mti Mog over Sint lartenM Untkher-lKitgcper 3an Öait ïtuffel, &apeUeairaat, 13, te 2labt HIER EN DAAR. Ölïicieël Vlaamsch. Morgenzang. Kerkelijk Nieuws. Goedendag Abonnementsprijs voor gansch België, franco te huis, 2.50. Yoor de vreemde landen, 5,00. 5 centiemen het nummer. Pakken en brieven hoeven vrachtvrij toegezonden te worden. Alle briefwisselingen moetenden dijnsdag avond op onze bureelen toege komen zijn, het blad den woensdag avond ter pers gaande. Ongeteekende brieven wor den in de scheurmand geworpen. Alle postbureelen ontvangen inschrijvingen, op alle tijdstippen van het jaar. De onkosten der kwijtingbrietjes zijn ten laste van den be stemmeling. Men gelieve, bij verandering van woonst, het juist terechtwijs te zenden. DIT BLAD VERSCHIJNT ELKEN ZATERDAG. 6a JAARGANG. NUMMER 29 Aalst, den 22 September van het jaar 0. H. 1900. Vonnissen 1 frank den kleinen regel. Aankondigingen tusschen de nieuwstij dingen 20 centiemen per regel. Aankondigingen op de 3° bladz 10 centiemen den regel Annoncen op de 4* bladzijde worden berekend volgens plaatsruimte. Voor de advertentiën buiten de provincie Oost-Vlaanderen, zich uitsluitend te wenden tot het Office de Publicité, Hue de la tMadeleine> Brussel. De geabonneerdcn hebben het recht een maal ver jaar eene.&uiiom# van 5 regels te plaatsen, die viermaal achtereen- volgens zal verschijnen. Ruólïtbaarmakingen in te zenden vóór 's Maandaags. Zondag 9 September, werd te midden een grooten toeloop van hooge officieren, ambtenaars en volk, plechtiglijk het standbeeld ingehuldigd, opgericht op den zeedijk vauBlan- kenberghe, ter nagedachtenis van twee Belgen die stierven in het verre Congolaud als helden. Sergeant De Bruyne, die slachtoffer viel van zijne lielde voor het wachtwoord en zijne oversten, zal immer in Belgie bewonderd worden. De jongen kwam in 1868 te Blankenberghe ter wereld, en nam op 18 jaar in het Belgische leger dienst. Koporaal in 1887, werd hij een jaar later tot sergeant bevorderd. Op 14 September scheepte hij voor het zwarte land in, en werd Bena Kamba op de Lomami als verblijfplaats aange wezen. Op 12 December 1891 werd hij onderluitenant der Open bare Macht, en tevens adjunkt-resident van Kassongo be noemd. In 1892 ontstond een opstand in de Manyema. Te Riba Riba grepen afgrijzelijke moorden plaats, zelf viel luitenant Lip pens, trein-officier, in de handen der muiters en werd de prooi van het wreede stamhoofd Sefu. Luitenant Scheerlinck werd daarvan onderricht, alsmede van het onstellende nieuws, dat 10,000 opstandelingen zich bereid maakten om de colonie te overvallen en al de Christe nen af te maken. Hij vereenigde de weerbare mannen welke hij vinden kon, en poogde de marsch der aanrukkende inboor lingen te verhinderen, welke de Lomamirivier over wilden. Op dat oogenblik kreeg hij twee berichten een van zijnen collega Lippens en een ander van sergeant De Bruyne. Ook deze laatste was gevangen genomen geworden 1 Lippens leed schrikkelijk door het klimaat. Sinds 14 maanden ben ik doodelijk ziek. Te Leopoldville werd ik tot tweemaal door buikloop aangegrepen. Te Kasson go lag ik met de pokken en lijde sinds aan de borst. Later deed er zich weer buikloop en leverziekte bij mij voor. Verder zyn mijn hart, maag, darmen en nieren geraakt. zoo schreef Lippens. Daar de brief van 6 October dagteekende vóór zijne gevang neming dus, was Scheerlinck overtuigd dat het met den armen Lippens sinds lang een eide nam. Zoo dacht dokter Hende, wien men den brief mededeelde. Het tweede bericht was door De Bruyne gestuurd. Hij schreef dat men hem gevankelijk had weggevoerd. Hij verbleef op 3 uren afstand, door twee honderd Arabieren bewaakt. Des anderdaags was hij verplicht aan zijne gewezene wapenmak kers, welke aan den overkant van den Lomami legerden, de orders van Sefu over te brengen. Gezien de overste haast geen Fransch verstond, maakte er de jongen gebruik van om in den brief zijnen wrevel jegens Sefu te betuigen. Wacht, zoo redeneerde luitenant Scheerlinck, na den brief gelezen te hebben, ik zal wel ons sergeantje redden. 's Anderendaags, 15 November 1892, zagen Scheerlinck en dokter Hende, een soort geraamte, aan den overkant der Lo mami verschijnen. Het was De Bruyne door 5 maanden zedelijk en lichaame- lijk martelaarschap uitgemergeld en verouderd. Vijftien meters verder stond een groep arabieren achter hem, welke zijne minste beweging gadesloeg. Daar hij geene schoenen had, waschte hij zijne doorwonde voeten in de golven des strooms. De luitenant had 10 zijner beste schutters in het heesterge was verborgen, anderen, den vinger aan den trekker van het geweer stonden nevens hem. Is daar iemand die Fransch kan riep eerst luitenant Scheerlinck uit voorzorg. Geen mensch, antwoordde De Bruyne met zwakke stem. Kunt gij zwemmen vroeg weer de overste. Jawel. Mijn goede jongen, vervolgde Scheerlinck, Lippens is dood, gij moogt, zonder eere of plicht te kort te doen, uw le ven redden, gij zult uw luitenant niet meer levend ontmoeten. Ja maar, zijt gij heel zeker dat hij gestorven is Het is gansch onmogelijk, riep nu dokter Hende, dat hij de ongeneesbare ziekten overleefde, welke hem geteisterd heb ben dat ware een mirakel. De Arabieren zeggen mij toch dat hij nog leeft. Leugen, hernam de luitenant. Het is om u te bewilligen nog te blijven. Allo, neem een besluit. Waarom tot uwe beu len teruggekeerd Zoo eene gelegenheid hebt gij nooit meer. Denk hoe de ellendigen Hodister en Michiels gemarteld heb ben. En heel stil sprak de luitenant tot zijne man schappen Goed mikken ieder kieze zijn man uit. Ik heb soldaten in de heesters zitten, waag den sprong, riep hij nu weer. Er heerschte eene verschrikkelijke kalmte. De stem droeg gemakkelijk over de niet overbreede rivier. Zeker, er ontstond een hevige strijd in het gemoed van den jongen Vlaming. En plotselings brak een tranenvloed uit de oogen bij het beden ken van het ijselijk lot dat de plicht hem gebood te ondergaan. Indien hij de vlucht nam, was het de redding negen kansen op tien hij zou alsdan zijn vader land, zyn geliefd Blankenberghe terug zien, mogen uitrusten van de doodelijke vermoeinissen bij den vaderlijken heerd, aan het bekoorlijkste strand der wereld. Scheerlinck en Hende drongen aan. Do angstige toestand schroefde hunne keel saam, en de aarze lingen des gevangene verontrustte hen ten hoog ste. Maar spring dan toch roepen zij hem meer maals toe. Ik bid, ik smeek u, schreide eensklaps De Bruyne, ik bid en smeek u, martel en pijnig mij niet langer. Ik kan Lippens niet verlaten, voor ik zeker weet dat dat hij dood is, later zal ik pogen te ontsnappen. En Sergeant De Bruyne een laatste oogslag op zijne duurbare makkers werpende, verdween en ging terug bij zijne beulen. Hij werd met Lippens in eene donkere hut opge sloten, en men vond later de twee lijken van die moedige belgen, verminkt en doodgemarteld. Alzoo kunnen de Belgen sterven in de verre landen voor de beschaving, mét fierheid mogen wij op zulke daden wijzen, er bij voegende dat een volk dat zulken moed aan den dag legt onsterfe lijk is. De hoogste Schouw In België. De Reu zen schouw van het nieuw opgericht zilverfabriek te Hoboken is thans voltrokken. Vele vreemdelingen zijn er reeds naar komen kijken. Deze schouw, zichtbaar van verre, is 125 meters hoog aan de voet meet zij 7 m. 50 en aan 't toppunt 3 m. de grondvesten hebben eene dikte van 3 m. 50. Dit monster bezit een donderscherm met 6 punten. Langs den buitenkant der schouw loopt een dub bele ijzeren ladder. Buiten Mechternich, is de schouw van Hoboken de hoogste van gansch Europa zij is ook hooger dan de toren van Antwerpen die eene lengte heeft van 123 meters. Plechtigheden te Brussel. Z. H. Prins Albrecht en zijne vrouw zullen den 6 October te Brussel aankomen. Dien dag zal er een groot feest plaats hebben, ingericht door de onderofficiers, koporalen, en soldaten der grenadiers. Men zal o. a. eene gelegenheidscantate uitvoe ren, getoondicht door M. Lecail, muziekoverste van het regiment. Men meldt ook dat Princes Elisabeth verloofde van Prins Albrecht, het banket zal bijwonen, dat de officieren der Burgerwacht te Brussel inrichten ter eere van het jonge paar, op 17 December. Goede raad is duur Manus is'ne mensch die gaarne geld wint. Hij las dezer dagen in een gazet Zendt één frank en" gij bekomt het middel om minsten tien frank per dag te win nen. Manus zond 'nen frank, en kreeg het volgende antwoord Doe 'lijk ik, en zet eene annonce in de gazet gij zult wellicht alle dagen tien ezels vinden, die er op antwoorden. Op de duivcutentooustelling. Te Lon den zijn eenige goede koopjes gedaan. Zekere heer Minopris verkocht aan een Amerikaanschen lief hebber vijf specimens vau gekroonde duiven, die men slechts zelden aantreft en dan nog alleen op Molukeneilanden. Elke duif werd 25,000 fr. ver kocht. Deze soort goura genoemd is van scha- lieblauwe kleur met purper vlekken. Op den kop draagt het een khilje van schitterende pluimen. Andere rassen gingen even duur. M. Harrower vond een kooper aan 36,000 fr. voor een paar pauwsteerten die men zou nemen voor pauwen in miniatuur. M. Rufarel stelde eene prachtige col lectie Jacobijnen ten toon waarvan hij er 20 verkocht aan 15,000 fr. 'tstuk. M. Sebright kocht verscheidene gedaste duiven aan die hij 12,000 fr. 't stuk betaalde. President Krugcr. D1' Leyds, die zich thans met het Boerengezantschap te 's Gravenhage bevindt, zal binnen kort naar Brussel weerkeeren. In het Transvaalsch gezantschap denkt men dat president Kruger naar Brussel zal komen. Bet iibcrnllsuius en de groene demo kraten. Een opsteller van den liberalen Matin van Antwerpen heelt een gesprek gehad met den afgestraften priester Fonteyne, een der aanleiders van de groene demokraten. Le Matin zegt dat hij bij M. Fonteine eene wezenlijke breedheid van geest en eene ware liefde tot de vrijheid gevonden heeft. En waarom? Omdat M. Fonteine hem verklaard heeft dat hij het liberalism begrijpt en acht. Ziedaar waartoe de groene demokraten gekomen zijn zij achten het liberalism dat door alle bis schoppen en pausen veroordeeld is. En dan durven die demokraten zich nog christenen noemen, zij die in alles in strijd zijn met hunne geestelijke over heden. Van elke compagnie voetvolk zullen 18 man voor eene maand in verlof worden gezonden. Dit maakt te samen ruim 4000 man. Met half October zal eene tweede reeks van 4000 man verlof krijgen, en zoo vervolgens. Dit alles met het doel, besparingen te doen op de begrooting van oorlog. Ware het niet doelmatiger en eenvoudiger, in eens den diensttijd te verkorten vraagt de Pa triate. Bloedvergiftiging. Velen hebben de ge woonte, wanneer ze door 't loopeu blaren aan de voeten bekomen, er met eene stopnaald eenen draad sajet door te halen. Dezer dagen deed zekere N. De Wit dit ook, met het ongunstig gevolg, dat korten tijd daarna voet en been opzwollen. Na eenige dagen gepapt te hebben, werd eindelijk ge neeskundige hulp ingeroepen, doch te laat. De ge neesheer bestatigde bloedvergiftiging en de lijder is er aan bezweken. Men zij dus in zoo'n geval voorzichtig. Post. Er is spraak in de voornaamste post bureelen van het land zelfwerkende uitdeelers van post-en briefkaarten te plaatsen, zooals er nu twee staan in de Groote Post te Brussel en die goede uitslagen hebben opgeleverd. Vroeger reeds-hehben wij de belachlijkheid doen uitschijnen .der officieele vertalingen te Brussel. Over eenige maanden,,.zagen wij te Aalst, te? Na-, tionale Bank, een 'bericht uithangen waar men Service de la Trésorie vertaald door Dienst van den Thesaur Te voren schreef men dienst der schatkist, en dit verstond elk thans moet men la- tijn geleerd hebben om de vlaamsche vertalingen tebegrijpen. Heden hangt aan de plakkaartmuren der stad Aalst eene bestuurlijke aankondiging waar men het fransch Objets de literie vertaald door Naehtlegerlugsvoorwerpen Wij zouden enkel schrijven Beigerief en iedereen zou dit verstaan, maar de Brusselsche bureelratterij heeft liever onverstaanbare dingen te schrijven. Zou men niet goed doen wanneer er te Brussel een postje open is van vertaler van dien mensch eenigen tijd naar d'avondschool te zenden om er verstaanbaar Vlaamsch te leeren Daar rijst de blijde morgenstond, Met goud en rozen in den moüd, En lachjens op de wangen Elk bloempje ontluikt en neigt voor hem, Elk vogeltje verheit de stem, En groet hem met gezangen. Ik groet u ook, liefdadig licht En zie u, met een blij gezicht, Van achter 't woud verrijzeu, En dank, met een verrukt gemoed, Hem, die u thans weêr schijnen doet, Voor duizend gunstbewijzen. Gij, die van boven nederziet, En mensch en vee uw liefde biedt, O Schepper, nooit volprezen Elk plantje, elk bloempje in den hof, Elk vogeltje verkondt uw lof Zou ik ondankbaar wezen O neen ik wil met hart en mond, Bij 't krieken van den morgenstond, U mijnen dank bewijzen Zoodra de gulden zon verrijst, En 't zangenkoor U looft en prijst, Wil ik U loven, prijzen. Priesterlijke benoemingen. De EE. HH. Staels; onderpastoor te Maercke, en De Poorter, onderpastoor te Beirvelde, verwisselen van plaats. De E. II. Van Cromphaut, priester uit het Seminarie, is coadjutor te Oost winkel benoemd. Zijn professor benoemd te Gent in St. Lievens, de E. 11. Eeckman profes sor in St. Jozefsgesticht te St. Nicolaas. Te Audenaerde, de H. Wauters, oud-professor to Gijsegem. Te Dendermonde, de E. H. Cathelyn, Philos et lift. cand., student aan de Hoogescbool van Leuven. Te Ronse, de E. II. Ghysels, cand. in Natuurlijke Wetenschappen, professor in St. Jozefsgesticht te St. Nicolaas. Te St. Nicolaas, in St. Jozefsgesticht, de EE. HH. De Sutter, student aan de Hoogeschool van Leuven, Meert, oud professor te Gijsegem, en Stuer, prie ster uit det Seminarie. Te Deinze, de E. H. Cooreman, oud- professor te Gijsegem. Goedendag! kliukt eer-eu vrieud'lijk, 't Vlaamsche groetwoord, hier en daar, Of 't een groot man, af 't een klein is, Of 't de koning zelve waar Goedendag dat woord heeft Frankrijk Eens te liortrijk wel geleerd, En de Fransch bijt nog zijn' knevels Alsg'in 't Vlaamsch hem salueert Heer Uitgever Met ware belangstelling heb ik de verschillige artikels gevolgd, welke over het Hoog Autaar der groote kerk iu uw bladjerschenen zijn. Ik heb de uoodige kennis niet om mij iu deze bespreking te mengelen maar ik menu mijnen plicht te doen mot u tc verwittigen, dat men van zin is de schilderij vau Maes weder iu het altaar te haugen eu dat er geen spraak is vau dezen laatste af te breken. Indien dat geschiedt, dau hoop ik wel dat wij zullen de personen kennen die zich dat recht aanmatigen dan weet ik dat in een krachtdadig opeubaar mani fest zal geprotesteerd worden tegen die moedwillige schonding van een kunst werk en tegen den wil van 't Aalstersch volk. Aanvaard, Mijnheer de Uitgever, mijn beleefde groeten.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Volksstem | 1900 | | pagina 1