Dood van Mgr. loitreloox, wm en stien. Zich zeiven gelogenstraft PRIESTER EN ONDERWIJZER. Urukher-llUtgeüfr 3an Öan Huffel-Hr ®>ento, &apelleötraat, 13, te 21 al*t. Vrijwilligers. Abonnementsprijs voor gansch België, franco te huis, 2.50. Voor de vreemde landen, 5,00. 5 centiemen het nummer. Pakken en brieven hoeven vrachtvrij toegezonden te worden. Alle briefwisselingen moeten den dijnsdag avond op onze bureelen toege- j komen zijn, het blad den woensdag avond ter pers gaande. Ongeteekende brieven wor den in de scheurmand geworpen. Alle postbureelen ontvangen inschrijvingen, op alle j tijdstippen van het jaar. De onkosten der kwijtingbriefjes zijn ten Jas te van den be- mmeling. DIT BLAD VERSCHIJNT ELKEN ZATERDAG. 7" JAARGANG. NUMMER 339'/ uiastippen van neijaar. ua oukusieu uci .»uuv,umv,- stemmeling. Men gelieve, bij verandering van woonst, het juist terechtwijs te zenden. Aalst, den 31 AugfUSti van het jaar 0. H. 1901. Vonnissen 1 frank den kleinen regel. Aankondigingen tusschen de nieuwstij dingen 20 centiemen per regel. Aankondigingen op de 3e bladz. 10 centiemen den regel.Annoncen op de 4® bladzijde worden berekend volgens plaatsruimte. Voor de advertentiën buiten de provincie Oost-Vlaanderen, zich uitsluitend te wenden tot het Office de Publicity, Rue de la Madeleine, Brussel. De geabonneerden hebben het recht een maal per jaar eene annonce van 5 regels te plaatsen, die viermaal achtereen volgens zal verschijnen. Ruchtbaarmakingen in te zenden vóór 's Maandaags. De vervolging tegen de kloosterlingen is dan in Frankrijk voorgoed begonnen. De wet, die aan de kloosterlingen het bestaan olwel onmogelijk ofwel zeer moeielijk maakt, is in werking getreden. Sommige klooster-oversten hebben reeds in het buitenland eene schuilplaats opgezocht, en andere hebben aan de Regeering de vereischte machtiging gevraagd om, althans voor tijd en wijl, nog te kun nen blijven. Hoog tijd was het, zeggen vrijmetselaars en socialisten, dat zulke wet gestemd werd. Fran- krijk was, als 't ware, vergeven van die leegloo- pers. nietsdoeners en uitzuigers van 't volk. Een 71 ramp is het voor de natie en een schande voor de beschaving, dat nog langer kloosterorden geduld n worden En ziet, terwijl die woorden gesproken en de verdiensten der kloosterlingen miskend worden, komt er bij den Franschen Minister voor koloniën een spoedeischende brief aan met een klein ver zoek.... De brief komt uit Madagascar, een Afrikaansch eiland, aan Frankrijk behoorende, en het verzoek kan in deze woorden saamgevat worden: Zend ons zoodra mogelijk vijf ziekendiensters voor de leprozerij. Voor de leprozerijdat is, voor het hospitaal der MELAATSCHEN. Sinds het heldhaftig streven en sterven van Pa ter Damiaan De Deuster op Molokaï, weet nage noeg ieder christen hoe vreeselijk de melaatsch- heid is. Die ziekte, vroeger ook in Europa door Oosterlingen ingevoerd, heerscht thans schier uit sluitend in de heete landen. Als de kanker, grijpt zij den mensch aan in het vleesch, terwijl voor tijd en wijl het hart gezond blijft; deel voordeel lid maat voor lidmaat doet zij rotten en wegteren. Die er door wordt aangetast, weet dat er geen redmid del is, dat de martelie langdurig en smartelijk zal wezen, dat enkel de dood een einde kan stellen aan de pijnen. Wie met de zieken omgaat, al is hij nog zoo sterk van natuur, al neemt hij alle mogelijke voorzorgen, zal er vroeg of laat door aangetast worden. Aan die afschuwelijke ziekte is Pater Da miaan bezweken; veel andere priesters en klooster zusters zijn als slachtoffers van hunne christelijke liefdegevallen; en Pater Leurs, die 11. Vrijdag te Antwerpen scheepging om in Molokaï de melaat- schen te troosten, weet dat eenzelfde martelie hem dreigt en onveimijdelijk zijn deel worden zal. Nu dan, voor een hospitaal van melaatschen werden den Franschen Minister vijf ziekendien sters gevraagd.... Tot wie zal hij zich wenden?... Er was inde Fransche Kamer zooveel gesproken over de nutte loosheid der kloosterlingen, over hunne baatzucht bij 't verzorgen van zieken, over hunnen mispiaat- sten godsdienstijver en hunne dweepzucht aan het bed der kranken; tevens was er met zoo deug delijke bewijzen aangetoond, dat de menschenliefde of ALTRUÏSME (gelijk de Franschen dat nieuwe ding heeten) hoog boven de christelijke liefde ver heven is, dat wereldlijke ziekendiensters uit enkele liefde voor het lijdend mensckdom hare taak heel wat beter vervullen dan kloosterzusters, die dat ook uit liefde tot Christus doen, en dat bijgevolg de zorg der zieken beter aan wereldlijken kan toe vertrouwd worden. Ja, dat alles had de Minister meermalen uit den mond van welsprekende redenaars gehoord, daar had hij meê ingestemd, dat had hij zelf verklaard. Hij zou dan voor de melaatschen van Madagascar eenen oproep doen tot wereldlijke ziekendiensters; ongetwijfeld zouden de dochters, de zusters en nichten en andere vrouwelijke bloedverwanten der redenaars, die het zoo hoog met ALTRUÏSME ophadden, in groote menigte toestroomen, de eene de andere zoeken te verdringen om dien eerepost van ziekendiensters te verwerven, om blijk van ALTRUÏSME te geven. Och kom, zoo gek was de Minister niet. De dui vel kent zijn gasten, en de Minister kent zijn volkske; hij weet dat er tusschen woorden en wer ken een hemelsbreed verschil bestaat, en dat AL TRUÏSME, al klinkt het woord in de kamer heel schoon, toch in een leprozerij niet te pas komt. Onder al de heele en halve nichten der klooster vijanden, al zaten zij van onder tot boven vol AL TRUÏSME, zou er niet eene gevonden worden, die de gezellige huiskamer, de lekkere spijstafel en het donzige bed tegen den houten stoel aan de leger stee der melaatschen verwisselen wou. Dat wist de Minister, en daarom, in plaats van aan wereldlijke juffrouwen gelegengeid te geven zich voor het lijdend menschdom op te offeren, schreef hij eenen brief naar een klooster van Fran ciscanessen en vroeg vijf Zusters voor de leprozerij van Madagascar. Wat de Minister verwacht had, gebeurde vijf Zusters werden hem onmiddelijk toegezegd. Maar wat hij niet verwacht had eu met al zijn droombeel den van Altruism e nooit had durven veronder stellen, was, dat niet vijf, maar achttien Fran ciscanessen zich aanboden om de melaatschen te gaan verzorgen, dat de Moeder-Overste alle moeite had om eene keuze te doen, en dat de Zusters, die aan 's Ministers oproep mochten beantwoorden, door de andere Zusters benijd werden. In bono vince malum door het goed overwin het kwaad. Dat woord der H. Schrift hebben de kloosterlingen in alle eeuwen toegepast; daarin ook ligt hunne kracht. Hoemeer zij worden ver volgd en gelasterd, voor nutelooze wezens uitge kreten en als misdadigers uitgejaad, des te hooger glanst hun geduld, hunne liefde, hunne offervaar digheid. Daardoor brengen zij het bloot meuschelijk verstand hunner vijanden in verstomming en hunne boozetong tot zwijgen; daardoor wekken zij be wondering bij alle weldenkende lieden en navol ging bij de ooggetuigen; daardoor trekken zij Gods zegen over hunne Orde en over heel de katholieke Kerk. (DONDERDAGAVOND OP DE MARKT.) Stien. Vien, hier bij den theater blijven staan wij zul len 't hier allemaal goed hoo- ren en zien. Vien. Onze Harmonie, Stien, als da speelt, da zijn petjes, hoor ne keer't Is of dat er watten in d'extere- menten zat, zoo stillekens en zoo zachtekes. Stien.'t Is pertekelier. Hoort dat daar ne keer uitkomen, zonder oebel of knoebel en zoo kategoriek af, meê ascheranse gelij k of dammet wij zoün schuifelen. Vien. Ja, Stien, da'k azoo kost spelen, ik gaf seffens mijn demissie van schuifelen, en.... Stien. Maar, permetteer mij da'k u 't gerant afneem,.... ik weet iet Vien. Gij is 't waar ook Stien. Zeker is 't waar,... maar ik mag er nog niet te veel van zeggen.... Vien. En is 't azoo nog de moeite weerd Stien. 'k Wil 't gelooven 1 Vien. Jommer, alla, g'er na azoo toch niets van zeggen Stien. Oh! niets percies.... da waar mis schien e wa veel gezeid, maar later zal ik u alles vertellen met alle bijzonderheden bij Vien. Awé, zegt dan toch iets, gij zoudt ne mensch krieus maken, gij Stien. 'k En mag eerlijk toch noch de bijzon derheden niet zeggen. Vien. Jommer, allemaal niet, zeker niet, maar zegt er iets af en zwijgt 't ander. Stien. Awé, Vien, gij weet dat reeds door Stemmeken hé dat de katholieke Turnclub Steun geeft Moed in onzen Werkmanskring »c Passie spelen gaan opvoeren, welnu, ik heb reeds een van hunne repitieen gezien, en ik mag u op voor- hand verzekeren dat het H. Drama van het Lijden van O. H. Jesus-Christus, nog nooit alzoo in ons land zal opgevoerd zijn. Vien. En wanneer gaan ze dat opvoeren Stien. Stien. Awel, ik heb overtijd van haren President M. Charles De Wolf hooren zeggen dat zij zullen gereed zijn tegen begin van October. Vien. Stien, 'k hoor a door de naam van M. Charles De Wolf vernoemen, en als ik dienen heer zijnen naam hoor, dan weet ik genoeg. Stien. Als gij binnen 14 dagen wat tijd hebt komt dan eens naar mijn huis, ik zal u daar eens de bijzonderheden van dit heilig en groot Drama Vien. Gij moogt mij verwachten Stien, tegen iets na 8 uren ben ik bij u. Stien. Vien, hoor ne keer die klarinetten spelen van d'harmonie, zoo rap en sekuur ge zoudt zeggen, da't noten regent op den theater en da staat allemaal op een bladje papier.... Djeumenis- kinderenhoor ne keer Hoe geraken ze daar uit Vien. 't Zal 't leste zijn, geloof ik, da legt er hem op aan alia, alla, Stien, daar plakken wij ne keer voor, zelle en tot binnen 14 dagen als't God belieft. Stien. k'Zal u verwachten, Vien. De ouders zijn aan huuue kinderen eene goede opvoedih verschuldigd. Hen vooreerst behoort het den geest en het bert dier kleinen te openen voor al wat goed en deugdzaam is er met kwistige hand de eerste zaad korreltjes in te strooien, die later zullen ontkiemen en weelderige vruchten voortbrengen. De kinderjaren moeten aan moeder zijde gesleten worden het eerste gebed moet door moeder worden geleerd, de eerste begrippen door moeder worden ingeplant. Doch eens dat de zwak ke geestvermogens van dit kind zich versterken, eens dat het, op de vlerken van het ontwikkelend verstand gedreven, zich hooger verhefe en den ge zichteinder meer uitbreidt, dan wordt de taak voor de ouders moeielijker, en weldra zijn ze genood zaakt de hulp van anderen in te roepen om de opvoeding hunner kinderen naar hert en geest te volledigen. Die hulp wordt hen aangeboden door de scholen. Doch welke scholen Er zijn er zoo vele En hoe verschillen ze niet De onzijdige brengen de kinderen op in eer en deugd zonder van God of zijn gebod te gewagen De vrijdenkende hebben alléén de wijsheid in pand, en werpen God van kant els een oud en versleten voorwerp, om in hunne statige vlucht onbelemmerd het licht en de wetenschap na te streven..,. Doch, ik spot met zulke onzijdigheid wel wetende dat eer en deugd zonder God slechts eene valsche benaming is om ondeugd en eerloosheid te bedekken en met me delijden aanschouw ik die vrijdenkende adelaars, die in de duisternis rondbladderen en slechts licht en wetenschap in modder en slijk vinden. Neen, zulke scholen gelijken brave, katholieke ouders nietVoorzeker, met volle recht vragen ze onder wijzers die bekwaam zijn den geest hunner kinde ren met al de noodige kennissen te verrijken maar te kennen ook de rampzalige gevolgen van een groot verstand dat ten dienste staat van een bedorven hert Daarom vereischen ze voor hunne kinderen niet alleen de vorming des geestes maar ook die des herten Zijn dit de voorwaarden die gij stelt, beste Lezers Welnu dan antwoord ik U, vrij en vrank De beste onderwijzer voor uwe kinderen is de priester. De Priester Ja, hij zelve. Gij vraagt bekwaam heid, geleerdheid Hij is bekwaam, hij is ge leerd. Jarculange studiën hebben hem de menig vuldige kennissen verschaft, zijn verstand ontwik keld, zijn wil gevormd. Hij werkt met iever, om dat hij werkt voor God en niet voor eigen glorie of ij delen roem, noch eigenbelang noch staan hier op het spel Voor eene ziel die hij win nen kan getroost hij zich alle opofferringn. Zijn onderwijs berust op geen ijdele hersenschimmers, op geene dorre begrippen van heidensche eer en deugd het wasemt integendeel als een geur van godsdienstigheid uit, en daarin zelf vindt het die kracht, dit gezag waarop geen ander onderwijs mag aanspraak maken. Daar is licht, daar is weten schap, omdat alles steunt op het Licht en de Wetenschap zei ven. Een priesterhert is een vaderhert. Hij ook her haalt steeds Laat de kinderen tot mij komen n en eens dat ze tot hem gekomen zijn, dan bemint hij hen, dan hecht hij zich aan hen, dan geeft hij zich geheel en gansch. Met heiligen eerbied nadert hij tot hunne herten, en om deze te winnen hoeft hij slechts naar de uitspraak van zijn eigen hert te luisteren. In een woord zijne waardigheid, zijnen roep, zijne plichten, zijne inborst, alles spoort hem aan om van de kinderen hem toevertrouwd, kristenen, echte ware kristenen te maken. OudersWilt ge dus dat uwe kinderen eene goede opvoeding genieten Wilt ge dat ze eenen tweeden vader in de school vinden Wilt ge dat ze tevens geleerd en deugdzaam zijn Wilt ge dat ze later eene perel voor uwe kroon en geenen nagel voor uwe doodkist wezen Ik herhaal het nog eensZend ze tot den priester. X. Zekere geuzenbladen noemen de vrijwilligers verachtelijk huurlingen, soldeniers n omdat zij betaald worden. En de gendarmen, policiemannen, bedienden van alle besturen, van klein tot groot, zijn dat ook geene vrijwilligers? worden die ook niet betaald En de heeren officieren Volgens de begrootiug van 1901, telt ons leger 3,406 officieren, wier jaar wedden beloopen tot veertien millioen en half frankenworden die ook niet betaald Zijn dat ook geene vrijwilligers Noemen de geuzenbladen die ook huurlingen, soldeniers De betaling van den dienst vinden de geuzen bladen vernederd alleen voor de kleinen, omdat de gewaande volksvrienden altijd vleiers der grooten zijn en verachters van 't volk. Mgr. Doutreloux was zaterdagavond ten 10 ure naar bed gegaan. Korts nadien hoorde men hem een luiden kreet slaken. Men snelde naar zijne ka mer om hulp te brengen, doch het was te laat. De dood was plotseling gekomen. Men vond slechts het lijk van den bisschop. Niets deed dit zoo schielijk afsterven voorzien. Gedurende den dag had Monseigneur nog verschei dene Sacramenten toegediend, en men had hem over geene de minste onpasselijkheid hooren kla gen, Maap hij leed aan eene hartkwaal, en 't is de ze welke hem wegrukte. Het Belgische episcopaat en het diocees Luik ver liezen in hem een prelaat wiens levensloop groot en gevuld was met goede werken, doorweven met droevige gebeurtenissen maar vruchtbaar in schoo- ne in richtingen Mgr Doutreloux was een der ie veraars van de H. Sacramentscongressen, en elk jaar nam hij het voorzitterschap waarvan het internationaal comi- teit, dat deze congressen, inricht. Hij was ook de insteller der congressen van soci ale werken, die sedert 1887 gehouden worden, en drie jaar geleden zagen wij hem nog een ieverig deel nemen aan de werkzaamheden van den Katho lieke volksbond, waar onze Antwerpsehe afgeveer- digden zoo talrijk vertegenwoordigd waren, om er de zaken der onderwijzers, hat anti-alcoolisme en en de belangen onzer dokwerkers te gaan beplei ten. Een oogenblik scheen de zaak der katholieke volkswerken in Luik door onderlinge twist en ge^

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Volksstem | 1901 | | pagina 1