SADWEERIK IR FRANKRIJK.
VOLKSPARLEMENT.
ONZE JONGENS VAN 1798
PROCES DREYFUS
Aanhouding van Dérouléde.
De ontdekking van dc sa
menzweering.
Ziuing van 12 Augusti.
Vien. Dag, kozijn, hoe is
't nog met de kapabiliteit van
't leven
Stien. Goed, kozijn, wij
mogen den hemel niet tergen,
als 't naasten bij kan zijn,
moeten wij zeggen dat 't goed
is.
Vien. Toch in de Processie ook geweest,
Stien
Stien. Hola, kozijn, 't is nu al in de vijftig
jaar da 'k mee gaan, 'k en zou nie geern mankee-
ren zeker.
Vien. Maar hedde al gezien hoe pertig dat ze
't Kapelleken van de Werf arrangeeren
Stien. Schoon, 'kozijn, wel, Aalst heeft, 't
moet gezegd worden, schoon kerken en kapellen
spijtig dat er hier een sekte opgekomen is die de
kerk tegenwerkt.
Vien. En stoemelt tegen alleman, 't zij bur
ger of geestelijk ot werkman, 't zij import 't welk
die de kerk genegen blijft.
Stien. Binnen honderd jaar, kozijn, och wa
zeg ik, binnen 't vijftig jaar en zult ge daar uie
hooren van spreken als dat een soort van prote-
stanterij heeft.
Vien. Waar dat dien blenden haat en den
hoogmoed ne mensch toch kan brengen
Stien. Ja, dagge Paus en bisschoppen en
priesters slecht maakt, en van 't krapul van 't
straat en van de goddelooze socialisten goei maakt!
Vien. 't Staat al achter in 'tlieken, kozijn,
't is de refrain Ziedaar hoe dat het gaat, als men
het pad der deugd verlaat.
Stien. Maar vindt ge niet dat t' Aalst hier
van serrewoordig zoo dikkels brand
Vien. 't Is promentig waar, daar over veer
tien dagen op den Brusselschen steenweg nog en
meubels en beesten in blijven, 't is grouwlijk.
Stien. Nen danjé is 't dat de kinderen te ge
makkelijk aan stekskens geraken, en dat ze smoo-
ren.
Vien. 't Smoort al, kozijn, fleus beginnen ze
van in de wieg, er zijn landen waar dat daar regle
menten op bestaan mee policie bij
Stien. Goei reglementen, kozijn: kan dat
deugen dat de jongens van hun vijf zes en zeven
jaar smooren? 't is ten den tijd van de sarooppak-
ken.
Vien. 't Is just, fleus als d'hop af is, zullen
ze aan d'hopperanken zitten om te droogen.
Stien. Maar, kozijn, binst dammen daar van
't kapelleken van de Werf spreken, ge moet ne
keer langs den Zwarten Hoek gaan, ze werken daar
al voor de nieuwe statie, hoog bij hoog, de wagons
loopen en ridderen ginder al huizen hoog.
Vien. Dat demenschen van over vijftien jaar
moesten werom komen, kozijn, langs sommige
kottees, gelijk den tragel ook al en cetera, ze lie
pen verloren, en ze zein, 'k ga van waar da 'k ko
men ben, ik en beken mij hier niemeer.
Stien. 't Is waar kozijn, en elk zakt, maar
och Heere, 't is azoo mee alles, wij en zijn wij ook
die galliaars niemeer van over dertig veertig jaar.
Vien. Zwijgt daar af, kozijn, als de troepen
hier nog lagen en dat 't peerdewater op d'esplanade
was.
Stien. En achter ons zullen er weeral ander
komen die ons werk ook zullen afbreken en beter
maken, dat is de marsch van 't menschdom.
Vien. Och ja, 't zal allemaal zijnen tijd duren
tot aan 't lest oordeel
Stien. Maar, kozijn, wa pertekelier schoon
weer, als ge Mijlbeek ingaat, 't is een plezier om
d'hop te zien staan.
Vien. 'k Heb van de melkvrouw gehoord dat
er in lang nog geen schooner hop gestaan heeft,
oprecht allemaal belleken één.
Steen. 't Moest eerlijk waar zijn, op Mijlbeek
en Schaerbeek woont veel braaf volk, neerstig en
katholiek.
Vien. 'k Geloof 'twel, kozijn, de liberalen
waren er in den tijd kwaad genoeg op ook, en koe-
jonneerden de boeren, maar als 't kiezing was, de
boeren trokken die liberale cheffen ook bij de gar-
DOOR
PATTYN, priester.
31
Die Eelen, zoo wij later hoorden was de zoon van
den dokter te Scherpenheuvel, een fijne denker en
een vurig hart. Toen hij ons troepke tegen den
muur gewaar werd, kwam hij van zelfs uit 't gelid
naar ons toe.
Wij kregen een smeer, fijne manneke te zien,
met zwarte, platte haren, zwarte kijkers en een
bruine tint, wiens uiterlijk noch in houding noch
in kleederdracht zich van die der andere onder
scheidde.
Pastoor Huveneers wilde hem nopens ons inlich
ten doch hij werd het woord afgesneden.
Goed, goed, ik weet er alles van... Kapitein
Sluyts heeft mij reeds aangesproken. Vervol
gens stuurde hij ons het woord toe. Jongens, ge
komt mij juist van pas. Ge were q en sabels hebben
wij genoeg, maar we missen lood en ballon. Zorgt
gij daarvoor en maakt spoed. Meteen wees hij
met den punt van den degen naar de goot van 't
kleoster, als of hij wilde te kennen geven hoe er
daar stof in overvloed te vinden was.
Eerst een brok geëten, zei pastoor Huve
neers.
de en hongen de sleppen van hun frak kleer vol
buizen.
Steen. Jojo, de boeren, en dan riepen ze
adieu blomkoolen.
Vien. Kozijn, da was hier nen schoonen en
plezierigen tijd in Aalst.
Een zeker aantal aanhoudingen hadden zater
dag morgend plaats, tengevolge van een onder
zoek, geopend krachtens art. 89 van het straf
wetboek, betreffende een komplot ten doel heb
bende den vorm der regeering te veranderen
De aangehoudenen behooren tot de jeunesse
royaliste, de Ligue des Patriotes en de Ligue anti-
sémitique.
Aangeslagen papieren laten geen twijfel over
aangaande het complot.
M. Fabre is gelast met het onderzoek.
Buiten de aanhouding van M. Deroulède meldt
men die van M. Guerin, voorzitter der Ligue an-
ti-sémitique.
Men kent ap dit oogenblik het aantal aange
houdenen niet.
Verscheidene mandaten van aanhouding zijn
uitgeveerdigd.
Dérouléde is vrijdag nacht ten 3 ure aangehou
den in zijne villa te Croissy.
Hij werd in een rijtuig met een eskort van 15
gendarmen naar Parijs gevoerd.
Huiszoekingen, in betrek met Déroulède's
aanhouding, hebben zaterdag morgend plaats
gehad.
Men heeft te Pantin zekeren Dumay, slachters-
gast en lid van de Lirue anti-sémüique aangehou
den, alsook de gebroeders Violet, vleeschdra-
gers, leden van dezelfde Ligueen Sarrazin, tee
kenaar van V Anti-Juif
Gerin is nog niet aangehouden.
Hij verklaart met geweld te zullen weerstand
bieden aan elke inmenging der policie, indien men
hem komt aanhouden. Hij heeft deuren en vens
ters gebarrikadeerd.
Deze laatste zijn verdedigd met geladen ge-
weeren. Hij zegt het 3 weken te kunnen uithou
den en liever zijn huis te doen springen dan zich
over te geven
'tWas kwaart na vier ure 's morgends, dat
Dérouléde aangehouden werd op de villa, die hij
te Croissy bewoont met zijne zuster, Mej. Dé
rouléde. De eigendom was geheel ingesloten door
gendarmen en politieagenten.
Toen M. Cochefort, bestuurder der veiligheid,
hem aanhield, zegde Dérouléde In mij neemt
gij gevangen den verdediger van Frankrijk tegen
den vreemdeling, den kampioen van het alge
meen stemrecht, den dienaar des volks Ik be
klaag u omdat gij gehoorzaamt aan dergelijke
bevelen, aan dergelijke mannen
Hij volgde den magistraat in het rijtuig, dat
omringd was door gendarmen, met revolvers ge
wapend.
Ten half acht was M. Dérouléde in de Con-
ciergerie.
Er is ook een mandaat van aanhouding uitge
veerdigd tegen M. Marcel Habert, maar hij is
nog niet aangehouden. Men zegt dat M. Georges
Thiebaud aan de agenten die hem bewaakten
heeft kunnen ontsnappen.
Er zijn in 't geheel een vijftiental personen
aangehouden, waaronder de voornaamste hoof
den van de Ligue des PatriotesM. André Buffet,
politieke bureeloverste en vertegenwoordiger in
Frankrijk van den hertog van Orleans, enz.
M. Jules Guerin, die, zooals wij melden nog
niet is aangehouden, heeft zich met veertig van
zijne vrienden verschanst in het lokaal der Ligue
anti-sémiterue Chabrol. Zij zijn allen gewapend
en zullen weerstand bieden aan de policie
In den zetel der Jeunesse Royalistein dien van
de Ligue des Patriotes en bij de voornaamste aan-
Wij traden eene gewelfde zaal van het oude
klooster binnen, waar een groot houtvuur brandde.
Er werd aan elk van ons een kant tarwenbrood
toegekend met een pot koffie. Ik moet bekennen
dat zelden de lekkerste dingen mij even goed ge
smaakt hebben later als die warme teug koffie en
die snede droog brood. Alleen toen wij de warme
zaal weer uit waren, vond ik de koude des te scher
per. Aldus hebben alle goede zaken hunne scha
duwzijde in dit ondermaansche diep.
Ik herinner mij nog zeer goed, terwijl wij het
ontbijt gebruikten, hoe de pastoor ons een soort
van vaderlandsch sermoen vóórhield.
De Franschen wierpen ons den spotnaam van
brigands toe. Waarom Omdat wij ons niet laffe-
lijk lieten uitbuiten, vergeuzen en vermoorden.
Schoone dingen, voorwaar Wij waren het die be
stolen en geplunderd werden, en dan gaf de vreem
de bandiet ons nog zijnen naam weg Ha, hadden
wij met lamme handen en een koud hart de ver
drukking van 't vaderland zitten aanstaren, dan
zou Vlaanderen den naam van een bandietenvolk
verdiend hebben. Edele jongens, dat waren wijl
Hij groette in ons de redders der vaderlandsche
eer die met hun bloed de vlek uitwischten welke de
onverschilligheid der groote steden op 's lands
naam aanwreef. Aldus ook zou er het nageslacht
over denken. Hij begroette den dag, in de verte,
waarop het katholieke Vlaanderen knielen zou in
dankbare opgetogenheid voor de nagedachtenis zij-
gehoudenen zijn huiszoekingen gedaan.
Op de veiligheid weigert men elke inlichting.
De lokalen der Ligue des Patriotes zijn gesloten
en de bedienden weggezonden.
Tijdens de begrafenisplechtigheid van Felix
Faure, vernam men dat de hertog van Orleans
uit Palermo naar Turijn was geroepen en van
Turijn naar Brussel. Daar aangekomen ontving
hij een telegram Al onze mannen zijn ge
reed.
Den volgenden dag kwam een tweede telegram,
luidende Onnoodig te komen. Men had lucht
van de zaak gekregen.
Later, tijdens het proces Dérouléde meende
men sporen van de samenzweering te ontdekken.
Sedert dien heeft men naar 't schijnt nieuwe ele
menten gevonden.
Men heeft beraadslaagd, zegt men, over de
vraag of de poging om den vorm der regeering te
veranderen, voor het einde of na het einde van
het proces te Rennes moest plaats hebben.
Het gouvernement vond dat het oogenblik van
handelen nu gekomen was, en het gaf bevel tot
de aanhoudingen.
Zaterdag waren 36 aanhoudingsmandaten af
geleverd 22 personen zijn reeds aangehouden,
namelijk MM. Dérouléde, André Buffet, Marcel
Habert, graaf de Sabron Pontevez, de Moni-
court, secretaris der Jeunesse Royaliste en koe
rier van den hertog van Orleans, M. Maillard,
zoon van den generaal, die aan 't hoofd staat van
de school van St. Cyr, M. de Chevisy, de Pres-
sancourt, redacteur van de Gazette de Francebe
nevens een aantal andere.
M. Girard, secretaris der redactie van de Anti-
juif is te Rennes aangehouden.
M. Habert werd te Laval in hechtenis geno
men in den trein, die hem naar Rennes bracht,
M. Buffet op de belgische grens in de statie van
Freignies.
Voorzorgsmaatregelen zijn genomen om M.
Guérin te beletten gemeenschap met de buiten
wereld te onderhouden. De gas- en waterleiding
alsook de telefoon van het lokaal is afgesneden.
Gisteren waren de belegerden nog altijd in
hunne sterkte. Het huis is geheel gesloten. Bui
ten staan langs alle kanten policieagenten.
Van een anderen kant wordt gemeld dat talrij
ke personen en reporters M. Guérin zijn gaan
bezoeken. Deze verklaarde veel petrool te heb
ben, zoodat het afsnijden der gas hem niets deed.
Hij heeft ook 12,000 kardoezen. Nogmaals ver
klaarde hij liever het huis te doen springen dan
zich over te geven.
De menschen uit den omtrek beginnen reeds
te verhuizen, uit vrees voor die bedreiging.
Vrijdag was er een venster van de tweede ver
dieping open. Aan een koordje hing een opgevul-
den aap buiten het venster, met het opschrift
1 De verrader Reinach. Mannen met karabij
nen gewapend, wandelen op de galerij rond het
dak.
De herziening van het proces-Dreyfus is maan
dag 7 Oogst ter bretonsche stad Rennes begon
nen. Er was veel volk in de stad alle hotels wa
ren vol vreemdelingen en de straten vol nieuws
gierigen doch alles is kalm gebleven. Er heb
ben zelfs geene betoogingen plaats gehad, buiten
eenig geroep van leve het leger als de gene
raals Mercier en Zurlinden verschenen, die in
het proces moeten getuigen. Veel gendarmen en
soldaten waren te been, wel niet uit vreeze van
wanorders maar omdat er geene de minste ver
wikkeling zou gebeuren. Er waren ook veel re
porters van gazetten, zoo fransche als vreemde.
De zaal waar de krijgsraad te Rennes zetelt, is
zeer groot. De ruimte voor het publiek bestemd,
werd als stormenderhand ingenomen. Daarna
ner helden.
Die man sprak goed in de volle overtuiging zijns
harten. Wel hadden wij zijn sermoen niet noodig,
daar wij sinds lang bekeerd waren. En toch een
opwekkend woord doet altijd deugd.
Intusschen had kapitein Sluyts het gezag over
ons aan Frans Heyvaert opgedragen, zoolang wij
geen deel maakten van het reguliere legerkorps.
Pastoor Huveneers lei ons uit hoe de gewone pa
tronen doorgaans te groot waren voor de oude
jachtgeweeren waarmede meest allen gewapend
waren. Vandaar gemis aan schroot.
't Trof juist dat er een loodgieter, Jan Brat, in
ons troepke was. Gauw werd er bij den naburigen
koperslager om lepels, pannen, houtskool en een
fornuis geloopen. De man scheen te meesmuilen,
doch Frans Heyvaert lei hem gezwind den loop van
een pistool onder den neus.
Of buigen of barsten kreet hij nooit had
ik den jongen een zoo vervaarlijk aangezicht zien
trekken.
En op eens werd de man zoo gedwee als een
lammeke hij zelf boorde op staanden voet uic een
ijzeren plaatje den vorm voor 't klein schroot en de
ballen.
Ik weet nog heel goed hoe eenigen onder ons
zich alles behalven op hun gemak gevoelden, wan
neer Frans Heyvaert hun voor hun paart de looden
riggels aanwees, waarin de ronde ruitjes der kapel-
ramen gevat waren. Was dat niet een soort van
kwamen de gazettiers en de getuigen plaats ne
men. Als M. Casimier Perier, binnen komt, de
gewezen president der Republiek, wordt hij met
veel beleefdheid naar eenen zetel geleid die met
fluweel is omhangen. Daar rond of dicht tegen
den gewezen president nemen plaats de generaals
Zurlinden, Mercier, Chanoine en Billot. Ook
Dreyfus verschijnt. Te midden eener dubbele rij
soldaten, wordt hij van zijn gevang door ver
scheidene officiers der gendarmerie naar de zaal
van 't verhoor geleid. Er is groot geraas inde
zaal, als hij inkomt, door de nieuwsgierigheid
van allen.
Een deurwaarder roeptHet HofDaar
is de krijgsraad, die voorgezeten wordt door ko
lonel Jouaust. t Portez ARMES, klinkt het, en
de troepen daar van dienst in de zaal, bewijzen
de leden van den krijgsraad de militaire eer. Da
delijk beginnen de werkzaamheden, en degref-
fier van den krijgsraad geeft lezing van het be
sluit, waarbij 't proces Dreyfus tot herziening,
voor het militair gerecht van Rennes wordt ver
zonden. Er wordt ook lezing gegeven van de ak
te van beschuldiging, in 1894 opgesteld door
kommandant d'Ormescheville. De namen der
getuigen, zoo te laste als ter ontlasting, werden
vervolgens afgeroepen.
In 't kort gezeid is de beschuldiging tegen
Dreyfus in de volgende vraag te vervatten Is
Alfred Dreyfus schuldig van, in 1894, verraad
gepleegd te hebben, door eene vreemde mo-
gendheid als aan te zetten oorlog tegen Frank-
rijk te voeren, of haar daartoe middels ver-
leend te hebben, door notas en stukken te le-
veren Dreyfus, die nu eigentlijk geen ver
oordeelde meer is, doch enkel een verdachte,
draagt eenen nieuwen uniform van kapitein der
artillerie. Als de voorzitter zijnen naam afroept,
groet hij op militaire wijze en gaat tot voor zijne
rechters. Dreyfus is wat verouderd, zeggen de
genen die hem gekend hebben doch hij ziet er
zeer goed uit.
De krijgsraad van Rennes, heeft maandag ook
nog beslist, dat de vier volgende zittingen zouden
plaats hebben met gesloten deuren, en dat er bo
vendien maar een klein getal personen zouden
toegelaten worden dit is om kennis te nemen
van de geheime stukken. Na de vier zittingen
zou het weer open hof worden.
De tweede openbare zitting schijnt nog meer be
lang in te boezemen dan de eerste.
Van af 5 ure staan er meer dan 100 menschen
voor de deur van het publiek.
Op de estrade, voor de gevangenis, zijn alle
plaatsen bezet.
Ten half zes zijn al de straten op de Avenue de
la Gare uitkomend, afgesloten.
De grootste moeite bestaat iu het ontruimen der
rue Touilier, ingang der publieke omheining,
waar er veel meer volk is dan de zaal bevatten
kan.
Het publiek word door gendarmen eu voetvolk
achteruit gedreven tot voorbij de Allerheiligen
kerk.
Om 5 ure 40 komt Dreyfus over de Avenue de la
Gare en is onmiddelijk binnen.
Aan de afsluiting laat men nu de personen door,
voorzien van kaarten.
Ten 6 ure reeds heerscht er groote levendigheid
op het binnenplein voor den krijgsraad.
Getuigen en dagbladschrijvers in massa.
Iedereen tracht de plaats te bemachtigen, die
hij verleden maandag had.
De bevoorrechten, dragers van kaarten, zitten
op hunne banken.
Men verwacht zich aan eene zitting van het al
lerhoogste belang
Ten half 7 treden de leden van den krijgsraad
binnen
heiligschennis Doch pastoor Huveneers stelde al
ras hun geweten gerust.
Pakt maar aan, jongens. Moesten de paters
hier nog wonen, zij zouden de eersten zijn om een
handje toe te steken. 'tZijn even goede vaderlan
ders als ik en gij. Met er ballen van te maken im
mers, verandert het lood der kapel van bestemming
niet 't is altijd voor den dienst van denzelfden
God.
We klommen, Koo Teunis en ik, den wenteltrap
op die naar den toren leidde om langs de klokven-
sters in de goot te geraken. Teunis duwde toeval-
liglijkeen luik open en we bevonden ons op een
terras. Van daar zagen wij den Demer die zoover
het oog maar reiken kon met eene dunne laag ijs
bedekt was. Zulks leverde in de schittering van
dien helderen wintermorgen vol ijsgeflonker een
oogverblindend schouwspel op.
Tegen den avond had Jan Bral die braaf door
werkte meer dan vier honderd pond geweerkoge
len gegoten.
Wat de omgeving toch op een jong gemoed ver
mag Ik die bijna weenend als een kind in den
vroegen morgen Betjes huis verlaten had, toen ik
na eenige uren kazerneleven slechts mijn logist
weer betrok, ging ik reeds den oudgedienden uit
hangen. Betje kon haren lachlust niet bedwingen
als ze mij door het winkelraam zag aankomen.
Wordt voortgezet^.