Braeiers Ier Christelijke Scholen.
Over onze Si lartensM.
LUIBRECHTS
Tentoonstelling van Oostende.
Rampen, Misdaden en Malheuren uit alle Werelddeelen.
Overmeiren-Donck.- w™~
Silene belangrijke vondst.
Priesterlijke benoemingen.
Moorsel.
STADSNIEUWS.
door Dokloor Moroy,
Eerste briefwisseling.
manier en onmiddelijk werd opengedaan.
Nu zult ge eens zien waar die heeren slapen,
zeide hij eene deur opende.
In eene lange zaal stonden een twintigtal bed
den, die bijna allen bezet waren de lucht was
om te stikken.
Dat kost twee stuivers, zeide de inspecteur
op een papieren lantaarn wijzende waarop geschre
ven stond Bed voor een heer alleen.
Opnieuw liepen wij door steegjes en gangetjes.
In bijna alle huizen kon men, als men een oogen-
blik stond te luisteren, het geluid van stemmen
hooren hier en daar werd muziek gemaakt en
gedanst. Er was daar eene geheele stadsbevolking
die 's nachts niet sliep.
Wilt gij nu eens kennis maken met de hon-
dendieven vroeg de inspecteur. Laat ons dan daar
binnengaan.
Hij klopte en men deed open. 't Was eene her
berg en rondom tegen den muur stonden hokken
met honden. Vijl ol zes menschen stonden aan het
buffet.
De inspecteur bestelde twee glazen bier en wij
hielden een praatje met de aanwezigen.
Twee of drie dieven onderhielden zich druk met
den inspecteur en onder hen was een heer van
rond de 60 jaar, met zilverwitte haren en een def
tig voorkomen hij droeg verlakte schoenen en
een grijze demi-saison.
Het was nu reeds laat geworden en ik wist niet
waar we waien. 't Was ot ik wel zes mijlen ver
geloopen had en ik was verwonderd vlak voor
het theater in Drury Lane te staan. Wij hadden
dus steeds iu dezelfde wijk rondgeloopen
Spiegels had eenen nieuwen
kruiwagen doen maken. Wan
neer hij er mede 't huis kwam,
zei Luibrechts tot Spiegels
Gij moet er uwen naam
opbranden.
Ja, maar, 'k en heb geen
brandijzer, antwoordde Spie
gels.
Kom meê naar onzent, zei
Luibrechts ik zal u het mijne
ne keer laten bezigen.
Augustus-September 1901. Hoog Beschermheer
Z. M. de Koning. Het welslagen dezer tentoonstel
ling is van nu af verzekerd. De vreemde afdeelin-
gen zullen zeer merkwaardig zijn. Eereprijzen,
aangeboden, o. a. door Z. M. den Koning, Z. K.
H. den Graaf van Vlaanderen, door den heer de
Smet-deNayer, door den Gouverneur der provincie
en door de stad Oostende, zullen aan de Tentoon-
stellers toegekend worden.
Eene kostelooze plaats is voorbehouden aan de
wetenschappelijke maatschappijen, aan de liefda
dige instellingen en van voorzieniging, aan de
ODtwerpen van werken van hygiene en gezond
making, aan de verschillige dagbladen en uitgaven.
De aanvragen tot aanvaarding moeten gestuurd
worden aan het Algemeen Secretariaat, Witte
Nonnenstraat, 18, Oostende.
Geachte Lezers
Daar de Broeders der Christelijke Scholen hier
in Aalst sedert 57 jaar ieverig en onverpoosd ar
beidden tot de godsdienstige opleiding en 't christe
lijk onderwijs der jeugd, en in al de klassen der
maatschappij menigvuldige oud leerlingen tellen,
acht ik ten plichte mij ne geëerde lezers kennis te
maken met den insteller dier onwaardeerbare
kloosterorde, welke in weerwil der hevigste en on
rechtvaardigste vervolgingen, om het goede dat ze
overal sticht, bare weelderige takken over gansch
het aardrijk uitspreidt en overal vruchten van za
ligheid afwerpt. Welke schoonere gelegenheid toch
kon zich aanbieden dan die van het plechtig Tri-
duumsfeest dat den 4, 5 en 6 Mei in onze Sint Mar-
tinuskerk luisterrijk zal gevierd worden. Ziehier
de afmaling der deugden van dien grooten kinder
vriend zooals zij ons door den Kanunnik Blain, zij
nen eersten geschiedschrijver werd achtergelaten
Niemand, zegde dien godvruchtigen schrijver,
droeg blijkbaardere kenmerken van heiligheid dan
Jan-Baptist de la Salie. Hij was een spiegel van
deugd, de gratie scheen in hem den menschen te
willen toonen wat hij was voor God en bestraalde
met 't helderste licht zijne zuivere ziel.
Altijd meester van zich zeiven, in zoo menige
omstandigheden van droefheid en lijden, in zoo
menige ongelukkige en onrustwekkende gebeurte
nissen, kwam hij ons voor als een man, die aan
deze aarde niet meer scheen te behooren, als een
man enkel bezig met al zijne verlangens naar God
te keeren en zich geheel en gansch voor hem te
besteden.
Zijn leven is het evangelie in daden boetvaar
digheid doen„ zijn dartel vleesch kastijden, steeds
in gebed verslonden zijn, nooit onder de menschen
verschijnen dan om hunne zaligheid te bewerken
of door hen gehoond en versmaad te worden, den
wil Gods als eenigen richtingsregel van den zijnen
aannemen, zijue vrienden beminnen in God en zij
ne vijanden liefhebben om God, enkel afkeer ge
voelen voor de wereld, de zonden haten, God vree
zen, Jesus-Christus navolgen, ziedaar den korten
inhoud van 't evangelie en de levensschets van den
Heiligen Joannes-Baptist de la Salle. In een vol
gend nummer zullen wij met hem nadere kennis
maken en u dat toonbeeld van deugd als opvoeder
voorstellen. X.
Hammp - In ^en nacllt van dinsdag tot
woensdag zijn stoutmoedige die
ven in de kerk onzer parochie gedrongen. Zij wa
ren met behulp eener ladder, op de sakristij ge
klommen die niet hoog is. Daar hebben zij gepoogd
door de zoldering te breken, doch daar het gewelf
aan hunne pogingen weerstond, hebben zij een ge
deelte van een geschilderd kerkvenster uitgesla
gen. Dit is juist boven het dak der sakristij gelegen
en ze zijn langs daar in de kerk afgedaald.
Daar hebben de heiligschendende booswichten
eene opening in de deur van het Tabernakel gebro
ken. Maar, er niets in vindende wat hunne lage
roofzucht kon voldoen, hebben zij de sakristij, op
de koer, met geweld, aangetast zonder er evenwel
in te gelukken ze open te breken. Daar de meeste
sieraden en kostbare voorwerpen der kerk zich in
de sakristij bewaard worden, hebben zij niets kun
nen meenenen dan eenige voorwerpen van weinig
weerde. De schurken zijn tot hiertoe onbekend. De
ladder, waarvan zij zich bediend hebben en die zij
hebben achtergelaten was maandag nacht, volgens
men vertelt, gestolen bij een landbouwer van El-
versele.
iUppi'Piuli'n Woensdag nacht hebben
1MCTC1 CIIUI dieven ten nadeele van pe_
tras De Clerq, landbouwer alhier, 38 kiekens ont
vreemd; de wachthond lag onder het kiekenhok.
VRAAGT OVERAL
lEEET LETJVTBlSrSBrEIR
der gunstig gekende
Brouwerij Fran* BruwéAALST.
Donderdag heeft men uit de
tciiWLiic.- Schelde van Temsche, het lijk
opgevischt van Eduard Lode wijk Praet, schipper
te Nieuwnumen (Holland). De ongelukkige, sedert
maandag 18 Maart verdwenen, moet door de duis
ternis misleid, in de rivier geloopen zijn.
Lezers, indien gij bleek zwak en bloedeloos zijt
versterkt u met de Pil van Dr Raphael en ge zult
aanstonds eene frissche gelaatskleur, kracht en le
vendigheid terugvinden. 1,75 fr. de doos in alle
apotheken.
St-Gilis - Dendermonde. Ter gelegen-
k heid van Statiekermis was er zon
dag veel volk gekomen naar de wijk der statie
doch alles liep toen rustig af. Maandag avond kwa
men eenige mannen in eene tent en geraakten er
weldra handgemeen met een paar kanonniers. De
genaamde Yan Bever ontving twee messteken, in
den bil en den buik. Dr Bessems werd ontboden en
diende den gekwetste de eerste zorgen toe. Van
Bever werd vervolgens naar het gasthuis gebracht
Zijn toestand is wanhopend.
Dinsdag morgend verkeerde het slachtoffer in
stervensgevaar. De dader is gekend. Jaloerschheid
zou de drijfveer dezer moordpoging zijn. Met de
kermisdagen zou men de policie moeten versterken
want zelden gaat het er op zulke dagen rustig toe.
op den grooten vijver van Overmeire het eerste
feest van den seizoen gegeven. Talrijke bootjes
vaarden rond.
Een aantal personen stapten aan de aanlegplaats
van Overmeiren in een bootje om zich naar deze
van Berlare te laten roeien.
Gelijk het dikwijls gaat was het instappen nog
al omstuiming en de personen niet gewoon te va
ren begaven zich te veel naar den zelfden kant,
waardoor het omsloeg. Gelukkiglij k was men nog
dichtbij den kant en op eene betrekkelijke ondiepe
plaats. Eenige stappen verder was het veel dieper
en ware het ongeval daar gebeurd men zou onge
twijfeld dooden gehad hebben.
Dadelijk sprongen eenige personen in het wa
ter en konden al de drenkelingen redden. Deze zijn
er dus met een bad van af, dat voorzeker nog rede
lijk koud zal geweest zijn. Men zegt nogtans dat
eene vrouw zeer slécht was toen zij uit het water
gehaald werd, en dat men lang heeft moeten wer
ken eer ze weer tot kennis kwam.
- Donderdag avond rond 9
UOblttlieeie. 1/2 ur^ ig erbrand Qnt_
staan in een eigendom van M. L. Van Spaendonck,
bewoond door Th. De Clercq, en Th. Verbruggen.
De schuur en stallen stonden in een oogwenk in vol
le vlam en zijn gansch vernield. Met groote moeite
heeft men de aanpalende gebouwen kunnen redden
Eene koei van Th. De Clercq is in de vlammen om
gekomen; vier anderen zijn gered, waarvan twee
schrikkelijk verbrand, die zullen moeten afge
maakt worden. Het varken, schaap geit, van Th.
Verbruggen zijn insgelijks gered. De schade be
loopt meer dan 3000 frank. Er bestaat verzekering.
Vrijdag is het parket ter plaats geweest om een on-
onderzoek te doen.
VRAAGT OVERAL
HET LEUVENSBIER
der gunstig gekende
Brouwerij jTranBr uwé, AALST.
WlF/F - Honderdag om 11 1/2 ure voormid-
J J dag reden de drie kinderen Calle-
baut brouwers, alhier per rijtuig naar Dendermon
de. Onderweg ontmoetten zij eene petrolkar en
moesten afsteken. De grond, die doorweekt was,
deed het rijtuig omkantelen. Eene der jufvrouwen,
Clementina, werd opgenomen met gebroken linker
been zoodanig dat het been door de kous stak.
Twee geneesheeren, onmiddelijk ontboden, hebben
het been ingezet en verzorgd.
Zaterdag namiddag, rond 6 ure voud een jonge
beeldhouwer van hot fabriek van M. Ardoullie, te
Mechelen, nabij do Hanswijck kerk, iu het slijk
een prachtigen ring. De jongeling, het heerlijk
kleinnood goed beziende, zag al vlug dat hij hier
iets buitengewoons gevonden had, en stak den
kostbaren ring haastig in een zijner zakken. Te
huis gekomen, vertelde hij zijn wedervaren aan
zijne moeder, en liet het prachtig kleinood zien.
Deze den ring bekeurende, ontdekte langs den
binnenkant den naam van Zijne Eminentie den
Kardinaal Aartsbisschop van Mecheleu. Moeder
en zoon waren als opgetogen van blijdschap, en
dachten aan niets anders dan om het juweel zoo
haast mogelijk in de handen van den eigenaar we
der te brengen, doch daar het reeds avond was en
zij te Muysen woonden, scheen het hun omogelijk
hieraan nog gevolg te geven. Zij zouden dit uitstel
len tot den dag nadien.
(Nog in den namiddag, rond half zes, waren de
knechten uit het Bisdom achter den ring komen
zoeken, doch waren teleurgesteld wedergekeerd.)
Zondag in den morgen trokken moeder en zoon
Heiligen, reeds vroeg en gansch opgekleed, op weg
om het kostbaar kleinood terug in handen van den
verliezer te bestellen, doch wisten nog niet eens
hoe zij in het Aartsbisschoppelijk paleis zouden
binnen geraken. Na inlichtingen daarover te heb
ben genomen, wendden zij zich tot Mgr. Grietens,
secretaris van het Bisdom, en deze verzocht hun
rond 3 ure in den namiddag weder te komen.
Ilet was op dit gestelde uur dat Zijne Eminentie
de brave en eerlijke liedeu van Muysen, met vreug
de ontving en hun hartelijk bedankte over hunne
eerlijke daad.
Na een zeer vertrouwelijk onderhoud met moe
der en zoou, schonk Monseigneur hun eene schoone
belooning en beloofde in de toekomst voor den zoon
te zorgen, ook verzocht de Aartsbisschop aan den
zoon hem alle jaren met Nieuwjaar te komen be
zoeken.
De lieden verlieten hoogst voldaan en tevreden
het Aartsbisschoppelijk paleis en vertelde hun we
dervaren aan wie het hooren wilde, met zulke
blij schap, dat men er waarlijk door ontroerd
werd.
Aan al die 't hooren wilde zegde de moeder
Ik ben nu méér content met deze ontvangst en
belooning, dan, als wanneer men mij de duizen
den had gegeven van de weerde van den ring.
Monseigneur had dezen ring verloren Zaterdag
namiddag, korts na vijf ure, bij het instappen van
zijn rijtuig. Hij was tegenwoordig geweest in het
lof van O. L. V. van Hanswijck.
Wij brengen hier hulde aan die eerlijke en brave
familie Heiligen.
Onfeilbaar middel om tot een gevorder
den ouderdom iu goede gezondheid te le
ven. Het is genoeg de overdaad te vermijden en
van tijd tot tijd eenige bloedzuiverende Pillen van
Dr Walthéry te nemen
De E. H. R. De Herdt, onderpastoor van St-
Martinus (Akkergera), Gent, is pastoor benoemd
van Heikant (Zele).
Zijn professor benoemd in het Klein Seminarie
te St-Nikolaas de eerw. h. Gaston Faelens, doctor
in wijsbegeerte, student bij de Katholieke Hooge-
school, te Geerardsbergen, de eerw. h. Brackeleire
priester, in het Seminarie.
Is surveillant benoemd te Ronse, de eerw. h.
De l'Arbre, priester in het Seminarie,
De eerw. h. G. Faelens, doctor in wijsbegeerte,
student bij de Katholieke Hoogeschool van Leuven
is professor genoemd in het klein Seminarie te St-
Nikolaas iu de plaats van de eerw h. De Groote,
superior benoemd in gemeld bisschoppelijk ge
sticht.
Bij koninklijk besluit zijn benoemd in het ge
meentekorps sapeurs-pompiers van Moorsel lui
tenant-bevelhebber, M. L. De Backer onderlui
tenanten, MM. A. De Backer en S. Van den
Steen
Zondagrust. Zondag aanstaande zal de
apotheek open blijven van M. Van Caelenberg, in
de Leopoldstraat.
Dekenij. Ons Stedelijk Bestuur heeft de
oude Dekenij aankocht onder nadere goedkeuring.
Mijlbeek. De inhuldiging van den eersten
E. H. Pastoor van O. L. Vrouw kerk, is vastge
steld op Zondag 12 Mei aanstaande.
Diefstal. Woensdag nacht werd er alhier in
de Coöperatief van den ijzeren weg, Ledestraat een
diefstal gepleegd. De dieven hadden eerst gepoogd
steenen uit den muur te kappen om eene bres te
maken doch daar zulks mislukte, drongen zij door
eene opening, golegen tusschen de Coöperatief en
naastbij gelegen huis, klommen op eene haag en
vervolgens op een platform en van daar op het dak.
Zij lieten zich vervolgens bij middel van beddela-
kens door eene dakvenster af. De dieven zijn als
dan door den plafon gedrongen en zoo in het ma
gazijn, waar zij den diefstal pleegden.
Rond 2 ure kwamen twee policieagenten voorbij
die een kerel zagen loopen met een groot pak. De
schelm wierp de vracht weg en vluchtte. Het pak,
een zwarten doek, zooals de kleermakers gebrui
ken om goed af te leveren, bevatte acht stukken
ellegoed, een pak fijne kousen, een slaaplijf en
twee paar bottienen. Men denkt dat een tweede
dief met nog andere stukken goed moet gevlucht
zijn. De policie doet zeer ieverige opzoekingen en
denkt op een goed spoor te zijn.
van Mfoor ff el. I
Het land van Aalst is oost- en zuidwaarts van
Brabant en Henegouw gescheiden door eene vroe
ger woudrijke heuvelketen die bewesten Ronse
ontstaat, te Geertsbergen tot 113 meters boven
den zeespiegel rijst, bezijden Ninove de hoogten
uitmaakt van Lede berg-Pamel, en langs den Boek-
houtberg, op Hekelgem, naar Assche loopt, alwaar
de bergvlakte, de schilderachtige vallei der Belle
beheerschend, eens tot standplaats diende aan het
legerkamp (Castrum stativum) van Quintus Cicero,
Cesar's luitenant en des onsterfelijken redenaars
broeder. Heel deze bergstreek is rijk aan legenden
en historische overleveringen, waarvan vele op
klimmen tot de VIIe eeuw, wel eens in België de
eeuw der heiligen geheeten, en tot den cyclus van
Karel-den-Groote. 't Is ook op een dier heuvelen,
op gelijken afstand van de stad Aalst, in Vlaande
ren, en het belangrijk vlek Assche, in Brabant,
dat men van verre de abdij van Afïligem ontwaart,
nieuwelings uit hare puinen heropgerezen en hare
oude, roemrijke overlevering indachtig en getrouw
gebleven.
De stichting van déze roemrijke abdij is eene der
tallooze middeleeuwsche gebeurtenissen, veel meer
in schijn tot de legende alswel tot de oprechte ge
schiedenis behoorend. Nochtans stemt de kloos
terlijke overlevering hier volkomen overeen met de
gelijktijdige vergunbrieven en diploma's bestem
peld door de ridderlijke naburen en door de alsdan
heerschende graven van Leuven, naderhand herto
gen van Brabanten zoo is de legendarische oor
sprong van Afïligem eene vastgestelde historische
waarheid.
Kortheidshalve vertalen wij eene der heerlijke
bladzijden van Mgr Namêche's uitgebreide geschie
denis Te midden der droge bijzonderheden die
in de overoude tijden zijue baan versperren, be
groet de historieschrijver met vreugd een van die
ontstaande kloosterstichten, aan welke de zedelij
ke en de stoffelijke beschaving, ten onzent, hare
vroegste verbreiding te danken heeft. Het zijn de
monniken, men vergeet het te veel, die de ruwe
zeden van ons voorgeslacht verzachtten en het
grootste deel van den vaderlandschen bodem be
ploegden. In de laatste jaren van de XI0 eeuw,
doorreisde een kloosterling der Sint-Pieters-abdij,
te Gent, met name Wiederik, de Vlaandersche en
de Brabantsche gouwen, overal op zijnen weg, met
geestdrift en welsprekendheid, de bevolking doen
de weêrkeeren tot de oefening der kristelijke deug
den. Vijf of zes ridders, door zijn woord getroffen,
bekeerden, en onder hen, ja aan hun hoofd, de be
ruchte Geeraard-de-Zwarte, gehaat en gevreesd
om zijnen woesten aard en zijne schelmerijen. Deze
bekeerlingen deden afstand van hunne tijdelijke
goederen, en kozen een verblijf niet verre van de
Denderbeemden, in eene schrikwekkende wilder
nis, niets medenemende tenzij drij brooden, eenen
hal ven kaas en eenig ijzeren alam. Vol betrouwen
in de Voorzienigheid, bouwden zij allengs eene
bidplaats, een gasthuis voor den arme en deu rei
ziger, en eene stroohut voor hen zeiven. Ziedaar
de oorsprong der doorluchtige abdij van Afïligem,
wiens monniken gelijkelijk uitblonken door de
godsvrucht en de wetenschap, alwaar de hertoge
lijke standaard berustte en wiens abten den voor
rang bekleedden onder de prelaten van Brabant.
In het jaar 1086 kwam Geeraard, bisschop van
Kamerijk, de nieuwe kloosterlingen bezoeken en
de nederige kerk inzegenen, die zij den apostel
Sint-Piet er hadden toegewijd. (1)
In den loop van acht honderd volle jaren (1086-
1886) onderging Afïligem al de wisselvalligheden
eigen aan de menschelijke instellingen en meer
nog aan de oude kloostergemeenten van ons va
derland. Eeuwen van geloof, van ridderstand, van
grootheid en heiligen geestdrift verdwenen vervol
gens in den kolk der tijden, opgevolgd door eeu
wen van verslapping en verval, van kerkverdelging
en ellende. Voorzeker kan 't in ons bestek niet
liggen eene geschiedenis van het roemrijk sticht te
schrijven wij willen enkel een vluchtigen oogslag
werpen op deszelfs aandeel en bijdragen tot de al-
gemecne beschaving, onder het drijdubbel opzicht
van den landbouw en de nijverheid, van de kuns
ten en de wetenschappen, van de vaderlandsliefde
en de godsdienstzin. ('t Vervolgt).
(IJ Cours d'histoire nationale, IV, 510.
Aalst, den 22 April 1901.
Heer Uitgever van de Volksstem,
Eer en dank zij u, omdat gij uw weekblad ten
dienste stelt ter bespreking der Sint Martenskerk,
die kerk wijd en zijd bekend voor een juweel van
Romeinsche bouworde een juweel, ja, daarvan is
eiken Aalstenaar overtuigd, want met kermis of
feestdagen zal geenen van ons nalaten, met vrien
den en familie een bezoek af te leggen tot onzen
prachtigen tempel en hoe staan de vreemdelin
gen, die er voor de eerste maal den voet inzetten,
niet verbaasd Hoe dikwijls heb ik niet hooren
uitroepen Ik wist niet, dat Aalst zulke schoone
kerk hezat 1
Ik heb mij zoo dikwijls afgevraagd, de artikelen
over de St. Martenskerk lezende, hoe is het toch
mogelijk dat er nog lieden gevonden worden die