ABDIJ AFFLIGEM.
DE KAART KEERT.
ONZE JONGENS VAN 1798
HERDERSEM.- «2=
Hel wordt tijd de stem te
verlieire» en onzen man te
verdedigen
A.an M. Daens.
M. WOESTE.
I\1 I l\l I 1 H rï0n nam*ddag, za§ men
De Bien Public bedriegt zich indien hij zich in
beeldt dat zijn gedrag goedgekeurd wordt. De
daensisten, schismocraten, liberalen en socialisten
lachen in hunne vuist, dat is een troost voor hem.
Het prachtig jubelleest, onlangs door M. Woeste
te Aalst gevierd, bewijst dat de katholieken, in het
algemeen, getrouw blijven aan den weerdigen lei
der der Rechterzijde, en het doet ons genoegen in
den brief van M. Woeste aan den Bien Public te
lezen, dat zij heftig opkomen tegen de gemeene
aanvallen waarvan de vertegenwoordiger van Aalst
het voorwerp is sedert eenigeu tijd.
De priester in de reine sfeer der godsdienstige za
ken. D
Dit zijn de woorden van 't Land van Aelst van
Zondag laatst.
De priester in de reine sfeer der godsdienstige
zaken.
Is uw broeder priester, M. Daens?
Blijft hij in de reine sfeer der godsdienstige za
ken
Bij liberalen zitten, nacht en dag hem laten
opleiden door mannen die naar kerk of kluis gaan,
door vloekers, door slawellen, is dat in de reine
sfeer blijven der godsdienstige zaken
Meetiugen geven in danszalen en gemeene her
bergen, te Brussel in 't lokaal der socialisten zit
ten rooken, aan 't hoofd gaan van socialistische
stoeten is dat in de reine sfeer blijven dor gods
dienstige zaken
Aanspannen met de vijanden van 't katholiek
geloof, 't katholiek ministerie bevechten, als de
Paus zegt dat wij uit al onze krachten moeten
werken om het te ondersteunen, den Paus van Ro
me verdriet aandoen, aan den bisschop niet willen
gehoorzamen, is dat in de reine sfeer blijven der
godsdienstige zaken
De armen tegen de rijken ophitsen, den klassen
strijd preeken, 't volk misleiden met leugens en
valsche beloftens, de priesters belasteren is dat
in de reine sfeer blijven der godsdienstige zaken
De priester in de reine sfeer der godsdienstige
zaken schoone woorden maar brengt ze eens
onder de oogen van uwen broeder-priester en
mochten zij hem eene heilzame les en eene zalige
vermaning zijn.
De Bien Public, met zijnen hoogen toepee, die
zes maand lang victorie kraaide met de E. V.die
van de E. V. een punt van ons geloof zou willen
maken hebben, Bien Public moet nu ook al be
ken dat de E. V. een gevaarlijk spel Is.
In zijn nummer van maandag zegt hij
Wij zijn niet zeker van boven te liggen met de
E. V.
In andere woorden wij zijn zeker dat de katho
lieken in de aanstaande kiezing met de E. V. on
der liggen.
Ach Bien Public, moest gij daarvoor zoo hoog
oploopen met uw evenredig stelsel? moest gij
daarvoor zoo bitter schimpen en verwijten en uit
vallen tegen de katholieken die van uwe E. V. niet
wilden moest gij daarvoor M. Woeste zoo streng
en onbeleefd behandelen gelijk gij gedaan hebt
Wie heeft er nu klaarst gezien, gij of M. Woeste?
Van over een jaar zegde M. Woeste het, dat de
E. V. onze dood is en dan lachtet gij M. Woeste
uit, en gij stuurdet hem harde en leelijke woor
den toe en gij verweet hem dat hij een koppig-
aard was en nu moet gij met beschaamde kaken
komen zeggen dat gij dwaas en blind geweest zijt,
dat M. Woeste gelijk heeftdat de E. V. slecht is,
dat zij de katholieke meerderheid zal doen vallen.
Wij hopen Bien Public dat gij uwe verwijtingen
tegen M. Woeste nu zult staken, wij hopen dat gij
aan dien grooten man de hulde zult brengen die
hij verdient om zijn groot verstand en zijne oprech
te verkleefdheid aan de belangen der Katholieke
partij.
DOOR
F-A-TTYInT, priester.
32
Met de borst vooruit liep ik over straat, zicht
baar met genoegen luisterend naar 't gerammel van
de» grooten sabel langs de steenen. Af en toe trok
ik aan het nauwelijks uitpiepend dons onder den
neus, zooals ik de oude snorbaards had zien doen
met hunne lange knevels.
Kijk, kijk, zei de moeder in 't binnenkomen,
gij zijt dus niet naar Herenthals.
Het ouwke zag er verheugd uit mij terug te zien
Natuurlijk, bejegende Betjenondeugend knip-
oogend, al snijdt men van den grooten jan men
moet toch nog zijne exercitiën leeren.
En oogenblikkelijk, alsof ze spijt had over hare
onschuldige scherts, schoof zij mij een stuk gebra
den spek toe dat lekker rook, met brood en een
schotel aardappelen. Aan tafel, aan tafel... Die
wel werkt mag eten... 't Doet mij al gelijk plezier u
nog eens terug in huis te krijgen, voegde zij er
weer ernstig geworden bij
Ik verzekerde die brave lieden dat ik voor niets
ter wereld Aerschot hadde willen verlaten zonder
ze eerst te bedanken voor hun gul onthaal.
Ja, ja, zuchtte het ouwke, gij hebt gemakke-
Waarom heeft de minste broodschrijver het
recht tegen het eennamig stelsel te zijn, en M.
Woeste het recht niet er vóór te zijn
Iedereen bemoeit zich met de politiek, en M.
Woeste, erkend hoofd der parlementaire rechter
zijde, zou moeten zwijgen
Heeft men ooit zulke uitzinnige pretenties ge
hoord of gezien
Zijn de hoofden reeds zoozeer op hol geraakt?
Men zal toch niemand wijsmaken dat M.
Woeste, die immer verheven werd als een ver
nuftig, behendig, voorzichtig politiek man, in
wien zelfs zijne vijanden de grootste eerlijkheid
en onbaatzuchtigheid roemen, die zooveel
bewijzen van eene ongemeene bekwaamheid
gegeven heeft, dat die glorie onzer partij, op
eens een onvoorzichtige, een ikzuchtige, een
dwaze en onbekwame zou geworden zijn.
Met wie wil men den spot drijven
Wij zijn van gedacht dat de katholieken een
einde moeten stellen aan die stelselmatige en
venijnige afbrekerij van eenen onzer beste op
perhoofden
«vaaMOM Verleden zondag van in
liti V V Mi eenige geuzen met het
schuim op de lippen aan de Koeipoort rond onze
kiosk met zeker inzicht om de feesten der katho
lieken te storen, zelfs rond zeven uren als onze
feesten in vollen gang waren kwam de roode
trompettersclub al blazende door de Koeipoort,
en trok den Nederwijk in, onze vrienden gaven
er zelfs geen acht op. Des avonds onder het con
cert op den kiosk hoorde men hier en daar een
ezel huilen d bas la Calotteen als de muziek De
Vlaamsche Leeuw speelde hoorde men die lafaards
fluiten, onze vrienden lieten deze uitdaging on
beantwoord. Daarna vertrokken de katholieken
in de beste orde om nog een wandelingsken te
doen langs den Burchtdam (hetgeen acht dagen
te voren vastgesteld was.) Ongelukkiglijk de geu
zen lafaards konden hunne woede niet verkrop
pen, hunne feesten zoo ellendig uitloopen en de
onze zoo wel lukken, dit is toch te hard, daarom
besloten zij een moordaanslag te plegen. Nau-
welij ks waren onze vrienden vertrokken aan de
Koeipoort of eene bende straatschuimers vorm
den zich en trok naar den katholieken Keizer,
om onze vrienden afzonderlijk afteranselen als
zij het lokaal zouden verlaten, doch zij hadden
misrekend, de katholieken waren naar den
Burchtdam. Twee drijmaal trokken zij den Kei
zer voorbijdan trokken zij naar den Burcht
dam. Gekomen aan het Klooster, liepen zij langs
den Dender om een provisie kareel en andere
steenen.
Aan het huis van den heer Lemmens kwamen
zij ons tegen, onze vrienden gingen langs den
linkerkant der straat, lieten geheel den rechten
kant ledig voor het schuim. Deze begonnen te
roepen en te tieren, onze vrienden lieten hun ge
tier onbeantwoord, deze geuzen trokken onze
maatschappij voorbijdoch als ware lafaards be
gonnen zij van achter met steenen te werpen, on
ze vrienden waren gedwongen zich om te keeren
om de lafaards in de oogen te zien.
De politieagenten dwongen de katholieken
naar hun lokaal te trekken, een onzer hoofd
mannen antwoordde hun niet beter ie wenschen dan
vreedzaam naar den Keizer te mogen gaandat de
katholieken nog nooit hunne tegenstrevers aangerand
hebbenen voegde erbij houdt de liberalen hier staan
en wij zullen recht naar ons lokaal gaan. (Nochtans
hadden wij op vechten uitgeweest ons getal was
sterk genoeg om het schuim van de straat te va
gen, maar wij houden dit beneden onze waardig
heid). De daad bij het woord voegende zetten
onze vrienden zich op gang naar den Keizer,
doch wederom wierden wij met steenworpen van
achter en van achter het hekken van den hof
aangerand en wij waren genoodzaakt terug te
keeren om ons te verdedigen, (verscheidene moor
denaars zijn gekend).
Op het einde konden onze maatschappijen al
spelende ons lokaal bereiken, de geuzen kwamen
lijk klappen maar die geroepen wordt moet me
de en niemand mag het hem kwalijk nemen.
Zeker dacht ze weer aan haren zoon.
Na bet eten kwam Koo Teunis mij uithalen.
Ga mede, zei hij mij, op de markt zijn drij
karrevrachten gekwetsten uit Wilsele aangeko
men. n
Wij hadden twee uren vrijen tijd, binst dewelke
ik alsdan een schouwspel heb bijgewoond dat niet
weinig geschikt was om mijne pronkzucht van daar
straks te temperen.
Vóór 't portaal der kerk stond eene massa men-
schen naar de wagens vol gekwetsten te kijken.
Nooit heb ik armtierigere dompelaars gezien. Om
de nijpende koude hadden de sukkelaars alles meê-
genomen en benuttigd wat brave zielen hun langs
de baan aanboden, vrouwenrokken, schalws, in-
eengedrukte hoeden. Zich vastklemmende aan de
leuning, met een pijnlijken trek op de uitgemer
gelde wezens, kwamen zij uit de wagens gekropen
en keken de omstaanders aan met holle oogen, van
die wijdopeustaande oogen vol koortsachtig vuur,
waarvan de zonderlinge blik u lang nadien nog
vervolgt in uwe droomen. De djeepten, die 's nachts
in den druip der boomen slapen, zouden er mede
lijden meê gekregen hebben. En dan mochten zij
nog van geluk spreken zij ten minsten waren aan
het bloedbad ontsnapt, terwijl menigeen hunner
broeders ginder langs den oever der beek of ergens
achter een elsenhoutenkant voor eeuwig sliepen.
ook lan^s daar afgezakt, aan den Keizer geko
men wierpen zij met verscheidene steenen in het lo
kaal, zelts was er eenen die de stoutheid had onze
vrienden te komen aanranden in ons lokaal en
de policie liet gewillig doen, in plaats van de
straat te doen ontruimen kwamen die twee agen
ten ieder aan een deurpijl staau met het gezicht
langs binnen het lokaal, om onze vrienden te
klampen die een woord te veel zouden spreken
of zich zouden durven verweeren. Een der onze,
walgende over zooveel partijgeest en om onze
vrienden te vrijwaren tegen de steenworpen die
van op de straat kwamen, sloeg voor hunnen
neus de deur toe, waarop wij dan nog vier steen
worpen langs buiten gehoord hebben. Velen on
zer vrienden zijn daar opgesloten geweest tot
middernacht, andere die langs den hof het lokaal
verlieten om huiswaarts te keeren zijn dan nog
op verschillende punten der stad aangerand.
Ziedaar het moordenaarswerk der Ninofsche
geuzen. Welk verschil met de katholieke bevol
king De geuzen hebben al hunne wijkfeesten
gegeven zonder in het minste gestoord te wor
den, niet een geroep of gefluit heeft men op hun
ne feesten gehoord.
De katholieke feesten, den 6 Augusti op Koe-
kelberg, de geuzen waren uit de stad, en het feest
liep in de beste orde af.
Acht dagen nadien gaven de geuzen een con
cert op den kiosk der markt die nen echten fias
co was en daarom moesten zij, kost wat kost, de
katholieke feesten storen, schreeuwen, tieren,
fluiten en als lafaards met steenen werpen, dit is
hun werk.
Nu nog een woord over de feesten van 15 Au
gusti
De Burgemeester had doen uitplakken dat ie
dere partij op zijnen wijk moest blijven. De libe
rale feest aan de Koeipoort wierd in het geheel niet
gestoord.
Rond zeven uren kwamen een vijftiental geu
zen naar de katholieke feest op de markt en rie
pen a bas la calotte. Rond tien uren kwam we
derom een troep schuim de Lange Muntstraat in
al de carmagnol te zingen, zeker wederom met
de zuiverste inzichten, wij kennen dit liedje.
Burgemeester De Deyn die gezeten was bij Jo
zef Liessens, ging hen tegemoet en verontwaar
digd over het gedrag zijner partijgenooten, ver
bood hun de carmagnol voort te zingen.
geleden kondigden wij het vieren aan van het 25
jarige Moederschap van zuster Augustina, overste
in het Josephienenklooster te Herdersem.
Donderdag laatst is dat Jubelfeest met veel
plechtigheid gehouden.
Van eer de dag kriekte, wekte een salvo van
kanongeschut de Herdersemsche bevolking op, en
pas was de zon in het Oosten gerezen, toen de mu
ren en gevels van 't gesticht reeds bijna niet meer
zichtbaar waren onder de wimpels, jaarschriften,
behangsels en bloemkransen. Op een ommezien
ook wapperde de feestvlag aan alle katholieke
huizen.
Om 6 uren mis met algemeene Kommunie. Om
8 uren, plechtige jubelmis opgedragen dooreen
eerw. pater Capucien neef van de Jubilaris waar
onder een gepaste en roerende aanspraak door den
eerw. heer Arijs leeraar te Geerardsbergen. Na de
mis, aanbieding van geschenken in de groote zaal
van 't klooster.
Bij het daverend handgeklap der opgetogen
menigte, wedijveren zusters, oudjes, weezen en
schoolkinderen om de feestelinge te roemen, te
danken en letterlijk met bloemtuilen te overstel
pen. Onmogelijk al de geschenken, waaronder
verscheidene kostelijke, op te noemen harmo
nium, kapeltorentje met klok, priestergewaden,
kelk, Kommuniekleed, enz. Aan de middagtafel
worden opgemerkt de Algemeene Overste der
Josephienen, M. Wauters, burgemeester, de eerw.
heer onderpastoor van Herdersem, verscheidene
priesters uit den omtrek, de E. H. Van de Maele,
pastoor van Uitbergen. Deze laatste gaf lezing van
een eigenhandige dichthulde waaruit blijkt dat de
En zeggen, merkte Koo Teunis met een ge
maakt lachj en aan, dat wij vandaag of morgend
ook zoo een droevig figuur kunnen zetten.
't Zijn martelaars in den Hemelantwoord
de eene zware stem achter ons.
Wij keken om pastoor Huveeeers kwam in al
lerijl zijn troostend ambt vervullen.
Men lei de gekwetsten één voor één op wat
stroo, langs den vloer, in de kerk. Ik en Teunis
hielpen de berrie dragen. Eenige riepen gedurig
water, water als opgezweept door de koorts. An
deren lagen roerloos, de armen wijd uitgestrekt,
met verglaasde oogen waarvan het wit alleen zicht
baar was. Ze vertelden dat den vorigen dag, om
drij uren, de generaal Frantzen de boeren in de
vlakten vam Wilsele erg bestookt had met zijne
kanonnen: dit waren de jammerlijke overblijfselen
van den veldslag.
Het kon zoo wat vijf uren van den avond zijn.
Doodvermoeid zat ik een pijpke te smooren aan
den hoek van den haard en sprak geen woord, toen
eensklaps eene doffe schuddering de vonsterruitjes
deed rammelen.
Hoort, zei Betje verschrikt den vinger opste
kend, 't kanon schiet
Bijna oogenblikkelijk daarop viel de groote to
renklok aan 't brand kleppen. Trommels sloegen
jachthoornen bliezen de straat was op eens vol
rumoer. Door het winkelraam zag ik de goede bur
gers in groepkes vóór hunne dorpels samenschol-
maker ervan uit de dichterharp tonen weet te
lokken die gansch niet onwelluidend zijn. Om
half vier plechtig lof, waarna Dr Claus van Aalst
een door hem zelf gedichte jubelbede ten gehoore
bracht, welke hij, met de harmonium-begeleiding
van zijn kundige Dame, meesterlijk zong. Ver
volgens een heel aantrekkelijk tooneelfeestje
gegeven door de leerlingen van 't gesticht een
fraai feestlied gezongen door de katholieke vrou
wen van Herdersem een prachtige Cantate,
getoonzet door Paul d'Acosta, en door het koor van
den Vriendenkring, onder de leiding van M. G.
Muylaert, zijn wakkeren bestuurder, op een voor
treffelijke wijze uitgevoerd. Ten slotte, om de
kroon te zetten op het onvergetelijk feest, schitte
rende verlichting en prachtig vuurwerk.
Met vreugde hebben wij bemerkt dat de katho
lieke bevolking van Herdersem geen moeite heeft
gespaard om haar verdienstelijke en helaas, door
sommigen miskende kloosteroverste te huldigen en
te vieren. Met een ware geestdrift heeft zij alles
in 't werk gesteld om het feest te doen lukken en
den dank te geven die haar toekomen. Hulde aan
haarook nog eens proficiat aan de Eerweerde
moeder en haar twee geachte medej ubilarissen
P. S. De groenen hebben goed gevonden na den
afloop van 't feest 's avonds om 9 ureu in den
omtrek van 't klooster wat groen lawaai te maken.
Nevens de kerk speelden een paar barakmuzikan
ten een half dozijn dansdeuntjes daarin staan ze
sterk terwijl een kliekje nijdige ruststoorders
rond hen danste, zong, en door het ontsteken van
stekjes en stroovuur spotgewijze het volgens hen te
wel gelukt vuurwerk nabootste.
't Vat geeft uit wat het in heeft
't Is kla.tr Vermits het vastgesteld is, dat het
meerendeel der ziektens voortspruiten uit de slij
men en de onzuiverheid des bloeds, is het klaar,
dat het voldoende is zich het bloed te zuiveren met
de anti-slijmachtige Pil Walthéry, ten einde zich
te houden en te genezen van ziektens.
PARLOIR. Doornijk. Wij sturen geen boe
ken, wanneer het bedrag bij den bestellingsbrief
niet gevoegd is.
Welke grootsche betooging had verleden Zon
dag in de Abdij plaats Welke gelukkige uit
stap voor ons Aalstenaren eens naar dat vrede
lievend klooster te mogen gaan om er ooggetuige
te zijn van zijne plechtige diensten en geestver-
rukkende godsdienstplechtigheden. Zondag had
zijn eeuwenouden omgang met het miraculeus
beeld van O. L. Vr. van Vrede plaats duizen
den geloovigen verdrongen elkander rond de ab
dij en op gansch den doortocht der processie. De
stoet was minstens iooo meters lang en opgeluis
terd door den Prelaat der Abdij van Merkelbeek,
Holland, van Affligem en door de Geestelijkheid
der Parochie van Meldert. Verders de drij mu-
zieken der parochieËn van Hekelgem en Meldert.
Het wonderbeeld van O. L. V. werd gedragen
door de Congreganisten van Meldert en Hekel
gem, die het Lieve Vrouwenbeeld tevens om
ringden met de schoone Marekeersen der Abdij
en der parochie van Meldert. Onder de groepen
bemerkte men bijzonder deze van de H. Wivina
met hare gezellin Emwara, die naar Affligem
komen om het kloosterkleed te vragen en onder
het gezag van den abt van dit klooster te leven.
De groep der parochie van Goyck verbeelde de
H. Vijfwonden, de groep van de H. Familie en
van het Kindeken Jesus van Praag, enz. Het
Hoogweerdigste werd beurtelings gedraven door
de Prelaten van Affligem en Merkelbeek. De
Processie ving aan na de Pontificale Vespers en
duurde twee volle uren, van 3 tot 5, wanneer
het plechtig Te Deum gezongen werd en einde
lijk den zegen gegeven met het Allerheiligste,
waarna de opeengedrongen menigte die de kerk
vervulde, langzamerhand het heiligdom van O.
L. V. van Vrede verliet. Lang zal deze plechtig
heid in het geheugen onzer Aalstersche aanschou-
wers blijven
len.
Frans Heyvaert, met Koo Teunis en een stuk
vier, vijf kamaraden trokken juist voorbij.
Ei, Kapitein, wat is er aan de hand was de
vraag.
De Fransehen beschieten Herenthals, zei
Frans.
Van minuut tot minuut kreeg de aarde eene
schuddering alsof ze ergens in de verte openscheur
de. De glazen en kannen rinkelden op de tafel. En
in het binnenste van menigeen van ons was het
hart voorzeker ook aan het tik-tak, tik-tak doen.
Wie weet, vermits de Fransehen zoo nabij waren,
misschien zou het morgend voor ons op een treffen
komen Maar niemand dorst hier van gebaren In
tegendeel, hoe banger een mensch is hoe luider hij
doorgaans schreeuwt.
De lijvige schaduwe van de pastoor Huveneers
schoof voorbij. Hij liep ergens een gekwetsten be
dienen. Ons ziende staan, allen weerbare frissche
jongens samen, stak hij eens eventjes den tip van
zijn tikkenhaan door de deurspleet en zei
Weet ge wel wat, liever dan aldus uwen tijd
te staan vergapen moest ge den kommandant van
versch schroot voorzien 't zal hun wel te pas ko
men ginder,
Met den vinger wees hij in de richting van He
renthals.
(Wordt voortgezet).