Wat er in 1802 te Kortrijk ooi zon moeten te zien zijn. Rampen, Misdaden en Malheuren uit alle Werelddeelen. EENE JAS OP REIS! Kerkelijk Nieuws. LUIBKECHTS LEVENSSCHETS VAN REN1ER SNIEDERS. GENT. Het is donderdag, vrijdag en -zater dag dat de zaken van het Klein Dok voor de boet straffelijke rechtbank worden opgeroepen. Er zijn juist honderd betichten. De beschuldigingen zijn dezelfde voor bijna allen, namelijk aanslag op de vrijheid van den arbeid, opstand tegen de policie, gewapenderhand in bende en met voorafgaande overeenkomst. Onder de betichten zijn ook De Veirman, die pas het hospitaal heeft verlaten, en Cogh, die zoo als men weet, een oog werd uitgeschoten en tot hiertoe niet zeker is zijn ander oog te behouden. Het proces, of liever de pi ocessen zullen een drie tal dagen duren. De betichten zullen niet allen te gelijk verschijnen, maar bij groepjes van 3, 4, 5, 6, enz. De uitspraak zal heel zeker uitgesteld worden tot later. Een Gentenaar, die het gezicht verloren heeft, had over eenige dagen aan hertog Karei van Beieren, toekomende schoonvader van prins Albert, eenen brief gezonden in welke hij het oordeel deed kénnen van al de heelkundigen, dio hem behandeld hadden. De prins, zooals men weet, een bekwaam oogmeester, antwoordde eenige dagen later, dat hij hem opnieuw en kosteloos onder behandeling wilde nemen, indien hij zich, vergezeld van zijne vrouw, wilde aanbieden. Hij zou voor eene kamer met twee bedden en verdere behoeften, slecht 10 mark per dag te betalen heb ben, voor de rest niets. MELLE. Maandag morgend heeft men alhier uit de Schelde het lijk opgevischt van E. Postu- mus, 15 jaar oud, leerling van het Atheneum, wo nende in de Nassaustraat, te Gent. De schoenen en de kousen van den ongelukkige lagen op den kant. Postumus was sinds zaterdag namiddag uit de ouderlijke woning verdwenen. AUDENAAB.DE. Vrijdag avond is alhier een ruiter van het 4® lansiers met zwemmen verdron ken. Men veronderstelt dat de ongelukkige, die een flink zwemmer was, een bloedopdrang gekre gen heeft. LEDE. Donderdag namiddag waren twee ge trouwde mannen, aan het delven van zavel, toen opeens de wanden van den put instortten, met het ongelukkig gevolg dat beiden er onder begraven werden. Een hunner, Vergeylen Jan, is kunnen gered worden. De andere was reeds een lijk toen men hem kon uithalen het is zekere Frans Le Herpel, een oppassend werkman, 35 jaar oud hij laat eene weduwe na met 3 kleine kinderen. Aau de Lezer». Indien een uwer familie leden lijdt aan bloedloosheid, zwakheid of uitput ting, doet hem de uitmuntende Pil van D1 Kaphaël nemen en in weinige dagen tijds zat hij genezen zijn. I fr. 75 de doos in alle goede apotheken. Dépots te Aalst MM. Callebaut, De Valcke- neer, De Waele, Gysselinck, en in alle apotheken. BERLAERE. Sinds eenige dagen kon men in de groote Fransche gazetten van Brussel lezen, dat in deze gemeente een verborgen schat ontdekt was. De eenen beweerde dat er wel 80, 000 franks gevonden waren anderen vergenoegden zich met 20,000 franks. Zij waren zoo goed ingelicht dat zij mededeelden dat verscheidene munstukken ont dekt waren van de vijftiende en zestiende eeuw. Men kan denken dat de liefhebbers van oudheden reeds op hunne hoede waren. Ziehier wat er volgens de G. V. A. eigenlijk zou gebeurd zijn. Twee werklieden waren bezig aan de afbraak eener school, toebehoord hebbende aan jufvrouw Clementina Bouwens, sinds eenige maanden over leden, en thans den eigendom zijnde van hare erf gename jufviouw Zaman. Jufvrouw Bouwens was gekend voor hare groote rijkdommen. Een kom- plootje werd gemaakt tusschen de werklieden, en eensklaps riep een hunner uit. Ah hier is de schat terwijl hij wegvluchtte met eenen ijzeren pot, die niets anders bevatte dan eenige stukken ijzer of koper. Alzoo doorliep hij de gemeente en de mare verspreide zich alras dat er eene goote som geld ontdekt was. De vinder van den schat, speelde zijne rol opper best. Hij nam een ernstig uiterlijk aan, hij gaf eene ronde aan de muziekanten gedureade eene repetitie, en werd reeds op eene serenade vergast. Zelfs aan zijnen broeder welke zijn deel vroeg van de vonst antwoordde hij geheimzinnig Zij braaf jongen gij zult 1000 fr. hebben. Doch die vroegere eigenares dier school ver stond die leute alzoo niet, de veldwachter eener naburige gemeente werd naar hier gezonden voor inlichtingen, en zelfs werd zoo het schijnt een brief naar het parket gezonden om haar deel van dien schat te eischen bij zooverre dat de zaak in handen is der policie. Of er te Berlaere gelachen werd met die farce, hoeft niet gezegd te worden. VRAAGT OVERAL HET LEUVENSBIER der gunstig gekende Brouwerij fV«w* Br uwé, AAMjST. NEDERLAND. Men seint uit Den Helder aan de N. R. Ct. Vrijdag avond omstreek zeven ure is hier een ontzettend ongeluk gebeurd. Twee ongesprongen granaten, tegen het verbod van de overheid door vletterlieden uit zee aangebracht en onvoorzichtig behandeld, zijn ontploft op den Zeedijk. Drie vletterlieden zijn gedood, acht zwaar en drie licht Van de gedooden. J. K., J. R., en D. B., zijn de beide'eersten hoofden van gezinnen K. laat elf, R. vier kinderen na. De zwaargewonden zijn naar het Marine-hospitaal vervoerd. Het ongeluk heeft in de gemeente algemeene ontroering gewekt. SCHELLEBELLE. Zondag namiddag rond 6 ure, kwam het gespan van een landbouwer der streek over de spoorbaan gereden aan den barreel, nabij de statie van Schellebelle. Een reizigerstrein van Brussel naar Gent kwam in volle vaart aange- stoomd. De voerman kon nog in tijds van den wa gen springen. Het peerd werd door den trein dood gereden en de wagen verbrijzeld. Men beweert dat kinderen, buiten de kennis van den barreel wachter die zich in zijn wachthuisje bevond, den barreel, die gesloten was, open geschoven hebben. Wat er ook van zij, het parket van Dendermonde is maan dag morgend ter plaats gekomen om een onder zoek te openen. Na menigvuldige ondervindingen komt de Geneeskundige Commissie te verklaren dat de Walthérypil het eenigste purgeermiddel is, dat bekwaam is de slijmen en de onzuiverheid des blocds en alle ziekten door die ongesteldheden te weeggebracht, te verdrijven. 1 fr. 25 de doos van 50 pillen. Dépots te Aalst MM. Callebaut, De Valcke- neer, De Waele, Ghysselinck en in alle apotheken 3T-NIKOLAA3. Vrijdag morgend was de echtgenoote D., herbergierster. Kalkstraat, op den koer aan 't wasschen. Haar 2jarig kindje speelde naast de waschkuip. Twee kalanten kwamen in de herberg en mad. D., liet het kind alleen om de verbruikers te gaan bedienen. Toen zij terug op den koer kwam vonl zij het kind met het hoofd in eene kuip liggen. Op het geschreeuw der arme moeder kwamen de kalanten en geburen toege- loopen. Men haalde het wichtje uit de kuip en bevond dat het nog ademde. Een geneesheer werd ontboden. Alle zorgen bleven ovenwei vruchteloos een uur later was het kind dood. AMERIKA. Een brutale aanslag is woensdag morgend op eenen trein gepleegd, die 30 millioen dollars in goud van Washington naar New-York had te brengen. Bij Philadelphia ontspoorde de trein door kwaadwilligheid en stortte de locomotief om. Als door een wonder bekwam niemand eenig letsel en kon dadelijk eene wacht om den wagen gevormd worden, waarin zich het goud bevond. Iu het nabij- zijude bosch zag men verschillende bandieten, die naar den trein loerden. Men schrijft den aanslag toe aan een zekeren Allen Vickers, een jeugdige schurk van veel be ruchtheid. Hij heeft zeer goede manieren, bezit fortuin en is van goede familie. Zijn grootvader was gouverneur van Maryland. BALEGEM. In den omtrek van Balegem loopt een aanrander, ofwel eene bende aanranders, die den schrik der bevolking uitmaken. Verleden week reed een mulder van Balegem met kar en peerd naar Elene, met een melkschaap. Gekomen aan het Sparrebosch, sprong eensklaps een per soon te voorschijndie het peerd bij den toom greep. De mulder sprong van de kar, maar de persoon greep hém bij de keel en dreigde hem met den revolver op het hart, zeggende uw geld of uw leven de aanrander nam de vlucht door de na dering van den boschwachter, deze heeft den mul der een eind weg vergezeld. Dezelfde gevaarlijke persoon heeft ook te St-Lievenshoutem een geweer schot gelost op zekeren Edward Van de Wiele, gelukkig zonder hem te treffen. Te Oombergen randde hij een meisje aan dat van eenwinkelkwam, j en ontnam haar een brood en een frank, waarna i hij wegvluchtte in het korenveld. Het meisje is bedlegerig van schrik. GEERAARDSBERGEN. Zekere Olivier, bij genaamd Sergeant, leefde in slechte verhouding met zijne vrouw. Dinsdag noen was er weer twist opgerezen en heeft haar vier messteken toege bracht. Buiten gekomen, zegde hij tot zijne gebu ren ik heb daar mijne vrouw vermoord. Daarop is hij zich in de gendarmerie gaan gevangen geven. De vrouw is naar het gasthuis gedragen haar toestand is wanhopig. Bericht. Het Kantoor van Deurwaarder JOZEF DE VOS, te Aalst, is overgebracht van het Esplanadeplein naar de VRIJHEIDSTRAAT, N° 14, nabij de St-Jozefskerk. DENDERMONDE. Wij hebben verleden week gemeld dat hier eene jonge vrouw aangehouden was, beschuldigd van kindermoord. De aangehou dene, Paulina Vekens, is geboortig van Zele. Zij beweert dat haar kind doodgeboren was en dat zij het lijkje tusschen Dendermonde en Zele in de Schelde geworpen heeft. BRUSSEL. De agenten van het kommissa- riaat der Regenciestraat waren maandag, rond 9 ure 's avonds, in eene zaal vereenigd om er de voorlezing der bevelen te hooren, toen er zich een overgroot gekraak voordeed en er tegelijkertijd eene vuurgloed boven hunne punthelmen scheen te zweven. Het personeel liep verschrikt en zich bui gend naar de uitgangdeur, terwijl op het bureel van den telegraaf al de bedienden doodsbleek de vlucht namen. Uit het telegraaftoestel schoten vuurstralen op vijftig centiemeters lengte en de papierentoebehoorten waren gansch verbrand. De bliksem was op een donderscherm van het gebouw gevallen. Komt te verschijnen blijspel met zang in één bedrijf door P. Van Nuffel. Muziek vanG. Pape. PRIJS 1 FR. Eene Jas op reiswordt gespeeld met 6 personen. De tooneelschikking is zeer eenvoudig. Het stuk beslaat 30 bladz. klaren druk en is gebonden in geillu- streerden omslag. Daar het nieuw blijspel slechts op een klein getal exemplaren werd ge trokken, zoo wordt de heeren Tooneel- liefhebbers ten sterkste aangeraden, hunne bestellingen onmiddellijk aan den uitgever Kapellestraat, Aalst, te laten geworden. Priesterlijke benoemingen. De eerw. h. F. Delaroyère, onderpas toor van de primaire kerk van St-Nico- laas, is pastoor benoemd te Rupelmon- de, in vervanging van den eerw. h. S. Martens, die zijn ontslag geeft. De eerw. h. D'Huyvetter, onderpas toor op St-Baafs, te Gent, is bestuurder benoemd in het hospicie Guislain te Gentde eerw. h. Morre, onderpastoor te Adeghem, en de eerw. h. De Visscher, onderpastoor te Eecke, verwisselen van plaats. In de school. Meester Spiegels. Noem mij eens een viervoetig dier. Luibeken. Een tafel, meester. Wanneer den 31 Juli 1898, te Over- meire het standbeeld werd onthuld, al daar opgericht tot herdenking van den Boerenkrijg, dan begaven de duizenden personen, die in massa naar deze lieve, schilderachtige gemeente waren ge stroomd, om die grootsche, vaderland- sche plechtigheid bij te wonen, zich ook naar het gebouw der Godshuizen, alwaar, voor de gelegenheid, een histo- rich museum was ingericht. In dat museum, bestaande uit eene groote zaal en een drietal kleinere ver trekken, was alles bijeengebracht wat betrekking had met den Boerenkrijg van 1798 en met de gemeente Overmei- re te dien tijde. Er was daar, in die groote zaal, eene volledige verzameling van boeken en schriften, handelende over het beroerde tijdvak in hetwelk de beruchte sanscu lotten hunne duivels ontbonden in Vlaanderen, en vooral te Overmeire, van waar het eerst het sein tot den weerstand werd gegeven. Talrijk waren de oorkonden en offlcieele stukken wel ke daar werden tentoongesteld, en de verzameling oude wapens, vlaggen en vaandels van dien tijd mocht, zoo niet volledig, dan toch geheel belangwek kend genoemd worden. Wij herinneren ons nog, dat wij met een drietal vlaamsche letterkundigen meer dan één uur in die zaal vertoef den, waar alles ons sprak van den hel denmoed der onversaagde, dappere Boe ren, die streden voor Land en Kerk 1 De vertrekken van kleineren omvang waren in kamers uit het tijdstip van de sanskulotten herschapen. Die kamers waren zichtbaar door een kunstenaarshand, meesterlijk geschikt en in orde gebracht en met een wezen lijk archaïek kachet weergegeven. Dat alles was lief, schoon en aantrek kelijk en wekte ten zeerste de belang stelling der bezoekers op. Ongelukkig was die kunstgeschied- en oudheids- kundige verzameling maar in 't leven geroepen, om, weinige dagen nadien, weêr uiteen te stuiven gelijk kaf voor den wind. Na acht dagen de belangstelling en bewondering van de bezoekers te heb ben opgewekt, kwamen de eigenaars hunne wederzijdsche eigendomsvoor- werpen afhalen en de historische oud- heidskundige tentoonstelling was uitge leefd. Dat was te betreuren, en er bleef niets anders meer van over dan eene zeer be knopte kataloog. Over een paar dagen, terwijl wij on ze bibliotheek in orde brachten, viel ge zegde kataloog ons in handen, en als van zelf, rees bij ons de gedachte op dat binnen twee jaren, iets dergelijks zou kunnen of beter, zou moeten tot stand gebracht worden te Kortrijk, ter gele genheid van de onthulling van het ge- denkteeken op Groeningen veld. Nog belangrijker dan te Overmeire, zou die historische oudheidskundige verzameling wezen, aangezien men er alles zou kunnen bijeenbrengen; niet al leen wat gedurende het verloop van zes eeuwen, over den Guldensporenslag ge schreven, en gewreven werd, maar te vens ook al wat men uit dat belangrijk tijdperk onzer geschiedenis heeft be waard en wat er, sinds 1302, over dien wereld beroemden veldslag werd ont dekt. Alleen ware het wenschelijk, dat zulk een museum, niet tijdelijk maar be stendig wezen zou. Tote Bladeleeen dorp dat up de Kempenn staet, n zoo zou, volgens H. van Wijn, den Nederlandschen geleerde, Jacob van Maerlant de vader der Dietsche dichters al te gader geschreven hebben Toto Bladele het dorpke, welks naam eeuwen lang zoo geheimzinnig in de geschiedenis der Nederlanden aangeteekend stond waar de grondsteen werd gelegd tot vorming van het tegenwoordige koninkrijk der Nederlanden, aangezien daar, in 922, de giftbrief werd ge schonken, waarbij Karel-de-Eenvoudige zijnen kloeke manne Dirk, tot eersten graaf van Holland verhielin dat dorpke, waar niets meer van vorstelijke grootheid spreekt, werd Jan-Renier Snieders, het betreurde medelid der Acade mie, den 22 November 1812, uit eene der oudste familiën van de streek, geboren. Verscheidene eeuwen verblijf die familie in dat dorp; zij stam de af vaneen Utrechtschen edelman, Nicolaus Cuyl, die in de 16d' eeuw Holland verlietom het tumult ende rebellie datter in Holland was tegen den konink van Hispaniën Hij vestig de zich vooreerst te Tilburg, dan in het godshuis van Postel en later vindt men zijne lamilie te Bladel, waar meer dan één schepene en president der Dingbank, meer dan één voornaam geestelijke, uit zijn geslacht geboren werd. De geschiedkundige bijzonderheden, de familiebetrekkin gen van vroeger dagen, het eigenaardige, kunstlievende leven dat in zijn geboortehuis werd goleid, de voorvaderlijke zeden in den huiskring, de wilde en dichterlijke natuur, die het dorp omgaf boeiden den knaap vroegtijdig en bleven niet zonder invloed op zijne toekomst. Het dorp lag aan de oude heirbaan de knaap zag dus vroegtijdig het heen en weêr trekken van vreemde troepen, die van 1812 af deelnamen aan de groote wereldgebeurtenissen dier dagen, en ten slotte de overheersching van Napoleon knakten. Als knaap beleefde hij alzoo reeds vele oogenblikken van troebelen, en op zijn 18° jaar, de scheuring van Europa 's schoonste rijk dat der Nederlanden. In het strenge geloof zijner vaderen opgevoed, getuige van de ondergeschiktheid des katholieks tegenover den protestant, zelfs nog na 1815, en dit in eene schier gansch katholieke landstreek, kon ook het gesmoorde verzet der bevolking tegen die godsdienstige overmacht, hem niet vreemd blijven. De opstand in het Zuiden werd dan ook bij velen zijner geloofsgenootcn zoo niet gewettigd, dan toch verontschuldigd. Toen hij zijne latijnsche studiën te Roermond en te Eind hoven voltrokken had, toog de jongeling in 1833 over de grenzen, om aan de hoogeschool van Leuven zijne studiën in de geneeskunde te beginnen. Sedert de omwenteling van 1830 was er echter eene onover- schrijdbare grens tusschen de beide deelen van Nederland getrokken. Aan beide zijden dezer grens, grimden elkander twee legers tegen en het was voor het Nederlandsche gouver nement voldoende te weten, dat een onderdaan in het nu van het Noorden vervreemde Leuven zijne studiën deed, om hem zonder genade den terugkeer tot de ouderlijke woning te ontzeggen. De vacantiedagen van de studeerende jeugd, dan als men aandrang gevoelt gelijk de vogel, om naar het nest terug te keeren waar hij werd uitgebroeid, mocht de jongeling in zijn 'geboortedorp niet doorbrengen. Nochtans had dit verblijf eene machtige aantrekkelijkheid voor hem, des te machtiger ten gevolge van het streng nageleefd verbod. Hij naderde dan ook zoo dicht mogelijk de grenzen, vertoef de bij zijne bloedverwanten te Overpelt, in het Limburgsche, toog soms heimelijk de meet over, om eenige uren in den luchtkring van zijn huis te mogen ademen doch vertoefde er slechts geregeld, nadat de moeder, eene vrouw met veel wils kracht, zelve naar het hoofdkwartier van den Prins van Oranje ging, en bekwam dat het onverbiddelijke verbod voor hem niet meer gelden zou. Van dit oogenblik was de vacantie van den jongen medicus, en reeds dichter, inderdaad een gouden tijd. Hy leefde ander maal in de frissche Kempen, in de uitgestrekte maste- en eikebosschen, die het oude dorp als met een donkeren gordel omslootging met zijne broeders op jacht en leidde de poëzie den huiskring in. In die dagen las hij daar zijne eerste dicht proeven voor, zooals hij er ook de eerste dichterlijke uitgaven aanbracht, die de jonge Vlamingen in't licht zonden tot op beuring van hun taalrecht. Geen vaderhuis had een zoo eigenaardig karakter als het zijne. Door de oudste broeders werd de muziek beoefend en van dezen kring uitstralende, deelde zich die beschavende kunst aau andere huisgezinnen, zelfs aan andere dorpen, meê. Als een weergalm van het nu uitgestorven stamhuis, leeft de muziek nog in het dorp voort. Dank aan de familiebetrekkingen en dagbladen, was deze kring niet zoo afgesneden van de buitenwereld als wel andere huiskringen, en van daar dat hij jaren lang het middenpunt van alle beweging en ontwikkeling in de dorpen der zooge naamde «meieriji. bleef. De dichtproeven, welke de jonge Jan-Renier in zijne familie voorlas, waren met denzelfden fantastischon geest bezield, als die welke destijds de dichtwer ken der Vlamingen onderscheidde. De geest van opmerking voor alles wat rondom hen leefde en ontstond, was nog niet ontwaakt. Men behandelde legenden, luimige verhalen uit den mond des volks opgevangen, of uit de verbeelding des dichters ontsproten, en waarin Satan meest altijd eene hoofd rol vervulde. In zijne studentenjaren was de jonge dichter een der eerste leden van het Leuvensche genootschap Met Tiji en Vlijten in den eersten bundel, dien dit gezelschap in 1839 uitgaf, j verschenen reeds een drietal dichtstukjes van zijne hand, die, om het vloeiende vau den versbouw en het zuivere der taal, I door deskundigen werden opgemerkt. In het tijdbestek van vijf jaren voltrok de ieverige leerling van het Alma Mater zijne studiën, en erlangde zijne diplomas in de genees- en vroedkunde met groote, en in de heelkunde met de grootste onderscheiding, voor de Centrale Jury te Brussel. Na de laatste examens richtte de voorzitter van de Jury, eenen der hoogleeraren van Leuven, deze vleiende woorden toe Votre élève a fait merveille Toen Jan-Renier Suieders op het punt was zijn examen in de heelkunde, waarin hij inderdaad een meester is geweest, af te leggen, bracht hij een beleefdheidsbezoek bij een der hoogleeraren, welke zijn voornaamste leider was geweest en immer een levendig belang in hem stelde. Op zijne tafel lag een pas verschenen en nog onopengesneden werk, betreffende

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Volksstem | 1900 | | pagina 2