LITIBRECHTS
All right.
Leugenaars.
Hij sliep niet gerust.
Rampen, Misdaden en Malheuren uit alle Werelddeelen.
Heusden bestaateene van dom-
Bloedige opstand
te Ledeberg.
STADSNIEUWS.
vertakkingen heeft, en die alle eerlijke
en vreedzame lieden schrik inboezemt.
Deze kwaaddoeners zijn min of meer
gekend, doch men is er nooit in gelukt,
ze op heeterdaad te knippen. Er valt op
te merken dat degene die inlichtingen
zouden kunnen geven, zich zullen wach
ten de booswichten aan te klagen, uit
vrees voor hunne wraak.
Is dat niet het klinkendste bewijs dat
de landelijke politie ontoereikend is om
de personen en de goederen te doen
eerbiedigen, en eene ernstige herinrich-
tingswet groot noodig is
Gezien de menigvuldige dieften en
misdaden die ten lande plaats hebben,
heeft M. Maenhout aan den minister
van binnenlandschc zaken gevraagd om
de landelijke policie te vermeerderen.
Op eenen helderen nacht komt Lui-
brechts waggelend de herberg uit al
zwijmelend en draaien, wijst hij naar
den grond en spreekt
Er valt niet te zeggen, Gallileï
had gelijk 't Is niet de zon, maar de
aarde die draait
Verleden week kwam er een heer met
drie kinderen in eene restauratie te
Luik, zette zich met de striebers aan
tafel en vroeg
Ewel, kinderen, hebt gij honger
Ja.
Wilt gij worsten eten
Ja, zeker.
Gargon breng een pan worsten
drie porties voor de kinderen eu twee
voor mij da's vijf. Ha, ik had het brood
vergeten. Gargon, brood 1 Nu,
eet maar aan.
Smaakt het
Ja, zeker I
Nog worsten
Als 't u belieft, mijnheer.
Gargon, nog vijf porties worsten
En hebt ge geenen dorst
Ja.
Gargon, vijf glazen bier
Dan stond de. heer op, nam zijnen
hoed en zei
Nu moet gij u goed stilhouden. Ik
ga eenige sigaren koopen, en zal seffens
terug zijn.
All right
Vijf minuten verliepen, een kwar
tier, een half uur. Dan kwam de baas
en zei tot de kinderen
Vader blijft nog al lang weg
Dat is vader niet, was 't antwoord.
Wij waren daarbuiten aan 't spelen,
toen dien man bij ons kwam en vroeg
of wij niet geern eene portie worsten
zouden eten. Wij zegden ja, en toen
heeft hij ons hier gebracht.
De groene gazetten onzer stad zeggen
in de encykliek Rerum Novarum gele
zen te hebben De diepe onverdiende
ellende der werklieden is eene schande
voor de katholieke partij
Dat is eeoe leugendie woorden staan
in Rerum Novarum niet te lezen die
volksuitbuiters hebben ze uit hun
nen duim gezogen, evenals vele andere
leugens.
Als men gewaar wordt dat het schip
aan 't zinken is, dan gebruik men ook
alle middelen.
Jan, zeide een onderwijzer tot een
zijner leerlingen. Jan, verklaar eens
wat dat zeggen wil Een goed gewe
ten is een zacht hoofdkussen
Jan kon de verklariDg maar niet ge
ven. Hij kon uit de bedoeling van den
meester niet wijs worden.
Denk eens Jan, gij hebt denge-
heelen dag in de school goed opgepast
en 's avonds zeg ik u
Jan, gij hebt u vandaag heel goed
gedragen, gij hebt goed geleerd, ga zoo
voort jongen, en gij zult een kerel wor
den. Dat zoudt gij gaarne hooren dat ik
zoo tot u sprak, niet waar
Ja zeker, meester, heel gaarne,
zei Jan,
En dan 's avonds, als ge in uw
bed ligt, en dan nog eens herdenkt,
slaapt gij dan niet goed
Neen, Meester
De onderwijzer vervolgt
Gij zijt eene geheele week thuis
stil en braaf geweestuw vader prijst
u daarover. Dat zou u bevallen, niet
waar
Ja zeker, meester.
En als gij dan daar 's avonds aan
denkt, slaapt gij dan niet gerust
Neen, meester
Een nieuwe proef.
Gij zijt met uwe kameraden aan
de vaart, waar ze diep is. Een van hen,
Kobe Janssens, uw beste vriend valt er
in. Ge kunt zwemmen, springt in 't
water en red Kobe. Daar zoudt ge blij
om zijn, niet waar
Ja, meester
En dan 's avonds, dan herdenkt gij
dit tooneel en dan slaapt ge gerust, niet
waar
Neen, meester I
De meester ten einde geduld en
kwaad
Maar waarom slaapt gij dan niet
goed?
Wij hebben thuis te veel vlooien,
meester.
fPpffprPTi Zaterdag namiddag stond de
genaamde Emiel Taragolo op
eene ladder in de fabriek van M. Beernaert. Eens
klaps schoot de ladder uit en de ongelukkige werd
met zijnen kiel in de as van een draaiend wiel ge
vat. Hij deed een vijftigtal toeren mede en werd
aan beide voeten en aan den rechter arm gekwetst.
Vrijdag namiddag rond 2 1/2 ure, ontstond er
brand in drie huizen alhier, wijk Boschkant. De
brand was begonnen in het huis van zekeren Pie-
ter De Raeve en z3tte zich zich weldra voort aan de
huizen van Leopold Vanderspiegelen en Eduard De
Neve. In de twee eerste huizen werd alles vernield.
Bij De Neve heeft men eenige meubelen kunnen
redden.
Niettegenstaande de hulp der talrijke personen
die bij den brand tegenwoordig waren, konden zij
toch maar weinig hulp verleenen bij gebrek aan
water. Rond 4 ure waren de drie huizen ten gronde
afgebrand. Alles was verzekerd.
me en ongelukkige veeten tus-
schen j ongelingen van Heusden-dorp en Melle-hoek
zaterdag namiddag hadden jongelingen van het
dorp, het ongelijk gekregen naar den Melle-hoek
te gaan. In de herberg Van Landuyt ontstond er
twist en men wierp met glazen, flesschen en al wat
men maar krijgen kon. De bazin werd door eene
flesch aan het hoofd getroffen en erg gewond; al de
meubelen der herberg werden verbrijzeld, het buf
fet de spiegels, ruiten enz., de deur werd zelfs af
gestampt.
Landuyt is dan buitengekomen met eenen twee
loop en schoot in de lucht om de woestaards te ver
schrikken. Maar deze wierpen zich op hem en sloe
gen het geweer op zijn lijf aan stukken. Ook zijne
dochter werd e^g mishandeld. Bij de weduwe
Brackman is ook geheel de herberg vernield; ook
in de woning van Pieter Van Imschoot die noch
tans geene herberg houdt, werd alles verwoest,
Eeu goede raad. Indien gij niet meer wilt
hoesten of bevangen zijn binst den nacht of des
's morgends als ge opstaat, neem een paar Pastillen
van Dr Walthéry, vooraleer ge slapen gaat.
DaMPREMY. - Een priester de E H Tim-
mermans, die den sleutel zij
ner brandkas verloren hebbende, riep eenen smid
om deze te openen.
Toen nam hij er een pak weerden uit, ten bedra
ge van 250, C 00 fr. stak die in een valies en vertrok
naar Brussel en van daar naar Grimberg om die
groote som in veiligheid te brengen. Toen hij 's an
derdaags zijn valies opende, bevond hij dat het pak
papieren merkelijk verkleind was. Er was voor
100,000 fr. van verdwenen.
Hij begaf zich naar de woning van eene dame te
Schaarbeek, waar hij afgestapt was, maar deze
wist van de verdwijning niets.
Zij zelve vraagt dat eene huiszoeking ten harent
zou gebeuren. Men denkt dat de diefstal te Dam-
promy moet gebeurd zijn, voor M. Timmermans
vandaar vertrok.
VRAAGT OVERAL
HET LEUVENSBIER
der gunstig gekende
BroutceriJ fj'fiu* AALST.
I talis - Zaterdag verscheen zekeren G. Si-
meoli 24 jaar oud, voor het assisen
hof van Napels. De betichte had voor eene moord
te beantwoorden. Tijdens de opschorsing der zit
ting, terwijl men den betichte wegleidde, spuwden
twee vrouwen, de zusters van het slachtoffer, in
het gelaat van den moordenaar. Een jongeling ze
kere Ricci, neef van den vermoorde, drong de ca-
rabinier op zij en plofte een dolk in de borst van
Simeoli, die doodelijk gekwetst werd. De dader
werd oogenblikkelijk aangehouden.
St-Gilis Een gemaskerde verrichtte
dijnsdag avond goocheltoeren
in een koffiehuis van St-Gilis. Om een buitenge
wonen toer te doen vroeg hij aan de aanwezigen
twee stukken vijf frank en een zilveren uurwerk.
Hij wikkelde deze voorwerpen in een zakdoek en
legde ze op eenen hoed. Op 't bevel van drie riep
de clowu, zullen de stukken en het uurwerk in de
tooglade overgaan De goochelaar werd plotse
ling ongesteld en begaf zich naar den koer. Daar
hij lang weg bleef, ging men zien. De kerel was
verdwenen na het geld en het uurwerk in zijnen zak
geëscamoteerd te hebben. Op den hoed lag de zak
doek zonder iets in. De bestolenen bewonderden in
het geheel den buitengewonen goocheltoer
niet 1
Rri ccfI - wordt veel gesproken over
de plotselinge en spoorlooze
verdwijning van een 16 jarig meisje van groote
schoonheid, Clara V., bij hare ouders woonachtig.
Volgens het gerucht zou een persoon, die het kind
eene schoone plaats toezegde, er mee naar Enge-
land gevlucht zijn. De Londensche policie is ver
wittigd.
1717IV IJI7I7P biedt kosteloos aan, aan allen die
Ij Lui LHjIjII aangetast zijn van eene huidziekte,
haarwormen, eczemas, puistjes, huiduitslag, chronische
bronchieten, borst-, maag- en blaasziekten, rheumatiek,
een onfeilbaar middel te doen kennen om zich spoedig te
i genezen zooals hij zelf volkomen genezen is geweest na
i alle mogelijke geneesmiddels vruchteloos te hebben
doorstaan en beproefd. Dit aanbod, waarvan men het
menschlievend doel zal inzien,is het gevolg eener belofte.
Per brief of postkaart schrijven aan den heer VINCENT,
place, Victor Hugo, 8 te Grenoble, die kostelloos en
vrachtvrij per post antwoorden en de gevraagde inlich
tingen opsturen zal.
ZULTE - Saterdag is alhier een koornmijt
afgebrand, toehoorende aan August
Tytgat, en bevattende ongeveer 900 schoven.
De milicieloting welke Zaterdag morgend alhier
plaats had, werd gestoord door een bloedigen op
stand. Eene groep lotelingen, vergezeld van 10 tal
straatloopers, maakten rond 11 ure in eene herberg
der Bellevuestraat, een geweldig geweel, twistte
en schold en dreigde ten slotte gansch den boedel
aan stuk te slaan.
De policieagent Christiaens vergezeld van eenige
gendarmen kwam toegesneld en beval de ruststoor-
ders, zich stil te houden. Dezen gaven hier evenwel
geen gevolg aan en spotten met de vertegenwoor
digers der openbare macht. De brigadier der gen
darmen herhaalde het bevel, doch met den zelfden
uitslag. Ook hij werd door de woelmakers uitge
scholden. Hij beval alsdan aan zijne mannen den
bijzondersten der twistzoekers aan te houden, zulk
was het sein van een algemeen gevecht. De gendar
men en de policieagent werden aangevallen en mis
handeld.
De brigadier werd door verschillige der schur
ken tegelijk overvallen ten gronde geworpen, bo
venarms afgeslagen en geschopt. Ook bekwam hij
verschillige messteken in den hals en in het gelaat.
Daar zij hun leven in gevaar zagen, dreigde een
der gendarmen te schieten.
De aanvallers gaven geen geloof aan zijne woor
den en begonnen de gendarmen meer en meer te
beschimpen.
De gendarm in kwestie loste alsdan een schot,
juist toen de policieagent Christiaens den ergsten
der aanvallers bij de kraag hield.
De kogel drong door den mantel van den policie
agent en kwam te recht in den palm zijner linker
hand. Dadelijk kwam er thans versterking van
policie en gendarmen en vier der woestaards wer
den naar den amigo gebracht.
De policieagent Christiaens en de brigadier der
gendarmerie, beiden geheel bebloed begaven zich
alsdan naar het gemeentehuis waar de krijgsge-
neesheer De Vos hunne wonden verbond.
De gendarmerie deed alsdan eene charge op de
Vooruitgangplaats en in een oogwenk was deze
ontruimd. Om nieuwe wanordelijkheden te voor
komen, doorkruisten alsdan patrouillen de bijzon
derste straten der gemeente.
Rond 2 ure 's namiddags werd de brigadier der
gendarmerie die hevige pijnen leed naai' het krijgs-
gasthuis overgebracht. De policieagent Christiaens
werd overgevoerd naar het burgerlijk hospitaal.
De bijzonderste plichtige heeft, naar men zegt,
bekentenissen gedaan.
Zaterdag avond zijn 24 gendarmen te Ledeberg
aangekomen.
Vijf der aanvallers, die aangehouden werden,
zijn niet terug in vrijheid gesteld. Naar gemeld
wordt, is de toestand van den brigadier veel erger
dan men eerst dacht.
[Nadere bijzonderheden.)
Het parket van Gent is zaterdag namiddag, ten
4 ure naar Ledeberg gegaan en heeft aldaar tot
9 1/2 ure zitting gehouden op het gemeentehuis.
De aangehoudene personen zijn langdurig onder
vraagd. Onder dezen bevinden zich de drie gebroe
ders Bracke, van Gentbrugge, nietdeugen van de
slechtste soort.
Zij zijn 's avonds opgesloten in de gevangenis
der Nieuwe Wandeling.
Ten gevolge van overgroot bloedverlies, is de
toestand van den policiagent Christiaens eenigzins
onrustwekkend. Het is ook te vreezen dat de man
gebrekkelijk zal blijven, daar de kogel de beende
ren zijner linker hand verbrijzeld heèft.
Zaterdag avond zijn nog verschillige personen
aangehouden voor dronkenschap.
Al dc beste geiieesheercn van het land en
den Vreemde hebben herkend, dat de Pil van Dr
Walthéry een aangenaam, zacht, gemakkelijk, en
bovenal, een doeltreffend bloedzuiverend middel is
tegen het grootste getal ziekten, 1,25 fr. de doos
van 50 pillen.
VRAAGT OVERAL
HET LEUVENSBIER
der gunstig gekende
Broatcerij Trans Brutcé, AALST.
Zondagrust. Zondag aanstaande zal de
apotheek open blijven van M. Meirschaut, in de
Korte Zoutstraat.
Diefstal in de St-Jozefskerk. i
morgend, rond 11 ure, bevond zich in deze kerk,
een deftig gekleed persoon, welken men er reeds
denzelfden morgend eens had bemerkt, knielende
voor het altaar van den H. Antonius. Op zeker
oogenblik, denkende dat er niemand meer in de
kerk was, doch de E. H. pastoor Willems, die
van verre alles gezien bad, bewaakte den persoon,
en zag hem met een werktuig de offerblokken ledi
gen. Hij vervolgde den dief tot buiten de kerk.
DeE. H. Willems, die 65 jaar is, kon onmoge
lijk den dief aanhouden, maar riep tot het volk
Houd den dief Op dit oogenblik kwam M. E.
Bauwens, bevelhebber onzer gendarmerie, voorbij
die geholpen door M. Roelandt, vleeschhouwer, en
M. A. Stordeur, bediende, den dief aanbield, en
naar de gendarmerie leidde.
Door den bevelhebber ondervraagd verklaarde
de aangehoudene zich te noemen Ryseneer Louis,
33 jaren oud, woonachtig te Brussel.
GROOTE HISTORISCHE VOLKSVERHALEN
UIT DE XVI» EEUW
door Petbus Va» Nuffel. 27" Vbbvom.
Luttele dagen later gelukten de twee Benediktijners er iu,
hunne vrijheid voor 409 kronen af te koopen. (1) Dit was
evenwel het geval niet met de nog opgeslotene Aalstenaars
en, wat meer is, men geraakt in de geschiedenis het spoor
van Mher de Luu gansch bijster.
O, van wat pijnlijk gejuil, snerpend geweeklaag en zuchten
van angstig achterdenken, door onnoembare zielsfolteringen
afgeperst, waren de onderaardsche krochten der Roose stom-
me, gevoellooze oorgetuigen 1 Van hoevele jammerkreten en
smartgillen moesten de zware muren, de sombere gewelven,
sijpelend van het vocht, door hunne sterkte en dikte de hei
ligste echtbanden van geluk, de schalmen der teederste liefde
verbrijzelende, weerbonzen I... Geene bede van meedogen,
geen gesteen van erbarming drong tot buiten door, waar de
poorters de gedoemde woonst haastig en schroomvallig voor-
bijslopen en, stille tranen plengende, aan een geliefd wezen
dachten, in de donkere holen aan boeien geklonken. Maar
ook die bewijzen van deelneming ontvingen de ontvoerden
niet hun kwam geen woord van troost en leniging toe vaa
de buitenwereld gescheiden zouden zt blijven, tot wanneer de
soldaten, den schandigen menschenroof beu, hunne ketens
losten.
Toch was eene dier rampzaligen beklagenswaardiger dan al
dezen, wier verlossing eene aanzienlijke geldsom vereischte...
Wat kon al het lijden opwegen bij de smarten, welke het
jeugdig hart van Dirka Jooris doorvlijmden Wat waren al
de rijkdommen der wereld, vergeleken met datgene wat men
van haar verlangde Pleegde men wel ooit grooteren gru
wel een eerbaar kind van zijnen vader oplichten om het na
derhand'tot een leven dwingen van kwijning en matelooze tor
turen En op wat anders hadden de eerlooze indringers het
gemunt dan op de kuische ziel, de vlekkelooze onschuld des
torenwachters dochter Bemerk, hoe diep haar zwak gestel
door droefheid en ontbering werd geschoktaanschouw eens
die ingevallen wangen, van den maagdenblos berooid en ha
re oogen, ze zijn moegekreten Bedeesd, alsof ze gesta
dig hare beulen vóór zich ziet, blijft het meisje soms uren
lang aan den kilkouden ruststeen vastgekluisterd in den
woeligen slaap ontrusten haar bange droomen, vervolgt heur
immer de schim des keurlings, en dikwijls springt ze recht,
ten einde het naar vizioen te verdrijven, of tast zij verwilderd,
het vlokkerig schuim des hongers op de lippeu, naar brood en
kruik, de spijzen aan het afzichtig ongedierte, waarvan ze
overdekt zijn, betwistend enkele malen dwaalt zij in de
krocht rond en uit zinspelingen, waarin zij stadgenooten en
inzonderheid hare vrienden van lafheid en meineed beticht
meermalen vindt het eerste morgengloren de lijderes nog wa
kende, naar het verwelf turende, roerloos op het stroo uitge
strekt... Nagenoeg vijftig volle dagen, vijftig eindelooze nach
ten treurde Dirka in het duister gevang en sindsdien vernam
ze niets, niets nopens al wat haar het minste belang inboeze
men kou. Leefde vader nog Had Jeroom niet alle pogin
gen tot bare redding gestaakt Die vragen martelden onop
houdend haren geest. Wien kon zij inlichtingen afbedelen en
haar bevangen gemoed uitstorten Slechts twee levende we
zens had ze sedert hare overbrenging naar den kuil ontwaard,
eu wie dau nog 1 Het barsch, karakterloos aangezicht des ci
piers en het gluiperig oog van den opperbevelhebber, van
Navarese, die onderdies kwam zien of zijn slachtoffer soms
niet onder het lijden bezweken lag. Toen gebeurde het, dat
hare koonen hoogrood werden, dat heur boezem onstuimig en
sneller klopte en een heftig gebaar van toorn, of het ballen
barer kleine vuisten den Zuiderling bewezen, dat alle levens
gevoel in haar nog niet was uitgedoofd en zij den wreedaard
begrijpen deed, hoe heviger dan ooit zij hem haatte en tartte.
Het was op een heerlijken morgen der herfstmaand. De na
jaarszon schoot haar licht door het bestaafde luchtraampje
van den kerker der gevangene een spitse straal kuste de
oogleden der maagd open en streelde heure golvende haar-
klissen... Opgetogen glimlachte Dirka de blikkerende dag
vorstin tegen en stak de saamgevouwen handen ten hemel,
daar een vurig smeekgebed hare lippen ontrolde... Nog was
hare bede niet voleindigd, als zij uit de geestverrukking door
dreunende voetstappen werd gewekt. Weder verlichtte eene
hoopvonk haar gelaat, doch bijna even ras tuurde ze ontmoe
digd ten gronde en slaakte een pijnlijk gekerm. Sleutenge-
rammel en voorts het krijschen van 't beroeste grendelwerk
der deur galmde door de grafstilte. Later daalden verscheide
ne personen in de kelder, gevolgd van den drager eener smo
kende fakkel... De maagd blikte op. Haar aangezicht ver
klaarde. Zenuwachtig spreidde zij de armen uit en een gil als
van eene krankzinnige ontvlood haren gorgel. Ijlings snelt zij
naar den genaderden krijger, omgrijpt zijne knieën en mur
melt met hemelzoete stem
Jeroom... Jeroom...! Gij hebt mij niet kunuen verge
ten?... Heb dank heb dank Thans voel ik me andermaal
herleven
Dirka, ocharmen 1 met moeite herken ik nog uwe lieve
wezenstrekken 1 nokte de jongeling.
En de geliefden omhelsden elkaar, gaven in eene onver
breekbare omstrengeling de uitspatting van hun geluk den
vrijen teugel. In de schaduwe stonden vier gewapende solda
ten, benevens Bartel en de Spaansche keurling de eerste
voelde langs de kaken dikke tranen biggelen, de andere sloeg
spottend Dirka's handelwijze ga.
Jeroom, sprak de gevangene schielijk tot bezinning kee-
rende Jeroom, kwaamt ge om mij te verlossen Spoedig
dan ik ben bereid,... ik volg u 1
Dan trad de smid tot het kind zijns ouden vriends.
Gij hier, Bartel?... Gijl riep ze verschrikt en ten
hoogste verwonderd.
Ja, Dirka, ik, die tot uwe redding wil bijdragen, ant
woordde de kloekaard... Droog uwe tranen af, mijn kind,
zij kunnen tot niets baten... Blijf kalm en gezeten... n
Welke taal voert ge, Bartel Maar neen, ik laat u niet
los ik volg u bij vader 1
Laat afhet moet
Ge zijt wel wreed.,. Waartoe langer aarzelen? waarom
dezen akeligen kuil niet ras ontvlucht Ducht gij wellicht
dien beul daar eu zij wees met uitgestoken vinger den