Dt Spaans* Oproerlingen van 1516 in Aalst Rampen, Misdaden en Malheuren uit alle Werelddeelen De vier Gendarmen. Aanhouding van Sipido. Het graf van Zoon en Moeder. Het huwelijk van koningin Wilhelniina. HAALTERT. Op de wijk Krebbe is zekere Jozef Daghuit, zager en fruitkoopman, 50 jaar oud, vader van drie kinderen, vermoord gevonden; een beitel was hem door het hoofd tot in de keel gesto ken. De gendarmerie heeft een onderzoek ingesteld en een persoon van Kerkxken aangehouden. UKKEL. Er heerscht op dit oogenblik de koolziekte onder het vee. Een boerenzoon, Jan-Baptist Loicq, moest dezer dagen eene koei naar de markt brengen, doch toen hij er mede buiten kwam, viel het dier, als door eene geheimzinnige ziekte getroffen, ten gronde. Ondanks geneeskundige hulp stierf het beest korts nadien aan hooger gemelde ziekte. Bij het snijden van de koei, om het vleesch te onderzoeken, hadden de zoon en de slachter Stein- mans, zich een weinig gekwest en hieruit ontstond bloedvergiftiging; de geneesheeren wendden alles aan om het gevaar van sterven bij beide mannen te keer te gaan. Dit gelukte. Doch denzelfden dag stierf eene tweede koei aan de gevreesde ziekte. De moeder van Loicq werd door al dié ongeluk ken, en vooral door het gevaar dat haar zoon liep, zoo diep getroffen dat zij ziek werd en Donderdag stierf. TONGEREN. De Duitsche maatschappij, die grondboringen doet om in de Limburgsche grond lagen steenkolen te vinden heeft eene warme bron ontdekt, die verscheidene duizenden liters waters per uur geeff, van 28 centigr. De werklieden, die aan de boring arbeiden, dragen nu kleedsels in caoutchouc. OOSTENRIJK. Uit Budapest wordt gemeld dat dezer dagen in de diergaarde aldaar, een vree sdij k schouwspel werd gezien. De dierei.temmer Mathias Sabin begaf zich in de kooi van eenon panter, welke de welbekende firma Hagebeck eerst kortgeleden had gekocht. Sabin wilde het buitengewoon wilde dier gewennen aan den omgang met twee andere, reeds getemde panters. Nauwelijks echter was hij in de kooi, of de pan ter wierp zich met eenen sprong op hem, greep hem bij de keel en rukte hem een stuk uit de schedelhuid. Er ontwikkelde zich nu een verwoede strijd tusschen den temmer en den panter. Gelukkiglijk slaagden de toegesnelde oppassers die met ijzeren stangen kwamen toegeloopen, er in, Sabin die reeds bewusteloos was, en uit verscheidene wonden bloedend op den bodem lag, uit zijnen ontzetten- den toestand te bevrijden. Ofschoon de wonde aan aangezicht, hoofd en schouders zeer ernstig zijn, schijnen zij toch het leven van den dierentemmer niet in gevaar te stellen. SINT-PIETERS-J ETTETen nadeele van M. V., steenbakker, werd zoo het schijnt, eene nogal groote hoeveelheid steeuen ontvreemd. M. V., pas te destengevclge aan zijne werklieden verschillende boeten toe. Nu hebben eenige kwaadwilligaards een steenoven van M. V... ondermijnd en doen instor ten. De schade beloopt tot 1,200 frank. De daders zijn gekend. "WETTEREN. Zekere Th. Van Heddeghem, koopman in bouwmatrialen, wonende te Wetteren, kwam maandag met eene driewiolkar naar Quatrecht gereden, toen het paard verschrikte door eene automobiel en op hol ging. Van Hedde ghem viel van de kar met het ongelukkig gevolg dat hij 't schouderblad en ook een arm brak. De ongelukkige heeft woensdag de IIH. Sakramenten ontvangen en verkeert in stervensgevaar. VRAAGT OVERAL HET LEUVENSBIER der gunstig gekende Brouwerij Trans Bruwé, AALST. BOESINGHE. Woendag morgend, tusschen 3 en 4 ure, waren Leonard Verfalie en zijn broe der met een lichtbak aan het jagen. Opeens werd Leonard door een schot getroffen de ongelukkige bleef op den slag dood. Zijn broeder werd ook ge kwetsten wel zoo erg dat men voor zijn leven vreesthij heeft de laatste H. Sakramenten ont vangen. Leonard Verfalie was 34 jaar oud, gehuwd en vader van familie. Op 't oogenblik dat hij dood geschoten werd, bad hij drie hazen in zijn bezit hij woonde te Langemark. Het parket is woensdag te Boesinghe afgestapt. ELSENE. Een bakker uit de St-Ghislein- j straat die zegde door dekoukurencie vau de samen- werkende maatschappijen ten onder gebracht te j zijn, had zijnen winkel moeten sluiten. De man was zinneloos van verdtmt go worden. Over eenige dagen wachtte bij, in de Kruisstraat, den volksver tegenwoordiger Hector Denis af en zegde hem K Uwe coöperatieven hebben mij geruineerd en gij zijt er de schuld van Gij kunt mij nu kosteloos kost en inwoon verschaffen... of anders opgepast Woensdag avond kwam de bakker met een groot koffer naar het huis van M. Denis en belde. Aan de meid die kwam open docD, vroeg hij Hewel 1 is mijne kamer gereed en het eten Laat de de spijskaart eens zien, ik wil weten of zij mij aan staat r De meid riep haren meester. M. Ilector Denis haastte zich een policieagent te ontbieden. De zinnelooze werd naar het kommissariaat ge voerd, door een geneesheer onderzocht en vervol gens naar een gesticht overgebracht. MEERENDREE. In den nacht vau zaterdag tot zondag, hebben stoutmoedige dieven ingebro ken bij M. D. Schrijver, slachter; zij hebben er 10 flesschen wijn en 2 kilos boter meegenomen. Van daar hebben zij zich begeven naar het midden van 't dorp, bij M. Duchateau, handelaar, en hebben er de vitrien aan stukken geslagen met eene spade welke zij hebben achtergelaten. Hier hebben zij een stuk kleerstof en zijden halsdoeken gestolen die zich voor de uitstalling bevonden. ERANKRIJK. Op den buiten van Bourgoia werd dinsdag een priester, de E. H. Paul Linossier door een anarchist, Guillaud genaamd, aangerand en door een houweelslag aan de borst gekwetst. De priester gelukte er in den aanrander te ontwapenen docb werd door hem opnieuw, bij middel van een steen aan 't rechter oor gekwetst. De geestelijke haalde dan een revolver te voorschijn en loste ver schelde schoten om den kerel schrik aan te jagen. De wonden van den E. H. Linossier bekomen zijn niet erg. Guillaud is aangehouden. SCHAARBEEK. Zaterdag avond rond, 7 ure, kwam een kerel in de herberg van de echtgenoote H., Haechtschensteenweg. De viouw was alleen thuis. De onbekende vroeg een glas bier; wanneer de herbergierster het hem bracht, stiet hij haar achteruit enriep: Het is uw bier nietdat ik verlang, ik moet uw geldof uw levenhebben! De verschrikte vrouw wilde vluchten, doch de bandiet bracht haar een messteek in de borst toe. Terwijl het slachtof fer in bezwijmiug lag, brak de dader de kassen open, stool het weinige geld dat hij er vond en nam de vlucht De toestand van Mad. De H. is gelukkig niet erg. VRAAGT OVERAL HET LEUVENSBIER der gunstig gekende Brouwerij Trans BruwéAALST. ST-GILLIS. Dinsdag nacht om 3 ure manoeu vreerde men in de statie van Schaarbeek eene reeks wagons en deze botsten met groot geweld op eenen koopwaren trein. In den laatsten foergon van dezen trein bevonden zich twee prachtpeerden en hun geleider. De man werd door den schok erg aan het hoofd en het been gekwetst; hij kloeg daarbij nog van inwendige pijnen. De peerden, dieren van' groote weerde, bekwamen zulke erge verwondingen dat zij waarschijnlijk zullen moeten afgemaakt wor den. De volgende wagon bevatte vaten wijn; deze werden ingebeukt en de wijn liep verloren. In de jaren 40, onder de regeering van Louis-Philippe, koniag van Frank rijk, trad een edele ridder in het kloos ter van La Trappe te Aiguebelle, om al de genoegens van het leven te verlaten en zich aan God alleen toe te wijden zijne grootste opoffering was zeker wel deze van vaarwel te zeggen aan de in nige liefde van zijne kinderen en klein kinderen. 't Was de markgraaf van Meaux. Zooals het gemakkelijk te gis sen is, van zoohaast hij den drempel van het klooster had betreden, hield de tegenstand zijner familie niet op Brie ven, bezoeken kwamen hem onophou delijk storen in de eenzaamheid 't was onvoorzichtig voor hem zulke harde boetplegingeu aan te gaan, hij zou bui ten het klooster beter zijne talenten kunnen gebruiken, zijne gezondheid zou bezwijken, enz. Ten einde raad om al die lastige op werpingen te doen ophouden, schreef de geestrijke kloosterling op zekeren dag een antwoord, dat allen tot stilzwij gen brachtWat spreekt ge mij van La Trappe te verlaten? Ik ben hier op gehouden door vier gendarmen, die mij beletten den voet in vrijheid te stellen.» En daar men zich hoogst verwonderde over dat feit: Welja, voegde de oude kloosterling erbij, de Vier Ui tersten staan altijd voor mijne oogen en beletten mij het penitencieus leven te verlaten om naar de ijdelheden der ver gankelijke wereld weer te keereü. Ik wil mijne ziel zalig maken en mijne eeuwigheid verzekeren. Laai mij dus in vrede in mijn klooster sterven. Heldhaftig besluit van een edel chris ten hart. GROOTE HISTORISCHE VOLKSVERHALEN UIT DE XVI' EEUW door Petrus Van Nuefel. 12® Vervolg. Sipido te Parijs. Twee dagen na zijne vrijspraak werd Jan-Baptist Sipido door zijn vader naar Parijs gebracht, en aan een zijner oomen M. Swinnen, wonende 15, rue Villa-Michel, toevertrouwd. Sipido die goed den blikslagersstiel kent, vond weldra werk in de ta- briek Aucr, en won er vijf frank per dag. Het werk verminderde in de fabriek en de laatst gekomen werklieden, waartusschen Sipido, werden tijdelijk afgedankt. Zekeren dag stelde men hem voor figurant te worden in den Hippodroom, boule vard de Clichy. Hij won er in 't begin 1 fr. 25 per per avond en later 1 fr. 50. De annlioudiug. Reeds in september werd de policieofficier Tayart naar Frankrijk gezonden om Sipido op te zoeken, doch hij keerde onverrichterzake terug, daar de parijzer policie hem in geen deele had wil len helpen. Het onderzoek was tijdelijk gesloten toen nu over een tiental dagen de minister van justicie opnieuw de stukken betrekkelijk Sipido deed vragen, s' Anderdaags had M. Tayart een onderhoud met M. De Latour, overste der veiligheid en sekretaris-generaal van den minister van justicie, waarna hij naar Parijs vertrok. M. Tayart ontdekte ditmaal de schuilplaats van Sipido. Doch Sipido was reeds door de familie, die argwaan gekregen had, verwittigd en hield op op 't tooneel te figureeren Men had zelfs in schijn hem naar Amerika doen vertrekken. Doch M. Tayart zette zijn onderzoek voort en ontdekte dat Sipido nog altijd te Parijs verbleef. Vrijdag namiddag kwam hij, voorzien van een regelmatig aanhou dingsmandaat, naar het huis 15, rue Villa Michel, en geholpen door agenten der fransche veiligheids- policie hield, niet zonder moeite, Sipido aan. Vol gens de eenen verzekeren, werd Sipido in het bezit gevonden van twee messen, waaronder een zeer gevaarlijk dolkmes volgens anderen is dit on nauwkeurig. Sipido heeft wanhopend verzet geboden en toen men hem meester werd, waren al zijne kleederen gescheurd. Hij werd onder goed geleid naar het kommissariaat der wijk gevoerd en vervolgens, met de menotten aan de polsen, naar de Noordstatie gebracht. Sipido kwam zaterdag morgend, ten 5 ure 17, to Brussel aan. Hij werd naar het gevang van St-Gilles gevoerd. Ten 2 1/2 ure namiddag kwam M. De Latour, overste der veiligheidspoiicie, naar 't gevang en de overbrenging van Sipido naar het verbeteringshuis van St-Hubert werd besloten. Het was nogtans eerst zondag voormiddag ten 9 1/2 ure dat Sipido naar St-Hubert gevoerd werd. Hij nam plaats, met twee gendarmen in burgers- kleeren, in een voorbehouden wagon van tweede klas. In 't verbeteringshuis aangekomen deed men hem de kleederen van 't gesticht aantrekken. Sipido heeft er de eerste nacht goed doorgebracht. Jenever drinken zal ik nog Riep Jan, verduiveld kwaad. Hij bleef voor moeders bede doof Eu spotte met beur raad. Hij dronk, totdat hij uitgeteerd Op 't sterfbed nederzonk, En 't uitgemergeld voorhoofd reeds Vau 't koude doodzweet blonk. Nu bid zij op zijn graf geknield, In treurig, stil geween, En sukkelt dan met tragen tred Weer naar haar woning heen. Zij kwijnt... en teert allengskens uit En zinkt op 't ziekbed neer... En 't dof gebrom der doodklok meldt Ook moeder is niet meer I Zeg wand'laar, ziet ge dezen steen, Met donker mos belaan Daar rnst de moeder met haar zoon, O wijd hun asch een traan Vier weken geleden begroette Belgie met geluk de blijde inkomst van de jonge echtgenoote van prins Albert. Heden geeft eene gebeurtenis van denzelfden aard aan onze Noorder broe ders, de Hollanders, gelegenheid op hunne beurt hunne verkleefdheid aan hun vorstenhuis te betoonen. Een telegram uit den Haag meldt ons dat koningin Wilhelmina verleden Zon dag haren verloofde heeft voorgesteld aan de bevolking van de koninklijke residentie. De menigte heeft de aanstaande echt- genooten op geestdriftige, hartelijke wijze ontvangen, en geen enkele valsche toon heeft dit concert van toejuichingen ontstemd. Het schijnt, te oordeel en naar de eerste inlichtingen, dat de Hollandsche socialisten, slimmer dan de onze, geen oogenblik het denkbeeld hebben opge vat van eene betooging in tegenoverge stelde!: zin te beproeven. Zij hebben niet gedreigd op straat te komen om vandaar aan de wettige over heid van hun land brutale sommaties te doen. De burgemeester van den Haag heeft niet moeten parlementeeren met hen om ze te ontraden de roode vlag tegen over de nationale vlag te stellen, in 't oor hunner medeburgers vreemde revolutionnaire liederen te brullen, wanneer deze 't Wilhelmuslied zouden aanheffen. De socialisten van over den Moerdijk zijn niet meer royalist dan de onze. Maar door zich te onthouden van tegen het openbaar gevoelen in te gaan, heb- hen zij bewijs gegeven van gezonden zin. Welke les voor hunne partijgenooten in België 1 Onverschillig borg de bandiet het zwaard in de scheede, j vaagde het spog met den rug der hand van de kaak, en het lijk buiten sleurende, bromde hij I Eindelijk!... Eindelijk ben ik er van verlost. Aireede te lang liep ze mij in den weg... Waar bevond ik mij nog vrij Nergens! Overal ontwaarde ik haren bespiedenden, afjonsti- j gen blik immer hoorde ik het vervelend zaniken harer venij nige addertong. Zij stal daarenboven mijne sleutels, doorsnuf felde mijne papieren en, tot slot van rekening, tot bekroning van zooveel schoons, wou ze mijne Vlaamsche schoone laten de kooi uitvliegen! Misgerekend, Yolanda 1 Deelettolaat zich zoo gemakkelijk niet verschalken, niet zoo lichtzinnig blinddoeken vrij kunt ge in gindsche onderwereld uwe kunst jes beproeven ik wensch u veel geluk Daarna keerde hij binnen, tot de in onmacht liggende Dirka, aanschouwde haar geruimen tijd en loosde eenen zuchtHoe fijn is hare leest, hoe hagelblank dit aangezicht, mompelde hij... Hi wat vreeselijk gepeins schiet mij door het brein Indien zij ook eens gestorven ware 1 Die slag ware al te schrikkelijk wreed 1 Ik zou er onder bezwijken..,. Doch neen, ik verontrust mij ten onrechte eene lichte rilling doet zich voor,... de pols klopt,... de boezem golft... Hoezee, zij leeft Sidderend van vreugd vatte hij Dirka om de middel en lei haar omzichtig in den armstoel. Anderwerf rimpelde zijn voorhoofd en hij murmelde En toch is mijn verheugen kortstondig. Inderdaad, hoe zal zij in leven blijven, indien ze stijfhoofdig alle voedsel weigeren blijft Misschien heeft ze nog geen honger Best mogelijk. Die zal zich evenwel niet lang meer laten wachten en dan, dan zullen de rollen verwis seld zijn Dan zal het uwe beurt zijn, schoone Dirka, fiere jonkver, om erbarming af te smeeken, deernis at te prachen, en aan mij, de miskende, de gehaatte, den beul te spelen... Hierop sloot hij de kamer, stak den sleutel bij zich en vlood beneden bij de aldaar vereenigde raadsheeren. Senores, brulde hij met gemaakte verontweerdiging Yolanda, ons aller trots, ligt daarboven morsdood, vermoord als een hond Iedereen sprong verbolgen van zijne zitplaats recht, sloeg de hand aan de kling van het zwaard. Wie, wie pleegde eene moord zoo snood galmde het tienvoudig. Zij De vrouw, die wij gevangen hierheen brachten, gaf van Navarese achterbaks ten bescheid. Ter dood 1 Ter dood ging het, en de soldaten stoven naar den trap. Dat juist was hetgeen de eletto het minst wenschte; ook hij vlood bliksemsnel vooruit en belette iemand op te klimmen. Achteruitbegrauwde hij. Wie gaf u oorlof naar willekeur te handelen, zegt Niet door uwe, maar door mijne handen zal zij sterven sterven, langzaam, onder de oogen van haren vader. Derwijze begeer ik het 1 Onderdrukt gemor en beweging van ontevredenheid beant woordden zijn bevel. Een officier riep met weerzin uit Hetzelfde bloed als dit der Castiliaansche stroomt ons door de aderen wij hebben het recht, stam en landaard te wreken Laat me los het wapen jeukt mij in de vuist.... Uw verlangen is uitzinnig, uw eisch eene dwaasheid wedervoer de hoofdman stug. Weet dan, dat die Nederland- sche niets beter wenscht dan hetgene gij doen wilt. En ge zoudt kinderachtig genoeg zijn om haar innigste verlangen goedsmoeds te voldoen? Waarlijk, gij raaskalt, uwe zinnen zijn op holBedaart u, komt tot de rede. Onverwij 1 deel ik bevelen uit tot het opsporen haars vaders. Ten slotte gaven de soldaten toe. van Navarese lachte hei melijk in de vuist om de trouwhartigheid zijner onderdanen. IV. Het Brusselsch Comiteit voor Brussel verzoekt dringend al wie inteekenlijsten ontving, deze met het bedrag terug te zendenook de niet gebezigde lijsten ten laatste den 11 November. Het Comiteit vestigt daarenboven de aandacht van kringen, gestichten en maatschappijen hierop dat hare offi- cieele schriftelijke bijtreding tot de be tooging geen geldelijke verplichting hoegenaamd oplegt, maar slechts eene j zedelijke ondersteuning is. De avond schemerde. In de groote benedenzaal vau het verblijf van den Spaan- schen staf was het rustig. Betooverend flikkerde de helle gloed eener brandende woonst in de geschilderde ruitjes, waardoor men de zwarte schim van het Belfort zich aan het grauw op lossen zag. Ter straat was geen gerucht te vernemen, dan nu en dan het onsamenhangend gebral van brooddronken solde niers, op zoek naar hun logist. Een zegevierenden hellegeest evenarend, zoo rustte de elet to, schier gansch verdoken in eenen van dons gevoederden armstoel, bij het smeulend haardvuur. Met helsch behagen peinsde hij op het beweenlijk lot der stad Aalst, aan het jam merlijk uitwerksel zijner onbeperkte macht, aan de fijnuitge- dachte knevelarijen, den poorters onder allerlei vormen be rokkend met wellust dacht hij aan de schatten van kloosters, kerken en abdijen, welke kortelijk onder zijn bereik zouden komen hij wijdde ook nog een oogenblik de gedachte aan Yolanda, droomde lang van Dirka, Reygerman en Gilbert Het werd pikdonker. Drie soldeniers klommen den trap op. Een hunner droeg eene smokende toorts, waarvan de wiegelende vlam hunne getaande aangezichten met spookachtigen schijn beglansde. Vóór Dirka's kamer lag het koud, stijf geworden lichaam der Spaausche vrouw. Het drietal bleef besluiteloos en zwijgend het lijk aanstaren, 't Was hun wel aan te zien, dat zij het ambt van begravers, bij deze omstandigheid, ondanks de hoo- ge fooi, slechts met tegenzin hadden aanvaard. Althans, bij scherper toezicht, verdween hunne misnoegdheid en vonkte eene moeilijk bedwongene blijdschap in hunne oogen. Trou wens, nu eerst bemerkten zij, in de ooren van Yolanda, de gouden oorslingers, het zilveren paarlensnoer aan den nek, de armbanden aan de polsen, de schitterende diamanten in het weelderig haartooisel. En alles flonkerde en glimde met ongemeenen glans het groen der smaragden, het donker blauw der saffieren, het karbonkelrood der robijnen, met hun ne puntig geslepene hoeken, schoten duizenden lichtgensters naar de roofgierige soldaten. Ras vielen de begravers op het lijk, trokken den schakel- krans los, de armbanden open, de oorbellen uit. De doorschij nende handen der doode lagen ijzervast gesloten naast haar j aan de vingers blonken talrijke ringen. Hoe deze machtig ge worden want hoe men rukte of trok, de hand bleef toe, de vingers gekromd alsof zij uit graniet waren gebeiteld. Een middel, het gewenschte uitwerksel voor gevolg, werd uitge-

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Volksstem | 1900 | | pagina 2