd dat zij naar 't gesticht Pasteur trekken.
Militie-loting;. Er is spraak van de militie
loting te hervormen. De Heer Schollaert heeft aan
al de arrondissements-kommissarissen hun gedacht
gevraagd over het stelsel door den Heer Bonet
aanbevolen. Het bestaat in de loting te stellen, op
eenen en denzelfden dag, in al de gemeenten van
hetzelfde kanton of zelfs van geheel het land.
De heer minister vraagt ook, en in afwachting van
de wijziging der wet, of het niet goed zou wezen
eenen zelfden dag te bepalen voor de bewerkingen
der militie-loting in al de kantonshoofdplaatsen.
Verbod. De minister van Landbouw komt bij
omzendbrief aan al de beambten van zijn departe
ment te verbieden, rechtstreeks of onrechtstreeks
betrokken te zijn in den handel van alcoolische
dranken, of bij herbergiers of drankslijters binnen
te wonen. Het is ook verboden aan de bedienden of
boodschappers der bureelen van zijn ministerie,
gedurende hunne diensturen in herbergen te gaan.
Getrouwe lieden. De groene democraten
van Antwerpen hebben reeds een staalke van de
getrouwheid en de genegenheid hunner bondge
noten, de socialisten, 't Schijnt dat die roode vo
gels in de meetingen enkel propaganda maakten
Vo°r hunnen rooden winkel. De groenen dulden
'lat niet en hebben besloten alleen meetingen te
geven op den buiten.
Helden van Cbipka, wat staat er u ook nog te
wachten van dat rood boelke
Ah gij hebt dat verbond met zulke kerels maar
aangegaan voor de Evenredige Vertegenwoordiging
en het Algemeen Stemrecht, 't Is zeker ook om dat
doel te bereiken dat gij in de meetingen, godslas-
terende schriften tegen de Voorzienigheid, tegen
den Godsdienst, tegen de Biecht en andere geloofs
punten door uwe logebroeders laat uitdeelen
Is koffie met suikerij vervalsclit? Wilt
gij het weteDdoet het volgende Op eene glas
plaat of een stuk hout legt men een stuk wit fil-
treerpapier, dat vooraf met water geheel bevoch
tigd is. Daarna strooit men den te onderzoeken
koffie op 't papier. Is de koffie gemengd met sui-
kerij, dan ontstaan, om de stukjes suikerij, heel
spoedig bruine ringen, terwijl de koffie dat ver
schijnsel niet vertoont. Het stelsel berust hierop,
dat in de suikerij stoffen voorkomen, die in koud
water bijna aanstonds met bruine kleur oplossen*
iets wat bij koffie niet het geval is.
Ontslag. De Heer DeBeucker, de gekende
volksspreker, leeraar aan de hof-en landbouwschool
van Vilvoorde, komt zijn outslag in te dienen ni^rt
alleen als bestuurlid, maar zelfs als lid van de
Christen-demokratenpartij te Antwerpen. Dit ont
slag werd uitgelokt, zegt het «Handelsblad», door
verscheidene redens, onder anderen het misnoegen
over de richting door de partij ingeslagen en over
de eischen door de christen-demokraten aan de
Meeting gesteld. Daarbij kon vader De Beucker,
als vurige katholiek, zekere handelingen der partij
niet langer, al was het ook slechts met zijnen naam,
goedkeuren.
koopt Jaak den ezzel, met zijnen leeren zak uit
Algeriën, zijnen tabak en zijn rollekens in de
tabakfabriek der groenen niet
Waarom hen die kleine winst niet gejond
Waarom zijnen tabak koopen in de Pontstraat
Moet ge daarvoor nog in Algeriën geweest heb
ben, om zoo ondankbaar te zijn
Pië zit bezig met op tafel den Daenspenning te
tellen... Tien en twelf is 22 en 60 is 82 en 30 is
112 en 20 en 38 is 170 frank... Een goeie week ge
had.... Pakt maar vier weken in de maand.... vier
keereu 170 is680 fr. en twaalf maanden in 't
jaar is.... 8160 fr. De werkende man moet tegen
woordig veel doen voor zijn brood Oh, die
broodroovers
De kinderen komen binnen.
De kindeeen. Oei, papa, zooveel geld is
dat allemaal van ons, papa
Pie. Jaat, allemaal van ous.
De kindeeen. Papa, van waar komt dat al
lemaal eh
Pie. g'En meugc zoo krieus nie zijn.
De kindeeen. Ai toe, papa, zeg het ons.
Pre. Allé, toetoe, loop ne keer buiten spe
len.
De kindeeen. Ai, papa, 't is buiten bezig
meê regenen. Papa, krijgen wij elk ne cent
Pie. Zondag, als ge braaf zijt, en ge zult dan
allemaal meugen meê gaan naar Brussel van die
centen. Mama gaat beur uen besten hoed koopen
en een nieuw kostum voor u allemaal. Is 't nu wel?
De kindeeen.Jaat, papa, wij zullen eerlijk
braaf zijn.
Pie. Maar wat voor een lieken hebt ge daar
gisteren avond bij 't meissen in de keuken zitten
zingen eh ik en kost het van hier niet verstaan,
alla, zing het eerst ne keer dat ik het hoor, en
loopt ten speleu.
De kindeeen. Papa, 't is een lieken dat er
ons een kind geleerd heeft, 't is zulk schoon lie
ken 1
Pie.Alla, zingt het ne keer, maar schoon zel-
lé, op uw beste, allé allemaal gelijk,
j De kiuderen beginnen
1.
Indien Pierlala bij geval nog eens op aarde kwam
Hij schoot hem zeker rechte naar den Dam,
En hij zou gelijk hebben, jandooreleeren
Den held van Chipka te gaan komplimanteeren.
Refrein
Ribbedibbedibbedoe
Alle zakken open
En de mijnen toe
Toetoetoetoe.
2.
Die schameteur, moeje weten, meê een moestasch
En op zijn hoofd een overgroote plasch,
Heeft nu gevonden van zonder renten
Toch algelijk te leven op zijn korrenten.
Refrein.
3.
Dien lekkren held had immers zijn gat verbrand
En zat nu op de bleinen, half verlamd,
Maar den duivel leeft van streken en paretten
]£n hij vond om zich aan eens anders teel in te vetten.
Refrein.
4.
Luistert: hij roept koleerig en rood als ne kallekoen
Dit alleman moet hebben een pansioen,
Maar, menschen, laat ons eerst met 't mijn beginnen,
g-Eu kunt niet allen d'eerste zijn, elk zal zijnen toer wel
[vinnen.
Refrein.
5.
En sedert, socialist en al da niet en docht
Betaalt pensioen aan Pië, die hun zijn ziel verkocht
En sedert komen centen en franken in zijn kasse rollen,
't Is de prijs van zijn ziel die daarvoor is af te bollen.
Refrein
6.
En dat duurt zoo al een maand drij of vier
Dat 't al betaald, en knecht en boer en herbergier.
Maar begint men te vragen Wanneer is 't nu mijne keer
't Is aardig sedert spreekt hij van ons pansioen wel nie-
[meer
Refrein.
7.
Maar Pië zegtVoor alleman en kan 't nog nie zijn,
't Moet toch komen geeft eerst nog iets voor 't mijn.
Zij ne keer wijs 1 Elk komt mij vragen awé, hoe is 't
't Is t'onnoozel, verblomme, 'k geloof dagge gaier mist 1
Refrein.
8.
En azoo zet z'hij aan de deur, en elk is nog kontent
Yan iets te mogen geven voor zoo nen habielen vent.
Alsg'honger hebt, zegt hij, 'k zal ekkik voor u schreeu-
[wen
En dan gevoelt g'het niemeer, al duurd het in der eeuwen?
Refrein.
9.
En Pië mag dat zeggen, 't is toch al voor 't volk
Dat hij eet en drinkt en al da goed is, vervolgt.
Ook na zijn dood zal hij een standbeeld krijgen,
Is 't in de peperkoek niet, 't zal zijn in kaboozevijgen.
Refrein.
10.
En er zal opstaan Hier is Pië, den breabatti 1
Hij stichtte voor hem 't pansioen als zijn kas was fotti.
De duivel speelde voor 'tgeld zijn ziel schampavi,
En Pië riep 'k ben kontent'k ga meê, erdabi
Fie van ons Als t'OIsjt de Woesten maar zijn debi 1!
En gij, christen, leest voor zijn ziel de lange litanie,
Opdat hij niet terugkome, en hem niemand meer zie
God vergete zijne zonden, en vergeve hem die
Maar leest ervoor, want wie kant 't weten wie, wie, wie?!!
Pie. Allé, buiten met da lieken, 't is een
slecht lieken, watten en den eersten die 't ik nog
hoor zingen, en gaat zondag nie meê naar Brus
sel
Priesterlijke benoemingen. De E. H.
Drossens, onderpastoor te Doorseelendries, is
benoemd tot onderpastoor te Sulsicque, en wordt
te Doorseelendries vervangen door den E. H.
Sanspeur, onderpastoor te Sulsicque.
Oude postzegels. Wie ons zijne oude
postzegels opstuurt verricht een uitstekend goed
werk ten voordeele der Missies. Beste Lezers, hebt
gij oude timbertjos, weiuig of veel, ze worden met
dank op ons bureel aanvaardt, eu de Missionaris
sen zullen u zeker in hunne gebeden niet vergeten.
De Donchen bedelen voor
1° den turnclub,
2° voor den strijdpenning,
3° voor 't muziek,
4° voor de ziekenkas,
5° voor de mislukte sprekersboud
en sessen, zeven, en achten.
En dat brengt tocht zoo weining op: 't is al voor
den priesterdaenspenning. Waarom staat de vier
de man zaliger, niet wat af van zijne penningen
de Daenspenning brengt toch zooveel op waarom
moet dat al van den armen man komen?
Als wij die lijst onderzoeken, wij vinden daar
de namen niet der kopstukken onze broeder geeft
niets mijnheer den ezzel geeft niets, mijnheer
Norber geeft min dan zero. 't komt al van den
werkenden man.
Eene liondcrdjnrige.
Kent gij Nederbrakel,
geachte Lezers Hebt
gij het nog zien liggen,
lachend in zijn bed van
groen en omringd van
eene prachtige hemel-
kroon Schoon is 't en
schilderachtig, en als ge
dan in de meimaand, ge
lijk nu, de zoete nachte
gaal op de takken hoort
preeken van vrede, van
liefdeen van geluk, dau
zweeft ongetwijfeld het
gedacht door uwen geesthier moeten brave en
gelukkige menschen wonen.
Nooit zoo schoon, nooit zoo schilderachtig was
ons stadje, nooit zoo gelukkig zijne bewoners dan
maandag laatst.
Hoort, uit den ouden toren klinken de klokken
en ginds verre op dien heuvel antwoordt de doffe
plechtige stem der kanons. Ze vertellen aan el
kander hoe Brakel nu eene honderdjarige bezit,
ons meetje Male, zeggen ze hoedat berg en toren
getuigen waren van haar spelen, werken en bid
den hoedat ze nu gaat gevierd worden en hoe
blijde dat ze met hunne machtige grove stem den
bas zullen uitmaken van den jubelzang die 't allen
kante zal opstijgen.
Prachtig weder
Grillig dartelend waait de wentelende kriekleur
aan alle woningen. Groepen van nieuwsgierigen
drentelen door de straten of staan druk met el
kander te praten. Ginds wordt de praalstoet ge
vormd. Van verre ziet men de gendarmen met
hunne ontzaglijke haren mutsen, flinke soldaten,
voorwaar Dan volgt eene aaneenschakelii g van
bontgekleurde groepen, 't Zijn sansculotten en
boeren van 1798, verbeeld zoo schoon en zoo def
tig door de werklieden van M. HoebekeKeizer
Napoleon met zijne schitterende lijfwachtKoning
Leopold I met zijne officieren maagdekens, mu
ziek, vaandels en maatschappijen, en daarachter
de wet, plechtig in eene reeks rijtuigen g- zeton
waarvan een straks de honderdjarige zal bevatten.
Kijkt, daar komt ze. Bij duizenden staan de
nieuwsgierigen met gerekten hals naar de eeuwe-
linge te zien wiens rijtuig bezwaarlijk door die
saamgekoopte menigte heen kwam.
Jubelmis met 7 priesters, aanbieding van een.
kostelijk portret met gouden jubelkruk en bloem
tuilen Wat al aandoeningen voor die brave
vrouw! Welke schoono belooning voor eene zoo
wel afgelegde lastige levensbaan.
En dat prachtig banketHeere toch, wat wij
daar gezien en gehoord hebben zullen wij nooit
vergeten. Verbeeldt u onze Male, met goud ge
kroond in 't midden der eeretafel. Rond haar hare
kinderen en kleinkinderen met het puik der Bra-
kelsche bevolking en de geestelijkheid van Brakel
herkomstig of er geleefd hebbende.
Elkeen had de oogen op de eeuwelinge die er
gezond en vroolijk uitzag. Met den meesten smaak
van de wereld at het brave oudje vau de fijne ge
rechten en toen zij haren beker ledigde deed zij
zulks zoo wel en met zulke vaste hand dat elkeen
toejuicktte.
Waarom plakken zij dan in de handen, zei
het oudje, drink ik niet precies gelijk een ander
1
I jgy*