I
JSruhher-llUtgmr
3itit lUttit ttttffrl, fiaprllcstraat, 13, te 2lalat
Peter Benoit doodelijk ziek.
DIT BLAD VERSCHIJNT ELKEN ZATERDAG.
V JAARGANG. NUMMER 34^.'
Aalst, den 2 Maart van het jaar 0. H. 1901,
zou binnen dringen Was het de Aalsterscho
geestelijkheid, ofwel M. Daens en zijne luitenan
ten, die zij als baanbrekers hunner revolutionnai-
re gedachten ophemelden.
Moet ik u herinneren, M. Daens, wat Zijne
Hoogweerdigheid de Bisschop van Geut her
haaldelijk geschreven heeft en hoe liij uwe ga
zetten en uwe werking openhaar afkeur
de als schadelijk aan de godsdienstige en
sociale zaak
Moet ik u herinneren hoe Hij zijne innige droef
heid uitdrukte omdat gij naar de stem der Bis
schoppen van België niet wildet luisteren, stem
die zij nochtans verhieven op bevel van Z. H.
den Pans van Rome
Om kort te zijn voeg ik er nog bij dat Zijne
Hoogweerdigheid nw gedrag uitdrukkelijk
afkeurde als hoogst nadeelig aan do belangen
der ware christene demokratie.
Gij wist dus heel klaar en wel Mr Daens, en gij
weet het sedert lang, dat uwe werking niet goed
is, niet overeenstemmig met de raadgevingen van
den Paus, noch den wil van uwe geestelijke over
heid, maar integendeel zeer noodlottig voor de wa
re belangen van land, van Kerk en werklieden.
Het spijt mij dit alles te moeten schrijven, maar
ik aanzie het als eene plicht uwe lezers, waaron-.
der misschien nog bravo lieden zijn, in te lichten
over uwe handelwijze, zij moeten weten dat gij de
waarheid niet spreekt als gij zegt dat de
Pans li goedkeurt.
Het geestelijk gezag afbreken door aller
lei beschuldigingen, de geioovigen van de
priesters en de H. ftiakrauienteu aftrek
ken, is, helaas, de droeve strekking van
uw werken. En om dit doel te bereiken bekent
gij zelf dat gij de straatgeruchten opneemt die te
gen de priesters verspreid worden.
Wie uwe politiek wei nagaat en het doel dat gij
vervolgt, zal dan ook gemakkelijk begrijpen waar
om gij onzen Katholieken Werkmanskring zoo he
vig aanvalt, en waarom gij de werklieden, die er
deel van maken, alle smadelijke en gemeene
schimpwoorden naar 't hoofd werpt. Zoolang zij u
slafelijk volgen en uwe afgoden aanbidden, zijn zij
deftige en verstandige lieden, maar van den
dag dat zij u verlaten zijn zij dommerikken en
slaven.
De naaste week het vervolg, Mr, indien gij mij
er de gelegenheid toe geeft.
Ingevolge het recht mij door de wet toegekend
eisch ik de inlassching van dezen brief in uw eerst-
verschijnende nummer van 't Land van Aelst
Beleefd gegroet,
J. ROMBAUT, Onderpastoor.
waarvan wij den inhoud hier laten volgen, werd
verleden Zondag, vanwege den E. H. Rombaut,
Inderpastoor, en Bestuurder van den Kath. Werk-
nanskring, naar M. Petrus Daens gezonden, die
iet.... juizsfjl33a Plü 1° zij'1 groen vuilblik 't Land
tan Aelst heeft laten verschijnen.
Onze lezers zullen oordeelen of het raak is I
Aalst, 14 Februari 1901.
Mijnheer Daens,
In uwe gazet Land van Aalst van Zondag 10
ebruari 1901, artikel Burgerlijke Huwelijken
rengt gij wederom mijnen naam in 't midden
ui mij als priester te beschuldigen en te
lasteren.
Gij maakt mij verantwoordelijk voor de burger
lijke huwelijken, die hier onlangs plaats gehad
hebben.
Ik stel dus nog eens vast, Mr, dat ik in alles,
bok in de huwelijken, én voorschriften, én raad
gevingen van mijne geestelijke overheid getrouwe
lijk volg.
Ik verzoek uwe lezers op te merken hoe valsch
uwe beschuldiging is gij zegtdat er vroegeron-
ier deken Raemdonck, nooit door de trouwers ge
klaagd werd, maar nu wel, sedert eenigen
tijd, sedert dat ik er meê gelast ben.
Welnu, Mr, ik ben er mede gelast en ik vervang
Mr den Deken, niet sedert eenigen tijd, maar reeds
sedert 11 jaren. Meer hoef ik niet te zeggen.
Gelief ook aan uwe lezers bekend te maken dat
le personen, van wier burgerlijk huwelijk, gij,
ioo ten onrechte, een wapen meendet te smeden
;egen de geestelijkheid, hnn ongelijk erkend
2n met de H. Kerk zich in regel gesteld hebben.
Dat gij mij en mijne priesterlijke bediening aan
valt, Mr, verwondert mij nietik ben de eerste
liet noch de eenigste. Vroeger was het M. Ponnet,
ïu is het mijne beurt. Ik troost mij bij de gedach-
:e dat ik, in volle onderwerping aan mijne geeste-
ijke overheid, mijne plicht zoo wel mogelijk voor
len Heer tracht te vervullen.
Het is niet sedert vandaag of gisteren dat gij
n uwe politiek geen ander inzicht hebt dau het
volk op tc maken tegen de priesters, te
gen de katholieke instellingen, tegen al
les wat godsdieustig is.
Sedert 10 jaren aanschouwt en behandelt gij de
kelk en de geestelijkheid als uw ergste
vijanden.
De priesters, de bisschoppen, de kloosters, de
>aters Jezuïeten, de Broeders der Christelijke
icholen, de Katholieke familiën van Aalst, hebt
ij in uwe meetingen, in uwe gazetten, in uwe
lugschriften keer op keer aangevallen.
De vijanden der II. Kerk integendeel, libera-
cn en socialisten, hebt gij publiek in de
■and gewerkt.
Met liberalen en socialisten hebt gij op ééne en
ezelfde lijst gestaan om onze katholieke besturen
an land en stad te bevechten en omver te werpen,
't Zal u eeuwig tot schande dienen, ill.
neus, bij alle weldenkende lieden, dat gij uw
atholiek verleden, uwe katholieke overtuigingen,
we katholieke vrienden, en uwe oude katholieke
.artij verlaten hebt.
Gij zijt zooveel te plichtiger, M. Daens, dat gij
iet gedacht en den wil van Zijne Heiligheid den
Paus van Rome en Zijne Hoogweerdigheid, den
Bisschop van Gent, maar al te wel kendet.
i Gij, die u gedurig beroept op den wereldbrief
Rerum Novarum gij hebt daarin gelezenen
herlezen hoe de Paus de aandacht van alle deftige
lieden inroept op de gevaren van 't socialismus, eri
hoe hij allen aanmaant om die vijanden van Kerk
en Staat met vereeuigde krachten te bestrijden.
Welnu, Mr, is het niet tegen die vijanden van
godsdienst en orde dat gij uwe wapens gekeerd
hebt
Een vraagsken van wien en van welke partij
hebben de hoofdmans der socialisten publiek in de
belgische volkskamer gezegd dat zij de bres
■openden langs waar 't socialismus in Vlaanderen
Eene tijding die voorzeker algemeene droefheid
in het land verwekken zal is het treurig nieuws
over den gezondheidstoestand van den grooten
Vlaamsehen toondichter Beter Benoit.
Op 1 September 11., bracht de Vlaamsche mae
stro die toen geheel hersteld scheen een be
zoek aan zijnen geneesheer, met het inzicht den
volgenden dag eene rondreis voor een paar maan
den, in Vlaanderen te ondernemen.
Op het oogenblik dat de bestuurder van het
Kon. VI. Conservatorium de woning van zijnen ge
neesheer verliet, kreeg hij ineens eene nieuwe
bloedspuwing. Sinds dien dag heeft hij zijne wo
ning niet meer verlaten.
Nu veertien dagen geleden, werd meester Peter
Benoit door de influenza getroffen en dat heeft
hem een noodlottigen slag toegebracht. De maag
verdraagt geen voedsel meer en hierdoor zijn de
krachten van den beroemden zieken, die reeds zoo
zeer verzwakt was, erg gekrenkt.
Sinds dinsdag morgen is de beroemde lijder aan
gedurige slaperigheid onderhevig de krachten
verminderen zichtbaar. De geneesheeren De Wan-
dre en professor Verhiest van Leuven, spannen
buitengewone krachten in om de wetenschap over
de ziekte te doen zegepralen.