STAD AALST.
DOOD VAN DEN Z. E. H. RAEMDONCK, DEKEN DER
2 BOTERHAMMEKENS.
Eene duistere toekomst.
Groote Revue.
f
S •-
mmm
©rukkfr-llitgeoer
San Unit ttuffcl, fiapeUfstraat, 13, tc 2talöl
1° In Dc Workman.
2° lil 't Land van Aclsf.
Opgepast
PENSIOENEN.
Wat een Boer kost.
Staatsspoorwegen
gif'
C'
N° 31-5. Aalst, den 9 Maart 1901.
Bij het ter pers legg-en, vernemen wij de
pijnlijke tijding1 van het overlijden van den
Z. E H. Deken Baemdonek.
De achtbare overledene was geboren te
Temsche den 13 Mei 1843.
22 jaren lang verbleef hij als professor in
het Klein Seminarie van St. Nikolaas.
Den 29 Januari 1890 geschiedde zijne plech
tige inhaling als Deken onzer stad.
De rouwvlag wappert aan het Stadhuis.
Wij bieden de achtbare familie de uitdruk
king aan onzer rechtzinnige deelneming in
den rouw welke haar en de geheele bevolking
komt te treffen.
Ten burecle van dit blad gelast
men zich met liet drukken van bedde
kens voor de Eerste Commnnic. Sclioone
keus.
die voor M. P. Daens hard om knabbelen geweest
zijn, verschenen beurtelings in zijne modderblad-
jes
Attention, bier zijn ze
Aalst, 25 Februari 1901.
Mijnbeer Daens,
In mijnen brief van 18 Februari heb ik gezegd
dat de gazetten der daenspartij slecht zijn.
En gij antwoordtdat rust oj geen enkel bewijs.
Zoo dan, dat rust op geen enkel bewijs
En als uw bisschop openbaar verklaart dat die
gazetten 't volk misleiden, dat is geen bewijs
En als hij zegt dat bij met innige droefheid ziet
dat uwe gazetten geene rekening houden van de
vermaningen van Paus, noch bisschoppen, dat is
geen bewijs
En als hij aan de geloovigen schrijft het is
mijne plicht u tegen die gazetten te vermanen,
dat is geen bewijs
En dat uwe gazetten t'Aalst publiek, voor de
vitrien, ten toon en te koop liggen nevens
het vuil Laatste Nieuws dat is geen be
wijs
En dat de goddelooze Voobtjit artikels uit uwe
gazetten overdrukt, omdat hij ze aanziet als de
beste om 't geloof af te breken, dat is geen
bewijs
En als de ondervinding leert, helaas, dat dezen
die uwe gazetten blijven lezen en volgen allengs-
kens den eerbied verliezen voor Gods
dienst, kerk en biechtstoel, dat is geen be
wijs
En de laster tegen kloosters, priesters,
bisschoppen, Pauzen zelfs, de laster, die van
honderden artikels uwer gazetten afdruipt, dat is
geen bewijs
Zoo, zoo, er zijn geene bewijzen dat de daens-
gazetten verderfelijk zijn voor de Kerk en den
Godsdienst
Gaaft gij mij maar de gelegenheid, M. ik zou nog
menigvuldige andere aanhalen, tot onderrichting
uwer lezers.
Gij daagt mij uit, M. om zekere kwestiën te be
spreken, maar gij weet wel dat ik niet kan, want
gij laat mij de plaats niet in uwe gazet. Uitgesteld
is niet kwijtgescholden ik houd mij gereed.
Beleefd gegroet,
J. ROMBAUT, onderpastoor.
Aalst, 27 Februari 1901.
Mijnheer Daens,
Gij weet niet wat antwoorden, en om toch nog
eene zekere air te geven in de oogen uwer le
zers, beroept gij mij voor den Aartspriester.
Ik aauveerd uw beroep. Gelief dus den Z.
E. H. Aartspriester te vragen. Verzoek hem ook
de nota's meê te brengen van Z. iï. den Bisschop
van Gent
1° De nota van Augusti 95 Met innige droef
heid, enz.
2° Van November 95 Aangezien men blijft be
weren.
3° Van Januari 96 Ingezien het kwaad.
4° Van October 99 Wij zijn nogmaals genood
zaakt.
Uit die nota's zal iedereen vernemen
1° Dat gij uwen Bisschop veel verdriet aan
doet
2° dat gij geene rekening liondt van de
vermaningen van de bisschoppen, noch van den
Paus;
3° dat gij aan de menschen valschelijk wilt
doen geloovcu dat de Paus en de Bisschop
pen iï goedkeuren
4° dat uwe gedragslijn te veroordcefcn is
5° dat zij hoogst nadeelig is aan de ware belan
gen van 't werkvolk
6° dat zij gausch tegenstrijdig is met de gedach
ten van Zijne Heiligheid en van de Belgische Bis
schoppen.
Ik eisch dat gij dezen brief zoudt inlasschen vol
gens de wet, en beter dan verledene week geen
woord weglaten, geen woord bijdoen.
Beleefd gegroet,
J. ROMBAUT, onderpastoor.
De strijdt voor het bestaan wordt zoo groot, dat
zich eenieder met angst afvraagt wat daar wel van
zal komen.
De boer die niet op eigen krachteD kan steunen,
is een verloren man.
Dit is niet te verwonderen
De dagloonen stijgen alle dagen, terwijl de
vruchten en andere opbrengsten integendeel in op
brengst afnemen.
Wat ziet men nu
De landbouwerszoon geen bestaan meer kunnen
de vinden op den verlaten landbouw, gaat ter stad
of zoekt zich eene kleine positie.
Zoo komt het dat zich bij het openvallen der
kleinste plaatsen, waaraan slechts eene jaarwedde
aan 3 a 400 fr. verbonden is, een gansch leger kan
didaten zich aanbieden
Is het niet verbazend, dat wij voor eene plaats
van brugwachter, 288 kandidaten zagen postulee-
ren 287 vallen in 't water en zien of de dood soms
hier of daar niemand naar het pierenland roept
om hunne aanvraag met nog een hoop postu
lanten te vernieuwen.
Al die postulanten verslechten de lotsverbete
ring van oudere bedienden, immers bij iedere aan
vraag hooren wij den minister zeggen lk weet
thans niet wie noemen Wat zou het zijn als de
bediening nog winstgevender was
En waarlijk, het is zoo, alhoewel wij volmondig
moeten bekennen, dat het loon van brugwachters
en andere kleine bedieningen, zeer gering is, voor
eenen dienst van den vroegen morgen tot den laten
avond, daarbij het draadspel dat hun geen minuut
rust meer laat.
Men aanvaardt alzoo de kleine positie, in af
wachting op beterschap, die negen-en-negentig op
honderdmaal slechter uitvalt.
In de nijverheidswereld is het al even ellendig.
Grooteen kleine nijveraars, werkgevers en werk
lieden, alles klaagt tegeneen op
De stoom, de electriciteit, heeft de voorbrengst
zoo groot gemaakt, dat men te vergeefs naar afne
mers zoekt.
Duizende onzer werklieden, die anders hunne
thalers in Duitschland verdienden zijn ook al
meestal afgedankt. Die het nog niet zijn vinden
slechts een paar dagen werk per week of zij werken
met ingekort loon.
Ook de brikkenbakkerijen in Duitschland, die
aan duizenden werk verschaffen liggen meesten
deels stil. Er is iets dat broeit zeggen die mannen
de schok van den oorlog in China doet zich gevoe
len het wil niet meer vlotten in Pruisen
In het Noorden van Frankrijk is do toestand
niet beter. Het getal werkloozen in het weversvak
is ontelbaar. In de spinnerijen en verwerijen be
gint de toestand een weinig te beteren, een groot
getal lieden blijven nog zonder werk. Bij de met
sers en timmerlieden is het niet beter. Het getal
werkloozen in deze vakken is ook zeergroot.
Wat de brikkenbakkers aangaat voor hen zal de
toestand ook alles behalve bloeiend zijn, indien er
met de opening van het weder geene vraag naar
steenen gedaan wordt. Sommige bazen hebben
zooveel duizende steenen in overvloed als zij er
over twee jaar te kort kwamen.
Wat er ook van zij, eenieder die alles goed gade
slaat, zal inzien dat de toekomst voor velen eenen
doolhof is, die eens als drijfveer zal gekenmerkt
worden der talrijke rampen én dieverijen, die wij
alle dagen zien gebeuren.
Een dochter, die op haar toilet
Den meesten tijd haar zinnen zet,
Die door mama als nindje-zoet
En lievelingske wordt gegroet,
Al blinkt haar oog van glans en min,
Ach, neem ze nietge loopt er in.
Een dochter, die, van jongs verwend,
De waarde van den tijd niet kent,
Die loom en traag het bed verlaat
En uren slentert langs de straat
Dat is geen vrouw voor 't huisgezin,
Ach, neem ze nietge loopt er in.
Een dochter, die naar kroegen gaat
En vroolijk danst tot 's avonds laat,
Die soms bij 't vallen van den nacht
Door Jan of Koob wordt thuis gebracht
Al schijnt ze lief en zoet van zin,
Ach, neem ze nietge loopt er in.
Ik schreef nog honderd verzen meer,
Maar, ach, mijn vinger doet zoo zeer
Dat ik bijna niet schrijven kan
Ik eindig nu. Tot verder dan
Zoodra de pijn wat overgaat,
Geef ik opnieuw u goeden raad
In 't kiezen van den huwelijksstaat.
Be ouderlingen, opgenomen in gestich
ten, zullen zij de 65 fr. pensioen kun
nen genieten
De minister heeft daarover in de Kamer de vol
gende verklaring gedaan
Voor degenen die in gestichten opgenomen zijn,
evenals voor de belanghebbenden in 't algemeen,
zullen de komiteiten de kwestie der behoeftigheid
te onderzoeken hebben.
Het schijnt mij buiten twijfel, dat de ouderlin
gen opgenomen in gestichten waar zij logement,
voedsel, kleeding, geneeskundige zorgen, enz. heb
ben, uiet kunnen aanzien worden als in nood ver-
keerende, volgens den zin van art. 9 der wet van
10 Mei 1900.
Het zou anders zijn indien de personen tot het
genot der 65 fr. toegelaten, dan dit pensioen, zich
zouden kunnen doen opnemen in een godshuis, of
indien het gesticht maar voorzag in een deel van
de behoeften en dat de opgenomenen zelve in ande
re behoeften niet zouden kunnen voorzien.
De 65 frank mogen maar ten goede komen aan
de belanghebbenden, maar niet aan de gestichten.
De liefdadige instellingen zullen dus niet toegela
ten worden de toelagen te ontvangen waarop dezen
recht zouden gehad hebben, waren zij in het ge
sticht niet opgenomen geweest vóór de in voege-
treding der wet op de ouderdomspensioenen.
Deze gestichten zullen insgelijks niet kunnen
genieten van de toelagen, aan de oude werklieden
toegekend, vóór hunne opname in het gesticht.
Het is daarbij van belang uit het oog niet te
verliezen, dat de pensioenen van 65 fr. zullen toe
gekend worden zonder te zien naar den gewonen
onderstand van de openbare liefdadigheid. De wet
gever heeft hoegenaamd de lasten niet willen ver
minderen die op de gemeentebesturen wegen.
Men heeft uitgerekend dat een Vrij stater of
Transvaler 1,200,000 fr. aan Engeland kost, vóór
men hem in 't zand kan doen bijten.
't Is al een proper sommeken, den aankoop van
schande, oneer en ondergang bestemd 1 Een Boer
is dus meer weerd dan zijn gewicht in gemunt
goud, want verondersteld, dat hij gemiddeld 75 -
kilos weegt, zou men voor dien prijs, vier Boeren
in stukken van twintig frank kunnen koopen.
Zulks herinnert ons het antwoord van den snug-
geren Piet, die zijn meester hoorde uitrekenen dat
elke haas die hij schoot hem, alles medegerekend,
40 fr. kostte.
Gelukkig dat gij er veel nevens schiet, ant
woordde de lummel.
Als het nu waar is dat de oorlog nog 5 jaar duren
moet, beklaag ik Engeland's financiën.
Op gedurig aandringen van onzen welbeminden
Volksvertegenwoordiger, M. Baron Leo Bethune,
heeft het Bestuur der Staatspoorwegen besloten
dat, te rekenen van 1 Mei aanst., de trein N° 4603
vertrekkende uit Sottegem om 7 u. 48 ra. 's voor
middags te Aalst zal aankomen om 8 u. 26 ra. en
dat het vertrek uit Aalst naar Dendermonde van
den trein N° 4755 zal zijn om 8 u. 28.
Deze beiden treinen zullen te Aalst aldus aan
sluiten met waarborg.
Onze dankbare bevolking van het omliggende
is M. Baron Leo Bethune innig dankbaar voor al
het goede die hij ten hunnen voordeele reeds ver
kregen heeft.
Zoo zij a wo thans in de Maart
getreden, veelal ten onrechte de
Lentemaand genoemd en alles
legt aan dat zij ditmaal nog min
der dien scliooneu naam verdie
nen zal. 't Ware te wenschen dat
wij ons echter bedrogen, en dat zij,
nog vele zomersche dagen zal ten
toon spreiden!... We zullen't afwachten. Al
lerlei geruchten zijn in omloop wegens een naken
de ministerieele krisis. De eenen weten te vertel
len dat MM. de Smet de Nayer, Vandenheuvel,
Vanderbruggeu en Cousebant zouden aftreden
anderen voorspellen een gemengd ministerie.
Te Ramcs vond men een 80jarigen bedelaar van
honger en koude bezweken, en in zijn bed ontdekte
men 4,000 frank in goudstukken. Hoe vrekker,
hoe gekker I Vrijdag zijn de prijzen der
houillekolen te Bergen nogmaals 2 frank per
1,000 kilos afgeslagen; dat is nu reeds 8 frank
afslag sedert November, 't Ea gaat er zoo rap niet
toe alhier. Dezer dagen heeft de Brusselsche
rechtbank een jongeling veroordeeld tot eeno ver
goeding van 25,000 frank, om een meisje, dat hij
beloofd had te trouwen, bedrogen te hebben, 't Is
verdiend 1 In den ongelukkigen Transvaalschen
oorlog hebben de Eugelschen reeds 40,00 mannen
verloren, en de Boeren maar 1,600 zonder de
i i