r
®iI
M. B,n Iffi EETHUI EK 'T LUDNDW-
KREDIET II DE KIER.
Drukktr-lllttgcotr
Suit lUtttt nuffel, €afellestrai>t, 13, te
Stormende Nieuws.
Onze llaadscls.
De Spinnewielen tijd.
im*
Abonnementsprijs voor gansch België, franco te huis. 2,50. Yoor de vreemde landen,
5,00. 5 centiemen het nummer. Pakken en brieven hoeven vrachtvrij toegezonden
te worden.Alle briefwissehngen moeten den dijnsdag avond op onze bureelen toege-
komen zijn, het blad den woensdag avond ter pers gaande. Ongeteekende brieven wor- J
den in de scheurmand geworpen. Alle postbureelen ontvangen inschrijvingen, op alle j
tijdstippen van het jaar. De onkosten der kwijtingbriefjes zijn ten laste van den be- i
stemmeling. Men gelieve, bij verandering van woonst, het juist terechtwijs te zenden, j
DIT BLAD VERSCHIJNT ELKEN ZATERDAG.
6' JAARGANG.
NUMMER '264.
Aalst, den 27 Januari van het jaar 0. H. 1900. volgens zal verschij
Vonnissen 1 frank den kleinen regel. Aankondigingen tusschen de nieuwstij
dingen 20 centiemen per regel. Aankondigingen op de 3e bladz. 10 centiemen den
regel Annoncen op de 4* bladzijde worden berekend volgens plaatsruimte. Voor
de advertentiën buiten de provincie Oost-Vlaanderen, zich uitsluitend te wenden tot
het Office de Publicité, Rue de la Madeleine, Brussel. De geabonneerden hebben het
recht een maal ver jaar eene annonce van 5 regels te plaatsen, die viermaal achtereen-
as zal verschijnen. Ruchtbaar makingen in te zenden vóór 's Maandaags.
Onze achtbare, volksgezinde Volksvertegenwoordiger
van Aalst, steeds op de bres wanneer het de verdediging
geldt van den Arbeider onzer fabrieken of de werklieden
van Staatsspoorwegen, neemt niet minder de belangen ter
harte van den Landbouw, die bron van 's lands Welvaart
en Voorspoed. Zoo hebben wij M. Bethune, in Kamerzit
tingen van 13, 14 en 15 December 11. een werkzaam deel
zien nemen in de bespreking over de Nationale Bank. Zijne
prachtige, diepdoordachte redevoering in haar geheel meê-
deelen, zou ons waarlijk te ver leiden; doch, wij achten het
onzen plicht, een deel dezer onze Landbouwbevolking voor
oogen te leggen, eerstens omdat het een haver duurbaarste
belangen aangaat, ten tweeden om hun nogmaals het wel
sprekendste bewijs te leveren dat zij die aan goede handen
toevertrouwd hebben.
Zitting van 14 December 189».
M. BETHUNE. Van de Nationale Bank tot het Land
bouwcrediet, is er slechts éen stap, en de redevoering van
den achtbaren heer Grimard (socialist) verplicht mij dit ter
rein te betreden
Het achtbaar lid heeft getoond dat de bestaande inrichtin
gen van persoonlijk landbouwcrediet zich voordoen in twee
verschillige soorten het is ten eerste het slach der land-
bouwbanken, in leven geroepen door de wet van 18 April
1884, en die enkel geringe uitslagen hebben opgeleverd, ot
wier werkkring, in allen gevalle, zich nauwelijks uitbreidden
tot het beetenteeltgebied van Waalsch-Brabant en de provin
cie Namen. Alleen de groote akkerbouw schijnt uit deze
Land bouw banken voordeel te hebben getrokken.
Maar, ik heb het herinnert, benevens de landbouwbanken
bestaan de Baiffeissenkassen, waarbij hoeven gevoegd te wor
den de landbouwbanken van het slach Schulze-Delitschzoo
als deze van Goé en van Argenteau.
Ik bestatig dat de Raifeissenkassen in hun doel zijn ge
slaagd, dat zij eene wezenlijke leemte hebben gevuld in de
uitbreiding van het landbouwcrediet, en ik neem van de te
genwoordigheid aan zijne Bank des heeren Ministers van Fi
nanciën gebruik, om hem bijzonder geluk te wenschen, even
als het Gouvernement voor de weldoende wet die deze kassen
inl ichtte. Hie wet dagteekent van 21 Juni 1894 zij is der
halve ternauwernood gekend eu den 31 December 189 8, 'tis
te zeggen 4 jaren na de stemming der wet, bestonden er in
België reeds 204 Raiffeissenkassen, over het gansche grond
gebied des lands verspreidt25 maatschappijen bestonden in
de provincie Antwerpen, 45 in Brabant, 27 in Westvlaande-
ren, 16inOostvlaanderen, 24 in Henegouw, 21 in Luxem
burg, 15 in de provincie Luik, 2 in de provincie Namen, 29
in Limburg. Op dit oogenblik bestaan er meer dan 300. Hun
ne uitbreiding over heel het grondgebied is een feitzij staan
ten dienste der kleine boeren, zooals het getal door hen toe
gestane leeningen in 1897 het bewijzen. Dit jaar zijn er aange
gaan 724 leeningen van minder dan 250 frank, 472 van 250
tot 1000 frank, 56 van meer dan 1000 frank.
Hetzelfde voor de volksbanken van Goé en Argenteau, die
in 1897, 404 leeningen ten beloope van 155,606 fr. verwezen
lijkten, 't zij gemiddeld 385 fr. per leening.
Zonder te willen treden in het groot theorisch strijdperk
tusschen het systeem van Schulze en dit van Railïeissen, mag
men verklaren dat de wet van 21 Juni 1894 in ons land de
type van de kleine landbouwbanken bepaaldelijk heeft ge
sticht.
Dit werk schijnt de heer Grimard te misprijzen
Ten andere, het heeft, dank aan de wet van 't Katholiek
Ministerie van 1894, verwonderlijke uitslagen opgeleverd
300 Raiffeissenkassen op vijfjaren, dat is niets, of bijna niets,
brengt de heer Grimard in doch het achtbaar lid schijntniets
te kennen van het werk der Raiffeissenkassen Hij weet niet,
dat Railïeissen zelf, na de schepping der eerste Bank van
Landbouwcrediet, in 1849, vijf jaren noodig had om er eene
tweede te kunnen stichten dat, slechts in 1862, 't zij 19 ja
ren nadien, deze groote Menschenvriend zijne derde stichten
kon, en in 1868, na 20 jaren, de vierde.
Bijgevolg, in een zoo uitgestrekt land als Duitschland, waar
de woekerij algemeen in zwang is, heeft meu 20 jaren noodig
om 4 kassen in te richten, terwijl wij, op min dan 5 jaren, er
300 in België tellen, en dit op een totaal van slechts 2,600 ge
meenten 1
In 1885 telde Duitschland enkel 245 Raiffeissenkassen en
in 1891 itad het er maar 895, Vandaag bestaan er meer dan
1000, en allen mogen er op roemen, zegt een en
hunner lofredenaars, nooit éen enkele zilverling
te hebben doen verliezen noch aan hunue leden,
noch aan hunne schuldvorderaars.
Zietdaar, Mijnheeren, de uitmuntende instelling
van het landbouwcrediet, waarvan M. Grimard
met misprijzen heett gesproken. Had hij iets beters
gevonden Neen, want hij bepaalde zich met de
studie der kwestie van 't Landbouwcrediet te stel
len, wanneer deze kwestie alreeds grootendeels
is opgelost door de wet van M. de Smet-de Naeyer,
die aan het verlangen van den kleinen landbou
wer beantwoordt. Bemerkt dat men niets uitmun
tender gevonden heeft, dan de Raiffeissenkassen,
om den kleinen akkerbouw eene helpende hand te
reiken.
Luzzati, de groote ltaliaansche Staathuishoudkun
dige, minister van Geldwezen, heeft, na twintig ja
ren werkens, in Italië slechts 399 Bancke Popolari
kunnen stichten, banken samen tellende 234,000
leden, waaronder 55,085 landbouwersen den om-
loop van 't landbouwpapier, dat in Italië, ten jare
1881 12,224,000 fr. goldt, was in 1899 gedaald tot
6,390,000 fr.
Het Staatsbestuur had het dus goed voor, wan
neer het hier de Raiffeissenkassen schiep de
landbouwbevolking mag er duurzame, voldoende
uitslagen van verwachten en zal er de Katholie
ken, die ze tot stand brachtten, immer dank voor
weten. En met recht, want er is moed en bezadig
de zelfopoffering van noode om ze te stichten en
nogmeer iever en toewijding hoeft er, om ze vrucht-
baar te doen werkenI
M. MICHA. Ongelukkiglijk worden zij al te
dikwijls in politieke maatschappijen ontaard
M. BETHUNE. Het valt voor dat deze ver-
eenigingen gesticht worden in uitsluitelijk gelijk-
aardige plaatsen. Vandaar dat het geen verwonde- j
ring baren moet, zoo deze maatschappijen een j
weinig de politieke denkwijze hunner leden weer- 1
spiegelen zoo insgelijks hebben de samenwerken
de maatschappijen en de socialistische bakkerijen
eene socialistische kleur, omdat deze de denkwijze
van al hunne leden is.
Edoch, ik ben het eens met den achtbaren heer
Micha, om te wenschen dat deze nuttige instellin
gen den bijstand mogen verwerven van lieden uit
alle partijen, van mannen het werkmanscrediet
aangekleefd, en op de eerste rij dier mannen reken
ik het mij ten plichte, het achtbaar lid te plaat
sen.
M. Grimard brengt ons het volgende verwijt toe:
Gaat ge aan de Werkers- en Landbouwersklas
verklaren dat gij hun voor altijd den toegang tot
het Krediet sluit
Neen, MijDheeren, zulks hebben wij niet te zeg
gen, en ook wij zullen het niet doen. Wij zeggen,
integendeelZiet onze werken ziet de Raiffeis
senkassen, die wij gesticht hebben I En wij voe
gen erbij Datgene wat mogelijk is voor den
kleinen landbouwer, is niet min mogelijk voor ons
fabriekvolk, voor de kleine ambachtslieden en de
kleine burgerij, indien zij zich willen vereenigen.
1 Wat aangaat het foncier-landbouwcrediet (hypo
theek), de oplossing die de achtbare heer Gri-
mard vruchteloos zocht onze vrienden hebben
j er de eerste toepassing van daargesteld door de
j wet van 9 Oogst 1889 op de werkmanswoningen.
Eene meer algemeene oplossing is gegeven door
i onzen achtbaren Collega van Luxemburg, M. H. r
Delvaux.
Het foncier-landbouwcrediet heeft, van zijnen
j kant, het voorwerp geweest eener grondige studie
het kwam ten berde in een merkweerdig debat van
den provincialen Raad van Luxemburg, in den
j zittijd 1895, en ik verwijs deze die deze kwestie
I
men in het Wetsontwerp in 1896 neergelegd door
M. de 3met-de Naeyer.
Verleden jaar, tijdens de bespreking der be
grooting, heeft de heer Delvaux, in de Kamer, de
verdediging zijner gedachten hervat. De achtbare
heer Denis heeft insgelijks de zijne verdedigd, eu
ik, voor mijn deel, denk dat er in den weg door M.
Delvaux opgehemeld, eene volmaakte oplossiDg
aan te treffen ware van het tweede deel des vraag
stuks die op te lossen blijft aan het vraagstuk van
't foncier-landbouwcrediet, dit nochtans onder
voorbehoud van zekere punten, te lang om heden
aan te wijzen.
Ik voeg erbij, dat men de kwestie van het land
bouwcrediet nooit zal behoorlijk behandeld heb
ben, zoolang men zich blijft bepalen met het in
richten van 't crediet op intrest of 't creiiet aan vaste
korting, zoolang men den Landbouw niet zal ver
zekerd hebben door eene aan zijnen economischen
toestand gepaste wetgeving het veranderlijk ver-
geldingscrediet, waarvan den handel en de nijver
heid genieten door de wet op de handelsmaatschap
pijen.
Maar eene gelijkaardige wetgeving heeft niets
gemeens met de Nationale Bank, en ik ben derhal
ve verplicht op de kwestie terug te komen. Ik zal
niettemin aangetoond hebben hoe ijdel en ver
waand de kritieken van M. Grimard waren.
Ten slotte moeten wij doen opmerken, dat wij
in de verhandelingen der Kamer bestatigen dat
de redevoering van M. Bethune eenen grooten
bijval vond bij de rechterzijde, en in het bij
zonder van M. Delbeke, verslaggever, en M.
Tack, Staatsminister, en ook langs socialistische
zijde de goedkeuring wegdroeg.
willen bestudeeren naar de verhandelingen dezer
vergadering.
Behalve voorbehoudingen op zekere punten,
breng ik hulde aan het ontwerp van mijn geachten
vriend. De besluitselen, die hij neêrlegde, zijn zoo
bepaald en gegrond dat den provincialen raad van
j Luxemburg eenparig, zonder onderscheid van par-
tij, het Staatsbestuur gebeden hebben deze in eene
Wet over te zetten. Zij zijn gedeeltelijk opgeno-
Januari I Veel regen, weinig
vorst, veel wind, 't zou kun
nen slechter zijn, en laat er
ons nog niet te veel kwaad van
zeggen, niet verwijten. Onder
de wijze lessen van Sultan Sa-
ladijn aan zijnen zoon, was ook deze beledig
niemand want de menschen verzoenen zich ge
woonlijk niet voor dat zij wraak genomen heb
ben. d'Ander week is er te Geut op den steen
weg van Meulestede bij de gebroeders Mahy
eene ijzeren plaat gestolen die honderd kilos
woog, wa blieft er u Te Honolulu waren
er den 13 Januari 18 gevallen van pest26 zie
ken zijn nog in behandeling. De chineesche wijk
die het brandpunt was van de besmetting is in
brand gestoken. Er zijn wreede gebeurtenis
sen teweeg in den Afrikaanschen oorlog. De oor
log is dikwijls eene straf, en van verre en ver
staat men al de ijselijkheden niet van het slag
veld.
Wie den oorlog niet en ziet
Denkt dat men met wittebrood schiet.
Een deel der engelsche soldaten zijn den Tugela
over met den oppergeneraal Buller. De Boeren
vermijden van in de vlakke pleinen slag te leve
ren, zij lokken den vijand geerne in de engten, in
gebergten, in leegtens. Geheel het land waar de
engelschen zijn doorgegaan is hier en daar ver
woest en verbrand.
Waar een leger wordt geleid
Daar is geen menschlievendheid.
Onder trommels en trompetten
Zwijgen alle goede wetten.
Over eenige dagen werd er eene engelsche pa
trouille overrast. Eenige lanciers waren bezig
met hunne peerden te laten drinken wanneer zij
door de Boeren overvallen wierden. Twee lan
ciers werden gedood en 14 ontbreken. De getal
sterkte der Boeren in het noorden van Natal
wordt geschat op ongeveer 40 duizend man.
Er is groote werkstaking onder de mijnwerkers
van Boheuicn, men spreekt van 15 duizend.
Wreeden hongersnood in de engelsche Indien.
49 miljoen menschen lijden daar honger en ai
dat geld en goud gaat naar dien vreeselijken
oorlog in den Afrik. De landbesturen die zulken
toestand moedwillig teweeg brengen
zullen rekening geven voor de geschie
denis en voor God. Men rekent dat
het leger der Boeren 80 duizend man
sterk is in 't geheel. Het gevecht is
voor goed aan den gang tusschen de
troepen van generaals Clery en War
ren op den overkant der Tugela. Ar
me soldaatjes Men spreekt van
eene diefte van 50 kilogrammen dyna
miet op onzen belgischen ijzerenweg,
en 't zelfde zou gebeurd zijn met eene
verzonden kas poer uit Wetteren.
PARLOIK. Malbroeck. Wij zien
uwen hond niet meer. Verkocht?
Delboth. Ge zijt benoemd tot buiten-
landsch briefwisselaar. Van Asso.
Gij knuft, wij fnuiken... Da' was 't.
Motmillard. Wie is dat? Vriend uit
Holland. In de Meimaand. Ze zeggen
van ja. Wreed hein Von Snell. Is
't waar dat Jako de wereld gepasseerd
is All Right
Wat wordt langer en korter tegelij
kertijd?
Wat zou er niet gebeurd zijn, indien
Napoleon I bijzijn veldtocht naar Rus
land gesneuveld was
Oplossing binnen 8 dagen.
1.
In den tijd der spinnewielen
(Zoo heett moeder mij verteld)
Was men niet met lijf en ziele,
Lijk als nu gehecht aan 't geld.
Niemand hoorde men dan morren,
Maar elk werkte toen met vlijt
Zingend deed men 't wieltje saorren
In den spinnewielentijd.
2.
In den tijd der spinnewielen
Droegen d'heeren eenen frak,
En de brave boeren kielen,
Waar geen pracht maar sterkt' in stak.
't Vrouwvolk moest toen niet lijk heden
Smal zijn en bij poozen wijd
Elk was in zijn staat tevreden
In den spinnewielentijd.
3.
In den tijd der spinnewielen
Was eenieder eerlijk nog
't Was gelijk ook welke stielen,
Niemand deed er toen bedrog.
Als men zonder geld iets haalde,
Schreef men niet met dubbel krijt
Als men geld had men betaalde
In den spinnewielentijd.
4.
In den tijd der spinnewielen
Was het nog geen groote ramp,
Als bij ong'luk zij eens vielen
Met hun kleine olielamp.
Want zij kenden geene lichten
Met petrool (thans zoo verspreidj
Waarmeê dat men brand kon stichten
In den spinnewielentijd.
5.
In den tijd der spinnewielen
Als de jonkheid trouwen wou,
Die huu hert het best bevielen
Namen zij voor man of vrouw.
Alles ging toen niet gewogen
Later vond men zich ten spijt
Niet zoo zeer als nu bedrogen
In den spinnewielentijd.
6.
In den tijd der spinnewielen
Vond men van die kin'dren niet,
Die hun dagloon achterhielden
Tot hun ouders groot verdriet
Maar elk werkte en elk spaarde
En elk leefde toen verblijd
't Was een Paradijs op aarde
In den spinnewielentijd.
7.
Schoone tijd der spinnewielen
i Mocht ik u eens wederzien
Eer de wormen mij vernielen,
'k Wilde graag mijn dank u bièn.
I Goede tijd waar zijt gij henen
Is 't een afscheid voor altijd
I Ja, gij zijt te vroeg verdwenen,
Schoone spinnewielentijd.