De loltertampen in a-Ma.
DE ROZENMAAGD
5 CENTIEMEN HET NUMMER.
8* Jaargang. Nr 558.
sprijs
Zalerdag 11 Januari 1902.
Aankondi-
gingsprijs.
De kleine Joachim.
Voor de Lotelingen.
Voor de Landbouwers.
i i£te
WitgfBfr
Abonnementsprijs voor
mnsch België, franco te
huis, 2.60. Voor de rreem-
delanden, 6,00. 5 cen
tiemen het nummer.
Pakken en brieven hoeven
vrachtvrij toegezonden te
worden. Alle briefwis
selingen moeten den dijns-
dag ajv»nd op onze buree-
len toegekomen zijn, het
blad den woensdag avond
ter pers gaande. Ongetee-
kendt brieven worden in
de ickeurmand geworpen.
Ale postbureelen ont
vangen inschrijvingen, op
alle tijdstippen van het
1'aar. De onkosten der
wijtingbriefjes zijn ten
laste van den bestemme
ling. Men gelieve, bij ver
andering van woonst, het
juist terechtwijs te zenden.
3tn San Mttfffl-Ut SUydlMtrMt, t3, tr 3Ul»t. KiaaSfiZ# j!
1 te!
Vonnissen 1 frank den
kleinen regel. Aankon
digingen tnsschen de
nieaw stij dingen 20 cen
tiemen per regel. Aan
kondigingen op de 3* bis.
10 centiemen den regel.
Annoncen op de 4* Dladz.
worden berekend volgens
plaatsruimte. Voor de
advertentiën buiten de
provincie Oost-Vlaanderen
zich uitsluitend te wenden
tot bet Ofce de Publicité,
Rue de la Madeleine, firui-
tel. De geabonneerden
hebben ket recht een maal
r' jaar eene annonce van
regels te plaatsen, die
viermaal achtereenvolgens
zal verschijnen. Rucht-
baarmakingen in te zen
den vóór 's Maandaags.
Het is moeilijk het eerste jaar Op eene vol
doende wijze eene nieuwe wet toe te passen. Het
is dus niet te verwonderen dat de wetsbepaling
der 65 fr. pensioen aan de oude werklieden van
65 jaar, op zeer verschillige manieren is toege
past geworden, hier met strengheid en elders
met veel goedhartigheid.
De heer Gouverneur van de provincie Oost-
Vlaanderen heeft eenen omzendbrief gezonden
aan de gemeentebesturen, gedagteekend op 2
October 1091, om inlichtingen te verschaffen.
Het gedacht was goed, maar, men mag in deze
zaak toch niet te streng zijn die overdreven
strengheid is hier het geval.
Volgens dezen brief zouden de ambachtslie
den,, enz., die niet voor patroon of vooreen
meester, maar voor hunne persoonlijke rekening
werken, uitgesloten worden en daarenboven zou
men slechts dc hoedanigheid van oud-werkman
kunnen inroepen, wanneer dit beroep van werk
man het langst wordt uitgeoefend.
Moet dergelijke uitvinding aanvaard worden,
dan zou de wet bijna onuitsluitelijk toepasselijk
zijn voor de nijverheidssteden daar is de wer
kersklas gansch in den bestendigen dienst dei-
fabrikanten, ondernemers, enz. De algemeene
nijv rheidsoptelling van 1895 geeft immers het
geta der werklieden die in den dienst zijn of be
sten lig werken voor nijverheidsgestichten. Zij
Zij zijn ten getalle van 899,414; en buitenden
Staat, zijn er 542,143 nijverheidsbazen.
Iff de jandbouwgewesten is het gansch anders
gelegen met het werk. Weinig werkmenschen
zijn Uitsluitelijk en bestendig in den dienst der
bazen. De algemeene landbouwoptelling van
1895 bewijst dat er 1,015,799 menschen zijn van
eigen volk die het land bewerken, en dat er
slechts, in den belgischen landbouw, 187,107
knechten zijn of bestendige dienstmannen.
En die evenredigheid groeit altijd aan om re
den dat de groote hoeven, die knechten gebruik
ten, verdwijnen. Sinds 1880 zijn er 33,675 meer
menschen van eigen volk bijgekomen, en 28,184
knechten of bestendige dienstmannen afgevallen.
Op den duur zullen er bijna geene eigenlijke
knechten meer bestaan, en zoo zou de wet op de
pensioenen zonder toepassing zijn op den buiten.
Dat kan niet en dat mag niet zoo zijn.
De kleine pachters, die met eigen volk werken
en tiie eenige brokjes land huren, stellen het niet
beter dan de werklieden. Zij werken toch ook
voor den eigenaar, wiens land zij bezaaien om
het den pacht te doen opbrengen en het meeste
getal werken bij de geburen in den oogst of in
geval van overlast. Velen van hen vinden geen
bestaan op hun hofken er zijn immers 458,120
landbouwdoeningskens die geen 50 aren gebrui
ken.
Het meeste deel der kleine pachters hebben
daarenboven de hoedanigheid van oud-werkman
omdat zij als werkman gediend hebben vooral
eer zij geplaatst waren voor eigene doening. Het
wordt aangenomen dat men bij zijne eigene ou
ders als werkman kan dienen want moest men
dit weigeren, dan zou men eene echte premie
geven aan degenen die hunne kinderplichten mis
kenden en hunne ouders lieten steken om den
vreemde te dienen.
Bijna overal hebben dc komiteiten deze zins-
wijze aangenomen, en de kleine pachters, die in
den nood verkeerden, aanvaard voor het pensi
oen.
Zij handelden even breed voor de ambachtslie
den. Dezen zijn immers overal gerangschikt in
twee klassen, de ondernemers en eigenlijke am
bachtslieden de eersten werken met werkvolk,
de tweeden werken met eigen handen, maar zij
gebruiken hun werk en hun ambt, juist gelijk de
werkmensch, ten dienste van anderen.
Meestal de ambachten hebben maar een zeer
onbeduidend gerief of alam, en hunne bijzonder
ste bekommernissen is eene daghuur te winnen
het komt er weinig op aan of die daghuur be
taald wordt onder vorm van loon, van stukwerk
of zelfs van kleine entrepnse. Die ambachtsman
nen zijn werklieden.
Deze zienswijze is voorzeker in overstemming
met het woord zelf der wet, die zegt dat de werk
man en de oud-werkman kan genieten van het
pensioen. In de eerste uitlegging heeft het gou
vernement, alhoewel sprekende van loonbedien
den, doen uitschijnen dat men het woord werk
man gebruikt had als tegenstelling met het woord
ondernemer.
De gemeentebesturen mogen dus in die zaak
zeer breed handelen; het zijn toch de komiteiten
die moeten uitspraak doen, en het is te hopen
dat zij die zienswijze zullen volgen.
Woensdag heeft M. Tibbaut, met eenige vrien
den, MM. Maenhaut, Raemdonck en Mabille,
een wetsvoorstel neergelegd in de Kamer, om
desnoods de te bekrompen toepassing tegen te
werken. Ik heb voorgesteld het woord werk
man te vervangen door het woord handwer
ker zonder omzien of hij ja of neen afhangt
van een patroon.
Het wetsvoorstel zou geene reden van bestaan
meer hebben moest het gouvernement die breede
zienswijze aannemen. Hopen wij dat het met een
omzendbrief dien weg zal inslaan.
In alle geval raden wij de gemeentebesturen
aan zooveel mogelijk in ieder geval te doen uit
schijnen dat de aanvrager van pensioen gediend
heeft of dient als werkman hetzij bij zijne ouders
of elders.
Vele vragen zijn afgewezen geweest omdat de
noodige inlichtingen ontbraken, en ook omdat
er gewoonlijk geene bewijzen waren. Het moet
nochtans gemakkelijk zijn getuigschriften te
doen opstellen van geburen, werkgevers of an
dere personen.
Het is een groote last voor de secretarissen,
maar 't is een goed werk voor de gemeente en
voor de ouderlingen en dit is genoeg om wat
zelfopoffering te verrechtvaardigen.
Onze bloedige en wraakroepende bladzijde groeit
nog aan van week tot week.
Men kent eindelijk de cijfers der sterfgevallen
in de Afrikaansche folterkampen lees hier In
October 3156 in November 2609. Totaal 5765,
waarvan 4094 kinderen
Om al het afgrijselijke dezer cijfers ie beseffen,
herinnere men zich dat in September 2411 opge-
sloteuen waren gestorven, waarvan 1964 kindereD,
't zij 294 per 1000 in 't algemeen en 432 per 1000
voor de kinderen in 't bijzonder.
Welnu, de verhouding is nog verschrikkelijker
geweest in October, nog vreeselijker vooral in No
vember, ondanks de vermindering der bevolking
in dc
Van Juni tot November, op 6 maanden tyd, zyn
op eenë bevolking van 117,964 personen er 12,441
omgekomen, waarvan 10,113 kinderen Nog eens
10,113 kleine kinderen 1
Dit wordt bekeud in een boek over de folter
kampen, hetwelk de briefwisseling bevat over dit
puut tusscben Minister Chamberlain en zynen
beulskuccht Milaer.
Dit is waarlijk de vernieuwing der moord van
Bethlrftm 't Is de uitmoording van een volk, dat
niets misdeed en alleen vraagt vrij te leven en te
lateu leven.
Wat hebben die arme schaapkens van kiuderen
toch misdaan om zoo vau gebrek en ontbering on
der de oogeu hunner moeders die vroegtijdige dood
te moeten proeven
En wat hebben die heldhaftige moeders misdaan,
die slechts bun land en hunne kinderen en hunne
maus beminnen
O Engeland bet bloed van al die kinderen
roept wraak ten hemel en zal op u nederdruppe-
len
We vernemen dat Engeland een groot getal zie
kendiensters naar die folterkampen opzendt.
Nu het te laat is
Zoo ziet men ook dikke tranen rollen uit de 00-
gen der krokodil, terwijl ze langzaam de prooi ver-
byt, die ze in den breeden muil houdt en die er
niet meer, ondanks al baar tegenstribbelen, kan
uitgeraken 1
De ministers vau Eugelaud voelen heel wel dat
Engelaud den haat vau alle volkeren tot zich trekt,
al staat bet nog op goeden voet met de gouverne
menten.
Luister naar deze woorden; door den hoofdminis
ter Rosebory in eene redevoering uitgeroepen
In de geheele geschiedenis der Engelscbe na
tie vindt men geen voorbeeld van den baat en den
kwaden wil, welke de volkeren van Europa bijna
zonder uitzondering ton onzen opzichte bezielt. Ik
ben er niet zeker van, dat de regeeringen van alle
laoden verlangend zijn om op goeden voet te blij
ven met Engeland. Een kwade wil als nu over ge
heel Europa overwegend bestaat, is een ellement
van groot gevaar, zoo niet een onmiddellijk gevaar,
waarvoor de tegenwoordige regeering grootendeels
verantwoordelijk is.
Ik zou niet doof zijn voor vredesvoorstellen
van verantwoordelijke zijde in 't bijzonder van de
verbannen regeering der Boeren, die zich nu in
Holland om kruger beeft gevormd. Deze is de eeni
ge regeering die met ons oorlog is gaan voeren.
Het is onmogelijk te onderbandelen met de aan
voerders van bet veld, omdat zij geen macht heb-
om vrede te sluiten.
Wat is nu het besluit
Is bet besluit aan al die tranen, aan al die bran
den, aan al dat bloed, een einde te stellen
Helaas, neen Luistert naar de woorden van
den minister vau oorlog zeiven
De Boeren ziju bandieten. Het gouvernement
zal zich niet tevreden stellen met halve maatrege
len op 't oogenblik van de afrekening eu al de
voorstellen tot rieuwe vredesonderhandelingen zul
len moeten van Boereakant komen.
Dus als de Boeren hunne boeven hebben zien
afbranden, hunne vrouwen eu kinderen naar de
doodskampen wegvoeren, als zij zeiven zoodanig
zullen gedund zijn en gedood dat er schier geene
meer overschieten, dan zullen zij zeiven nog moe
ten den vrede afsmeeken 1
Al de beschikbare troepen zijn uit Engeland
vertrokken zells de zeestad Dover, rechtover
Oostende, die altijd door 4000 soldaten bewaakt
wordt, telt er maar 500 meer dit is sedert Water
loo nooit gebeurd
Engeland beeft alweder 75,000 peerden aange
kocht om met versche ontzaggelijke overmacht de
arme Boeren aan te randen en te verdelgen.
Geen wonder dat die brave lieden bet kwaad
krijgen.
Sedert 3 weken zyn 4 kommandos gesaugea 1
Kommandant Haasbroek is aan het hoofd zynor
broeders gedood. Den 18, 19 en 20 December heb
ben de Boeren vreeselyk gestreden de engelsche
kolonel Damant is doodelyk gewond en 3 officiers
j zijn gedood.
Het besluit om te strijden tot den dood is dioper
•j dan ooit geworteld in het hart der Boeren. Zij heb
ben toch alles verloren familie, vrouwen, kinde
ren, woonsteden, behalve de groote jongens die
met hen strijden. Er blijft hun dan niets over dan
oüaf baukelijkbeid of dood.
j O Duitschland, 0 Frankrijk, 0 Rusland, o Oos
tenrijk, grooto mogend hedeu, waarom roemt ge op
macht, beschaafdheid eu vooruitgang, als ge nu
sprakeloos blyft eu werkeloos
Vijf eu zeventig
of meer jaren gele
den, volgde een ry-
tuig den weg tus-
scbéu Anagui en
Carpineto. liet be
vatte een zwakken
knaap, onlangs van
eene ziekte hersteld,
en zijnen leermee
ster. Aan den voet
van eeneu heuvel
gekomen, ontwaar
den zy een armen
jongen als herder
gekleed, geheel met stof overdekt en weenende
alsof hij groote pijnen leed. Een zijner bloote voo-
teu was zeer gezwollen en bloedde onophoudend.
Zoodra bet rijtuig genaderd was, hield bet stil,
de zwakke knaap sprong op en vroeg den kleinen
herder naar de oorzaak van zijn lyden. Het kind
antwoordde, dat het door eenen melkwagen over
reden was en dat de voerman, zonder naar hem te
zien of zich om bet ongeval te bekommeren, zich
haastig had uit de voeten gemaakt.
En ik kan niet verder meer gaan, zeide het.
Mijn voet doet zoo zeer.
De knaap, een afstammeliug uit een adellijk
huis, werd door medelijden bewogeu en zich eenen
weg banende door de doornen, die de straat van
eenen waterstroom scheidden, vulde hij zijne
klak met water, droeg het naar den gewon
den knaap, opdat hij zou kunnen drinken, wiesch
daarna den bezeerden voet en wond er zijnen fij
nen zakdoek om.
Waar woont ge vroeg hij.
De herdersjongen wees naar een klein dorp.
tiy kunt daar zonder hulp niot komen, zeide
de kleine Samaritiaan. Ik zal u met mij naar
Carpineto nemen, waar men uwen voet naar be-
hooren zal verbinden.
De gewonde jongen antwoordde met een vriendo-
lyken, dankbaren glimlach en werd in bet rijtuig
geplaats.
Joachim, vroeg de leermeester, wat wilt gij
nu beginnen
Ik ga doou wat ieder christen zou doeu.
Kunnen wy dien gewonden jougen op den weg
laten liggen
Maar wat zullen uwe ouders wel zeggen
Wat anders kunnen zy zeggen dan dat ik goed
gehandeld heb. Is het iets buitengewoons lydenden
te helpen
De leermeester was innig tevreden. Hy gaf zij
nen leerling een vriendelijk tikje op den schouder,
en het rijtuig rolde voort.
Toeu zy thuis kwamen stond Joachim's moeder
voorzeker verbaasd by het zien van den gebateu-
den en bebloeden jongen, dien haar zoon had
meegebracht maar toen zij de gebeurtenis hooHe
en de dankbaarheid op bet kinderlijk gelaat las,
liet zy oumiddellyk den familiedokter halen, die
den bezeerden voet verpleegde.
Joachim's aangezicht schitterde van vreugde.
Heb ik niet goed gedaan, moeder vroeg hy.
Mijn kind, gy badt niet beter kunneu bance
len.
En zij drukte hem aan haar hart, terwyl traneu
van vreugde hare wangen overstroomden.
De jongen, die door het lyden van eenen vreem
deling zoo diep bewogen werd, is thans Paus Leo
XIII, en onder al de edelmoedige daden, waarvan
ziju leven vol is, schittert bovenstaaud* ais een»)
ster. De doorluchtige Paus is eene weerdige ont
wikkeling van het goedhertige kind. God koos
hem om de wonden van het menschdora te heelen,
gelijk hy den herdersjongen verzorgde en gaf hem
een-hert, groot genoeg om medelyden te hebben
met het lijden der geheele wereld.
Er is reeds zoo dikwyls uitlegging gevraagd om
trent de hieronderstaande puuten.
Wij roepen er ieders aandacht op in.
De wet op de milicie eischt, op straf van. nietig
heid, dat iedere vraag tot vrystelling van zonen
I eener onbevoegde familie, den dag der loting,
oogenblikkelijk na de trekking aan den arrondis
1 sementskomniissaris gedaan worde, ofwel, binnen
de tien dagen, aan het gemeentebestuur. Veischei-
dene. uitgestelden van de vorige jaren vergeten dat
zij alle jaren hunne vraag moeten hernieuwen. De
uitgestelden ot de milicianan van het loopend jaar,
die hunne vrystelling te vragen hebben in huune
hoedanigheid van eenig kind, steun van de ouders
of student in godsgeleerdheid of in wysbegeerte,
zich voor den geestelijken staat bestemmende, nor-
malist of gediplomeerden onderwijzer, mogen dus
i uiet verwaarloozen, binnen de tien dagen na de
loting der milicianen van hun kanton, huune rech
ten te doen gelden. In de groote steden waar de
loting verscheidene dagen duurt, begiut de uitstel
van tien dagen te rekenen van den laatsten dag
der loting.
Beetendraf.
Beetcndraf ook nog pulp geheeten is hetgeen
overblijft nadat de beetwortels bewerkt zijn in de
suikei fabrieken.
Deze draf is voor de dieren minst gevaarlijk
wanneer hij versch van de fabriek komt. Daarom
heeft men de beste middels uitgezocht om den
pulp zoo goed mogelijk te bewaren, met hem zeer
verstandiglijk in te kuilen.
Versch toegediend nochtans, kan de puin
nadeclige gevolgon b»»hbnn t-
hij te veel water iu. Jaardoor kuuu u -Je vueu unl
eigenschappen verminderen, en overvloed van
water kan ongesteldheden in de spijsverteering
veroorzaken. Maar door het samenpersen verwij
dert men een deel der voedzame stoffen in het wa-
2 Mbnghlwkbk.
Vbrbodbn nadruk.
Verhaal uit de Fransche Revolutie
DOOR
Petrus VAN NUFFEL.
Schitterende vereeniging, die eene loopbaan
voorspelde vau eer en roem. De echt werd gesloten
'\q de kapel van het paleis van Versailles de Ko-
ffmg zelf had het huwelijkscontrakt onderteekend.
Nadeze plechtigheid waren de echtelingen staan
devoets vertrokken naar Lorgères. Burchtgraaf
Leo ie Lorgères, die hij het huwelijk zijns broe
ders het ambt van eerejonker had vervuld, verge
zelde hen deze jonkman trad pas zijn twintigste
jaar in, roemde er op, bereids twee zeereizen me
degemaakt te hebben en droeg met waardigheid
den titel van luitenant der zee.
M. en Mev. de Boisdesmares en hunne dochter
Leonia, die men uit de abdij aad gehaald om de
huwelijksviering haars broeden bij te wonen, ver
gezelden eveneens de jonge echtgenooten, doch in
•eene afzonderlijke koets.
De oude graaf de Lorgères, inmer zijn titel van
'iuisduif trouw gebleven, had zch naar Versailles
riet willen begeven, maar verwichte ongeduldig de
aankomst zijner kinderen en kleinschoondochter.
Had hij het kasteel niet verlaten, hierom bloef hy
geenszins werkeloosbijgestaan door Meester Bon-
valet, zijn rentmeester, vroeg hij heel den omtrek
ter feest en regelde alles tot der jonggehuwden ont
vangst.
Ternauwernood verschenen de koetsen, waarin
het echtpaar en de genoodigden zich bevonden, in
den eeuwenouden dreef des kasteels, of hunne aan
komst werd, van op de hoogte van het terras, be
groet met het geschut der artillerie, 't is te
zeggeu door het losbranden der geweeren vau jacht
wachters en dorpelingen der gemeente Lorgères.
Eeuige stappen van het kunstig gesmeed hofhek
bleef de bruiloftskoets stil ten einde eene afvaardi
ging van pachters te ontvangen aan wier hoofd
de rentmeester Bonvalet stond die hunne nieu
we meesteres kwamen hulde brengen. Daarna ver
schenen een twaalftal in het wit gekleede meisjes,
die bloemen aanboden een hunner, de schoone
Magdalena Grisot 'n bloem van een meisje
de docter des tuiniers des burchts, las een eigen
aardig complement, opgesteld door den school
meester van het dorp.
Eindelijk kwamen de rijtuigen vóór dén voet der
stoep. Op de hoogste trede stoud de oude graaf de
Lorgères, in zijn rijkste gewaad uitgedostkost
baar habijt van goudzyde, vest en korte broek van
dezelfde stofgepoederde pruik, met een breede
fluweelen beurs, die van in den hals, op de schou
ders wiegelde witte zijden kousen, schoenen met
roode afboordsels, niets ontbrak er.
Wanneer de jonge vrouw, begeleid van haren
echtgenoot eD haren schoonvader uitstapte, trad
de oude edelman eenige voetstappen achterwaarts;
hij glimlachte zoet en edelmoedig, murmelde in de
vleiendste bewoordiging den welkomgroet, en de
vrouw gulhartig de hand vattende, troonde hij
heur meê in het kasteel en stelde ze aan de talrij
ke genoodigden vóór.
Alsdan begonnen de feesten. Zij duurden acht
dagen. In eenige woorden kunnen wij ze evenwel
samenvatten heerlijke gastmalen, betooverende
verlichtingen, schitterende vuurwerken, dauspar-
tijen, veldfeesten, jachten, vischvangst, concerten
▼an allen aard, ziedaar de bijzonderste afwisselin
gen waardoor elkeen dezer dagen was gekenmerkt,
en waarover wij ons zullen wachten in breedvoeri
ger omstandigheden te treden. Eene enkele aan
doenlijke plechtigheid hoeft althans te worden aan
gehaald, nademaal de bijzonderste rol erin vervuld
werd door de heldin onzer geschiedenis.
Daags na de aankomst der gehuwden op Lorgè
res kroonde men in de streek de Rozenmaagd. Het
was Magdalena Grisot, die wij gisteren aan het
hoofd harer gezellinnen gezien hebben de schoo
ne en wijze Magdalena, lyk men haar noemde, die
de kroon van witte rozen dees jaar was toegekend,
dit tengevolge der algemeene stemming der bevol
king en de goedkeuring der geestelijke en wereld
lijke overheid der gemeente. De jonge burchtgra
vin werd verzocht de Rozenmaagd te kronen. Met
den lach van het geluk op het schoone wezen, aan
vaardde zij de hagelblanke rozenkroou en plaatste
die op de gitzwarte lokkeu van de reine Magda
lena, daar zij murmelde
Gisteren schonkt ge mij den bloemtuil van
den welkom, vandaag ben ik gelukkig u, op mijne
beurt, dit bewijs van achtiug te kunnen geven
deze kroon, zinnebeeld der onschuld en wijsheid,
die gij zoo wel hebt weten te verdienen te midden
van al uwe kennissen... Vergeten we beiden deze
schoone dagen nooit... Wat mij betreft, ik geef u
de verzekering dat ge in my te eeuwiger tijde een
krachtdadigen steun vinden zult.
Magdalena antwoordde nietmaar hare blauwe
oogen, tot nog toe zedig neergeslagen, verhieven
zich nu tot hare jonge beschermster en schoten
stralen van de diepste erkentenis, eene dankbetui
ging welke men vruchteloos door woorden zou ver
tolken.
's Anderendaags geschiedde een niet min plech
tig feithet huwelijk van zes jonge paren, geko
zen uit de jongens en meisjes van het dorp en be
giftigd door MM. de Boisdesmares en de Lorgères,
Eene der jonge bruiden was Magdalena Grisot,
die in den echt trad met Jan Flocquet, de oudste
zoon van eenen der bijzonderste boeren der streek.
Wij doen opmerken, dat, gezien de vorige omstan
digheden, de bruidschat van Magdalena veel aan
zienlijker was dan dezen harer gezellinnen, vermits
by de som haar geschonken, gelijk aan de anderen,
ter gelegenheid der echtverbintenis van den burcht-
graaf, heur nog deze toekwam als Rozenmaagd
daarenboven de geschenken van Mev. de Boisdes
mares. haar meter, en eindelijk deze die haar van
wege bloedverwanten waren geschonken. Geen ha
rer gezellinnen toonde zich over die voordeelen
afgunstig integendeel, zij waren de oersteu om
Magdalena toe te juichen.
Deze huwelyken waren eene nieuwe, aantrekke
lijke afwisseling in de feesten der bijzonderste
bruiloft, aan dewelke thans de zes nieuwe paren
met bloedverwanten en vrienden, in een woord het
gansche dorp deel namen. Alleenlijk kon er voor
de laatste geen spraak zijn van gansch deo dag aan
de genoegens der viering op te offeren, zooals het
geval was met de gasten van 't kasteel, want het
veldwerk eischte een ruim deel van hunnen tyd y
edoch, des 's avonds zette men zich in de hovingen
van het slot aan lange tafels neêr, op welke de
uitmuntendste spijzen in overvloed werden voorge-
diend en waarbij den wyn en den cider bij stroo-
men vloeiden.
Vervolg.