PROTEST AALST.-SCHAERBEEK. MILICIELOTING. fflrukkrr-IiUtgmr 3fltt Önn tluffet, fiapfUcatrnnt, t3, tc 2blst. De oorlogsdraak. Vrijheid in het leger. Lotelingsdag. Officieel Vlaamseh Over den Slokop. - ^0Im®meritspnj3 voor gansch België, franco te huis, 2.50. Voor de vreemde landen, centiemen het nummer. Pakken en brieven hoeven vrachtvrij toegezonden worden. Alle briefwisselingen moeten den dijnsdag avond op onze bureelen toege- men zijn, het blad den woensdag avond ter pers gaande. Ongeteekende brieven wor- n inde scheurmand geworpen. Alle postbureelen ontvangen inschrijvingen, op alle astippen van het jaar. De onkosten der kwijtingbrieljes zijn ten laste van den be- ,mmeüng. Men gelieve, bij verandering van woonst, het juist terechtwijs te zenden. DIT BLAD VERSCHIJNT ELKEN ZATERDAG. 7" JAARGANG. NUMMER atfr-7 Aalst, den 2 Februari van het jaarO. H. 1901. Vonnissen 1 frank den kleinen regel. Aankondigingen tusschen de nieuwstij dingen 20 centiemen per regel. Aankondigingen op de 3e bladz. 10 centiemen den regel. Annoncen op de 4® bladzijde worden berekend volgens plaatsruimte. Voor Tde advertentiën buiten de provincie Oost-Vlaanderen, zich uitsluitend te wenden tot het Office de Publicity, Rue de la Madeleine, Brussel. De geabonneerden hebben het recht een maal -per jaar eene annonce van 5 regels te plaatsen, die viermaal achtereen volgens zal verschijnen. Ruchtbaarmakingen in te zenden vóór 's Maandaags. De dagen der vervloekte loting zooals onze Dorouders ze noemden zijn gekomen. Onder al de jongelingen van België, die op 3i 'ecember 11,, hun negentiende jaar bereikten, V het lot, dat blind is en onverschillig, aanwij- n, wie als piot den ransel zal dragen of als erdeman den koning moet gaan dienen en voor Vaderland opgaan. Lotdag is in het leven van ons volk een groote dag Gaat in onze vlaamsche huisgezinnen, waar loof en deugd den heerd nog versiert en ver- elt, en vraagt wat angst en kommer op ouders l kinderen wegen wanneer de miliciewet aan de ur staat en aanklopt om haar slachtoffer te schen. Hoevele moeders, brave, christene vrouwen, fekenen den lotdag niet aan in den almanak, iaanden en maanden vooruit, met een zwart ruisken Hangt de stoffelijke en zedelijke toekomst van öon en broeder niet af van het getrokken num ber en komt misschien de soldatendienst niet, jij den eersten stap in het mannelijk leven, Sjongelings vrijheid wegnemen voor roeping, foor liefde en voor werk De Vlaamsche Volksschrijver, Hendrik Con- sience, bestempelde de loting met den naam van tol des bloeds Bloedwet dat is wellicht wat te veel ge zegd laat er ons den hemel dank over zeggen, het soldaatjesspel loopt niet altijd uit op oorlogen enbloedvergieten. Maar vraagt de miliciewet geen bloed meer, toch doet zij nog altijd de bloem onzer vlaamsche jeugd verwelken in den verpestenden luchtkring van het caserneleven. De loting, met hare slavernij, is eene dier c weldaden door de fransche overheersching aan het vlaamsche volk opgedrongen. Het leger Wat droevig woord in de ge schiedenis van België Sedert het Vaderland zijne onafhankelijkheid won, genoten wij zeventig jaren vrede en wij oorlogden gestadig onder malkander over gewe ren en degens, over forten en kanonnen. Alleman soldaatriep de eene, niemand gedwongen soldaat antwoordde de andere.,., en ondertusschen sloegen alle jaren tien dui zend jongelingen den weg der kazerne in, ter wijl millioenen wegsmolten, als bij tooverdans, in den muil van den oorlogsdraak. Jaer moet een leger zijn, wij willen het ;eerne toegeven.... een leger wel ingericht en *oed uitgerust. In oorlogstijd moet het Vaderland zijne ver lediging hebben in dagen van oproer en volks- >pstand moet de uitvoerende macht vrede en rust uinnen handhaven. Maar moet er een leger zijn van honderd luizend man sterk.... om parade te maken of deinen oorlog te voeren Daarbij, waarom de plicht der wapens laten ollen in den trommel eener loterij Blind is het lot en ongelijk de kans, welke men net eene somme gelds afkoopen kan. De Belg, en de Vlaming vooral, heeft bovenal le vrijheid lief en daarom zal hij de slavernij ran 't soldatenleven nooit genegen zijn. Wie heeft er niet, met droefheid en veront- weerdiging, dat woest getier gehoord, die wilde uitlating gezien, met welke onze vlaamsche jon gens het lotingsnummer begroeten Om blijdschap te vieren of droefheid te smoren, kroont de Ioteling zich, van kop tot teen, met papieren rozen... terwijl maar al te dikwijls de ware doornen het herte der ouders nijpen vandaag springt en danst hij,... en morgen, is hij soldaat En aan dien blinden slag van het lot hangt het geluk van een huisgezin Helaas 1 het volk viert de ketenen zijner sla vernij, in brasserijen en baldigheden. Hoeveel duizenden spaarpenningen, met zuren arbeid gewonnen, worden niet op lotingsdag weggeroeid in godslasterend straatrumoer en zedelooze losbandigheid De loting is hel brandmerk der soldaterij......" wanneer zal het volk wijs genoeg zijn om dit te begrijpen... en het Landsbestuur bij machte om het te veranderen Leve het vrijwilligersleger I Datmen de vrijwil ligers b. v. 2,50 fr. per dag betale en zooveel mo gelijk hen openbare bedieningen verleene en men mag verzekerd zijn dat het aantal vrijwilligers groot genoeg zal zijn. De vertalers van den Moniteur hebben weêr een nieuw Vlaamseh woord uitgevonden. Zoo lezeiu wij dat, bij koninklijk besluit van 30 December 11. den heer Vanderheyden is bevorderd tot den graad van brievenhoofdbestellerDat is eene nieuwe bediening waar tot nu toe nog niemand aan gedacht had. Brievenhoofden bestellen Verleden Zondag hadden wij het genoegen, een hoogst verzet- tenden avond te slijten, namelijk het bijwonen van een schouw- feest gegeven door den Tooneel- kring van de St.-Jozefspatrona ge Lakqs om Beter Recht gezellig ging het er toe, dat mag ik u in vertrouwen verzekeren 1 Arm en rijk, oud en jong, was er broeder- en zusterlijk vergaêrd en vervulden in dichte rijen de schoone en ruime zaal van ons bloeiend Patroonschap.... O ja, men gevoelde zich daar thuis, te midden dier lachende, blozende ge zichten waarvan u den levenslust toestraalde, tus schen dit opbruischend en toch aangenaam rumoer en stemmengekwetter.... Maar zie, onwillekeurig vallen wij in dichterlijke mijmeringen, en die en komen hier geenszins van pas.Ik wil spreken van de heeren tooneelliefhebbers van St-Jozef, die mij en honderden anderen voor eenige uren de zorgen van den beslommerenden kamp om het bestaan hebben doen vergeten, die mij en honderden ande ren hebben doen tranen storten van 't eindeloos la chen, vandeh.h.tooneelspelers A. De Waegenaere, D. Van Sinay, Jozef Coppens, Jan Mertens, Frans Boone, enz., enz., die door hunne taaie wilskracht, hunnen nooit volprezen iever het zóo ver weten te brengen op het pad der kunst, en die zoo wel het verhevene, het edel doelwit van hun streven heb ben begrepen Er werd opgevoerd De Gierigaard blijspel in twee bedrijven... Eerst een warme gelukwensch voor den talentvollenonbekenden schrijver 1 Bravo 1 dat is doorgetast, met volle handgrepen, in het werkelijk leven 1 dat is de gierigaard gedraaid en gesponnen, afgeschilderd naar de natuur, en meesterlijk 1 En Kardoes, zijn knecht? Hoe waar, hoe treffend weergegeven door M. Jan Mertens, die onbetaalbare komiek, onuitputtelijk in zijn rijk repertorium van jok en klucht, M. Mertens, met recht het troetelkind van ons tooneelminnend pu bliek genoemd... En Expres, de andere knecht, Soöke Boon, wat klare uitspraak, en welke onbe rispelijke speelwijze 1... Tist Ellende, Jan en Ge orges Overleg, Pommadekop, Vlegemans, enz., uw dingen was welgij haalt er eere van 1 Na het blijspel, eene operette Men vraagt 'nen KoetsierEen bijzonder lofwoord eerst en vooral voor de Koetsiers MM. A. De Waegenaere, Jozef Coppens en Frans Boon, dit altijd frisch klaver blad onzer Patronage. Hunne zeer moeilijke rollen zijn met veel waarheid en oneindig veel gevoel vertolkt; hunne zangstukkeu, soms zoo bezwaarlijk van maat en uitgalming, lieten niets te wenschen. Trouw stonden de heeren Van Sinay, Mertens, enz., de Koetsiers ter zij en brachten het hunne bij om dit lieve operette den bijval te doen inoogs- ten waartoe het onbetwistbaar recht had. Ten slotte en dit was het voornaamste punt van het programma vertoonde men de Geschie denis van Jozef van Egypte, in 6 levende taferee- len en 6 voorspelen. De kostuumen dei handelen de personen waren van eene onberispelijke frisch- heid en een smaakvol, streelend kleurenmengsel, de gemeten gebaren zóo juist, zóo sprekend, dat het Oude Testament, om zoo te zeggen als een open geschiedenisrol vóór ons lag... En hoe he- melschoon die koren, gedicht door den geleerden Pater Jesuiet Evarist Bauwens 1 Op de heide, In de weide, B» Schijnt de maan en 't windje weent Hoe zielroerend en treffend, wanneer Jozefs zilveren stem weêrklinkt O God van hierboven God streng, maar zoo goed Hoe zal ik u loven Zooals ik het moet En Ik droeg"eens een keten ,JS"u draag ik een kroon 1 Nu wordt ik geheeten - Prins Pharao's zoonfc' - Vloeiend volgden de verscheidene en meest af wisselende tafereelen elkander op een korter tusschenpoos ware nochtans wenschelijk geweest- al de personen, zonder onderscheid, vervulden op perbest hunnen rol, overtuigd als ze waren van den ernst en de verhevenheid waarmeê de geschie denis, welke zij hier vertolkten, bezegeld is. Het publiek, ik heb het recht zulks te verklaren, was blijkbaar in hooge mate aangegrepen men hing aan de lippen van spelers en zangers als 't ware vastgekluisterd, en menigeen zuchtte met den be proefden vader Jacob deemoedig meê Omiin kind, Zoo bemind Gij mijn zoon En de kroon Van mijne grijze haren Ach, mijn hart Is vol smart Ja, het bloedt Maar ik moet Ga, vertrek en moog God u bewaren Kortom, voorstellingen als deze lijk Jozef van Egypte zijn eene gebeurtenis op het gebied van 't volkstooneelhet is nieuw, gansch oorspronkelijk, het raakt en doet de snaren trillen onzer gods dienstige gevoelens het heeft ons volk verrukt, meêgesleept.... M. André De Waegenaere, de ont werper dezer voorstelling, de E. H. Bauwens, dich ter, de heer Volkaert, begeleider, aanvaarden hier onze welgemeende gelukwenschen. Het orkest, wiens taak voorwaar niet gemakkelijk is geweest ter uitvoering van dit meesterstuk van samenstel ling en dichtkunde, verdient eene hartelijke en ongeveinsde lofbetuiging het heeft niet het minst bijgebracht tot het welgelukken van die overprach- tige tafereelen, onder wiens indruk wij de lokalen van St-Jozefspatronage verlieten. Wij drukken den wensch uit, zeer kortelings op een nieuwe feest uitgenoodigd te worden. De over- groote bijval welke St-Jozefspatroonschap telken male te beurt valt, bewijst ten overvloede dat onze bevolking, de onvermoeibare Geestelijkheid, de dappere en moedige J onkheid van Schaerbeek uit ter harten genegen is en hun ten eeuwiger tijde aanmoediging en krachtdadige ondersteuning j ont. Een Kind van Schaerbeek. Bij het ter pers leggen vernemen wij, dat de Leden van het St. Jozefspatroonschap ter studie hebben Het Leven en Lijden van O. H. J. C. waar niet min dan 150 uitvoerders zullen optreden. V Onmiddellijk na de loting van Vrijdag, zal de lijst met de Iotelingen, hun adres, hunne volg- beurt en hun getrokken nummer, ten bureeie der Volksstem te verkrijgen zijn aan 0,05 centiemen. Op, op ontwaakt, 't is meer dan tijd, Op, op te wapen op Gij burgers, die nog mannen zijt, Met hersens in den kop Maakt dat ge u onderling verbindt En zweert een heilgen eed, Bij God omhoog, bij buur en vriend, En houdt u al' gereed. Een zaak van allerhoogst belang, Om onze burgerij Te redden van den slaafschen dwang Der hooge bedienderij Kome in de Kamers op 't tapijt, In Brussels hoogen raad Ziet dat gij allen wakker zijt, Eer dat ae slag afgaat Een wijze voorstel kome er daar, Door mannen van fatsoen, Dat hooge Staats of Kerkdienaar Geen handel meer mag doen Wij zeggen ons gedacht vlah af Een bloodaard durf t dat niet, Uit vrees van o winglandij en straf, Die liem dat.reifet verbiedt. 'tZijn vetbetaalde ambtenaars Van Prochie, Staat en Kerk, Die kerels vindt men nergens schaars Beziet ze maar aan rt werk Van jaar tot jaar hun traktement Is reeds zoozeer vergroot, En nog en zijn ze niet kontent, Maar stiel doen tot ter dood Zij hebben invloed, geld en macht, Daarbij veel leegen tijd, Tot onderkruiping dag en nacht Zijn zij altoos bereid. De winkliers klagen meest ovral, Een drukker niet te min, Men ondermijnt hem tot den val, Door menig Chamberlain En wordt de drukkerij vernield, Ons onwaardeerbre macht, Ligt ook een moedig volk ontzield Zonder de minste macht De kleine burgerijo ramp Kan vast niet meer bestaan, En iedereen gevoelt de stamp Die ons wordt aangedaan. Wie zulk een snood misbruik toelaat, Gelijk wat hoog bestuur, Is d oorzaak van het grootste kwaad, En zet het volk in vuur I Men doet voor 't werkvolk meer dan veel O politieken dwang, En tierend schreeuwt het luider keel En daarvan is men bang En wie het volk de waarheid zegt, Voor't welzijn schrijft en kijft, Wordt wreed en laf aan boèi gelegd. Hoever dat men het drijft !1 O ja, voorwaar, 't ambtnaars gespan Speelt in ons land den baas, En doet hier scha aan alle man Wij zijn te braaf, te dwaas 't Voert concurrentie t' allen kant, Aan al wie 't hoort en ziet Wij zinken dieper in de schand, En wij bekampen 't niet. En stout en schertsend trapt men ons Op lijf en hals en kop.... Te velde 1 in dichte batailjons I Op burgren, zonen op Op, allen op, ten heilgen strijd... Het volksbestaan vergaat De burgerij verzinkt en lijdt, Het heilig wraakuur slaat De drukpers is het machtigst werk Dat men op heden kent. Alles wordt onuitwischbaar sterk, In 's volks gemoed geprent. Op, op voor gansch den Burgerstand, Zoo gij uw stiel bemint. Het geldt ons allerduuroaarst pand, 't Geluk van vrouw en kind

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Volksstem | 1901 | | pagina 1