DOOD VAN BI, NYSSENS.
UIT HET LEVEN VAN
DEN GROOTEN MAN.
TOMBOLA.
Moordpoging te Melle.
Bcveren-Waas.- 0nze gfdarmen zijn
FRANBRIJK.- ïeSt"'aen ;J'A"geiy
L1IIBKECHT§
M. Nyssens, gewezen minister van Nijverheid en
Arbeid, heeft zich Dinsdag morgend, rond 10 l/*2
ure, in het Hotel du Grand Miroir, Bergstraat, te
Brussel, in een aanval van beete koorts, bij middel
van een revolverschot in den rechterslaap gezell-
moord.
M. Nyssens, die in de Spastraat, 27, te Brussel
woont, had den Maandag avond ia ziiue woning
doorgebracht; hij scheen zeer goedgezind.
Dinsdag morgend rond 8 ure ging hij naar ge
meld hotel en vroeg eene kamer. Men gaf hem
oogenblikkclijk de kamer nr 2. Hij nam er dadelijk
bezit van en duwde de deur enkel toe. Volgens de
lieden van 't hotel zeggen, scheen M. Nyssens er
zenuwachtig en opgehitst uit. Nauwelijks was hij
twintig minuten op de kamer of een schot knalde.
Gansch het personeel kwam toegeloopen, daar
eenigen dachten dat er een aanslag tegen den ge
wezen minister gepleegd was. Men stiet de deur
open en zag M. Nyssens op den vloer uitgestrekt,
den rechterslaap schier geheel door een revolver-
kogel afgerukt. De revolver, wapen van groot ka
liber waarvan de loop nog warm was, lag naast den
ongelukkige. M. Nyssens ademde nog zwak, doch
stierf terwijl men hem op 't bed legde. Dadelijk
werd er om een geneesheer gezonden.
Dr Vandei smissen kwam eenige oogenblikken
later ter plaats en bestatigde uog slechts het over
lijden. De overheden, middelerwijl verwittigd, kwa
men op hunne beurt naar het hotel. Eerst de po-
licie, dan het parket, vervolgens M Van den
Heuvel, minister van justicie, en een broeder van
den overledene. Terwijl men het onderzoek deed,
werd er aan de agenten die tegenwoordig waren,
en aan het personeel van het hotel de grootste ge
heimhouding opgelegd aangaande de bijzonderheden
van den hoogst betreurensweerdige zelfmoord.
Rond 11 1/4 ure begaven M. de minister van
justicie en de broeder van den overledene zich naar
het Stadhuis om het ongelukkig geval aan M.
Demot, Burgemeester der hoofdstad, kenbaar te
maken. M. Demot was afwezig. Het was M. desche-
pene Leurs, die, de plechtigheid van een huwelijk
onderbrekende, deze heeren ontvangen heeft. M.
Willemaers, geneesheer van den burgerlijken stand,
werd naar het hotel gezonden om officieel het
overlijden van den gewezen minister te bestatigen.
Volgens de geneeskundige bestatiging heeft M.
Nyssens zich rechtstaande gezelfmoord. Men heeft
hem uitgestrekt op den vloer gevonden. De kogel
had een stuk van 't voorhoofdbeen en het wenk
brauw been weggeslagen; de wonde aan den slaap
is zeer groot.
Albrecht-Jan-Geeraard Nyssens, was te Yperen
geboren den 20 Juni 1855. Hij deed schitterende
studies aan de Hoogeschool van Gent en bezocht
vervolgens, gedurende twee jaar, de Hoogeschool
van Parijs en de bijzonderste Hoogeschoolen van
Italië. Later gat hij rechtskundige werken uit die
zeer gewaardeerd worden.
Kort na zijn vertrek uit ministerie werd M. Nys
sens door eene hevige zenuwziekte een gevolg
van geestesoverspanning aangetast, die hem
schrikkelijk deed lijdeu. De geneesheeren zonden
hem naar Wiesbaden, in Duitschland, om zich
daar te laten behandelen. Toen hij terugkeerde,
dachte men dat hij genezen was. Hij herbegon te
werken. In December van verleden jaar zat hij nog
de Internationale Conferencie van den nijverheids
eigendom voor. Zijne gezondheid was geenszins
verbeterd en eenige zijner vrienden hadden in de
laatste dagen gezien dat zijne zenuwachtigheid op
onrustwekkende wijze toenam.
Sinds zijnen terugkeer uit Duitschland, waar hij
verscheidene maanden doorgebracht heeft voor
zijne gezondheid, werd hij voortdurend streng be
waakt, daar men, tengevolge zijner zenuwachtig
heid, een ongeluk vreesde. Dinsdag morgend is M.
Nyssens er ingelukt aan zijnen bewaker te ontsnap
pen; hij ging een revolver koopeu en men weet wat
er gebeurd is.
Al de personen die in den laatsten tijd bij M.
Nyssens kwamen, zijn het eens om te zeggen dat
hij meer dan ooit ziek en zenuwachtig was. Sinds
eene week, zegde over een paar dagen een leeraar
der Hoogeschool van Leuven aan eenen priester,
schijnt M. Nyssens het hoofd verloren te hebben.
Geen twijfel is meer mogelijk: de zinneloosheid
heeft den gewezen minister van arbeid tot de zelf
moord gedreven.
Toen men de droevige gebeurtenis aan M. De
mot, burgemeester van Brussel, telefoneerde, riep
hij Maar ik dacht dat M. Nyssens in een zinne-
loozengesticht opgesloten zatn
Dinsdag morgend nog, zijn bloedverwanten naar
Mariakerke vertrokken om aan mevr. Nyssens,
met de grootste omzichtigheid, het droevig nieuws
bekend te maken. Ten 5 ure 's namiddags is mevr.
Nyssens te Brussel aangekomen.
De lijkkist voor het stoffelijk overschot van M.
Nyssens bestemd, is van eik en bevat eene tweede
van zink, belegd met violetkleurige satijn. Een
groot koperen Kruisbeeld versiert hec deksel.
Dinsdag nacht werd het lijk, met eene wieg van
het Sint-Pietersgasthuis, uit het hotel naar de wo
ning van den overledene, Spastraat, overgebracht.
Een geestelijke van de St-Joostparochie heeft
's nachts, in het huis der Spastraat, de laatste ge
beden bij 't lijk gelezen. Donderdag morgend zal
er in de St-Joostkerk, een eenvoudige lijkdienst
gecelebreerd worden. De plechtige lijkdienst zal
later in dezelfde Kerk plaats hebben.
Zondag rond middernacht keerde M. Bernard
Yangaever rustig huiswaarts, toen hij nabij zijne
woning door een kerel die achter een boom ver
scholen stond een tolksteek in het hoofd toege
bracht werd. De worde is zeer gevaarlijk. De dader-
een 18 jarige deugniet is zelf in de herbergen gaan
vertellen dat hij het gedaan had.
Nadere bijzonderheden.
Ziehier eenige nadere bijzonderheden over de
mooodpoging, zondag avoDd op de wijk Vogelhoek
gepleegd. Omtrent middernacht ging Bernard Van
Gaever naar huis, hij had de herberg Soetaert ver
laten, die staat langs den steenweg die leid van den
Brusselschen steenweg naar Meirelbeke statie.
Toen hij op het punt was op den Brusselschen-
steenweg te stappen, waar hij woont, nabij de
herberg De Leeuw sprong een kerel op hem toe van
achter een boom en sloeg hem met geweld een mes
in het hoofd.
Van Gaever werd getroffen in den slaap het
moordtuig drong 6 tot 7 centimeters in het hoofd.
De dader nam de vlucht en de ongelukkige ge
kwetste ging met het hoofd leunen tegen den boom
die naast den Brusselschen steenweg staat. Hij
verloor zeer veel bloed, hij gelukte er echter in
nog eenige meters voort te sukkelen maar eindelijk
viel hij
De dader was ondertusschen voortgegaan en
had zich begeven naar de herberg Soetaert-De
Canck waar hij zegde bij het binnenkomen. Ik
heb daar eene beestigheid gedaan, ik heb daar
eenen gestoken dat hij ligt daar te sterven.
De dader is zekeren De Vos, 18 jaar oud, welke
daar omtrent woont. Hij sprak op zulke aardige
manier dat men hem niet wilde gelooven. Maar hij
drong aan en dan ging men zien.
De dader ging met hen mede. Eindelijk zag men
eenen man ten gronde liggen, dan enkel geloofde
men de Vos, men sprong naar hem toe, maar hij
nam de vlucht naar zijn ouders huis en ging sla
pen.
Intusschen had men het slachtoffer opgenomen
en uaar huis gebracht. Men liep om den veldwach
ter, den geneesheer De Vos en den eerw. Heer van
Vlaanderen, bestuurder van het klooster der Fran-
ciskanersen, Van Gaever kon zijne biecht spreken
en de Heilige Rechten ontvangen.
De veldwachter begaf zich naar het huis van De
Vos, en hield hem aan, De Vos is de zoon van bra
ve ouders, zijn vader is werkman bij den spoorweg.
Hij zelf werkte in den K atelier der spoorwegen
te Meirelbeke, hij was machienkuischer en deed
soms dienst als stoker. Hij is de oudste van zes öf
zeven kinderen. Hij heeft bekentenissen gedaan.
Het slachtoffer Van Gaever is een werkman van
het arsenaal van allerbeste gedrag. Hij is rond de
40 jaar oud en voor de 2® maai getrouwt, hij heeft
een kind vau een tiental jaren. Hij had inden dag De
Vos noch gehoord noch gezien, ook had hij geen ge
meens met hem.. Men vreest dat hij zijne wonde
niet zal overleven.
OlsPIlG Zaterdag morgend is eene twee
woonst toebehoorende aan M.
Soinne en bewoond door J. Buijaard en Th. Nach
tegaal, afgebrand. Het vuur nam zoo eene rasse'
uitbreiding dat de bewoners maar weinige meube
len konden redden. De schade is door verzekering
VRAAGT OVERAL
HET LEUVENSBIER
der gunstig gekende
tti'omcerij fttitis Bii'utcé, AALST.
op zoek geweest m
Antwerpen, en hebben er 3C5 paar afgewerkte
blokken on'dekt, die van diefstal voortkwamen 265
paar hoorden toe aan Van Nieulandt, 31 paar aan
Van Goetbem beiden wonende te Nieukerken. en 9
paar aan J. Thomas, alhier. De daders der diefstal
len zijn gekend.
Het volstaat schijnt het, zich eenmaal het
bloed te zuiveren met de pil van D' Walthéry om
de hoofdpijn te verdrijven of eene spijsverteering
en daarna goeden eetlust en frissche gelaatskleur
te hernieuwen.
Te verkrijgen bij M. Renneboog, Nieuwstraat.
'•taffivl.,..A Dinsdag voormiddag als de
tram van 10 ure uaarGent te
rug keerde wilde een persoon er op stappen aan de
standplaats Het Moleneinde, toen de tram reeds
aan het rijden was. De man kreeg zulk een gewel
digen stamp van de leuning van het tramrijtuig,
dat hij bewusteloos op den grond nederstortte.
Men nam hem op en droeg hem naar het hof van
Th. De Bruycker.
Juist kwam het paard van De Bruycker uit den
stal, het verschrikte en wilde terug in zijnen stal
springen het kwam echter in den beirput terecht.
Het heeft groote moeite gekost om het dier levend
op te halen.
zijn drie dynamiet
kardoezen neergelegd op den drempel der woning
van den ex-maire, M. Matard maar de lont was
uitgegaan en er heeft geene ontploffing plaats
gehad. In de brievenbus van de deur zat insgelijks
eene kardoes. Men denkt aan eene persoonlijke
wraak.
II2) 111ITl£k - Een schrijnwerker Leo Van Ha-
ver was vrijdag aan een bouw op
den Posthoorn bezig met eene kroonlijst te plaat
sen, toen de stelling instorte en de ongelukkige
viel van eene hoogte van 7 meters. Hij had geene
uitwendige wonden bekomen, maar klaagt over in
wendige pijnen.
Rrussel - zondag namiddag werd in een
trein, komende iau Oostende een
stoutmoedige diefstal gepleegd. Twee kerels die
plaats genomen hadden in een wagon van 2® klas
hielden zekere M. Max Bergman, van Dresden,
toen de trein de statie van Brugge voorbij was,
plotselingeenslaapmiddel, op een zakdoek gegoten
onder den neus. De reiziger viel in slaap en de die
ven ontlastten hem eene brieventesch met 400 mar
ken. Men kon te Brussel den reiziger met de groot
ste moeite wekken. De dieven zijn waarschijnlijk
te Gent van den trein gestapt.
De hotelhouder B. van Brussel kreeg verle
denjaar een jong koppel te logeeren dat zegde op
huwelijksreis te zijn. De jongelieden deden zich
kennen als de echtgenooten L., uit Frankrijk.
Zij hadden de beste logeerkamer in gebruik di
neerden fijn en leefden er goed aan.
Op zeker oogenblik zegde M. L., naar Frankrijk
geroepen te zijn voor dringende zaken en, daar het
geld dat hij verwachte, niet was aangekomen
verzocht hij den hotelhouder eenige Fransche obli
gaties als betaling te aanveerden. De hotelhouder
zou hem zelfs plezier doen met hem op een pak der
gelijke weerden eenige duizenden voor te schieten.
Hij zou later wel komen afrekenen
Nadat B. over de echtheid der weerden inlich
tingen genomen had bij eenen Brusselschen wissel
agent stemde hij in het akkoord toe en gaf voor een
pak obligaties eene som van 18.000 fr.
Vruchteloos verwachtte hij de twee jonge reizi
gers terug. Nu dezer dagen, naar Frankrijk moe
tende reizen sneed hij de koepons af, om die daar
te gelde te maken, En te Clermont-Ferrand geko
men, bood hij die bij den wisselagent aan.
Hoe groot was de verwondering van den man,
toen men hem in aanraking bracht met de poiicie,
die hem zegde, dat de weerden een jaar geleden
gestolen waren.
Onze brusselaar werd opgesloten en moet nu in
afwachting van verder onderzoek in de gevaugenis
van Clermont-Ferrand zitten u brommen voor
eene diefstal, die anderen bedreven hebben.
Aan de blecke bloedeloozc jonge doch
ters, en in 't algemeen aan alle zwakke personen
volstaat het 2 of 3 doozen Pillen van Dr Raphaël
te nemen, om eetlust, frissche gelaatskleur leven
digheid en opperbeste gezondheid te bekomen.
Te verkrijgen bij M. Renneboog, Nieuwstraat.
lu de school.
Spiegels. Noem eens een woord, Luibeken,
waarin een ij komt.
Luibeken denkt een oogenblik na en zegt dan
snelFricandon meester.
Spiegels. Fricandon, maar jongen daar komt
geen ij in.
Luibeken. Ja wel, meester, moeder doet er
altijd eene ei in.
Een koninklijk besluit van den 24 Juni 1901
machtigt de inrichting eener tombola, met uitgitte
van loten voor gansch het land, ten voordeele der
volgende instellingen
1° De Bond der Belgische Blinden, erkende
maatschappij van Onderlingen Bijstand, gevestigd
te Brussel;
2° Do Bescherm-afdeeling van gezegden Bond
3° De Braille-bibliotheek ten dienste der blinden,
gevestigd te Gent;
4° De erkende Beroepsvereenigingen gezegd
Syndikaat der blinde Stoelvlechters en Mandenma
kers, en Syndikaat der blinde Muziekanten en
Pianostemmers, insgelijks te Gent.
Deze verschillige stichtingen hebben allen voor
doel, de zedelijke en stoffelijke verbetering van het
lot der blinden, en hunne werkingen strekken zich
uit over gansch België; zij zijn dus wezenlijk natio
nale en menschlievende instellingen en verdienen
eene algemeene en krachtdadige ondersteuning.
Ook doen wij eenen warmen oproep tot de liefda
digheid van onze landgenoote en verzoeken hen
dringend, door eene milde bijdrage, te willen me
dewerken tot het welgelukken onzer onderneming.
Ten einde de tombola in het bereik te stellen van
alle beurzen, is de prijs per lot bepaald op TIEN
CENTIEMEN.
Loten zullen tegen postmandaat of postzegels
gezonden worden aan al wie er de aanvraag zal van
doen aan den Sekretaris van het Inrichtings-
komiteit: HI. L. Van Overbeke, Burgstraat,
103, Gent.
Elke kooper van ten minste vijftig loten zal kos
teloos de lijst der winnende nummers ontvangen.
De voornaamste Fremiëu zijju
Twee prijzen van 500 franken,
Twee prijzen van 250
Vijf prijzen van 100
Deze premiën bestaan in voorwerpen volgens de
keuze vau den winner.
De volledige lijst der prijzen zal later afgekon
digd worden
William Edwart Gladstone.
Wierd geboren te Liverpool, 29 december 1809,
en overleed te Londen den 19 mei 1898, als derde
zoon van sir John Gladstone, schotsch koopman,
die, tengevolge van tegenspoed in zaken, zich te
Liverpool kwam vestigen en daar, in den handel
met Indië, eene zeer aanzienlijke fortuin verwierf.
De jonge William deed schitterende studies iu
Etoncollege en in de hoogeschool van Oxford en
werd in deze laatste gegradueerd iu het jaar 1832.
Nog iu het jaar, dat hij de banken der hooge
school verliet, stelde hij zich voor als kandidaat
voor de kiezers van Newark en werd, onder hooge
bescherming van den hertog van Newcastle, naar
het eerste parlement gezonden.
Hij was toen ver van een liberaal te zijn, want
het ware de ultra-conservatieve, ultra-protestant-
sche kiezers, die hem voor hunnen vertegenwoor
diger in Westminster hadden gekozen.
Ondanks zijne prille jeugd trok hij, door zijne
schitterende en behendige redevoeringen, zoo spoe
dig de aandacht zijner collegas en vooral van sir
Robert Peel dat, toen deze Staatsman in 1834 aan
het bewind terugkeerde, hij den 24 jarigen Glads
tone in zijn ministerie opnam, eerst als (lord der
Schatkist), later als onder-Staatssecretaris der kolo
niën.
In 1835 teruggekeerd op de bauken der opposi
tie, bestreed Glastone levendig de politiek van lord
Melbourne en wekte eene groote opschudding met
zijn in 1838 uitgegeven boek (de Staat in zijne be
trekkingen met de Kerk.)
Hij stelde daarin het princiep, door Macaulay in
de Edinburgh Review hevig bevochtea, dat de
mensch, plichten hebbende tegenover God, onaf
hankelijk van zijne plichten tegenover de maat
schappij, de Staat gelijk zijnde aan den persoon,
ook eene religie moet hebben en er het symbool
belijden.
't Was een reactionnair besluit, waartoe de jonge
Staatsman kwam, want de Staatsgodsdienst was
natuurlijk de anglikaansche en men moest eiken
anderen godsdienst ontmoedigen, niet door vervol
ging, maar door uitsluiting uit alle burgelij ke en
nationale onderscheidingen.
Zijn werk The Churck Principles in 1840 versche
nen, geeft ook nog blijken van die protestantsche
gevoelens.
Gladstone als free-trader.
In 1841 viel het liberaal ministerie van lord
Melbourne door bet voorstel tot vrijen invoer van
vreemden suikerPeel kwam terug aan het be
wind, nam Gladstone in het ministerie als onder
voorzitter van den Board of Trade en maakte hem
lid van den Kroonraad.
Hij hield zich bezig met de eerste tariefvermin
deringen op goederen van weinig belang en toen hij
vervolgens zich bezig hield met het onderzoeken
eener totale wijziging der tarieven, werd hij geheel
bekeerd tot de beginselen der handelsvrijheid.
De vroegere protectionist diende een verslag in
ten voordeele van den vrijhandel, dat gestemd werd
en de Free Trade-beweging vond in het publiek
voortaan geen warmer voorstander dan hij.
In Mei 1843 werd hij voorzitter van den Board
of Tradedus minister van koophandel, in vervan
ging van lord Ripon, maar de dotatie aan het ka
tholiek collegie van Maynooth, die in strijd was
met zijne opvatting, deed hem in 1845 aftreden.
Het jaar was echter niet uit, toen hij de porte
feuille van koloniën aanveerdde, waarvan was af
gezien door lord Stanley, die het intrekken der
Corn laws weigerde te stemmen.
Terzelvertijd moest hij zich, wegens zijn nieuw
ambt, ter herkiezing aanbieden te Newark of
liever voor den hertog van Newcastle, die er feite
lijk alleen meester was; de hertog, die den vurigen
free-trader een weinig te vooruitstrevend vond,
onttrok hem zijnen steun, en Gladstone werd niet
herkozen.
Hij kon dus geen deel nemen aan de groote de
batten in het Lagerhuis en in Juli 1846 verliet hij
het bewind met sir Robert Peel.
Politieke bekecriug.
Van December 1845 tot in Juni 1847 bleef hij
uit het parlement en werd toen herkozen door de
universiteit van Oxford, eene eer die betracht werd
door de meest beroemde Staatsmannen.
Gladstone kwam nu in het Lagerhuis, aan de
zijde van zijnen leider, het bestuur over de liberaal-
conservatieve partij op zich nemen.
Hij stemde destijds voor de toelating der joden
in het parlement en voor het onderzoek, door Dis
raeli voorgesteld, naar den ellendigen toestand der
iandbouwklassen.
Die laatste stemming wakkerde de hoop der pro-
tectionnisten aan, die in 1851, toen zij een minis
terie trachtten samen te stellen, zich tot hem richt
ten.
Maar de ommekeer in de gedachten van den
staatsman was trapsgewijze volkomen geworden en
hij bracht in 1852 aan het ministerie van lord Derby
den genadeslag toe, door eene onweerlegbare af
breking van het financieel beheer der tories.
Eenige dagen later aanveerdde hij van lord Pal-
merston het ambt van minister van koloniën, later
dit van minister van financiën welk ambt hij tot
1855 waarnam.
In 1858 werd hij buitengewoon commissaris der
koningin in de Ionische eilanden (Griekenland).