Illll FlH.l
3an Dan WufM-©c ©cnbt, S'.peUestraat, 13, tc 2lalst
uis. 2.50. Voor de vreemde landen, j QfJ1
ii hoeven vrachtvrij toegezonden
ig avond op onze bureelen toege-
«j- .oor ganschBelgië, franco te hnii
.ieirlën Bqt nummer. Pakken en brieven
Alle briei^tdsselingen moeten den dijnsdag avond op onze bureelen toege
bet blad denVoensdag avond ter peaj^faande. Ongeteekende brieven wor-
.heurmandgewo-Dcn. Alle postbureelen ontvangen inschrijvingen, op alle I
.a van het jaar. De onkosten der kwijtingbriefjes zijn ten laste van den be-
mg. Men gelieve, l'.j verandering van woonst, het juist terechtwijs te zenden. I
BLAÓ VERSChliN f ELKEN ZATERDAG.
7® JAARGANG. NUMMER 344
Aalst, den 5 October van het jaar 0. H 1901.
Vonnissen 1 frank den kiemen regel. Aankondigingen tusschen at
dingen 20 centiemen per regel. Aankondigingen op de 3e bladz. 10 cent;
regel. Annoncen op de 4'bladzijde worden berekend volgens plaatsruimte,
de advertentiën buiten de provincie Oost-Vlaanderen, zich uitsluitend te went.
het Office dc Publieité, Rue de la Madeleine, Brussel De geabonneerden hebben l
recht een maal per jaar eene annonce van regels te plaatsen, die viermaal achteree
volgens zal verschijnen. Ruchtbaarmakingeu in te zenden vóór :sMaandaags.
Pas is het gedreun der salvoschoten, als eeuwig
vaarwel den Baron PAUL BETHUNE begroetend,
de wijde dreven van Overhamme ontkronkeld
nog'tjilpte bijwijlen het vogelenkoor der omge
ving, begeleid door het geritsel en geflitsel der
boomen, het spottend klokkentoksel te midden der
dofklinkendo toonen der aangrijpende doodmar-
p.hen, achtérna nog weergalmde den alouden
'i.rcht van den laatsten lof den diepbetreurden
f: door stad en land aau zijne laatste stede ver-
slechts een stond is de ijsblanke sneeuwpels
-le meelijdende natuur, op dit indrukwek-
^loganbüb omvat, voor dei zoele strSlon dèr
erende zonneschijf gestikt, of, alzoo onver-
dijk als vroeger kwam de ijzingwekkende dood
r slachtoffer kiezen op dit eeuwenoud verblijf.
Als eene bliksemflits verspreidde zich het akelige
nieuws Baron FELIX BETHUNE is dood op.
maandag 23 September in Aalst.
Alhoewel eene ongeneesbare kwaal den eerbied-
weerdigen doode sedert ruimen tijd gekluisterd
hield, dompelde de mare van zijn vroegtijdig af
sterven onze bevolking in eene twijfelachtige ver
bazing, want meerendeels hadden, misschien wel
door valsche geruchten misleid, op zijne genezing
verhoopt.
Felix, Maria, Jozef, Cornelius, Julius, Livinus,
Baron BETHUNE, geboren te Aalst den 29 Juli
1857, begon zijne middelbare studiën in het jaar
1868 in het St. Jozefscollege der EE. PP. Jesuïeten
onzer stad, en verliet dit gesticht na er zijne
humanuteiten te hebben voltrokken met de maand
Augustus van het jaar 1875. Twee maanden later
betrad de jeugdige student de katholieke Hoóge-
school van Leuven alwaar hij op 8 October 1880
het diploma van advokaat verwierf. Kort nadien
vestigde hij zich in zijne geboortestad, aan dewelke
niettegenstaande zijnen korten levensloop hij tal
rijke onschatbare diensten bewees.
k C"*""4 October 1886 werd de jonge advokaat in-
n bij de balie van Dendermonde.
het begin zijner openbare loopbaan
met de uitvoering der wet van 24
:e*?an het Koninklijk besluit van 2
rekkelijk de kieshervorming voor
(•Gemeente, waardoor, om uit-
^«jzen, de Bekwaamheidskiezers
•lopige vergaderingen, ten einde de
jhv ihet kiesexaanr door heogergemelde
wet Ja te sporen en te bereiden, grepen
plaatsmeestondeel nog bijM. B. Herremans op den
Dam. Weldra zag men dit getal Bekwaamheids
kiezers zoo machtig oprijzen dat men er aan dacht
ze in eenen bond te vereenigen. Een leidsman was
er noodig om die sterke, vastboslotene legerschaar
ten strijde te brengen de oogen van allen vielen
op den heer Baron Felix BETHUNE en het was
met eenparige stemmen en donderende toejuichin
gen dat hij in 1884, bij het stichten van den bond
in onzen katholieken Kriug, als Voorzitter der
Bekwaamheidskiezers werd uitgeroepen, die onder
zyn wijs bestuur menige zegepraal de partij hiel
pen behalen.
In 1888 schonk hij aan den Bond het prachtigste
vaandel dat ooit in Aalst zijne plooien ontrolde
hetgeen op 24 J.uni van dit jaar plechtig werd in
gehuldigd.
Met moed en volharding volbracht hij deze eer
ste taak welke de Voorzienigheid hem had toever
trouwd, geene vergadering waar hij ontbrak, waar
ook en op welk uur zij mocht geschieden, geene
opoffering was hem te groot wanneer het zijne
Bekwaamheidskiezers gold, tot op het oogen blik
dat eene nieuwe wet een einde aau deze kieswijze
kwam stellen.
Dc Bond der katholieke Bekwaawheidkiozers
ging fe niet, doch de Tooueelafdeeling die er aan
gehecht was bleef bestaan onder den titel vau
Rederij kkamer De Catharinisten waarvan hij
tot heden het Eerevoorzitterschap bekleedde.
In 1883 nam hij het ambt waar van Secretaris'
onzer Stedelijke Akademic van schooue Kunsten in
vervanging van M. Verfijnde, tot 1892 wanneer hij
zijne plaats aan den heer Osc. Reyntens afstond.
Aan zijne taaie wilskracht, zijne verhevene
standvastigheid, zijn doordacht vernuft hebben do
katholieken vau Aalst hunne meerderheid van
8 October 1888 in de Burgerwacht te danken.
Onverpoosd heeft hij gewerkt om dit doelwit te be
reiken, manhaftig heeft hij gestreden om het te
behouden, en wij durven de hoop koesteren dat
zijn stroven in eere zal gehouden worden.
De 26 December 1888 trad Baron Felix BE
THUNE op als Majoor hoofd der Burgerwacht van
Aalst. Wij laten hier de woordeu volgen die hij te
dier gelegenheid aan zijne manschappen richtte
- DAGORDE i.
Ik heb den 26 December het bevel van het Bataljon ge
nomen. Mijne eerste plicht is het officierskorps te bedanken
voor de eer die het mij heeft aangedaan met mij tot de ver
hevene bediening van Bevelhebber der Wacht te roepen.
Ik druk de hoop uit- dat de Goddelijke Voorzienigheid mij
zal toelaten het vertrouwen, dat de heeren Officiereu in
mij hebben gesteld, te beantwoorden.
Van mijnen 't wege zal ik niets verzuimen om eene taak
te vervullen, die ik als eene vaderlandsche plicht aanzie.
Ik doe eenen oproep tot den goeden wil van allen,Officiers,
Onderofficiers, Kaporaals, en Wachten, en verzoek vooral
degenen, die een ambt bekleeden, aan de Wachten het
voorbeeld van eerbied voor de overheden te geven.
Op 22 November 1899 werden Majoor BE
THUNE in aanwezigheid van heel de Burgerwacht
de kenteekens van Ridder der Leopoldsorde over
handigd, voor de talrijko opofferingen gedurende
zijn meer dan lOjarig bevelhebberschap over deze
vaderlandsche instelling.
Dees jaar werd de achtbare afgestorvene tot
Luiteuant-Colonel bevelhebber van het 1/2 Regi
ment voetvolk der Burgerwacht van Aalst verhe
ven. Groote diensten verwachtten zijne geboorte
stad en zijn vaderland van den nieuwen Colonel
de Almachtige heeft het uiet gewild.
Ten jare 1886 op 26 Februari gaf eene maat
schappij van Onderlingen Bijstand Werklieden
Burgers der Stad Aalst het eerste levensteeken,
en werd bij Koninklijk besluit van 31 December
1887 goedgekeurd daar weerom ontmoeten wij
aan het hoofd als Eerevoorzitter Baron Felix
BETHUNE. Van hem ook zou men hier mogen
uitgalmen hetgeen de eerbiedweerdige ouderdoms
deken Tack, in zijne afscheidsrede, van zijnep
vader zegde
De Baron Paul BETHUNE schijnt voorzien
te hebben dal de Onderlingen Bijstand in de toe-
komst, eene verzachting, zoo niet het geneesmiddel
zijn zou voor de wonde der armoede, dit somber
erfdeel der hedendaagsche nijverheidscrisisen
Het was niet zouder rede dat het Kruis van
Is" klas der Mutualisten op zijne borst prijkte.
De kostelijke standaard van dien menschliovenden
kring is nogmaals een geschenk vau den diep
betreurden Eere voorzitter.
Als schatbewaarder der Federatie der katholieke
Kringen eu der Bewarende Vereeuigingen had hij
zijnen achtbaren vader bij zijn afsterven opgevolgd.
In 1893 verving hij M. Calewaert, Vrederechter-
Plaatsvervanger, die Vrederechter genoemd werd in
de plaats van do heer Verlinde. Met dezelfde on
partijdigheid die men in de Burgerwacht bij hem
kou na speuren, bekleedde hij den Rechterstoel.
Met evenveel wijsheid en geweten wist hij zich van
die heerlijke taak te kwijten.
Gedurende 11 jaren vertegenwoordigde Baron
Felix BETHUNE de belangen van ons Canton in
den Provinciealen Raad van Oost-Vlaanderen.
Voor het eerst werd hij gekozen zonder strijd op
26 Mei 1889, in vervanging van M. Karei Liéuart
óot Senator verkozen vervolgens in 1890-1894-
1896 werd zijn mandaat vernieuwd toen hij bij de
ierkiezing van 3 Juni 1900 er vrijwillig aan ver
zaakte.
Onbaatzuchtig en bijgevolg getrouw aan de
ieus hem door zijne doorluchtige voorouders na
gelaten, bewandelde hij het pad van het recht ge
durende den maar al te bekrompen levensstond,
hem door zijnen God vergunt.
Vrijdag 27 September, werden de stoffelijke
overblijfsels van den eerzameu overledene, onder
oenen machtigen toeloop van volk, naar hunne
l.mtste woonstede gebracht.
Ten 8 1/2 ure vergaderde da Burgerwacht op de
Groote Markt, ten einde zich naar Overhamme te
begeven om den afgestorvenen de eer te bewijzen
welke hem als Luitenant-Colonel en Ridder der
Leopoldsorde toekwam.
Met ongemeene pracht in haar herfstgewaad ge
waad gehuld, blikte de steeds meer om meer
gloeiende kemelfakkel aau het wolkelooze fir
mament.
Negou uren bonst het statig uit de gaanderij van
hot Belfort, wijl teisterend het scherpe arbeiders-
k'^kje zijne snerpende tonen door stad en velden
ïibenspreidt. alom den'néderigen werkman tot
zijne verlatene bezigheden aansporende. Wij staan
aau de hoofdlaan van het kasteel eene plechtige
eenzaamheid beveelt de omstreken een voor een
dalen al wiegelend uit de kruinen der reusachtige
boomen goudkleurige bladereu treurend neer, en
mengen zich als verdorde tranen aan dë frissche
zoomen en lijnrechte dreven, samen beschittert
door de glansrijke soptomberzon, een weelderig
vloerkleed scheppende, waarover welhaastdc edele
meester zijn jongste maal zal gevoerd worden.
Plotseling wordt die aaugrijpende stilte ge-
stoort door het geroffel van trommelvliezen van
een naderend korps 't is de Burgerwacht onder
bevel van Majoor Van derSchueren.
De laatste dauwachtige dampen die eenige
oogenblikken te voren alles nog min of meer ne
velachtig lieten aanschouwen, waren ten hemel
opgeklommen, alle hinderpalen uit den weg der
daggodiu ruimend, die het overige harer zomer-
sche krachten verzamelde om ze met meer gloed
op bot aanstaande schouwspel neer te storten.
Flikkerende dooreengeslingerde wapens, opge-
hevene glinsterende degens, afhangeude blinkende
schedeu, glanzende trommels eu commando stokken,
wemelende vederbossen, schitterende zilveren
tooisels teekeuen zich in de verte klaarblijkend af
op de sombere uitrusting der steeds dichter om
dichter tredende wachten, die zich weldra in de
dreef en op den koer van het kasteel kwamen
vestigen.
Midderwijl groeide de menigte aau. Een groot
£?ÉftLrijtuigen voerden de vreemdelingen naar het
sterfhuis. Wij bemerken bijzonderlijk MM. Van
Vreckem, Descamps, senators Woeste, staats
minister en volksvertegenwoordiger van Aalst
R. Eeman, A. Van der Linden, ledeu der Be
stendige deputatie O. Van der Hacgen, R.
Moyersoen, A. Blancquaert, De Clercq, J. Rollier,
provinciale raadsleden Dr De Vos, Burgemeester
van Erpe Dr F. Monfils, oud-voorzitter der
Koophaudelsrechtbank De Clippele, Arrondisse
ment-commissaris L. Meert, F. De Hert, sche
penen in officieel gewaad Brassine, gewezen
Colonel der kweekelingschool van het leger R.
Goethals van Kortrijk de overheden der Vrije
Brandweer afgevaardigden van het ministerie van
inwendige E. H. Thibbaut, kanunnik E. P.
Renard, rectoi van St. Jozefscollege E. H. Wil-
iems, pastoor van Schaerbeok E. H. Sadones,
pastoor, Erembodegem Generaal Busine, Be
velhebber der Burgerwachten van Oost-en West-
Vlaanderen zijn adjudant M. De SmetMajoor
Verbessem van Gent Generaal Majoor Van Loo,
Bevelhebber der Burgerwacht van Geut en zijne
stafofficiereu Majoor Reikem, Kortrijk, Majoor
D'Haenou8, St. Nicolaas eu een luitenant Majoor
De Schepper, Eecloo Majoor De Brujqi, Den
dermonde me.t 4 zijner officieren verscueideue
officieren der Burgerwacht van Brussel De kapi
tein der Kweekeliugsckool van het leger en officie
ren een zestal officieren van het 3® regiment
Gesc huttalrijke Burgemeesters en Schepenen
der omliggende gemeenten, enz., enz.
Roud 10 ure, kon men men moeilijk het voor
portaal des kasteels naderen.
De fraaie iugaugzaal des burchts is in rouwka
pel veranderd de doodkist, waarop het uniform
van Luitenant-Colonel der Burgerwacht, de scha-
ko, de degen en eereteekens prijken, stond op eene
hooge trede omringd mot braudende waskaarsen.
De Rouw werd geleid door dc HH. Barons Leo,
Karei, Lodewijk, Gaston BETHUNE, de heer
DE LA CROIX en talrijke naastbestaandeu welke
aau den voet der Katafalk, waar het wapen der
Bethune's rustte, hadden plaats genomen.
De Officieren van den staf hielden wacht naast
het lijk. De heer Ivarel De Vis, Majoor-Hoofd der
Burgerwacht ad interium en provinciaal Raadslid
sprak de hier op volgende lijkrede uit in naam der
Burgerwacht van Aalst
Mijnheeren,
ju rti
Met diepen eerbied eu treurend hart; staan
liet.lijk j-m.Um, dis»njen rvjemdc Baron F.'
NE, Luitenant-Colonel, Bevelhebber der Burg
Aalst, oudlid van den provincialen Raad van Oósi-Vlae...
ren, Vrederechter-Plaatsvervanger, Ridder van 't Leo
poldsorde, vereerd inet het Kruis van eerste klas der Mut u-
atisten.
Dat alles was hij, dat is hij niet ineer. De Iland des Hee
ren heeft hem geraakt en ons met hem. Buigend onderwer
pen wij ons aan de besluiten van den God. die Meester is
over leven en dood, en van niemand bevelen heeft te ont
vangen.
Toch is het ons cenc bittere troost voor de stoffelijke
overblijfsels van hem, die ouze Overste en vriend was te
mogen herhalen, hoe hef wij hem hadden en wat wij in hem
bewonderden.
Hij was ons lief om den naam dien hij droeg een naam
dien zijn grootvader had vereerd, dien zijn vader met een
nieuwen glans omgaf, dien hij waardig droeg en ongeschon
den aan zijne kinderen overleverteen naam die niemand
in Aalst zonder eerbied uitspreekt en die de herinnering
doet herleven aan vele diensten en vele deugden.
Rond in zyn handel, trouw in zijne vriendschap, hij was
ons lief om zijn eigen karakter en zijn eigen verdienstcu.
Den politieken man kunnen anderen loven ous past liet
den Luitenant-Colonel, do Bevelhebber onzer Burgerwacht
niet te vergeten.
Van ons Burgerleger had luj zich een zoo hooge gedach
te gcvorm l, dat menigeen hem moeilijk begrijpen kon. Een
school van eer en tucht, dc beschermster onzer veiligheid,
de behoudster van rust en vrede, de hoop cu de steun van
eiken goeden burger, de vrees en dc schrik van den rust
verstoorder en den oproermaker, iu tijd van nood de ste
delijke medewerkster van het nationale leger, dat was of
bever, dat moest, onze Burgerwacht wezen. Ken goede.
Burgerwacht aankweeken was het doelwit van ziju strev
Uit dat gezichtspunt heeft hij onze Aalstersche Mil
aanschouwd volgens die grondbeginselen moeten z
delingen beoordeeld worden.
Zijn plan te volvoeren was geen lichte taak. Vei
palen stonden op zijn baan hij heeft ze uit
ruimd de nevels van vele vooroordeelen W,
versland, het licht der rede heeft ze vcrcSifc
oog op zijn doel gericht, ging hij vooruit, jRfti
zonder omzien de leuze der oude ridders getrou\
plicht en laat de menschen sprekeu. Met de Vb.
uit den grijzen voortijd, kon hij zeggen i
Ik wilde wat was recht en won ook wat ik wilde.
Waut zijn doel heeft hij bereikt. Is ouze Burgerwacht
een ernstige instelling geworden, in staat te volbrengen wat
Vaderland en Stad van haar verwachten, is zij de veiligheid
iu Jaecn TUI onrust eu de nddiaf iu gevaar, aan onzen
betreurden Luitenant-Colonel, aan Baron Felix BETHU
NE, hebben wij het te danken.
Overste en vriend, uw ziel is bij God en haar stoffelijk
omhulsel zullen wij welhaast, met dcu ronw in het hart aan
de aarde toevertrouwen. Ontvang hier de uitdrukking' vau
onze dankbaarheid. Veel wildet gij nog werken voor het ge
luk van uw Familie eu vau uw Vaderstad de Heer heeft u
tot zich geroepen iu het midden uwer loopbaan. Den beker
dien Hij u aanbood, hebt gij zouder morren uit ziju banden
ontvaugen en zoo ons getoond wat wij te doen hebben. Tot
afscheidsgroet zij u dit woord toegeriebt Uw naam zal ons
een leuze ziju, uw voorbeeld een licht, uwe gcduchteuis een
aanmoediging.
Gij hebt gestreden en somsgeleden voor hetgeen gij goed
edel, nuttig oordeoldet, voor God en Kerk, voor Vaderland
en Geboortestad, wij zullen voortstrijden. Gij zijt vooralge-
gaan, waar wij hopen te volgen. Geen eeuwig vaarwel dus
maar een tot wederziens roepen wij U toe Tot weder-
ziens, geachte Colonel, trouwe Viiend Tot wederziens in
bet oord, waar geen vooroordeelen hferschen, waar alle goe-